Pagina inhoud

    Stuiting van het huwelijk (Afd. 3, Titel 5 Boek 1 B.W.)

    Inleiding stuiting van het huwelijk

    In Afd. 3, Titel 5, Boek 1 B.W. geeft bepalingen voor de stuiting van een huwelijk. Deze Afd. omvat 8 bepalingen (art. 1:50 B.W. tot en met art. 1:57 B.W.). Iedereen kent wel de Engelse en Amerikaanse films, waarin de aanwezigen voor de huwelijksvoltrekking wordt gevraagd, of er iemand bezwaar heeft tegen het huwelijk. Die moet zich dan nu uitspreken, ‘or forever hold your peace’. Dat gaat dus over de stuiting (het voorkomen) van een huwelijk.

    Gevallen waarin huwelijk gestuit kan worden

    De wet geeft in art. 1:50 B.W. drie situaties, waarin een huwelijk kan worden gestuit:

    – wanneer partijen niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan, of
    – wanneer partijen niet beiden hun vrije toestemming tot het huwelijk zullen geven dan wel
    – wanneer het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, maar op het verkrijgen van toelating tot Nederland.

    Personen bevoegd tot stuiting van een huwelijk

    Tot stuiting van een huwelijk zijn bevoegd:

    – bloedverwanten in de rechte lijn;

    – broers en zusters;

    – en curatoren van een van de aanstaande echtgenoten,

    mits uiteraard de beoogde echtgenoten niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan (art. 1:51 lid 1 B.W.).

    En wanneer de andere aanstaande echtgenoot onder curatele staat, en het huwelijk klaarblijkelijk het ongeluk zou veroorzaken van de partij, waarvan zij bloedverwant of curator zijn (art. 1:51 lid 2 B.W.).

    Stuiting huwelijk door bestaande echtgenoot of geregistreerd partner

    Logischerwijs kan ook degeen die met een der partijen door huwelijk verbonden is – dan wel met een der partijen een geregistreerd partnerschap is aangegaan – kan op grond van het bestaan van dat huwelijk of dat geregistreerd partnerschap een nieuw aan te gaan huwelijk stuiten (art. 1:52 B.W.).

    Stuiting huwelijk door het Openbaar Ministerie

    Het openbaar ministerie is verplicht een voorgenomen huwelijk te stuiten, indien het met een van de in art. 1:31 B.W. tot en met art. 1:33 B.W. (minderjarigheid, geestesstoornis of polygamie), art. 1:41 B.W. (huwelijk tussen broers e zusters) of art. 1:42 B.W. (reeds geregistreerd partnerschap aangegaan) omschreven huwelijksbeletselen bekend is (art. 1:53 lid 1 B.W.). Zie ook de pagina Vereisten tot het aangaan van een huwelijk.

    Stuiting schijnhuwelijk door het Openbaar Ministerie

    Het openbaar ministerie is bevoegd het huwelijk als schijnhandeling wegens strijd met de Nederlandse openbare orde te stuiten indien het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland (art. 1:53 lid 2 B.W.).

    Stuiting huwelijk door Openbaar Ministerie wegens aangaan huwelijk onder dwang

    Het openbaar ministerie is voorts bevoegd het huwelijk te stuiten indien genoegzaam is gebleken dat de aanstaande echtgenoten, of één hunner, het huwelijk onder invloed van dwang zullen aangaan (art. 1:53 lid 3 B.W.).

    Machtiging rechtbank voor stuiten huwelijk

    Voor de uitoefening van de in de leden 2 en 3 bedoelde bevoegdheid door het openbaar ministerie is voorafgaande machtiging van de rechtbank vereist (art. 1:53 lid 4 B.W.).

    Wijze van stuiten huwelijk

    Voor stuiting geschiedt door betekening van een akte aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk zal worden voltrokken (art. 1:54 lid 1 B.W.).

    De akte houdt de keus van een woonplaats in die gemeente en de gronden van de stuiting in en vermeldt de hoedanigheid die aan de opposant de bevoegdheid geeft om het huwelijk te stuiten; alles op straffe van nietigheid (art. 1:54 lid 2 B.W.).

