Pagina inhoud

    Misleidende en vergelijkende reclame (Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W.)

    Inleiding misleidende en vergelijkende reclame

    In Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W. is een regeling opgenomen inzake misleidende reclame. Degeen die zich daar schuldig aan maakt kan daarvoor aansprakelijk gesteld worden. Ook kan rectificatie gevorderd worden en een verbod de uiting nog te doen. De afdeling omvat 4 bepalingen (art. 6:194 B.W. tot en met art. 6:196 B.W.).

    Ook deze regeling is een uitvoering van Europese regels van consumentenbescherming en het reguleren van de mededinging. Op 12 januari 2002 is de regeling uitgebreid met art. 194a B.W. inzake vergelijkende reclame als uitvloeisel van de Europese richtlijnen, die gecodificeerd / samengevat zijn in Richtlijn 2006/114/EG d.d. 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame. Deze gaat terug op richtlijn (EG) nr. 97/55 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn nr. 84/450/EEG. Zie ook de Aanpassingswet van 28 maart 2002.

    Met de initiatiefwet Acquisitiefraude (Stb. 2016, 133, i.w.tr. 1 juli 2016 zie Stb. 2016, 228) is de wetgever tegemoet gekomen aan ondernemers, die slachtoffer werden van valse of misleidende aanbiedingen (waaronder zgn. “spookfacturen”). Daarbij zijn aan art. 6:194 B.W. (oud) lid 2 tot en met 4 toegevoegd, en is art. 6:196 lid 1 B.W. gewijzigd. Ook is acquisitiefraude strafbaar gesteld in art. 326c Wetboek van Strafrecht.

    Definitie van de misleidende reclame

    Misleidende reclame is “het openbaar maken van misleidende mededelingen” over goederen of diensten, die in het economisch verkeer worden aangeboden. De wet duidt dit aan als “in de uitoefening van een beroep of bedrijf”. De aansprakelijke is degeen die voor de reclame-uiting verantwoordelijk is.

    In a) tot en met i) van de bepaling wordt opgesomd ten aanzien van welke eigenschappen van de dienst of product de uiting misleidend kan zijn.

    Dergelijke uitingen zijn onrechtmatig jegens een ander die handelt in de uitoefening van diens bedrijf. Waarmee dan een concurrent bedoeld zal worden (art. 6:194 B.W.).

    In de zaak HR 30 januari 2015 (Staatsloterij/Loterijverlies) oordeelde de Hoge Raad, dat de reclame van de Staatsloterij misleidend was, omdat de trekking werd gedaan uit een veel grotere pool van loten dan alleen de verkochte loten (ca. 3 miljoen doorgaans). De Hoge Raad definieert hierbij de vereisten voor het oordeel of een reclame-uiting misleidend is (dit betrof nog art. 6:194 B.W. oud).

    In een recentere zaak oordeelt de Hoge Raad echter dat het niet aannemelijk is, dat iemand die via een abonnement met automatische incasso de staatsloten niet had gekocht als hij had geweten dat er op deze manier werd geloot: HR 15 juli 2022, (Staatsloterij/X.). Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden van het arrest uit 2015. Over de bewijstechnische aspecten van dit arrest zie ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

    Vergelijkende reclame

    Ook vergelijkende reclame kan onrechtmatig zijn, en tot aansprakelijkheid leiden. Dit is reclame waarin de dienst of het product van een concurrent uitdrukkelijk wordt genoemd (art. 194a B.W.).

    Dat is niet per definitie onrechtmatig, maar slechts als wordt voldaan aan de criteria genoemd in lid 2 aanhef en sub a) tot en met h) van dit artikel.

    Bepalen van de inhoud van de uiting

    Degeen die de inhoud bepaald (heeft), moet bewijzen dat deze terecht en niet onrechtmatig is. En deze bewijzen snel op tafel leggen (art. 195 lid 1 B.W.). Degeen die de inhoud mede bepaald heeft, kan zich disculperen (lid 2).

    Verbod en/of rectificatie

    Degeen die door de misleidende (of op onrechtmatige wijze vergelijkende) reclame geschaad wordt, kan een verbod vorderen en/of rectificatie (art. 196 B.W.). In beginsel valt daarbij te denken aan een actie in kort geding. De benadeelde kan ook schadevergoeding vorderen, maar de toewijsbaarheid daarvan zal in kort geding minder eenvoudig zijn. Zie ook de pagina Kort geding.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 8-09-2018; laatste bewerking 25-07-2023]

    Misleidende en vergelijkende reclame (Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Misleidende en vergelijkende reclame (Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W.)

