Arbeidsmarkt uit balans: nieuwe maatregelen (2023)
De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) blijken toch niet gebracht te hebben wat de wetgever had gehoopt. Of is de arbeidsmarkt zo sterk veranderd dat die wetswijzigingen opnieuw aangepast moeten worden? Of waait er een andere politieke wind? Met haar Kamerbrief van 3 april 2023 heeft Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de kaders geschetst voor nieuwe wijzigingen in het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht. Deze wijzigingen komen niet uit de lucht vallen: het eindrapport van de Commissie-Borstlap ‘In wat voor land willen wij werken?’, het WRR rapport ‘Het betere werk’ en het SER-advies Middellange termijn zijn richtinggevend voor de huidige plannen. Welke wijzigingen staan er op stapel?
De Minister geeft aan dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor de maatregelen. Zowel werkgeversorganisaties als vakbonden hebben aangegeven achter deze nieuwe beleidsvoornemens te staan. Dat maakt dat de kans dat deze ook de eindstreep zullen halen aanwezig geacht moet worden.
Hoofdpunten wetswijzigingen arbeidsrecht 2023
In de verklaring (‘Statement’) van de Minister bij de Kamerbrief heeft zij de hoofdpunten van de voorgenomen wijzigingen onder de noemer ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ op een rij gezet.
De Minister schrijft, dat deze uitwerking het vervolg is op de hoofdlijnen die zij in juli 2022 uiteengezet had in de ‘Hoofdlijnenbrief’. Als antwoord op de in de genoemde rapporten gesignaleerde problemen wil de regering deze aanpakken met de volgende maatregelen:
* maatregelen op het gebied van regels rond het werken als zelfstandige (om schijnzelfstandigheid aan te pakken);
* arbeidsmigranten: de aanbevelingen van de commissie Roemer (certificering arbeidsburo’s);
* Leven Lang Ontwikkelen (zodat werkenden hun vaardigheden relevant en up-to-date houden);
* van werk-naar-werk (zodat werkenden die dreigen hun baan te verliezen nieuwe kansen krijgen in sectoren waar wel mogelijkheden zijn).
De Minister probeert twee ogenschijnlijk tegengestelde zaken te verenigen. Doelstelling is om enerzijds werkenden meer zekerheid te bieden, en anderzijds wendbaarheid voor bedrijven te vergroten.
De maatregelen komen concreet op het volgende neer:
“A. Meer zekerheid voor werknemers en meer bescherming voor zelfstandigen, dat is de ene as.
- Het 0-uren contract wordt afgeschaft.
- Oproepcontracten worden vaste basiscontracten voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Werk je structureel meer? Dan moet het basiscontract aangepast. Zo weet je beter waar je aan toe bent, en kun je ook de rest van je leven beter plannen.
- Sneller zekerheid bij uitzendwerk. Wie werkt via een uitzendbureau krijgt sneller een vast contract. We korten fase A en fase B in.
- We willen van de draaideur constructies af. Dat betekent dat er strengere regels komen voor tijdelijk werk. Na drie tijdelijke contracten kun je nu na zes maanden weer een contract krijgen, dat wordt vijf jaar. Tijdelijk werk is tijdelijk werk!
- En voor zelfstandigen: Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers; Zodat zelfstandigen zich bij tegenslag beschermd weten door de sociale zekerheid.
B. Meer wendbaarheid, dat is de andere as.
Want het is van vitaal belang dat onze ondernemers – het verdienvermogen van Nederland – wendbaar kunnen blijven. Omgaan met verandering, innoveren. Durven ondernemen, investeren, ook door talent aan zich te binden en dus vaste contracten aanbieden.
Daartoe hebben we de volgende maatregelen afgesproken:
- Loondoorbetaling bij ziekte: kleine werkgevers kunnen na één ziektejaar van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze tot vervanging kunnen overgaan.
- De nieuwe Crisisregeling Personeelsbehoud. Deze regeling zorgt ervoor dat werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals tijdens de coronacrisis), medewerkers in dienst kunnen houden.
- Overuren worden voor de werkgever minder duur. Nu vallen overuren onder het hoge WW-premie-tarief, het flex-tarief. Straks niet meer, voor grotere arbeidscontracten.
