Pagina inhoud

    Algemene bepalingen betalingstransactie (Afd. 1, Titel 7B, Boek 7 B.W.)

    Inleiding algemene bepalingen  betalingstransactie

    In Afd. 1, Titel 7b van Boek 7 B.W. zijn enkele algemene bepalingen  opgenomen over de betalingstransactie-overeenkomst. De Afdeling omvat 9 bepalingen (art. 7:514 B.W. tot en met art. 7:521a B.W.).

    Definities

    Allereerst worden de definities van verschillende begrippen uitgelegd. Op basis van deze uitleg over bepaalde begrippen moeten de wetsartikelen worden gelezen (art. 7:514 B.W.). De wet geeft de volgende begripsbepalingen:

    a. authenticeren of authenticatie: volgen van een procedure die de betaaldienstverlener in staat stelt de identiteit van een betaaldienstgebruiker dan wel de validiteit van het gebruik van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, met inbegrip van de persoonlijke beveiligingsgegevens van de betaaldienstgebruiker;

    b. automatische afschrijving: betaaldienst waarbij de betaalrekening van de betaler wordt gedebiteerd en waarbij de betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betaaldienstverlener van de begunstigde of aan de betaaldienstverlener van de betaler verstrekte instemming;

    c. begunstigde: natuurlijke persoon of rechtspersoon die de beoogde ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

    d. betaaldienst: bedrijfswerkzaamheid als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn;

    e. betaaldienstgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt;

    f. betaaldienstverlener: dienstverlener als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn en natuurlijk persoon of rechtspersoon waarop een vrijstelling krachtens artikel 2:3d van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is;

    g. betaalinstrument: gepersonaliseerd instrument of gepersonaliseerde instrumenten of het geheel van procedures, overeengekomen tussen betaaldienstgebruiker en betaaldienstverlener, waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betaalopdracht;

    h. betaalopdracht: door een betaler of begunstigde aan zijn betaaldienstverlener gegeven opdracht om een betalingstransactie uit te voeren;

    i. betaalrekening: op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

    j. betaler: natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, hetzij bij ontbreken van een betaalrekening, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een betaalopdracht geeft;

    k. betalingstransactie: door of voor rekening van de betaler of door de betalingsbegunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de betalingsbegunstigde zijn;

    l. consument: niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een betaaldienstverlener een betaaldienst verleent of aan wie deze voornemens is een betaaldienst te verlenen;

    m. duurzame drager: hulpmiddel dat het de betaaldienstgebruiker mogelijk maakt de aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

    ma. elektronischgeldinstelling: elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

    n. geldmiddelen: chartaal geld, giraal geld of elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

    o. raamovereenkomst: overeenkomst die de uitvoering beheerst van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en die de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;

    p. referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag voor in rekening te brengen interesten wordt gehanteerd, en die afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd en door beide partijen kan worden geverifieerd;

    q. referentiewisselkoers: wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betaaldienstverlener beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd;

    r. richtlijn: Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijn 2002/65/EGRichtlijn 2009/110/EG en Richtlijn 2013/36/EU en Verordening (EU) 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337);

    s. unieke identificator: door de betaaldienstverlener aan de betaaldienstgebruiker medegedeelde combinatie van letters, nummers en symbolen, die de betaaldienstgebruiker dient te verstrekken om de andere bij een betalingstransactie betrokken betaaldienstgebruiker of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;

    t. valutadatum: referentietijdstip dat door een betaaldienstverlener wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;

    u. werkdag: dag waarop de betaaldienstverlener van de betaler of de betaaldienstverlener van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie open is voor de daarvoor vereiste werkzaamheden;

    v. betaalinitiatiedienst: een dienst voor het initiëren van een betaalopdracht, op verzoek van de betaaldienstgebruiker, met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener wordt aangehouden;

    w. rekeninginformatiedienst: een onlinedienst voor het verstrekken van geconsolideerde informatie over een of meer betaalrekeningen die de betaaldienstgebruiker bij een andere betaaldienstverlener of bij meer dan één betaaldienstverlener aanhoudt;

