Rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners (Afd. 3, Titel 4, Boek 10 B.W.)
Inleiding rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners
Afd. 3, Titel 4, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft regels van internationaal privaatrecht inzake de rechtsbetrekkingen tussen geregistreerde partners. De Titel is niet van toepassing op geregistreerde partnerschappen die voor 1 januari 2005 zijn aangegaan (art. 10:91 B.W.).
De afdeling omvat in principe 7 bepalingen (art. 10:63a B.W. tot en met art. 10:66 B.W.), maar de laatste drie zijn vervallen per 29 januari 2019.
EU-Verordening harmonisatie vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1104» verstaan de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen (art. 10:63a B.W.).
Rechtskeuze betrekkingen tussen geregistreerde partners
Persoonlijke betrekkingen tussen partners onderling die niet worden begrepen onder verordening 2016/1104 worden beheerst door het recht dat de partners hebben aangewezen (art. 10:64 lid 1 B.W.) Dit kunnen de partners bewerkstelligen door het doen van een aanwijzing.
Geen rechtskeuze voor een stelsel dat geregistreerd partnerschap niet (er)kent
Het is voor de partners slechts mogelijk om een rechtsstelsel aan te wijzen dat het instituut van het geregistreerd partnerschap kent (art. 10:64 lid 2 B.W.).
Een aanwijzing zoals in dit artikel is geldig als de betreffende vormvoorschriften in acht zijn genomen (art. 10:64 lid 3 B.W.). Met de vorm wordt bedoeld de vormvoorschriften die van toepassing zijn op het vermogensregime van de partners.
Toepasselijk recht geregistreerd partnerschap bij ontbreken rechtskeuze
Als er geen sprake is van een aanwijzing van toepasselijk recht tussen de persoonlijke betrekkingen die niet vallen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1104, wordt het geregistreerde partnerschap aangegaan onder Nederlands recht (art. 10:65 B.W.). Als de partners buiten Nederland een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan worden persoonlijke betrekkingen tussen hen beheerst waar dit geregistreerde partnerschap door de personen is aangegaan. Hierbij moeten de regels van internationaal privaatrecht ook in acht worden genomen.
Wijziging toepasselijk recht geregistreerd partnerschap
Als een aanwijzing zoals in art. 10:64 B.W. wordt bedoeld een aanleiding is tot toepasselijkheid van ander recht dan het recht dat voorheen toepasselijk was, is dat andere recht toepasselijk vanaf het tijdstip van die aanwijzing (art. 10:66 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 12-07-2023]
Rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners (Afd. 3, Titel 4, Boek 10 B.W.)
Inleiding rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners
Afd. 3, Titel 4, Boek 10 Burgerlijk Wetboek geeft regels van internationaal privaatrecht inzake de rechtsbetrekkingen tussen geregistreerde partners. De Titel is niet van toepassing op geregistreerde partnerschappen die voor 1 januari 2005 zijn aangegaan (art. 10:91 B.W.).
De afdeling omvat in principe 7 bepalingen (art. 10:63a B.W. tot en met art. 10:66 B.W.), maar de laatste drie zijn vervallen per 29 januari 2019.
EU-Verordening harmonisatie vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1104» verstaan de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen (art. 10:63a B.W.).
Rechtskeuze betrekkingen tussen geregistreerde partners
Persoonlijke betrekkingen tussen partners onderling die niet worden begrepen onder verordening 2016/1104 worden beheerst door het recht dat de partners hebben aangewezen (art. 10:64 lid 1 B.W.) Dit kunnen de partners bewerkstelligen door het doen van een aanwijzing.
Geen rechtskeuze voor een stelsel dat geregistreerd partnerschap niet (er)kent
Het is voor de partners slechts mogelijk om een rechtsstelsel aan te wijzen dat het instituut van het geregistreerd partnerschap kent (art. 10:64 lid 2 B.W.).
Een aanwijzing zoals in dit artikel is geldig als de betreffende vormvoorschriften in acht zijn genomen (art. 10:64 lid 3 B.W.). Met de vorm wordt bedoeld de vormvoorschriften die van toepassing zijn op het vermogensregime van de partners.
Toepasselijk recht geregistreerd partnerschap bij ontbreken rechtskeuze
Als er geen sprake is van een aanwijzing van toepasselijk recht tussen de persoonlijke betrekkingen die niet vallen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1104, wordt het geregistreerde partnerschap aangegaan onder Nederlands recht (art. 10:65 B.W.). Als de partners buiten Nederland een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan worden persoonlijke betrekkingen tussen hen beheerst waar dit geregistreerde partnerschap door de personen is aangegaan. Hierbij moeten de regels van internationaal privaatrecht ook in acht worden genomen.
Wijziging toepasselijk recht geregistreerd partnerschap
Als een aanwijzing zoals in art. 10:64 B.W. wordt bedoeld een aanleiding is tot toepasselijkheid van ander recht dan het recht dat voorheen toepasselijk was, is dat andere recht toepasselijk vanaf het tijdstip van die aanwijzing (art. 10:66 B.W.).
Auteur & Last edit
[MdV, 16-4-2022; laatste bewerking OP 12-07-2023]
Rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners (Afd. 3, Titel 4, Boek 10 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!