Pagina inhoud

    Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

    Inleiding recht op de naam

    In Titel 2 van Boek 1 B.W. kent zes bepalingen inzake het naamrecht (art. 1:4 B.W. tot en met art. 1:9 B.W.). Daar worden zowel de voornamen als de achternamen (“geslachtsnamen”) geregeld.

    Op 1 januari 2024 treedt de wet Gecombineerde geslachtsnaam in werking (Stb. 2023, 116). Daarmee wordt het mogelijk de achternaam van beide ouders te kiezen als achternaam voor de kinderen.

    De voornaam

    Eenieder heeft de voornaam of voornamen, die in zijn/haar geboorteakte staan (art. 1:4 lid 1 B.W.). Zoals algemeen bekend is, geef je als ouder (meestal de vader, die hopelijk nuchter genoeg is op dat moment) je de geboorte van kind aan bij het persoonsregister van de gemeente.

    Geen onbehoorlijke namen of achternamen als voornaam

    De ambtenaar van de Burgerlijke Stand mag geen voornamen inschrijven die ongepast zijn, en dient inschrijving daarvan dus te weigeren (art. 1:4 lid 2 B.W.). Ook voornamen die overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen mogen niet als voornaam worden ingeschreven, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Daarin verschilt Nederland van Engeland, waar achternamen vaak ook als voornaam voorkomen (wat tamelijk verwarrend is).

    Ambtshalve voornaam

    Komt de aangever niet met een (behoorlijke) voornaam op de proppen, dan wordt het kind ambtshalve een voornaam gegeven (art. 1:4 lid 3 B.W.).

    Verzoek tot wijziging voornaam

    Stel dat je ouders je idiote voornamen gegeven hebben, dan kun je daarvan wijziging verzoeken, als je meerderjarig bent.

    De ouders kunnen dat ook zelf doen (art. 1:4 lid 4 B.W.). Zo komt het voor, dat bvb. Chinese ouders een kind een mooie naam geven (dat is in de Chinese cultuur erg belangrijk), maar op zijn Nederlands wordt die naam zo uitgesproken dat dit juist iets heel lelijks is.

    De achternaam (geslachtsnaam)

    Het gaat er bij de bepaling van de achternaam om, tot wie het kind in een familierechtelijke betrekking staat. Met de wet gecombineerde geslachtsnaam wordt het vanaf 1 januari 2024 mogelijk ervoor te kiezen, dat een kind de geslachtsnaam van beide ouders krijgt.

    Staat het – omdat het niet binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren – alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder, dan kind krijgt het de achternaam van de moeder (art. 1:5 lid 1 B.W.). Dat is immers de meest natuurlijke en minst lastig vast te stellen band tussen ouder en kind, en daarmee het uitgangspunt van de wetgever.

    Staat een kind door adoptie alleen in een familierechtelijke betrekking tot de (adoptief) vader, dan krijgt het zijn achternaam.

    Erkenning en achternaam kind

    Door de erkenning van een buitenechtelijk kind door de vader krijgt een kind niet automatisch ook de achternaam van de vader. Alleen wanneer zowel de moeder en de erkennende vader verklaren, dat het kind zijn achternaam zal dragen (art. 1:5 lid 2 B.W.). Dit wordt in de akte van erkenning genoteerd.

    Dit is ook mogelijk als de vader niet spontaan erkent, maar de familierechtelijke betrekking door de rechter wordt vastgesteld. De ouders kunnen dan alsnog gezamenlijk verklaren dat het kind de achternaam van de vader zal hebben; dit wordt dan in de uitspraak opgenomen.

    Erkenning van een buitenechtelijk ongeboren kind is ook mogelijk; hiervoor geldt dat met toestemming van de moeder ook kan worden aangetekend dat het kind de achternaam van de erkenner zal krijgen.

    Per 1 januari 2024 wordt art. 1:5 lid 2 B.W. gewijzigd en wordt na de woorden: «dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben» en na «dat hun kind voortaan de geslachtsnaam van de andere ouder zal hebben» ingevoegd “of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde”.

    Achternaam kind bij erkenning bij huwelijk of geregistreerd partnerschap

    De erkenning van de buitenechtelijke kinderen kan ook plaatsvinden bij huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap (art. 1:5 lid 2 B.W.). Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Per 1 januari 2024 moet de rechter de geslachtsnaamkeuze van beide ouders vermelden.