[MdV, 30-04-2023]
Arbeidsmarkt uit balans: nieuwe maatregelen (2023)
De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) blijken toch niet gebracht te hebben wat de wetgever had gehoopt. Of is de arbeidsmarkt zo sterk veranderd dat die wetswijzigingen opnieuw aangepast moeten worden? Of waait er een andere politieke wind? Met haar Kamerbrief van 3 april 2023 heeft Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de kaders geschetst voor nieuwe wijzigingen in het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht. Deze wijzigingen komen niet uit de lucht vallen: het eindrapport van de Commissie-Borstlap ‘In wat voor land willen wij werken?’, het WRR rapport ‘Het betere werk’ en het SER-advies Middellange termijn zijn richtinggevend voor de huidige plannen. Welke wijzigingen staan er op stapel?
De Minister geeft aan dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor de maatregelen. Zowel werkgeversorganisaties als vakbonden hebben aangegeven achter deze nieuwe beleidsvoornemens te staan. Dat maakt dat de kans dat deze ook de eindstreep zullen halen aanwezig geacht moet worden.
Hoofdpunten wetswijzigingen arbeidsrecht 2023
In de verklaring (‘Statement’) van de Minister bij de Kamerbrief heeft zij de hoofdpunten van de voorgenomen wijzigingen onder de noemer ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ op een rij gezet.
De Minister schrijft, dat deze uitwerking het vervolg is op de hoofdlijnen die zij in juli 2022 uiteengezet had in de ‘Hoofdlijnenbrief’. Als antwoord op de in de genoemde rapporten gesignaleerde problemen wil de regering deze aanpakken met de volgende maatregelen:
* maatregelen op het gebied van regels rond het werken als zelfstandige (om schijnzelfstandigheid aan te pakken);
* arbeidsmigranten: de aanbevelingen van de commissie Roemer (certificering arbeidsburo’s);
* Leven Lang Ontwikkelen (zodat werkenden hun vaardigheden relevant en up-to-date houden);
* van werk-naar-werk (zodat werkenden die dreigen hun baan te verliezen nieuwe kansen krijgen in sectoren waar wel mogelijkheden zijn).
De Minister probeert twee ogenschijnlijk tegengestelde zaken te verenigen. Doelstelling is om enerzijds werkenden meer zekerheid te bieden, en anderzijds wendbaarheid voor bedrijven te vergroten.
De maatregelen komen concreet op het volgende neer:
“A. Meer zekerheid voor werknemers en meer bescherming voor zelfstandigen, dat is de ene as.
- Het 0-uren contract wordt afgeschaft.
- Oproepcontracten worden vaste basiscontracten voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Werk je structureel meer? Dan moet het basiscontract aangepast. Zo weet je beter waar je aan toe bent, en kun je ook de rest van je leven beter plannen.
- Sneller zekerheid bij uitzendwerk. Wie werkt via een uitzendbureau krijgt sneller een vast contract. We korten fase A en fase B in.
- We willen van de draaideur constructies af. Dat betekent dat er strengere regels komen voor tijdelijk werk. Na drie tijdelijke contracten kun je nu na zes maanden weer een contract krijgen, dat wordt vijf jaar. Tijdelijk werk is tijdelijk werk!
- En voor zelfstandigen: Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers; Zodat zelfstandigen zich bij tegenslag beschermd weten door de sociale zekerheid.
B. Meer wendbaarheid, dat is de andere as.
Want het is van vitaal belang dat onze ondernemers – het verdienvermogen van Nederland – wendbaar kunnen blijven. Omgaan met verandering, innoveren. Durven ondernemen, investeren, ook door talent aan zich te binden en dus vaste contracten aanbieden.
Daartoe hebben we de volgende maatregelen afgesproken:
- Loondoorbetaling bij ziekte: kleine werkgevers kunnen na één ziektejaar van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze tot vervanging kunnen overgaan.
- De nieuwe Crisisregeling Personeelsbehoud. Deze regeling zorgt ervoor dat werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals tijdens de coronacrisis), medewerkers in dienst kunnen houden.
- Overuren worden voor de werkgever minder duur. Nu vallen overuren onder het hoge WW-premie-tarief, het flex-tarief. Straks niet meer, voor grotere arbeidscontracten.
[MdV, 30-04-2023]