Aansprakelijkheid betalingstransactie (Par. 3)
Inleiding aansprakelijkheid betalingstransactie
In Par. 3, Afd. 3, Titel 7b, Boek 7 B.W. zijn zeven bepalingen gewijd aan de aansprakelijkheid bij betalingstransacties (art. 7:542 B.W. tot en met art. 7:548 B.W.).
Unieke identificator
Als er gebruik wordt gemaakt van een unieke identificator, wordt de betaalopdracht geacht juist te zijn uitgevoerd. Indien de unieke identificator onjuist is, is de betaaldienstverlener niet aansprakelijk voor de niet-uitvoering van de betalingstransactie. De betaaldienstverlener van de betaler levert evenwel redelijke inspanningen om de ment de betalingstransactie gemoeide geldmiddelen terug te verkrijgen.
Het kan worden overeengekomen dat de betaaldienstverlener de kosten voor het terugverkrijgen in rekening brengt (art. 7:542 B.W.).
Verplichtingen betaaldienstverlener
Bij de uitvoering van de betalingsopdracht heeft de betaaldienstverlener bepaalde, soms verschillende, verplichtingen. Deze verplichtingen zijn geregeld in art. 7:543 B.W..
Aansprakelijkheid juiste uitvoering
Indien een betaalopdracht door de betaler wordt geïnitieerd, is de betaaldienstverlener van de betaler jegens de betaler aansprakelijk voor de juiste uitvoering daarvan tenzij hij tegenover de betaler kan bewijzen dat de betaaldienstverlener van de begunstigde kan bewijzen dat de begunstigde het bedrag heeft ontvangen.
Indien de betaaldienstverlener van de betaler aansprakelijk is, betaalt hij de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt hij onverwijld de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd in de oude toestand.
Indien de betaaldienstverlener aansprakelijk is op grond van lid 1, stelt hij onmiddellijk het bedrag van de betalingstransactie ter beschikking van de begunstigde en crediteert hij de betaalrekening van de begunstigde met het overeenkomstige bedrag.
Tot slot is het zo dat indien een door de betaler een geïnitieerde betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd, tracht de betaaldienstverlener van de betaler onmiddellijk de betalingstransactie te traceren en stelt hij de betaler op de hoogte van de resultaten daarvan (art. 7:543 lid 4 B.W.).
Verzending van de opdracht
Art. 7:544 B.W. gaat over de verzending van de betaalopdrachten. De betaaldienstverlener is aansprakelijk jegens de begunstigde voor de juiste verzending van de betaalopdracht aan de betaaldienstverlener van de betaler. Wel moet dit overeenkomstig art. 7:537 lid 3 B.W. geschieden. De betaaldienstverlener, die aansprakelijk is, geeft de betrokken betaalopdracht onmiddellijk door aan de betaaldienstverlener van de betaler.
De betaaldienstverlener is ook aansprakelijk voor het behandelen van de betalingstransactie overeenkomstig de verplichtingen van de betaaldienstverlener.
Bij niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransacties is de betaaldienstverlener van de betaler aansprakelijk jegens de betaler. Daarnaast moet in deze gevallen de betaaldienstverlener van de begunstigde onmiddellijk de betalingstransactie traceren en stelt hij de begunstigde op de hoogte van de resultaten hiervan.
Bovendien zijn de betaaldienstverleners aansprakelijk jegens hun respectieve betaaldienstgebruikers voor de kosten waarvoor deze betaaldienstgebruikers aansprakelijk zijn. Dit geldt ook voor de interesten die voor rekening van de betaaldienstgebruiker komen wegens de niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering.
Exoneratie
In art. 7:546 B.W. staat een uitsluitingsclausule vermeld.
De aansprakelijkheid geldt niet voor abnormale of onvoorziene omstandigheden die onafhankelijk zin van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden voorkomen. Om dit te beoordelen dient er te worden gekeken naar de omstandigheden van het geval.
