Consumentenkrediet onroerende zaken met woonbestemming (Afd. 3, Titel 2B, Boek 7 B.W.)
Inleiding consumentenkredietovereenkomsten betreffende voor bewoning bestemde onroerende zaken
In Afd. 3, Titel 2B, Boek 7 B.W. is een regeling opgenomen voor “consumentenkredietovereenkomsten betreffende voor bewoning bestemde onroerende zaken”. Voor de begrippen “onroerend” en “zaken” zie ook de pagina Begripsbepalingen.
De regeling is onderverdeeld in vijf onderafdelingen. Deze bepalingen zijn ook een uitwerking van de EU-richtlijn consumentenbescherming.
Algemene bepalingen (Onderafd. 1)
In art. 7:118 B.W. zijn de definities van consumentenkrediet voor woningen opgenomen. In art. 7:119 B.W. is bepaald op welke overeenkomsten de afdeling wel resp. niet van toepassing is.
Informatieverstrekking (Onderafd. 2)
In Par. 2 zijn regels gesteld aan de informatieverstrekking aan de potentiële consument die een kredietovereenkomst voor woningen wil sluiten. In art. 7:120 lid 1 B.W. is bepaald, dat de reclame voor kredietovereenkomsten is eerlijk, duidelijk en niet misleidend en mag geen bewoordingen bevatten die bij de consument valse verwachtingen kunnen scheppen betreffende de beschikbaarheid of de kosten van een krediet. De artikelen art. 7:121 B.W., art. 7:122 B.W. en art. 7:123 B.W. geven nog verdere uitwerking, o.a. wat betreft rentevoet van de overeenkomst.
Jaarlijks kostenpercentage (Onderafd. 3)
In art. 7:124 B.W. worden regels gesteld voor het jaarlijkse kostenpercentage. Deze moet worden berekend conform artikel 17 van de Richtlijn en bijlage I bij de Richtlijn.
Informatie en rechten betreffende kredietovereenkomsten (Onderafd. 4)
Ook ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst en de informatieverstrekking aan de consument bij het sluiten daarvan bevat de wet een aantal bepalingen.
Deze worden uitgewerkt in art. 7:125 B.W. tot en met art. 7:128a B.W..
Slotbepalingen (Onderafd. 5)
Tot slot bepaalt art. 7:128b B.W. dat de kredietgever of zijn bemiddelaar voor zijn diensten geen kosten in rekening mag brengen.
Dwingend recht
Art. 7:128c B.W. bepaalt de regeling van dwingend recht. Bepalingen waarmee deze wordt omzeild zijn niet geldig.
Auteur & Last edit
[MdV, 24-09-2018]
Consumentenkrediet onroerende zaken met woonbestemming (Afd. 3, Titel 2B, Boek 7 B.W.)
Inleiding consumentenkredietovereenkomsten betreffende voor bewoning bestemde onroerende zaken
In Afd. 3, Titel 2B, Boek 7 B.W. is een regeling opgenomen voor “consumentenkredietovereenkomsten betreffende voor bewoning bestemde onroerende zaken”. Voor de begrippen “onroerend” en “zaken” zie ook de pagina Begripsbepalingen.
De regeling is onderverdeeld in vijf onderafdelingen. Deze bepalingen zijn ook een uitwerking van de EU-richtlijn consumentenbescherming.
Algemene bepalingen (Onderafd. 1)
In art. 7:118 B.W. zijn de definities van consumentenkrediet voor woningen opgenomen. In art. 7:119 B.W. is bepaald op welke overeenkomsten de afdeling wel resp. niet van toepassing is.
Informatieverstrekking (Onderafd. 2)
In Par. 2 zijn regels gesteld aan de informatieverstrekking aan de potentiële consument die een kredietovereenkomst voor woningen wil sluiten. In art. 7:120 lid 1 B.W. is bepaald, dat de reclame voor kredietovereenkomsten is eerlijk, duidelijk en niet misleidend en mag geen bewoordingen bevatten die bij de consument valse verwachtingen kunnen scheppen betreffende de beschikbaarheid of de kosten van een krediet. De artikelen art. 7:121 B.W., art. 7:122 B.W. en art. 7:123 B.W. geven nog verdere uitwerking, o.a. wat betreft rentevoet van de overeenkomst.
Jaarlijks kostenpercentage (Onderafd. 3)
In art. 7:124 B.W. worden regels gesteld voor het jaarlijkse kostenpercentage. Deze moet worden berekend conform artikel 17 van de Richtlijn en bijlage I bij de Richtlijn.
Informatie en rechten betreffende kredietovereenkomsten (Onderafd. 4)
Ook ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst en de informatieverstrekking aan de consument bij het sluiten daarvan bevat de wet een aantal bepalingen.
Deze worden uitgewerkt in art. 7:125 B.W. tot en met art. 7:128a B.W..
Slotbepalingen (Onderafd. 5)
Tot slot bepaalt art. 7:128b B.W. dat de kredietgever of zijn bemiddelaar voor zijn diensten geen kosten in rekening mag brengen.
Dwingend recht
Art. 7:128c B.W. bepaalt de regeling van dwingend recht. Bepalingen waarmee deze wordt omzeild zijn niet geldig.
Auteur & Last edit
[MdV, 24-09-2018]
Consumentenkrediet onroerende zaken met woonbestemming (Afd. 3, Titel 2B, Boek 7 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!