    x. rekeninghoudende betaaldienstverlener: een betaaldienstverlener die ten behoeve van een betaler een betaalrekening aanbiedt en beheert;

    y. betaalinitiatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 7, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;

    z. rekeninginformatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 8, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;

    aa. overmaking: een betaaldienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde met een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betaaldienstverlener die de betaalrekening van de betaler beheert, op basis van een door de betaler gegeven opdracht;

    ab. sterke cliëntauthenticatie: authenticatie met gebruikmaking van twee of meer factoren die worden aangemerkt als kennis (iets wat alleen de gebruiker weet), bezit (iets wat alleen de gebruiker heeft) en inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is) en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin, dat de compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en die zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;

    ac. persoonlijke beveiligingsgegevens: voor doeleinden van authenticatie door de betaaldienstverlener aan een betaaldienstgebruiker verstrekte gepersonaliseerde kenmerken;

    ad. gevoelige betaalgegevens: gegevens waarmee fraude kan worden gepleegd, waaronder persoonlijke beveiligingsgegevens. Voor de activiteiten van betaalinitiatiedienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners vormen de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer geen gevoelige betaalgegevens.

    Deze begrippen moeten worden uitgelegd overeenkomstig de Europese recht. Verschillende richtlijnen zijn in de begripsbepalingen geïmplementeerd.

    De titel betalingstransactie is alleen van toepassing indien een van de betaaldienstaanbieders zich in de Unie of de EER bevindt. Afdeling 7B is alleen van toepassing indien op grond van het internationale privaatrecht het Nederlands recht van toepassing is. Dit is een voorwaarde voor de toepassing van deze afdeling (art 7:515 B.W.). De betalingstransactie is uitgesloten voor betaaldiensten als vermeld in artikel 1:5a, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht (art 7:515 lid 4 en 5 B.W.). Dat zijn – grofweg aangeduid – betaaldiensten waarbij wordt betaald met chartaal geld.

    Betaaldienstgebruiker

    De betaaldienstgebruiker is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt. Dit wordt uitgewerkt in het eerste artikel van de afdeling, de begripsbepalingen. Deze betaaldienstgebruiker heeft gedurende de contractuele relatie het recht om informatie en voorwaarden op papier of op een andere duurzame drager te vragen (art 7:516 B.W.). Wat onder duurzame drager valt, staat in de begripsbepaling van art. 7:514 B.W..

    Raamovereenkomst

    Er wordt een regeling getroffen voor het wijzigen van een raamovereenkomst (art. 7:517 B.W.). In het eerste lid van dit artikel zijn een paar vereisten opgenomen omtrent het wijzigen van een raamovereenkomst. Allereerst moeten elke wijziging in de raamovereenkomst en de vermelde informatie en voorwaarden uiterlijk twee maanden voor de datum van de inwerkingtraining op papier of een andere duurzame drager worden voorgesteld. Dit moet gebeuren in gemakkelijke taal en in een duidelijke vorm. Het is vereist dat het wordt voorgesteld in de taal van de lidstaat waar de betaaldienst wordt aangeboden of de taal die door partijen is afgesproken.

    Rechten van de betaaldienstgebruiker

    De betaaldienstgebruiker heeft een aantal rechten als een raamkomst wordt gewijzigd. Mocht de raamovereenkomst worden gewijzigd dan heeft de betaaldienstgebruiker recht op informatie. Ook heeft de betaaldienstgebruiker het recht om vóór de inwerkingtreding van de voorgestelde wijzigingen, de raamovereenkomst onmiddellijk kosteloos te beëindigen.

    Als in de raamovereenkomst is vastgesteld dat de wijzigingen gebaseerd op de referentierentevoet of referentiewisselkoersen zonder inlichting kan geschieden dan kunnen wijzigingen in de rentevoet of wisselkoers onmiddellijk en zonder kennisgeving worden toegepast. Voorwaarde is dus wel dat dit recht tot wijziging in de raamovereenkomst is opgenomen (art. 7:517 lid 3 B.W.).