    Achternaam kind bij adoptie

    Bij adoptie – die tot stand komt via een rechterlijke uitspraak – behoudt het kind in de basis de eigen achternaam, tenzij de ouders ervoor kiezen dat het de achternaam van één van hen beiden zal krijgen (art. 1:5 lid 3 B.W.). In alle andere gevallen geldt feitelijk hetzelfde: het kind behoudt de eigen geslachtsnaam, tenzij de ouders kiezen voor de achternaam van één van hen beiden. Per 1 januari 2024 wordt deze bepaling ook gewijzigd in verband met de gecombineerde geslachtsnaam. In dat geval zal het kind dus de achternaam van beide ouders kunnen krijgen in een door de ouders te kiezen volgorde.

    Kind geboren binnen een huwelijk: keuze voor de achternaam van één van beide ouders

    Het meest zullen kinderen geboren worden binnen een huwelijk of binnen een geregistreerd partnerschap. In die situatie – waarin het kind vanwege art. 1:3 lid 2 B.W. door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan – kunnen de ouders kiezen, welke geslachtsnaam het kind krijgt (art. 1:5 lid 4 B.W.). Per 1 januari 2024 wordt het hierbij mogelijk ook te kiezen voor de gecombineerde geslachtsnaam.

    Deze keuze geldt wel voor alle kinderen in het gezin (art. 1:5 lid 8 B.W.). Anders wordt het erg verwarrend voor de buitenwereld.

    Keuze geslachtsnaam bij eerste kind, de rest krijgt zelfde achternaam

    De keuze van de geslachtsnaam moet gemaakt worden bij het eerste kind (art. 1:5 lid 8 B.W.). Per 1 januari 2024 zal deze bepaling vanwege de wet gecombineerde geslachtsnaam worden gewijzigd in.

    Voor de laatste volzin wordt ingevoegd:

    “Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot zijn adoptanten kan in afwijking van het voorgaande steeds worden gekozen voor de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind of een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam met de geslachtsnaam van een der adoptanten, waarbij alle kinderen van die adoptanten met een combinatie van geslachtsnamen tenminste een zelfde geslachtsnaam van de adoptant hebben en alle kinderen die niet door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de ouders komen te staan dezelfde geslachtsnaam of gecombineerde geslachtsnaam hebben. De gekozen oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind werkt niet door voor volgende kinderen van die adoptanten.

    Keuze geslachtsnaam door één ouder bij overlijden of onmacht

    Wanneer een ouder is overleden voordat de naamskeuze gemaakt is, kan de andere ouder deze keuze maken. Dat geldt ook voor het geval de andere ouder niet meer handelingsbekwaam is in verband met onder curatele stelling (art. 1:5 lid 9 B.W.).

    Keuze geslachtsnaam door ambtenaar burgerlijke stand bij vondelingen

    Wanneer de ouders van een kind onbekend zijn, kiest de ambtenaar van de burgerlijke stand een achternaam, die geldt totdat bij Koninklijk Besluit een voornaam en geslachtsnaam aan het kind is toegewezen (art. 1:5 lid 10 B.W.).

    Adeldom vader volgt niet als kind niet geslachtsnaam vader krijgt

    Art. 1:5 lid 11 B.W. bepaalt, dat de adeldom de geslachtsnaam volgt. Krijgt het kind niet de naam van de vader die van adel is, dan krijgt het kind ook niet de daaraan verbonden adellijke stand.

    Geslachtsnaam kinderen Koninklijk Huis bij KB

    De geslachtsnaam van kinderen van het Koninklijk Huis wordt bij Koninklijk Besluit vastgesteld (art. 1:5 lid 12 B.W.).

    Geslachtsnaam kind wanneer ouders gecombineerde naam hebben

    Als de wet gecombineerde geslachtsnaam doorwerkt door de generaties, dan duikt de vraag op hoe met die dubbele achternamen om te gaan. Daarvoor wordt art. 1:5 lid 14 B.W. toegevoegd, dat komt te luiden:

    Wordt voor het kind gekozen voor een combinatie van geslachtsnamen van de ouders, en een ouder heeft een geslachtsnaam die een combinatie is van twee geslachtsnamen van ouders, dan kan maximaal één geslachtsnaam uit de combinatie worden doorgegeven. Dat geldt ook als op grond van het derde lid bij adoptie wordt gekozen voor een geslachtsnaam van één van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, of als die uit een combinatie van twee geslachtsnamen bestaat, één geslachtsnaam uit de combinatie.”

