Pagina inhoud

    HR 11 maart 1977 (Kribbebijter)

    Wils- en vertrouwensleer

    De wils- en vertrouwensleer is ook van belang voor de vraag, wie de wederpartij bij een overeenkomst is. Een standaardarrest over de vraag, wie als contractspartij bij een overeenkomst moet worden aangemerkt – dus of iemand een overeenkomst voor zichzelf of namens een ander heeft gesloten – is het arrest HR 11 maart 1977 (Kribbebijter).

    Feiten van het Kribbebijter-arrest

    Het Kribbebijter-arrest ging over een commissionair die (volgens art. 78 WvK oud) een paard gekocht had voor een Duitse opdrachtgever. Dit paard bleek een gebrek te hebben (het was een zgn. kribbebijter). De commissionair dagvaardde daarop de verkoper wegens wanprestatie (subsidiair verborgen gebrek). Een commissionair is een tussenpersoon die in eigen naam overeenkomsten sluit, maar voor rekening van een opdrachtgever. De verkoper stelde met de commissionair geen overeenkomst te hebben, zodat diens vordering volgens hem afgewezen, althans niet-ontvankelijk verklaard moest worden.

    Vragen die de Hoge Raad in het Kribbebijter-arrest beantwoordde

    De Hoge Raad beantwoordde de volgende twee vragen.

    Hoe stel je vast of een contractspartij voor zichzelf of voor een ander optrad?

    (1) met wie was de contractspartij de overeenkomst in eigen naam aangegaan?

    De Hoge Raad overwoog daarover:

    “Voor het antwoord op de vraag of iemand bij het aangaan van een overeenkomst op eigen naam is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daarover jegens elkaar hebben verklaard en wat zij over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten afleiden.”

    De Hoge Raad voegt daaraan toe, dat aan het aangaan van een overeenkomst op eigen naam niet in de weg hoeft te staan, dat de wederpartij wist, dat hij handelde in opdracht van een derde.

    Dus hoewel de verkoper wist, dat de commissionair voor een ander kocht (de opdrachtgever was namelijk ook nog naar het paard komen kijken), kan de overeenkomst nog steeds – zoals eigen is aan de rol van commissionair – door de commissionair worden gesloten op diens eigen naam. Dat art. 79 WvK (oud) ook de mogelijkheid toelaat dat de commissionair contracteert op naam van diens opdrachtgever betekent niet dat hij evengoed in eigen naam kan contracteren.

    Kan de middellijk vertegenwoordiger zelf een vordering tot nakoming instellen?

    (2) kan de middellijk vertegenwoordiger die in eigen naam, maar in opdracht gecontracteerd heeft, zelf tegen de wederpartij een vordering instellen wegens wanprestatie?

    Logischerwijs vloeit hieruit ook voort, dat degeen die aldus in eigen naam – maar in opdracht – een overeenkomst is aangegaan, op basis van die overeenkomst zelf een vordering tegen de wederpartij bij die overeenkomst kan instellen, zoals een vordering uit toerekenbare tekortkoming (oftewel wanprestatie).

    De Hoge Raad voegde daaraan toe:

    “daarbij maakt het geen verschil,  of deze partij de schade in eigen vermogen lijdt, dan wel de vordering uitsluitend of mede instelt ten behoeve van haar opdrachtgever teneinde vergoeding van de door deze geleden schade te verkrijgen.”

    Deze uitspraak wordt behandeld op de de pagina Rechtshandelingen.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 7-10-2023]

    Uitspraak

    ECLI:NL:HR:1977:AC1877

    Hoge Raad

    10-03-1977

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      HR 11 maart 1977 (Kribbebijter)

      Wils- en vertrouwensleer

      De wils- en vertrouwensleer is ook van belang voor de vraag, wie de wederpartij bij een overeenkomst is. Een standaardarrest over de vraag, wie als contractspartij bij een overeenkomst moet worden aangemerkt – dus of iemand een overeenkomst voor zichzelf of namens een ander heeft gesloten – is het arrest HR 11 maart 1977 (Kribbebijter).

      Feiten van het Kribbebijter-arrest

      Het Kribbebijter-arrest ging over een commissionair die (volgens art. 78 WvK oud) een paard gekocht had voor een Duitse opdrachtgever. Dit paard bleek een gebrek te hebben (het was een zgn. kribbebijter). De commissionair dagvaardde daarop de verkoper wegens wanprestatie (subsidiair verborgen gebrek). Een commissionair is een tussenpersoon die in eigen naam overeenkomsten sluit, maar voor rekening van een opdrachtgever. De verkoper stelde met de commissionair geen overeenkomst te hebben, zodat diens vordering volgens hem afgewezen, althans niet-ontvankelijk verklaard moest worden.

      Vragen die de Hoge Raad in het Kribbebijter-arrest beantwoordde

      De Hoge Raad beantwoordde de volgende twee vragen.

      Hoe stel je vast of een contractspartij voor zichzelf of voor een ander optrad?

      (1) met wie was de contractspartij de overeenkomst in eigen naam aangegaan?

      De Hoge Raad overwoog daarover:

      “Voor het antwoord op de vraag of iemand bij het aangaan van een overeenkomst op eigen naam is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daarover jegens elkaar hebben verklaard en wat zij over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten afleiden.”

      De Hoge Raad voegt daaraan toe, dat aan het aangaan van een overeenkomst op eigen naam niet in de weg hoeft te staan, dat de wederpartij wist, dat hij handelde in opdracht van een derde.

      Dus hoewel de verkoper wist, dat de commissionair voor een ander kocht (de opdrachtgever was namelijk ook nog naar het paard komen kijken), kan de overeenkomst nog steeds – zoals eigen is aan de rol van commissionair – door de commissionair worden gesloten op diens eigen naam. Dat art. 79 WvK (oud) ook de mogelijkheid toelaat dat de commissionair contracteert op naam van diens opdrachtgever betekent niet dat hij evengoed in eigen naam kan contracteren.

      Kan de middellijk vertegenwoordiger zelf een vordering tot nakoming instellen?

      (2) kan de middellijk vertegenwoordiger die in eigen naam, maar in opdracht gecontracteerd heeft, zelf tegen de wederpartij een vordering instellen wegens wanprestatie?

      Logischerwijs vloeit hieruit ook voort, dat degeen die aldus in eigen naam – maar in opdracht – een overeenkomst is aangegaan, op basis van die overeenkomst zelf een vordering tegen de wederpartij bij die overeenkomst kan instellen, zoals een vordering uit toerekenbare tekortkoming (oftewel wanprestatie).

      De Hoge Raad voegde daaraan toe:

      “daarbij maakt het geen verschil,  of deze partij de schade in eigen vermogen lijdt, dan wel de vordering uitsluitend of mede instelt ten behoeve van haar opdrachtgever teneinde vergoeding van de door deze geleden schade te verkrijgen.”

      Deze uitspraak wordt behandeld op de de pagina Rechtshandelingen.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 7-10-2023]

      Uitspraak

      ECLI:NL:HR:1977:AC1877

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!