    Hoofdregel is dat een wijziging in de rentevoet of wisselkoers die nadelig is voor de betaaldienstgebruiker zo snel mogelijk aan de betaaldienstgebruiker wordt medegedeeld. Uitzonderingen zijn hierop mogelijk als partijen dit zelf in de overeenkomst vastleggen. Positieve wijzigingen in de rentevoet of wisselkoers hoeven niet aan de betaaldienstgebruiker kennis te worden gegeven (art. 7:517 lid 4 en 5 B.W.).

    Beëindiging van de betaaldienstovereenkomst

    Er gelden verschillende regels voor de beëindiging van de overeenkomsten (art. 7:518 B.W.). De raamovereenkomst kan te allen tijde door de betaaldienstgebruiker worden beëindigd. Dit is alleen het geval als er niet door de partijen een opzegtermijn, van maximaal een maand, is overeengekomen.

    Raamovereenkomsten die voor langer dan twaalf maanden of voor een onbepaalde tijd zijn afgesloten, kunnen na het verstrijken van twaalf maanden kosteloos worden beëindigd. Mocht een partij voor het verstrijken van deze twaalf maanden de overeenkomst willen beëindigen, dan zijn hier kosten aan verbonden. De kosten kunnen slechts naar evenredigheid aan de beëindiging van de overeenkomst in rekening worden gebracht.

    Vooruitbetaalde kosten worden naar evenredigheid terugbetaald.

    Valuta

    Partijen kunnen zelf de valuta bepalen voor de betalingstransactie. Mocht het zo zijn dat voor het initiëren van een betalingstransactie op het verkooppunt of door de begunstigde een wisseldienst wordt aangeboden aan de betaler, dan stelt de partij die de wisseldienst aanbied de ander te kennis van alle in rekening te brengen kosten. Net als de wisselkoers die bij de omrekening van de betalingstransactie zal worden gehanteerd (art. 7:519 B.W.).

    Het doorbereken van kosten voor de informatieverplichtingen of van corrigerende of preventieve maatregelen aan de betaaldienstgebruiker is niet toegestaan (art. 7:520 B.W.). Hierop zijn een paar uitzonderingen. Deze worden in het zelfde artikel onder sub a, b en c uitgewerkt.

    – als dit ingevolge de artikelen art, 7:533 lid 1, 7:534 lid 5 of 7:542 lid 2 anders is bepaald;

    – het doorberekenen is overeengekomen;

    – de kosten passend en in lijn zijn met de feitelijke kosten.

    Een vergoeding of een korting aanbieden voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument is toegestaan.

    Betaaldienstinstrumenten

    In art. 7:521 B.W. zijn de betaalinstrumenten uitgewerkt. De betaaldienstverleners kunnen met hun betaaldienstgebruikers verschillende mogelijkheden overeenkomen omtrent de betaalinstrumenten. Deze mogelijkheden staan uitgewerkt in sub a t/m f van art. 7:521 B.W..

    Er gelden specifieke regels voor de nationale betalingstransacties, uitgewerkt in lid 2 en 3 van bovengenoemd artikel.

    Terugbetaling

    Voor de terugbetaling van geld gelden verschillende regels, neergelegd in art. 7:521a B.W.. Als er elektronisch wordt betaald en dit dient te worden terugbetaald dan wordt de nominale waarde terugbetaald. In de overeenkomst kunnen de terugbetalingsvoorwaarden duidelijk en opvallend worden vermeld en de houder van het elektronisch geld wordt hiervan op de hoogte gesteld voordat hij wordt gebonden.

    Een vergoeding van de terugbetaling kan slechts indien dit overeenkomstig lid 2 van dit artikel in de overeenkomst is vermeld.

    Terugbetaling van geld voordat de overeenkomst is beëindigd is toegestaan. Er kan een gedeelte of een gehele terugbetaling worden verlangd (art. 7:521a lid 4 B.W.).

    De terugbetalingsrechten worden beheerst door wat is overeengekomen tussen de partijen.

    Rechtspraak

    Kantonrechter 23 juli 2018 (ING Bank/NN) – terugvordering frauduleuze betaling (en verjaring/stuiting)

    Auteur & Last edit

    [SK, 10-11-2018; MdV 24-04-2021]

    Algemene bepalingen betalingstransactie (Afd. 1, Titel 7B, Boek 7 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Algemene bepalingen betalingstransactie (Afd. 1, Titel 7B, Boek 7 B.W.)