    Bewijs van de achternaam (geslachtsnaam)

    Het dwingend bewijs van de geslachtsnaam wordt geleverd aan de hand van de akte uit het geboorteregister (art. 1:6 B.W.). Zie over de betekenis van dwingend bewijs ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

    Wijziging van de geslachtsnaam

    Wijziging van de geslachtsnaam is ook mogelijk. Anders dan de wijziging van de voornaam wordt de geslachtsnaam niet gewijzigd door de rechter, maar door de Koning. Voor de wijziging van de achternaam (geslachtsnaam) moet dus een verzoek aan de Koning worden gericht (art. 1:7 lid 1 B.W.). De reden van dit onderscheid is niet helemaal helder. Per 1 januari 2024 wordt het hierbij mogelijk ook te kiezen voor de gecombineerde geslachtsnaam.

    Misbruik van de geslachtsnaam van een ander

    Het gebruik van de geslachtsnaam van een ander (terwijl je die achternaam zelf dus niet hebt) is onrechtmatig (art. 1:8 B.W.). Dit wordt ook wel identiteitsdiefstal genoemd, hoewel dit ook andere handelingen kan omvatten dan alleen het misbruiken van de achternaam van een ander.

    Gebruik van de geslachtsnaam van de ex-echtgenoot

    Na echtscheiding mag de gescheiden partner, die de achternaam van de ander heeft aangenomen bij het huwelijk, die achternaam blijven gebruiken (art. 1:9 lid 1 B.W.).

    De ex-echtgenoot kan wel een verzoek indienen bij de rechtbank om dit te verbieden (art. 1:9 lid 2 B.W.). Voorwaarde is wel, dat er geen kinderen uit het huwelijk zijn voortgekomen. Een en ander geldt mutatis mutandis voor het geregistreerd partnerschap.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 8-02-2021; laatste bewerking 6-06-2023]

    Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

      Inleiding recht op de naam

      In Titel 2 van Boek 1 B.W. kent zes bepalingen inzake het naamrecht (art. 1:4 B.W. tot en met art. 1:9 B.W.). Daar worden zowel de voornamen als de achternamen (“geslachtsnamen”) geregeld.

      Op 1 januari 2024 treedt de wet Gecombineerde geslachtsnaam in werking (Stb. 2023, 116). Daarmee wordt het mogelijk de achternaam van beide ouders te kiezen als achternaam voor de kinderen.

      De voornaam

      Eenieder heeft de voornaam of voornamen, die in zijn/haar geboorteakte staan (art. 1:4 lid 1 B.W.). Zoals algemeen bekend is, geef je als ouder (meestal de vader, die hopelijk nuchter genoeg is op dat moment) je de geboorte van kind aan bij het persoonsregister van de gemeente.

      Geen onbehoorlijke namen of achternamen als voornaam

      De ambtenaar van de Burgerlijke Stand mag geen voornamen inschrijven die ongepast zijn, en dient inschrijving daarvan dus te weigeren (art. 1:4 lid 2 B.W.). Ook voornamen die overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen mogen niet als voornaam worden ingeschreven, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Daarin verschilt Nederland van Engeland, waar achternamen vaak ook als voornaam voorkomen (wat tamelijk verwarrend is).

      Ambtshalve voornaam

      Komt de aangever niet met een (behoorlijke) voornaam op de proppen, dan wordt het kind ambtshalve een voornaam gegeven (art. 1:4 lid 3 B.W.).

      Verzoek tot wijziging voornaam

      Stel dat je ouders je idiote voornamen gegeven hebben, dan kun je daarvan wijziging verzoeken, als je meerderjarig bent.

      De ouders kunnen dat ook zelf doen (art. 1:4 lid 4 B.W.). Zo komt het voor, dat bvb. Chinese ouders een kind een mooie naam geven (dat is in de Chinese cultuur erg belangrijk), maar op zijn Nederlands wordt die naam zo uitgesproken dat dit juist iets heel lelijks is.