      Inleiding misleidende en vergelijkende reclame

      In Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W. is een regeling opgenomen inzake misleidende reclame. Degeen die zich daar schuldig aan maakt kan daarvoor aansprakelijk gesteld worden. Ook kan rectificatie gevorderd worden en een verbod de uiting nog te doen. De afdeling omvat 4 bepalingen (art. 6:194 B.W. tot en met art. 6:196 B.W.).

      Ook deze regeling is een uitvoering van Europese regels van consumentenbescherming en het reguleren van de mededinging. Op 12 januari 2002 is de regeling uitgebreid met art. 194a B.W. inzake vergelijkende reclame als uitvloeisel van de Europese richtlijnen, die gecodificeerd / samengevat zijn in Richtlijn 2006/114/EG d.d. 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame. Deze gaat terug op richtlijn (EG) nr. 97/55 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn nr. 84/450/EEG. Zie ook de Aanpassingswet van 28 maart 2002.

      Met de initiatiefwet Acquisitiefraude (Stb. 2016, 133, i.w.tr. 1 juli 2016 zie Stb. 2016, 228) is de wetgever tegemoet gekomen aan ondernemers, die slachtoffer werden van valse of misleidende aanbiedingen (waaronder zgn. “spookfacturen”). Daarbij zijn aan art. 6:194 B.W. (oud) lid 2 tot en met 4 toegevoegd, en is art. 6:196 lid 1 B.W. gewijzigd. Ook is acquisitiefraude strafbaar gesteld in art. 326c Wetboek van Strafrecht.

      Definitie van de misleidende reclame

      Misleidende reclame is “het openbaar maken van misleidende mededelingen” over goederen of diensten, die in het economisch verkeer worden aangeboden. De wet duidt dit aan als “in de uitoefening van een beroep of bedrijf”. De aansprakelijke is degeen die voor de reclame-uiting verantwoordelijk is.

      In a) tot en met i) van de bepaling wordt opgesomd ten aanzien van welke eigenschappen van de dienst of product de uiting misleidend kan zijn.

      Dergelijke uitingen zijn onrechtmatig jegens een ander die handelt in de uitoefening van diens bedrijf. Waarmee dan een concurrent bedoeld zal worden (art. 6:194 B.W.).

      In de zaak HR 30 januari 2015 (Staatsloterij/Loterijverlies) oordeelde de Hoge Raad, dat de reclame van de Staatsloterij misleidend was, omdat de trekking werd gedaan uit een veel grotere pool van loten dan alleen de verkochte loten (ca. 3 miljoen doorgaans). De Hoge Raad definieert hierbij de vereisten voor het oordeel of een reclame-uiting misleidend is (dit betrof nog art. 6:194 B.W. oud).

      In een recentere zaak oordeelt de Hoge Raad echter dat het niet aannemelijk is, dat iemand die via een abonnement met automatische incasso de staatsloten niet had gekocht als hij had geweten dat er op deze manier werd geloot: HR 15 juli 2022, (Staatsloterij/X.). Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden van het arrest uit 2015. Over de bewijstechnische aspecten van dit arrest zie ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

      Vergelijkende reclame

      Ook vergelijkende reclame kan onrechtmatig zijn, en tot aansprakelijkheid leiden. Dit is reclame waarin de dienst of het product van een concurrent uitdrukkelijk wordt genoemd (art. 194a B.W.).

      Dat is niet per definitie onrechtmatig, maar slechts als wordt voldaan aan de criteria genoemd in lid 2 aanhef en sub a) tot en met h) van dit artikel.

      Bepalen van de inhoud van de uiting

      Degeen die de inhoud bepaald (heeft), moet bewijzen dat deze terecht en niet onrechtmatig is. En deze bewijzen snel op tafel leggen (art. 195 lid 1 B.W.). Degeen die de inhoud mede bepaald heeft, kan zich disculperen (lid 2).

      Verbod en/of rectificatie

      Degeen die door de misleidende (of op onrechtmatige wijze vergelijkende) reclame geschaad wordt, kan een verbod vorderen en/of rectificatie (art. 196 B.W.). In beginsel valt daarbij te denken aan een actie in kort geding. De benadeelde kan ook schadevergoeding vorderen, maar de toewijsbaarheid daarvan zal in kort geding minder eenvoudig zijn. Zie ook de pagina Kort geding.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 8-09-2018; laatste bewerking 25-07-2023]

      Misleidende en vergelijkende reclame (Afd. 4, Titel 3, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!