      Inleiding algemene bepalingen  betalingstransactie

      In Afd. 1, Titel 7b van Boek 7 B.W. zijn enkele algemene bepalingen  opgenomen over de betalingstransactie-overeenkomst. De Afdeling omvat 9 bepalingen (art. 7:514 B.W. tot en met art. 7:521a B.W.).

      Definities

      Allereerst worden de definities van verschillende begrippen uitgelegd. Op basis van deze uitleg over bepaalde begrippen moeten de wetsartikelen worden gelezen (art. 7:514 B.W.). De wet geeft de volgende begripsbepalingen:

      a. authenticeren of authenticatie: volgen van een procedure die de betaaldienstverlener in staat stelt de identiteit van een betaaldienstgebruiker dan wel de validiteit van het gebruik van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, met inbegrip van de persoonlijke beveiligingsgegevens van de betaaldienstgebruiker;

      b. automatische afschrijving: betaaldienst waarbij de betaalrekening van de betaler wordt gedebiteerd en waarbij de betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betaaldienstverlener van de begunstigde of aan de betaaldienstverlener van de betaler verstrekte instemming;

      c. begunstigde: natuurlijke persoon of rechtspersoon die de beoogde ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

      d. betaaldienst: bedrijfswerkzaamheid als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn;

      e. betaaldienstgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt;

      f. betaaldienstverlener: dienstverlener als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn en natuurlijk persoon of rechtspersoon waarop een vrijstelling krachtens artikel 2:3d van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is;

      g. betaalinstrument: gepersonaliseerd instrument of gepersonaliseerde instrumenten of het geheel van procedures, overeengekomen tussen betaaldienstgebruiker en betaaldienstverlener, waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betaalopdracht;

      h. betaalopdracht: door een betaler of begunstigde aan zijn betaaldienstverlener gegeven opdracht om een betalingstransactie uit te voeren;

      i. betaalrekening: op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

      j. betaler: natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, hetzij bij ontbreken van een betaalrekening, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een betaalopdracht geeft;

      k. betalingstransactie: door of voor rekening van de betaler of door de betalingsbegunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de betalingsbegunstigde zijn;

      l. consument: niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een betaaldienstverlener een betaaldienst verleent of aan wie deze voornemens is een betaaldienst te verlenen;

      m. duurzame drager: hulpmiddel dat het de betaaldienstgebruiker mogelijk maakt de aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

      ma. elektronischgeldinstelling: elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

      n. geldmiddelen: chartaal geld, giraal geld of elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

      o. raamovereenkomst: overeenkomst die de uitvoering beheerst van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en die de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;

      p. referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag voor in rekening te brengen interesten wordt gehanteerd, en die afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd en door beide partijen kan worden geverifieerd;

      q. referentiewisselkoers: wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betaaldienstverlener beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd;

      r. richtlijn: Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijn 2002/65/EGRichtlijn 2009/110/EG en Richtlijn 2013/36/EU en Verordening (EU) 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337);

      s. unieke identificator: door de betaaldienstverlener aan de betaaldienstgebruiker medegedeelde combinatie van letters, nummers en symbolen, die de betaaldienstgebruiker dient te verstrekken om de andere bij een betalingstransactie betrokken betaaldienstgebruiker of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;

      t. valutadatum: referentietijdstip dat door een betaaldienstverlener wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;

      u. werkdag: dag waarop de betaaldienstverlener van de betaler of de betaaldienstverlener van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie open is voor de daarvoor vereiste werkzaamheden;

      v. betaalinitiatiedienst: een dienst voor het initiëren van een betaalopdracht, op verzoek van de betaaldienstgebruiker, met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener wordt aangehouden;

      w. rekeninginformatiedienst: een onlinedienst voor het verstrekken van geconsolideerde informatie over een of meer betaalrekeningen die de betaaldienstgebruiker bij een andere betaaldienstverlener of bij meer dan één betaaldienstverlener aanhoudt;