    De opposant moet afschrift der akte van stuiting onverwijld doen betekenen aan de partij, tegen wie de stuiting is gericht (art. 1:54 lid 3 B.W.).

    Opheffing van de stuiting van een huwelijk

    De stuiting kan ingevolge art. 1:55 B.W. worden opgeheven:

    a. op dezelfde wijze als waarop zij is geschied;

    b. door een verklaring, in persoon afgelegd ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand, genoemd in het vorige artikel;

    c. door een verklaring, afgelegd ten overstaan van een notaris;

    d. door een in kracht van gewijsde gegane beschikking, gegeven op verzoek van een belanghebbende.

    Nietigverklaring huwelijk wegens stuiting

    Het huwelijk mag niet worden voltrokken, voordat de stuiting is opgeheven. Mocht het desondanks zijn voltrokken hangende een geding tot opheffing van de stuiting, dan kan dit geding op verlangen van de opposant worden voortgezet en wordt het huwelijk nietig verklaard, indien de rechter de gegrondheid der stuiting aanvaardt (art. 1:56 B.W.).

    Verbod medewerking ambtenaar burgerlijke stand aan het sluiten van een huwelijk indien hem huwelijksbeletselen bekend zijn

    Een ambtenaar van de burgerlijke stand aan wie het bestaan van een der in art. 1:31 B.W. tot en met art. 1:33 B.W. (zie boven), art. 1:41 B.W. of art. 1:42 B.W. of art. 1:41a B.W. (huwelijk mag behoudens de in die bepaling genoemde verklaring niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de zijlinie) omschreven huwelijksbeletselen bekend is, mag geen medewerking verlenen aan een huwelijksvoltrekking of aan de vervulling van daaraan voorafgaande formaliteiten, ook al zou geen stuiting hebben plaatsgehad (art. 1:57 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 25-06-2023; laatste bewerking 22-08-2023]

    Stuiting van het huwelijk (Afd. 3, Titel 5 Boek 1 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Stuiting van het huwelijk (Afd. 3, Titel 5 Boek 1 B.W.)

      Inleiding stuiting van het huwelijk

      In Afd. 3, Titel 5, Boek 1 B.W. geeft bepalingen voor de stuiting van een huwelijk. Deze Afd. omvat 8 bepalingen (art. 1:50 B.W. tot en met art. 1:57 B.W.). Iedereen kent wel de Engelse en Amerikaanse films, waarin de aanwezigen voor de huwelijksvoltrekking wordt gevraagd, of er iemand bezwaar heeft tegen het huwelijk. Die moet zich dan nu uitspreken, ‘or forever hold your peace’. Dat gaat dus over de stuiting (het voorkomen) van een huwelijk.

      Gevallen waarin huwelijk gestuit kan worden

      De wet geeft in art. 1:50 B.W. drie situaties, waarin een huwelijk kan worden gestuit:

      – wanneer partijen niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan, of
      – wanneer partijen niet beiden hun vrije toestemming tot het huwelijk zullen geven dan wel
      – wanneer het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, maar op het verkrijgen van toelating tot Nederland.

      Personen bevoegd tot stuiting van een huwelijk

      Tot stuiting van een huwelijk zijn bevoegd:

      – bloedverwanten in de rechte lijn;

      – broers en zusters;

      – en curatoren van een van de aanstaande echtgenoten,

      mits uiteraard de beoogde echtgenoten niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan (art. 1:51 lid 1 B.W.).

      En wanneer de andere aanstaande echtgenoot onder curatele staat, en het huwelijk klaarblijkelijk het ongeluk zou veroorzaken van de partij, waarvan zij bloedverwant of curator zijn (art. 1:51 lid 2 B.W.).

      Stuiting huwelijk door bestaande echtgenoot of geregistreerd partner

      Logischerwijs kan ook degeen die met een der partijen door huwelijk verbonden is – dan wel met een der partijen een geregistreerd partnerschap is aangegaan – kan op grond van het bestaan van dat huwelijk of dat geregistreerd partnerschap een nieuw aan te gaan huwelijk stuiten (art. 1:52 B.W.).

