Pagina inhoud

    HR 15 april 1965 (Snel/Ter Steege)

    Risico-aansprakelijkheid bij beslaglegging

    Op de beslaglegger rust een risico-aansprakelijkheid voor het geval de vordering, tot zekerheid waarvan conservatoir beslag is gelegd, uiteindelijk wordt afgewezen. De beslaglegger moet de schade, die het beslag heeft veroorzaakt, aan de beslagene vergoeden. Dit is vaste rechtspraak sinds het arrest HR 15 april 1965, NJ 1965/331 m.nt. D.J. Veegens (Snel/Ter Steege).

    Geen vordering tot vanwaardeverklaring beslag meer nodig

    Naar vaste rechtspraak bestaat voor het geval beslag wordt gelegd voor een vordering die ongegrond blijkt, een risico-aansprakelijkheid van de beslaglegger. In die zaak was de vordering waarvoor beslag was gelegd, geheel afgewezen (destijds moest je ook ‘vanwaardeverklaring’ van het arrest vragen, die vordering werd dus ook afgewezen. Tegenwoordig spreekt de rechter geen zelfstandig oordeel meer uit over het beslag.

    Vordering beslagene in reconventie dat beslag onrechtmatig was

    Zoals hierna vermeld is het wel verstandig voor de beslagene om daar in reconventie een beslissing over te vragen, te weten opheffing van de beslagen, met eventueel een verklaring voor recht dat de beslagen onrechtmatig waren, en een vordering tot vergoeding van de schade die de beslagen veroorzaakt hebben.

    Overwegingen Hoge Raad inzake aansprakelijkheid beslag

    De beslaglegger betoogde in deze zaak dat hij slechts tot schadevergoeding verplicht was, wanneer hij bij het leggen van dat conservatoire beslag onzorgvuldig had gehandeld. De Hoge Raad oordeelde dat dit betoog niet kan worden aanvaard, overwegende:

    De Hoge Raad overwoog:

    “dat blijkens het bepaalde bij de artt. 732 en 739 Rv. de wetgever er bij de regeling van het conservatoir beslag van is uitgegaan dat bij opheffing of vervallen van zodanig beslag de beslaglegger zal worden verwezen tot vergoeding van kosten, schaden en interessen ‘indien daartoe gronden aanwezig zijn’;

    dat, indien gelijk te dezen het beslag vervalt als gevolg van de afwijzing van de vordering tot vanwaardeverklaring, zodanige gronden in het algemeen aanwezig zullen moeten worden geacht;

    dat toch het inruimen van de bevoegdheid om ter verzekering van een vordering waarvan het bestaan in rechte nog niet is vastgesteld, een conservatoir beslag te leggen en daardoor aan anderen het vrije beschikkingsrecht over hun eigendommen te ontnemen, alleen dan maatschappelijk gerechtvaardigd kan worden geacht, indien de beslagenen er verzekerd van kunnen zijn, dat de door de beslagen geleden schade hun zal worden vergoed, als de vordering tot vanwaardeverklaring wordt afgewezen;

    dat daarom een redelijke wetstoepassing er toe leidt om aan te nemen, dat degene die een conservatoir beslag legt, voor eigen risico handelt, met dien verstande dat de door het beslag geleden schade — bijzondere omstandigheden daargelaten — door hem moet worden vergoed, indien het beslag ten onrechte gelegd blijkt te zijn, en dat het aan zijn aansprakelijkheid voor deze schade niet kan afdoen dat hij, op verdedigbare gronden van het bestaan van zijn vorderingsrecht overtuigd, bij het leggen van het beslag niet lichtvaardig heeft gehandeld;”

    Deze uitspraak wordt besproken op de pagina Algemene bepalingen conservatoir beslag.

    [MdV, 15-07-2023]

    Uitspraak

    -

    Hoge Raad

    15-04-1965

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      HR 15 april 1965 (Snel/Ter Steege)

      Risico-aansprakelijkheid bij beslaglegging

      Op de beslaglegger rust een risico-aansprakelijkheid voor het geval de vordering, tot zekerheid waarvan conservatoir beslag is gelegd, uiteindelijk wordt afgewezen. De beslaglegger moet de schade, die het beslag heeft veroorzaakt, aan de beslagene vergoeden. Dit is vaste rechtspraak sinds het arrest HR 15 april 1965, NJ 1965/331 m.nt. D.J. Veegens (Snel/Ter Steege).

      Geen vordering tot vanwaardeverklaring beslag meer nodig

      Naar vaste rechtspraak bestaat voor het geval beslag wordt gelegd voor een vordering die ongegrond blijkt, een risico-aansprakelijkheid van de beslaglegger. In die zaak was de vordering waarvoor beslag was gelegd, geheel afgewezen (destijds moest je ook ‘vanwaardeverklaring’ van het arrest vragen, die vordering werd dus ook afgewezen. Tegenwoordig spreekt de rechter geen zelfstandig oordeel meer uit over het beslag.

      Vordering beslagene in reconventie dat beslag onrechtmatig was

      Zoals hierna vermeld is het wel verstandig voor de beslagene om daar in reconventie een beslissing over te vragen, te weten opheffing van de beslagen, met eventueel een verklaring voor recht dat de beslagen onrechtmatig waren, en een vordering tot vergoeding van de schade die de beslagen veroorzaakt hebben.

      Overwegingen Hoge Raad inzake aansprakelijkheid beslag

      De beslaglegger betoogde in deze zaak dat hij slechts tot schadevergoeding verplicht was, wanneer hij bij het leggen van dat conservatoire beslag onzorgvuldig had gehandeld. De Hoge Raad oordeelde dat dit betoog niet kan worden aanvaard, overwegende:

      De Hoge Raad overwoog:

      “dat blijkens het bepaalde bij de artt. 732 en 739 Rv. de wetgever er bij de regeling van het conservatoir beslag van is uitgegaan dat bij opheffing of vervallen van zodanig beslag de beslaglegger zal worden verwezen tot vergoeding van kosten, schaden en interessen ‘indien daartoe gronden aanwezig zijn’;

      dat, indien gelijk te dezen het beslag vervalt als gevolg van de afwijzing van de vordering tot vanwaardeverklaring, zodanige gronden in het algemeen aanwezig zullen moeten worden geacht;

      dat toch het inruimen van de bevoegdheid om ter verzekering van een vordering waarvan het bestaan in rechte nog niet is vastgesteld, een conservatoir beslag te leggen en daardoor aan anderen het vrije beschikkingsrecht over hun eigendommen te ontnemen, alleen dan maatschappelijk gerechtvaardigd kan worden geacht, indien de beslagenen er verzekerd van kunnen zijn, dat de door de beslagen geleden schade hun zal worden vergoed, als de vordering tot vanwaardeverklaring wordt afgewezen;

      dat daarom een redelijke wetstoepassing er toe leidt om aan te nemen, dat degene die een conservatoir beslag legt, voor eigen risico handelt, met dien verstande dat de door het beslag geleden schade — bijzondere omstandigheden daargelaten — door hem moet worden vergoed, indien het beslag ten onrechte gelegd blijkt te zijn, en dat het aan zijn aansprakelijkheid voor deze schade niet kan afdoen dat hij, op verdedigbare gronden van het bestaan van zijn vorderingsrecht overtuigd, bij het leggen van het beslag niet lichtvaardig heeft gehandeld;”

      Deze uitspraak wordt besproken op de pagina Algemene bepalingen conservatoir beslag.

      [MdV, 15-07-2023]

      Uitspraak

      -

      Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!