      x. rekeninghoudende betaaldienstverlener: een betaaldienstverlener die ten behoeve van een betaler een betaalrekening aanbiedt en beheert;

      y. betaalinitiatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 7, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;

      z. rekeninginformatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 8, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;

      aa. overmaking: een betaaldienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde met een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betaaldienstverlener die de betaalrekening van de betaler beheert, op basis van een door de betaler gegeven opdracht;

      ab. sterke cliëntauthenticatie: authenticatie met gebruikmaking van twee of meer factoren die worden aangemerkt als kennis (iets wat alleen de gebruiker weet), bezit (iets wat alleen de gebruiker heeft) en inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is) en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin, dat de compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en die zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;

      ac. persoonlijke beveiligingsgegevens: voor doeleinden van authenticatie door de betaaldienstverlener aan een betaaldienstgebruiker verstrekte gepersonaliseerde kenmerken;

      ad. gevoelige betaalgegevens: gegevens waarmee fraude kan worden gepleegd, waaronder persoonlijke beveiligingsgegevens. Voor de activiteiten van betaalinitiatiedienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners vormen de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer geen gevoelige betaalgegevens.

      Deze begrippen moeten worden uitgelegd overeenkomstig de Europese recht. Verschillende richtlijnen zijn in de begripsbepalingen geïmplementeerd.

      De titel betalingstransactie is alleen van toepassing indien een van de betaaldienstaanbieders zich in de Unie of de EER bevindt. Afdeling 7B is alleen van toepassing indien op grond van het internationale privaatrecht het Nederlands recht van toepassing is. Dit is een voorwaarde voor de toepassing van deze afdeling (art 7:515 B.W.). De betalingstransactie is uitgesloten voor betaaldiensten als vermeld in artikel 1:5a, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht (art 7:515 lid 4 en 5 B.W.). Dat zijn – grofweg aangeduid – betaaldiensten waarbij wordt betaald met chartaal geld.

      Betaaldienstgebruiker

      De betaaldienstgebruiker is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt. Dit wordt uitgewerkt in het eerste artikel van de afdeling, de begripsbepalingen. Deze betaaldienstgebruiker heeft gedurende de contractuele relatie het recht om informatie en voorwaarden op papier of op een andere duurzame drager te vragen (art 7:516 B.W.). Wat onder duurzame drager valt, staat in de begripsbepaling van art. 7:514 B.W..

      Raamovereenkomst

      Er wordt een regeling getroffen voor het wijzigen van een raamovereenkomst (art. 7:517 B.W.). In het eerste lid van dit artikel zijn een paar vereisten opgenomen omtrent het wijzigen van een raamovereenkomst. Allereerst moeten elke wijziging in de raamovereenkomst en de vermelde informatie en voorwaarden uiterlijk twee maanden voor de datum van de inwerkingtraining op papier of een andere duurzame drager worden voorgesteld. Dit moet gebeuren in gemakkelijke taal en in een duidelijke vorm. Het is vereist dat het wordt voorgesteld in de taal van de lidstaat waar de betaaldienst wordt aangeboden of de taal die door partijen is afgesproken.

      Rechten van de betaaldienstgebruiker

      De betaaldienstgebruiker heeft een aantal rechten als een raamkomst wordt gewijzigd. Mocht de raamovereenkomst worden gewijzigd dan heeft de betaaldienstgebruiker recht op informatie. Ook heeft de betaaldienstgebruiker het recht om vóór de inwerkingtreding van de voorgestelde wijzigingen, de raamovereenkomst onmiddellijk kosteloos te beëindigen.

      Als in de raamovereenkomst is vastgesteld dat de wijzigingen gebaseerd op de referentierentevoet of referentiewisselkoersen zonder inlichting kan geschieden dan kunnen wijzigingen in de rentevoet of wisselkoers onmiddellijk en zonder kennisgeving worden toegepast. Voorwaarde is dus wel dat dit recht tot wijziging in de raamovereenkomst is opgenomen (art. 7:517 lid 3 B.W.).