      Stuiting huwelijk door het Openbaar Ministerie

      Het openbaar ministerie is verplicht een voorgenomen huwelijk te stuiten, indien het met een van de in art. 1:31 B.W. tot en met art. 1:33 B.W. (minderjarigheid, geestesstoornis of polygamie), art. 1:41 B.W. (huwelijk tussen broers e zusters) of art. 1:42 B.W. (reeds geregistreerd partnerschap aangegaan) omschreven huwelijksbeletselen bekend is (art. 1:53 lid 1 B.W.). Zie ook de pagina Vereisten tot het aangaan van een huwelijk.

      Stuiting schijnhuwelijk door het Openbaar Ministerie

      Het openbaar ministerie is bevoegd het huwelijk als schijnhandeling wegens strijd met de Nederlandse openbare orde te stuiten indien het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland (art. 1:53 lid 2 B.W.).

      Stuiting huwelijk door Openbaar Ministerie wegens aangaan huwelijk onder dwang

      Het openbaar ministerie is voorts bevoegd het huwelijk te stuiten indien genoegzaam is gebleken dat de aanstaande echtgenoten, of één hunner, het huwelijk onder invloed van dwang zullen aangaan (art. 1:53 lid 3 B.W.).

      Machtiging rechtbank voor stuiten huwelijk

      Voor de uitoefening van de in de leden 2 en 3 bedoelde bevoegdheid door het openbaar ministerie is voorafgaande machtiging van de rechtbank vereist (art. 1:53 lid 4 B.W.).

      Wijze van stuiten huwelijk

      Voor stuiting geschiedt door betekening van een akte aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk zal worden voltrokken (art. 1:54 lid 1 B.W.).

      De akte houdt de keus van een woonplaats in die gemeente en de gronden van de stuiting in en vermeldt de hoedanigheid die aan de opposant de bevoegdheid geeft om het huwelijk te stuiten; alles op straffe van nietigheid (art. 1:54 lid 2 B.W.).

      De opposant moet afschrift der akte van stuiting onverwijld doen betekenen aan de partij, tegen wie de stuiting is gericht (art. 1:54 lid 3 B.W.).

      Opheffing van de stuiting van een huwelijk

      De stuiting kan ingevolge art. 1:55 B.W. worden opgeheven:

      a. op dezelfde wijze als waarop zij is geschied;

      b. door een verklaring, in persoon afgelegd ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand, genoemd in het vorige artikel;

      c. door een verklaring, afgelegd ten overstaan van een notaris;

      d. door een in kracht van gewijsde gegane beschikking, gegeven op verzoek van een belanghebbende.

      Nietigverklaring huwelijk wegens stuiting

      Het huwelijk mag niet worden voltrokken, voordat de stuiting is opgeheven. Mocht het desondanks zijn voltrokken hangende een geding tot opheffing van de stuiting, dan kan dit geding op verlangen van de opposant worden voortgezet en wordt het huwelijk nietig verklaard, indien de rechter de gegrondheid der stuiting aanvaardt (art. 1:56 B.W.).

      Verbod medewerking ambtenaar burgerlijke stand aan het sluiten van een huwelijk indien hem huwelijksbeletselen bekend zijn

      Een ambtenaar van de burgerlijke stand aan wie het bestaan van een der in art. 1:31 B.W. tot en met art. 1:33 B.W. (zie boven), art. 1:41 B.W. of art. 1:42 B.W. of art. 1:41a B.W. (huwelijk mag behoudens de in die bepaling genoemde verklaring niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de zijlinie) omschreven huwelijksbeletselen bekend is, mag geen medewerking verlenen aan een huwelijksvoltrekking of aan de vervulling van daaraan voorafgaande formaliteiten, ook al zou geen stuiting hebben plaatsgehad (art. 1:57 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 25-06-2023; laatste bewerking 22-08-2023]

      Stuiting van het huwelijk (Afd. 3, Titel 5 Boek 1 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!