HR 2 juni 2017 (Stichting Free Press Unlimited)
Eiser moet normschending omkeringsregel aannemelijk maken
Degeen die zich op omkeringsregel beroept moet de schending van de norm die omkering van de bewijslast oplegt, aannemelijk maken
In het arrest HR 2 juni 2017 (Stichting Free Press Unlimited) geeft de Hoge Raad weer, wat de omkeringsregel inhoudt, met verwijzing naar eerdere rechtspraak (r.o. 3.4.2):
“Ingevolge vaste rechtspraak strekt de omkeringsregel ertoe dat in bepaalde gevallen een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel van art. 150 Rv in dier voege dat het bestaan van causaal verband … tussen een onrechtmatige daad of tekortkoming en het ontstaan van de schade wordt aangenomen, tenzij degene die wordt aangesproken bewijst – waarvoor in het kader van het hier te leveren tegenbewijs voldoende is: aannemelijk maakt – dat de bedoelde schade ook zonder die gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan.
Voor toepassing van deze regel is vereist dat sprake is geweest van een gedraging in strijd met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade, en dat degene die zich op schending van deze norm beroept, ook bij betwisting aannemelijk heeft gemaakt dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt. (Zie, met verwijzingen naar eerdere rechtspraak, HR 23 november 2012, NJ 2012/669).
De klacht stuit reeds af op het gegeven dat niet is komen vast te staan dat de vermeende normschending ertoe heeft geleid dat het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogde te bieden – gevaar voor vervolging – zich heeft verwezenlijkt.”
Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht. Zie ook de bespreking van HR 19 december 2008 (weggebruiker/Gemeente Heerlen) op Lawyrup (lees Rechtspraak), waarop de Hoge Raad onder meer doelde met ‘vaste rechtspraak’.
[MdV, 18-05-2023]
HR 2 juni 2017 (Stichting Free Press Unlimited)
Eiser moet normschending omkeringsregel aannemelijk maken
Degeen die zich op omkeringsregel beroept moet de schending van de norm die omkering van de bewijslast oplegt, aannemelijk maken
In het arrest HR 2 juni 2017 (Stichting Free Press Unlimited) geeft de Hoge Raad weer, wat de omkeringsregel inhoudt, met verwijzing naar eerdere rechtspraak (r.o. 3.4.2):
“Ingevolge vaste rechtspraak strekt de omkeringsregel ertoe dat in bepaalde gevallen een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel van art. 150 Rv in dier voege dat het bestaan van causaal verband … tussen een onrechtmatige daad of tekortkoming en het ontstaan van de schade wordt aangenomen, tenzij degene die wordt aangesproken bewijst – waarvoor in het kader van het hier te leveren tegenbewijs voldoende is: aannemelijk maakt – dat de bedoelde schade ook zonder die gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan.
Voor toepassing van deze regel is vereist dat sprake is geweest van een gedraging in strijd met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade, en dat degene die zich op schending van deze norm beroept, ook bij betwisting aannemelijk heeft gemaakt dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt. (Zie, met verwijzingen naar eerdere rechtspraak, HR 23 november 2012, NJ 2012/669).
De klacht stuit reeds af op het gegeven dat niet is komen vast te staan dat de vermeende normschending ertoe heeft geleid dat het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogde te bieden – gevaar voor vervolging – zich heeft verwezenlijkt.”
Deze uitspraak wordt behandeld op de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht. Zie ook de bespreking van HR 19 december 2008 (weggebruiker/Gemeente Heerlen) op Lawyrup (lees Rechtspraak), waarop de Hoge Raad onder meer doelde met ‘vaste rechtspraak’.
[MdV, 18-05-2023]
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!