Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Inleiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Sinds 1 mei 1995 (Stb. 1994, 342) geldt op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS), dat door de huwelijkspartners opgebouwde pensioenrechten verdeeld moeten worden. Tenzij de echtgenoten uitdrukkelijk bij huwelijkse voorwaarden of in een afzonderlijke akte zijn overeengekomen daarvan af te zien. Zie ook de pagina Echtscheiding.
Wetshistorie Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
De wet is na de inwerkingtreding meerdere keren gewijzigd. Op dit moment (9-04-2024) is bij de Tweede Kamer een wetswijziging in behandeling, die voortkomt uit de evaluatie van de huidige wet. In de praktijk vindt de huidige wet nog onvoldoende toepassing door onbekendheid met die wet bij het publiek en bij professionals. Zie het bericht hierover op de website van de Eerste Kamer, met een link naar het evaluatierapport.
Het ligt in de bedoeling van de wetgever om de WVPS te vervangen door een nieuwe regeling, de Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021 (WPS). Zie Kamerdossier 35.287 (wetsvoorstel en MvT). De beoogde invoeringsdatum was per 1 juli 2022, maar de wetgever heeft besloten de invoering af te laten hangen van de wijziging van de Pensioenwet (PW).
De Wet Toekomst pensioenen is inmiddels aangenomen (zie bericht op de website van de overheid). De invoering zal echter plaatsvinden in fasen. Daardoor kan het nog wel tot 2028 duren voordat de WPS in werking zal treden. Deze wet zal alsdan alleen gelden voor scheidingen van op of na die datum. De wijziging houdt in, dat pensioenuitvoerders automatisch – zodra de echtscheiding is ingeschreven – tot splitsing van het pensioen over moeten gaan en de betrokkenen daarvan in kennis stellen. Nu doen pensioenfondsen dit niet vanzelf: het is aan de echtgenoten om de echtscheiding te melden. Zie ook de Kroniek pensioenrecht 2022 van mr. FMH Hoens en Prof. mr. drs. M. Heemskerk EPP CFP in WPNR sept. 2023.
De invoering van deze wetswijziging is vertraagd. De wet ligt nog steeds bij de Tweede Kamer (zie Kamerdossier 35.287). De invoering is inmiddels uitgesteld tot 2027.
IPR aspecten van verevening van pensioenrechten
Zie voor de vraag naar toepasselijk recht inzake verevening van pensioenrechten ook de regeling in Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W., behandeld op de pagina Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime.
Inhoud van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
De wet bestaat uit slechts 12 bepalingen. Centrale bepaling is art. 2 lid 1 WVPS, dat bepaalt:
“In geval van scheiding en voor zover de ene echtgenoot na de huwelijkssluiting en voor de scheiding pensioenaanspraken heeft opgebouwd, heeft de andere echtgenoot overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet recht op pensioenverevening, tenzij de echtgenoten de toepasselijkheid van deze wet hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding.”
Auteur & Last edit
MdV, 9-04-2024
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Inleiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Sinds 1 mei 1995 (Stb. 1994, 342) geldt op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS), dat door de huwelijkspartners opgebouwde pensioenrechten verdeeld moeten worden. Tenzij de echtgenoten uitdrukkelijk bij huwelijkse voorwaarden of in een afzonderlijke akte zijn overeengekomen daarvan af te zien. Zie ook de pagina Echtscheiding.
Wetshistorie Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
De wet is na de inwerkingtreding meerdere keren gewijzigd. Op dit moment (9-04-2024) is bij de Tweede Kamer een wetswijziging in behandeling, die voortkomt uit de evaluatie van de huidige wet. In de praktijk vindt de huidige wet nog onvoldoende toepassing door onbekendheid met die wet bij het publiek en bij professionals. Zie het bericht hierover op de website van de Eerste Kamer, met een link naar het evaluatierapport.
Het ligt in de bedoeling van de wetgever om de WVPS te vervangen door een nieuwe regeling, de Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021 (WPS). Zie Kamerdossier 35.287 (wetsvoorstel en MvT). De beoogde invoeringsdatum was per 1 juli 2022, maar de wetgever heeft besloten de invoering af te laten hangen van de wijziging van de Pensioenwet (PW).
De Wet Toekomst pensioenen is inmiddels aangenomen (zie bericht op de website van de overheid). De invoering zal echter plaatsvinden in fasen. Daardoor kan het nog wel tot 2028 duren voordat de WPS in werking zal treden. Deze wet zal alsdan alleen gelden voor scheidingen van op of na die datum. De wijziging houdt in, dat pensioenuitvoerders automatisch – zodra de echtscheiding is ingeschreven – tot splitsing van het pensioen over moeten gaan en de betrokkenen daarvan in kennis stellen. Nu doen pensioenfondsen dit niet vanzelf: het is aan de echtgenoten om de echtscheiding te melden. Zie ook de Kroniek pensioenrecht 2022 van mr. FMH Hoens en Prof. mr. drs. M. Heemskerk EPP CFP in WPNR sept. 2023.
De invoering van deze wetswijziging is vertraagd. De wet ligt nog steeds bij de Tweede Kamer (zie Kamerdossier 35.287). De invoering is inmiddels uitgesteld tot 2027.
IPR aspecten van verevening van pensioenrechten
Zie voor de vraag naar toepasselijk recht inzake verevening van pensioenrechten ook de regeling in Afd. 3, Titel 3, Boek 10 B.W., behandeld op de pagina Enkele bepalingen inzake het huwelijksvermogensregime.
Inhoud van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
De wet bestaat uit slechts 12 bepalingen. Centrale bepaling is art. 2 lid 1 WVPS, dat bepaalt:
“In geval van scheiding en voor zover de ene echtgenoot na de huwelijkssluiting en voor de scheiding pensioenaanspraken heeft opgebouwd, heeft de andere echtgenoot overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet recht op pensioenverevening, tenzij de echtgenoten de toepasselijkheid van deze wet hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding.”
Auteur & Last edit
MdV, 9-04-2024
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!