Auteur & Last edit
[SK, 10-11-2018]
Aansprakelijkheid betalingstransactie (Par. 3)
Inleiding aansprakelijkheid betalingstransactie
In Par. 3, Afd. 3, Titel 7b, Boek 7 B.W. zijn zeven bepalingen gewijd aan de aansprakelijkheid bij betalingstransacties (art. 7:542 B.W. tot en met art. 7:548 B.W.).
Unieke identificator
Als er gebruik wordt gemaakt van een unieke identificator, wordt de betaalopdracht geacht juist te zijn uitgevoerd. Indien de unieke identificator onjuist is, is de betaaldienstverlener niet aansprakelijk voor de niet-uitvoering van de betalingstransactie. De betaaldienstverlener van de betaler levert evenwel redelijke inspanningen om de ment de betalingstransactie gemoeide geldmiddelen terug te verkrijgen.
Het kan worden overeengekomen dat de betaaldienstverlener de kosten voor het terugverkrijgen in rekening brengt (art. 7:542 B.W.).
Verplichtingen betaaldienstverlener
Bij de uitvoering van de betalingsopdracht heeft de betaaldienstverlener bepaalde, soms verschillende, verplichtingen. Deze verplichtingen zijn geregeld in art. 7:543 B.W..
Aansprakelijkheid juiste uitvoering
Indien een betaalopdracht door de betaler wordt geïnitieerd, is de betaaldienstverlener van de betaler jegens de betaler aansprakelijk voor de juiste uitvoering daarvan tenzij hij tegenover de betaler kan bewijzen dat de betaaldienstverlener van de begunstigde kan bewijzen dat de begunstigde het bedrag heeft ontvangen.
Indien de betaaldienstverlener van de betaler aansprakelijk is, betaalt hij de betaler onverwijld het bedrag van de niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie terug en herstelt hij onverwijld de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd in de oude toestand.
Indien de betaaldienstverlener aansprakelijk is op grond van lid 1, stelt hij onmiddellijk het bedrag van de betalingstransactie ter beschikking van de begunstigde en crediteert hij de betaalrekening van de begunstigde met het overeenkomstige bedrag.
Tot slot is het zo dat indien een door de betaler een geïnitieerde betalingstransactie niet of gebrekkig is uitgevoerd, tracht de betaaldienstverlener van de betaler onmiddellijk de betalingstransactie te traceren en stelt hij de betaler op de hoogte van de resultaten daarvan (art. 7:543 lid 4 B.W.).
Verzending van de opdracht
Art. 7:544 B.W. gaat over de verzending van de betaalopdrachten. De betaaldienstverlener is aansprakelijk jegens de begunstigde voor de juiste verzending van de betaalopdracht aan de betaaldienstverlener van de betaler. Wel moet dit overeenkomstig art. 7:537 lid 3 B.W. geschieden. De betaaldienstverlener, die aansprakelijk is, geeft de betrokken betaalopdracht onmiddellijk door aan de betaaldienstverlener van de betaler.
De betaaldienstverlener is ook aansprakelijk voor het behandelen van de betalingstransactie overeenkomstig de verplichtingen van de betaaldienstverlener.
Bij niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransacties is de betaaldienstverlener van de betaler aansprakelijk jegens de betaler. Daarnaast moet in deze gevallen de betaaldienstverlener van de begunstigde onmiddellijk de betalingstransactie traceren en stelt hij de begunstigde op de hoogte van de resultaten hiervan.
Bovendien zijn de betaaldienstverleners aansprakelijk jegens hun respectieve betaaldienstgebruikers voor de kosten waarvoor deze betaaldienstgebruikers aansprakelijk zijn. Dit geldt ook voor de interesten die voor rekening van de betaaldienstgebruiker komen wegens de niet-uitvoering of gebrekkige uitvoering.
Exoneratie
In art. 7:546 B.W. staat een uitsluitingsclausule vermeld.
De aansprakelijkheid geldt niet voor abnormale of onvoorziene omstandigheden die onafhankelijk zin van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden voorkomen. Om dit te beoordelen dient er te worden gekeken naar de omstandigheden van het geval.
Auteur & Last edit
[SK, 10-11-2018]
Aansprakelijkheid betalingstransactie (Par. 3)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!