Pagina inhoud

    Gevolgen van overgang van vorderingen (Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.)

    Inleiding gevolgen van overgang van vorderingen

    De gevolgen van de overgang van vorderingen is geregeld in Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.. Deze afdeling omvat 8 artikelen (art. 6:142 B.W.tot en met art. 6:149 B.W.).

    Gevolgen overgang: nevenrechten

    In art. 6:142 B.W. wordt allereerst geregeld, dat bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser ook de daarbij behorende nevenrechten overgaan. Zoals rechten van pand en hypotheek en uit borgtocht, voorrechten en de bevoegdheid om de ter zake van de vordering en de nevenrechten bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen. Wanneer een vennootschap in een fiscale eenheid dus wordt uitgewonnen voor de schuld van de gefailleerde, dan verkrijgt die de rang van de schuld die is voldaan. Zie ook de pagina Subrogatie.

    Onder de nevenrechten zijn tevens begrepen het recht van de vorige schuldeiser op bedongen rente of boete of op een dwangsom, behalve voor zover de rente opeisbaar of de boete of dwangsom reeds verbeurd was op het tijdstip van de overgang.

    Overdracht van alle toebehoren

    Bij de overdracht moet de overdragende partij alle toebehoren overhandigen aan de verkrijger (art. 6:143 B.W.).

    Verweermiddelen schuldenaar

    De schuldenaar behoudt zijn verweermiddelen tegen de vordering, ondanks de overdracht (art. 6:145 B.W.).

    Overdracht vordering aan order of aan toonder

    Het behoud van de verweermiddelen tegen de vordering geldt niet bij de overdracht van een vordering aan toonder of aan order (art. 6:146 B.W.).

    Bescherming verkrijger te goeder trouw van order of tondervordering

    De verkrijger te goeder trouw van een vordering aan toonder of aan order wordt beschermd (art. 6:147 B.W.).

    Beroep op vernietiging of ontbinding na overdracht

    Wanneer de schuldenaar jegens de vervreemder een beroep doet op vernietiging of ontbinding, dan moet deze de verkrijger van de vordering daarvan zo spoedig mogelijk in kennis stellen (art. 6:149 lid 1 B.W.).

    De leden 1 en 2 gelden ook ten aanzien van de vestiging van een beperkt recht op de vordering (art. 6:149 lid 3 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 15-07-2018]

    Gevolgen van overgang van vorderingen (Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Gevolgen van overgang van vorderingen (Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.)

      Inleiding gevolgen van overgang van vorderingen

      De gevolgen van de overgang van vorderingen is geregeld in Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.. Deze afdeling omvat 8 artikelen (art. 6:142 B.W.tot en met art. 6:149 B.W.).

      Gevolgen overgang: nevenrechten

      In art. 6:142 B.W. wordt allereerst geregeld, dat bij overgang van een vordering op een nieuwe schuldeiser ook de daarbij behorende nevenrechten overgaan. Zoals rechten van pand en hypotheek en uit borgtocht, voorrechten en de bevoegdheid om de ter zake van de vordering en de nevenrechten bestaande executoriale titels ten uitvoer te leggen. Wanneer een vennootschap in een fiscale eenheid dus wordt uitgewonnen voor de schuld van de gefailleerde, dan verkrijgt die de rang van de schuld die is voldaan. Zie ook de pagina Subrogatie.

      Onder de nevenrechten zijn tevens begrepen het recht van de vorige schuldeiser op bedongen rente of boete of op een dwangsom, behalve voor zover de rente opeisbaar of de boete of dwangsom reeds verbeurd was op het tijdstip van de overgang.

      Overdracht van alle toebehoren

      Bij de overdracht moet de overdragende partij alle toebehoren overhandigen aan de verkrijger (art. 6:143 B.W.).

      Verweermiddelen schuldenaar

      De schuldenaar behoudt zijn verweermiddelen tegen de vordering, ondanks de overdracht (art. 6:145 B.W.).

      Overdracht vordering aan order of aan toonder

      Het behoud van de verweermiddelen tegen de vordering geldt niet bij de overdracht van een vordering aan toonder of aan order (art. 6:146 B.W.).

      Bescherming verkrijger te goeder trouw van order of tondervordering

      De verkrijger te goeder trouw van een vordering aan toonder of aan order wordt beschermd (art. 6:147 B.W.).

      Beroep op vernietiging of ontbinding na overdracht

      Wanneer de schuldenaar jegens de vervreemder een beroep doet op vernietiging of ontbinding, dan moet deze de verkrijger van de vordering daarvan zo spoedig mogelijk in kennis stellen (art. 6:149 lid 1 B.W.).

      De leden 1 en 2 gelden ook ten aanzien van de vestiging van een beperkt recht op de vordering (art. 6:149 lid 3 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 15-07-2018]

      Gevolgen van overgang van vorderingen (Afd. 1, Titel 2, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!