      De achternaam (geslachtsnaam)

      Het gaat er bij de bepaling van de achternaam om, tot wie het kind in een familierechtelijke betrekking staat. Met de wet gecombineerde geslachtsnaam wordt het vanaf 1 januari 2024 mogelijk ervoor te kiezen, dat een kind de geslachtsnaam van beide ouders krijgt.

      Staat het – omdat het niet binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren – alleen in een familierechtelijke betrekking tot de moeder, dan kind krijgt het de achternaam van de moeder (art. 1:5 lid 1 B.W.). Dat is immers de meest natuurlijke en minst lastig vast te stellen band tussen ouder en kind, en daarmee het uitgangspunt van de wetgever.

      Staat een kind door adoptie alleen in een familierechtelijke betrekking tot de (adoptief) vader, dan krijgt het zijn achternaam.

      Erkenning en achternaam kind

      Door de erkenning van een buitenechtelijk kind door de vader krijgt een kind niet automatisch ook de achternaam van de vader. Alleen wanneer zowel de moeder en de erkennende vader verklaren, dat het kind zijn achternaam zal dragen (art. 1:5 lid 2 B.W.). Dit wordt in de akte van erkenning genoteerd.

      Dit is ook mogelijk als de vader niet spontaan erkent, maar de familierechtelijke betrekking door de rechter wordt vastgesteld. De ouders kunnen dan alsnog gezamenlijk verklaren dat het kind de achternaam van de vader zal hebben; dit wordt dan in de uitspraak opgenomen.

      Erkenning van een buitenechtelijk ongeboren kind is ook mogelijk; hiervoor geldt dat met toestemming van de moeder ook kan worden aangetekend dat het kind de achternaam van de erkenner zal krijgen.

      Per 1 januari 2024 wordt art. 1:5 lid 2 B.W. gewijzigd en wordt na de woorden: «dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben» en na «dat hun kind voortaan de geslachtsnaam van de andere ouder zal hebben» ingevoegd “of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde”.

      Achternaam kind bij erkenning bij huwelijk of geregistreerd partnerschap

      De erkenning van de buitenechtelijke kinderen kan ook plaatsvinden bij huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap (art. 1:5 lid 2 B.W.). Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Per 1 januari 2024 moet de rechter de geslachtsnaamkeuze van beide ouders vermelden.

      Achternaam kind bij adoptie

      Bij adoptie – die tot stand komt via een rechterlijke uitspraak – behoudt het kind in de basis de eigen achternaam, tenzij de ouders ervoor kiezen dat het de achternaam van één van hen beiden zal krijgen (art. 1:5 lid 3 B.W.). In alle andere gevallen geldt feitelijk hetzelfde: het kind behoudt de eigen geslachtsnaam, tenzij de ouders kiezen voor de achternaam van één van hen beiden. Per 1 januari 2024 wordt deze bepaling ook gewijzigd in verband met de gecombineerde geslachtsnaam. In dat geval zal het kind dus de achternaam van beide ouders kunnen krijgen in een door de ouders te kiezen volgorde.

      Kind geboren binnen een huwelijk: keuze voor de achternaam van één van beide ouders

      Het meest zullen kinderen geboren worden binnen een huwelijk of binnen een geregistreerd partnerschap. In die situatie – waarin het kind vanwege art. 1:3 lid 2 B.W. door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan – kunnen de ouders kiezen, welke geslachtsnaam het kind krijgt (art. 1:5 lid 4 B.W.). Per 1 januari 2024 wordt het hierbij mogelijk ook te kiezen voor de gecombineerde geslachtsnaam.

      Deze keuze geldt wel voor alle kinderen in het gezin (art. 1:5 lid 8 B.W.). Anders wordt het erg verwarrend voor de buitenwereld.

      Keuze geslachtsnaam bij eerste kind, de rest krijgt zelfde achternaam

      De keuze van de geslachtsnaam moet gemaakt worden bij het eerste kind (art. 1:5 lid 8 B.W.). Per 1 januari 2024 zal deze bepaling vanwege de wet gecombineerde geslachtsnaam worden gewijzigd in.

      Voor de laatste volzin wordt ingevoegd:

      “Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot zijn adoptanten kan in afwijking van het voorgaande steeds worden gekozen voor de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind of een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam met de geslachtsnaam van een der adoptanten, waarbij alle kinderen van die adoptanten met een combinatie van geslachtsnamen tenminste een zelfde geslachtsnaam van de adoptant hebben en alle kinderen die niet door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de ouders komen te staan dezelfde geslachtsnaam of gecombineerde geslachtsnaam hebben. De gekozen oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind werkt niet door voor volgende kinderen van die adoptanten.

