Pagina inhoud

    Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer (Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W.)

    Inleiding aansprakelijkheid elektronisch rechtsverkeer

    In Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W. is een regeling opgenomen inzake aansprakelijkheid voor elektronisch rechtsverkeer. Degeen die zich daar schuldig aan maakt kan daarvoor aansprakelijk gesteld worden. De afdeling omvat slechts 1 bepaling (art. 6:196c B.W.).

    De regeling is een uitvoeringsregeling van de EG-richtlijn inzake elektronische handel (PbEG L 178). De regeling verwijst voorts naar art. 8.2 Wet handhaving consumentenbescherming. en naar art. 3:15d lid 3 B.W..

    De formulering van de regeling is wat merkwaardig, omdat de bepaling een aantal voorwaarden beschrijft waarin degeen die elektronische informatie opslaat op verwerkt NIET aansprakelijk is. De wet faciliteert dus een wettelijke exoneratie onder de in de wet genoemde voorwaarden.

    Geen aansprakelijkheid elektronische doorgifte

    In art. 6:193c lid 1 B.W. is bepaald: degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het doorgeven van van een ander afkomstige informatie of het verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk is niet aansprakelijk voor de doorgegeven informatie, indien hij:

    a. niet het initiatief tot het doorgeven van de informatie neemt;

    b. niet degene is die bepaalt aan wie de informatie wordt doorgegeven; en

    c. hij de doorgegeven informatie niet heeft geselecteerd of gewijzigd.

    Dit is dus een soort “it wasn’t me” bepaling.

    Tijdelijke opslag is ook doorgifte

    Voor de toepassing van lid 1 wordt onder het enkele doorgeven van van een ander afkomstige informatie en het enkele verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk mede verstaan de geautomatiseerde, tussentijdse en tijdelijke opslag van de doorgegeven informatie, voor zover deze opslag uitsluitend geschiedt ten behoeve van het doorgeven van die informatie en de duur van deze opslag niet langer is dan daarvoor redelijkerwijs noodzakelijk is (art. 6:193c lid 2 B.W.).

    Geen aansprakelijkheid bij diensten als tussenstation

    Degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het geautomatiseerd, tussentijds en tijdelijk opslaan van van een ander afkomstige informatie voor zover het opslaan enkel geschiedt om het later doorgeven van die informatie aan anderen op hun verzoek doeltreffender te maken, is niet aansprakelijk voor het geautomatiseerd, tussentijds en tijdelijk opslaan van de informatie indien hij (art. 6:193c lid 3 B.W.):

    a. de informatie niet wijzigt;

    b. de toegangsvoorwaarden voor de informatie in acht neemt;

    c. de in de bedrijfstak geldende of gebruikelijke regels betreffende de bijwerking van de informatie naleeft;

    d. niet de in de bedrijfstak geldende of gebruikelijke technologie voor het verkrijgen van gegevens over het gebruik van de informatie wijzigt, en

    e. prompt de nodige maatregelen neemt om de informatie te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken, zodra hij weet dat de informatie is verwijderd van de plaats waar deze zich oorspronkelijk in het communicatienetwerk bevond of de toegang daartoe onmogelijk is gemaakt, of dat een bevoegde autoriteit heeft bevolen de informatie te verwijderen van de plaats waar deze zich oorspronkelijk in het communicatienetwerk bevond of de toegang daartoe heeft verboden.

    Geen aansprakelijkheid hostingdiensten bij gebrek aan wetenschap

    Degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het op verzoek opslaan van van een ander afkomstige informatie, is niet aansprakelijk voor de opgeslagen informatie, indien hij: (art. 6:193c lid 4 B.W.):

    a. niet weet van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter en, in geval van een schadevergoedingsvordering, niet redelijkerwijs behoort te weten van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter, dan wel

    b. zodra hij dat weet of redelijkerwijs behoort te weten, prompt de informatie verwijdert of de toegang daartoe onmogelijk maakt.

    Rechterlijk verbod of bevel inzake doorgifte elektronisch rechtsverkeer

    Het hiervoor bepaalde staat niet in de weg aan het verkrijgen van een rechterlijk verbod of bevel (art. 6:193c lid 5 B.W.).

    Rechtspraak

    HR 25 november 2005 Lycos Netherlands/NN – vordering tegen hosting provider tot het verstrekken van de naam en het adres van een websitehouder wegens op de website geuite ernstige beschuldiging

    Auteur & Last edit

    [MdV, 9-09-2018]

    Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer (Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer (Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W.)