      Hoofdregel is dat een wijziging in de rentevoet of wisselkoers die nadelig is voor de betaaldienstgebruiker zo snel mogelijk aan de betaaldienstgebruiker wordt medegedeeld. Uitzonderingen zijn hierop mogelijk als partijen dit zelf in de overeenkomst vastleggen. Positieve wijzigingen in de rentevoet of wisselkoers hoeven niet aan de betaaldienstgebruiker kennis te worden gegeven (art. 7:517 lid 4 en 5 B.W.).

      Beëindiging van de betaaldienstovereenkomst

      Er gelden verschillende regels voor de beëindiging van de overeenkomsten (art. 7:518 B.W.). De raamovereenkomst kan te allen tijde door de betaaldienstgebruiker worden beëindigd. Dit is alleen het geval als er niet door de partijen een opzegtermijn, van maximaal een maand, is overeengekomen.

      Raamovereenkomsten die voor langer dan twaalf maanden of voor een onbepaalde tijd zijn afgesloten, kunnen na het verstrijken van twaalf maanden kosteloos worden beëindigd. Mocht een partij voor het verstrijken van deze twaalf maanden de overeenkomst willen beëindigen, dan zijn hier kosten aan verbonden. De kosten kunnen slechts naar evenredigheid aan de beëindiging van de overeenkomst in rekening worden gebracht.

      Vooruitbetaalde kosten worden naar evenredigheid terugbetaald.

      Valuta

      Partijen kunnen zelf de valuta bepalen voor de betalingstransactie. Mocht het zo zijn dat voor het initiëren van een betalingstransactie op het verkooppunt of door de begunstigde een wisseldienst wordt aangeboden aan de betaler, dan stelt de partij die de wisseldienst aanbied de ander te kennis van alle in rekening te brengen kosten. Net als de wisselkoers die bij de omrekening van de betalingstransactie zal worden gehanteerd (art. 7:519 B.W.).

      Het doorbereken van kosten voor de informatieverplichtingen of van corrigerende of preventieve maatregelen aan de betaaldienstgebruiker is niet toegestaan (art. 7:520 B.W.). Hierop zijn een paar uitzonderingen. Deze worden in het zelfde artikel onder sub a, b en c uitgewerkt.

      – als dit ingevolge de artikelen art, 7:533 lid 1, 7:534 lid 5 of 7:542 lid 2 anders is bepaald;

      – het doorberekenen is overeengekomen;

      – de kosten passend en in lijn zijn met de feitelijke kosten.

      Een vergoeding of een korting aanbieden voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument is toegestaan.

      Betaaldienstinstrumenten

      In art. 7:521 B.W. zijn de betaalinstrumenten uitgewerkt. De betaaldienstverleners kunnen met hun betaaldienstgebruikers verschillende mogelijkheden overeenkomen omtrent de betaalinstrumenten. Deze mogelijkheden staan uitgewerkt in sub a t/m f van art. 7:521 B.W..

      Er gelden specifieke regels voor de nationale betalingstransacties, uitgewerkt in lid 2 en 3 van bovengenoemd artikel.

      Terugbetaling

      Voor de terugbetaling van geld gelden verschillende regels, neergelegd in art. 7:521a B.W.. Als er elektronisch wordt betaald en dit dient te worden terugbetaald dan wordt de nominale waarde terugbetaald. In de overeenkomst kunnen de terugbetalingsvoorwaarden duidelijk en opvallend worden vermeld en de houder van het elektronisch geld wordt hiervan op de hoogte gesteld voordat hij wordt gebonden.

      Een vergoeding van de terugbetaling kan slechts indien dit overeenkomstig lid 2 van dit artikel in de overeenkomst is vermeld.

      Terugbetaling van geld voordat de overeenkomst is beëindigd is toegestaan. Er kan een gedeelte of een gehele terugbetaling worden verlangd (art. 7:521a lid 4 B.W.).

      De terugbetalingsrechten worden beheerst door wat is overeengekomen tussen de partijen.

      Rechtspraak

      Kantonrechter 23 juli 2018 (ING Bank/NN) – terugvordering frauduleuze betaling (en verjaring/stuiting)

      Auteur & Last edit

      [SK, 10-11-2018; MdV 24-04-2021]

      Algemene bepalingen betalingstransactie (Afd. 1, Titel 7B, Boek 7 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!