      Keuze geslachtsnaam door één ouder bij overlijden of onmacht

      Wanneer een ouder is overleden voordat de naamskeuze gemaakt is, kan de andere ouder deze keuze maken. Dat geldt ook voor het geval de andere ouder niet meer handelingsbekwaam is in verband met onder curatele stelling (art. 1:5 lid 9 B.W.).

      Keuze geslachtsnaam door ambtenaar burgerlijke stand bij vondelingen

      Wanneer de ouders van een kind onbekend zijn, kiest de ambtenaar van de burgerlijke stand een achternaam, die geldt totdat bij Koninklijk Besluit een voornaam en geslachtsnaam aan het kind is toegewezen (art. 1:5 lid 10 B.W.).

      Adeldom vader volgt niet als kind niet geslachtsnaam vader krijgt

      Art. 1:5 lid 11 B.W. bepaalt, dat de adeldom de geslachtsnaam volgt. Krijgt het kind niet de naam van de vader die van adel is, dan krijgt het kind ook niet de daaraan verbonden adellijke stand.

      Geslachtsnaam kinderen Koninklijk Huis bij KB

      De geslachtsnaam van kinderen van het Koninklijk Huis wordt bij Koninklijk Besluit vastgesteld (art. 1:5 lid 12 B.W.).

      Geslachtsnaam kind wanneer ouders gecombineerde naam hebben

      Als de wet gecombineerde geslachtsnaam doorwerkt door de generaties, dan duikt de vraag op hoe met die dubbele achternamen om te gaan. Daarvoor wordt art. 1:5 lid 14 B.W. toegevoegd, dat komt te luiden:

      Wordt voor het kind gekozen voor een combinatie van geslachtsnamen van de ouders, en een ouder heeft een geslachtsnaam die een combinatie is van twee geslachtsnamen van ouders, dan kan maximaal één geslachtsnaam uit de combinatie worden doorgegeven. Dat geldt ook als op grond van het derde lid bij adoptie wordt gekozen voor een geslachtsnaam van één van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, of als die uit een combinatie van twee geslachtsnamen bestaat, één geslachtsnaam uit de combinatie.”

      Bewijs van de achternaam (geslachtsnaam)

      Het dwingend bewijs van de geslachtsnaam wordt geleverd aan de hand van de akte uit het geboorteregister (art. 1:6 B.W.). Zie over de betekenis van dwingend bewijs ook de pagina Algemene bepalingen bewijsrecht.

      Wijziging van de geslachtsnaam

      Wijziging van de geslachtsnaam is ook mogelijk. Anders dan de wijziging van de voornaam wordt de geslachtsnaam niet gewijzigd door de rechter, maar door de Koning. Voor de wijziging van de achternaam (geslachtsnaam) moet dus een verzoek aan de Koning worden gericht (art. 1:7 lid 1 B.W.). De reden van dit onderscheid is niet helemaal helder. Per 1 januari 2024 wordt het hierbij mogelijk ook te kiezen voor de gecombineerde geslachtsnaam.

      Misbruik van de geslachtsnaam van een ander

      Het gebruik van de geslachtsnaam van een ander (terwijl je die achternaam zelf dus niet hebt) is onrechtmatig (art. 1:8 B.W.). Dit wordt ook wel identiteitsdiefstal genoemd, hoewel dit ook andere handelingen kan omvatten dan alleen het misbruiken van de achternaam van een ander.

      Gebruik van de geslachtsnaam van de ex-echtgenoot

      Na echtscheiding mag de gescheiden partner, die de achternaam van de ander heeft aangenomen bij het huwelijk, die achternaam blijven gebruiken (art. 1:9 lid 1 B.W.).

      De ex-echtgenoot kan wel een verzoek indienen bij de rechtbank om dit te verbieden (art. 1:9 lid 2 B.W.). Voorwaarde is wel, dat er geen kinderen uit het huwelijk zijn voortgekomen. Een en ander geldt mutatis mutandis voor het geregistreerd partnerschap.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 8-02-2021; laatste bewerking 6-06-2023]

      Het recht op de naam (Titel 2, Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!