      Inleiding aansprakelijkheid elektronisch rechtsverkeer

      In Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W. is een regeling opgenomen inzake aansprakelijkheid voor elektronisch rechtsverkeer. Degeen die zich daar schuldig aan maakt kan daarvoor aansprakelijk gesteld worden. De afdeling omvat slechts 1 bepaling (art. 6:196c B.W.).

      De regeling is een uitvoeringsregeling van de EG-richtlijn inzake elektronische handel (PbEG L 178). De regeling verwijst voorts naar art. 8.2 Wet handhaving consumentenbescherming. en naar art. 3:15d lid 3 B.W..

      De formulering van de regeling is wat merkwaardig, omdat de bepaling een aantal voorwaarden beschrijft waarin degeen die elektronische informatie opslaat op verwerkt NIET aansprakelijk is. De wet faciliteert dus een wettelijke exoneratie onder de in de wet genoemde voorwaarden.

      Geen aansprakelijkheid elektronische doorgifte

      In art. 6:193c lid 1 B.W. is bepaald: degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het doorgeven van van een ander afkomstige informatie of het verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk is niet aansprakelijk voor de doorgegeven informatie, indien hij:

      a. niet het initiatief tot het doorgeven van de informatie neemt;

      b. niet degene is die bepaalt aan wie de informatie wordt doorgegeven; en

      c. hij de doorgegeven informatie niet heeft geselecteerd of gewijzigd.

      Dit is dus een soort “it wasn’t me” bepaling.

      Tijdelijke opslag is ook doorgifte

      Voor de toepassing van lid 1 wordt onder het enkele doorgeven van van een ander afkomstige informatie en het enkele verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk mede verstaan de geautomatiseerde, tussentijdse en tijdelijke opslag van de doorgegeven informatie, voor zover deze opslag uitsluitend geschiedt ten behoeve van het doorgeven van die informatie en de duur van deze opslag niet langer is dan daarvoor redelijkerwijs noodzakelijk is (art. 6:193c lid 2 B.W.).

      Geen aansprakelijkheid bij diensten als tussenstation

      Degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het geautomatiseerd, tussentijds en tijdelijk opslaan van van een ander afkomstige informatie voor zover het opslaan enkel geschiedt om het later doorgeven van die informatie aan anderen op hun verzoek doeltreffender te maken, is niet aansprakelijk voor het geautomatiseerd, tussentijds en tijdelijk opslaan van de informatie indien hij (art. 6:193c lid 3 B.W.):

      a. de informatie niet wijzigt;

      b. de toegangsvoorwaarden voor de informatie in acht neemt;

      c. de in de bedrijfstak geldende of gebruikelijke regels betreffende de bijwerking van de informatie naleeft;

      d. niet de in de bedrijfstak geldende of gebruikelijke technologie voor het verkrijgen van gegevens over het gebruik van de informatie wijzigt, en

      e. prompt de nodige maatregelen neemt om de informatie te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken, zodra hij weet dat de informatie is verwijderd van de plaats waar deze zich oorspronkelijk in het communicatienetwerk bevond of de toegang daartoe onmogelijk is gemaakt, of dat een bevoegde autoriteit heeft bevolen de informatie te verwijderen van de plaats waar deze zich oorspronkelijk in het communicatienetwerk bevond of de toegang daartoe heeft verboden.

      Geen aansprakelijkheid hostingdiensten bij gebrek aan wetenschap

      Degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van Boek 3, bestaande uit het op verzoek opslaan van van een ander afkomstige informatie, is niet aansprakelijk voor de opgeslagen informatie, indien hij: (art. 6:193c lid 4 B.W.):

      a. niet weet van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter en, in geval van een schadevergoedingsvordering, niet redelijkerwijs behoort te weten van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter, dan wel

      b. zodra hij dat weet of redelijkerwijs behoort te weten, prompt de informatie verwijdert of de toegang daartoe onmogelijk maakt.

      Rechterlijk verbod of bevel inzake doorgifte elektronisch rechtsverkeer

      Het hiervoor bepaalde staat niet in de weg aan het verkrijgen van een rechterlijk verbod of bevel (art. 6:193c lid 5 B.W.).

      Rechtspraak

      HR 25 november 2005 Lycos Netherlands/NN – vordering tegen hosting provider tot het verstrekken van de naam en het adres van een websitehouder wegens op de website geuite ernstige beschuldiging

      Auteur & Last edit

      [MdV, 9-09-2018]

      Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer (Afd. 4A, Titel 3, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!