Pagina inhoud

    Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende splitsingen (Afd. 6, Titel 7, Boek 2 B.W.)

    Met de invoering van de is per 1 september aan Titel 7 Boek 2 B.W. een nieuwe afdeling toegevoegd, die ziet op grensoverschrijdende splitsingen. De Afdeling omvat 16 bepalingen (art. 2:334jj B.W. tot en met art. 2:344yy B.W.).

    Hieronder volgt de nieuwe wettekst. De toelichting bij deze bepalingen zal gaandeweg worden toegevoegd naarmate hier ontwikkelingen in rechtspraak of literatuur over te melden zijn.

    Toepasselijkheid van de afdeling inzake grensoverschrijdende splitsingen

    Deze afdeling is van toepassing indien bij splitsing van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een of meer kapitaalvennootschappen worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of indien een of meer naamloze vennootschappen of besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als verkrijgende vennootschappen worden opgericht bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (art. 2:334jj lid 1 B.W.).

    Deze afdeling is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (art. 2:334jj lid 2 B.W.).

    Deze afdeling is ook niet van toepassing bij een splitsing naar bestaande vennootschappen (art. 2:334jj lid 3 B.W.).

    Uitsluiting bepalingen Afd. 5 bij grensoverschrijdende splitsing

    De artikelen 334s, 334u, 334bb, 334cc, 334ee leden 1 en 2, 334ee1, 334ff, 334hh lid 2 en 334ii zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende splitsing (art. 2:344kk lid 1 B.W.).

    Indien de splitsende vennootschap bij de splitsing enig aandeelhouder van de verkrijgende vennootschappen wordt, zijn de artikelen 334f lid 2, onderdelen f en j, 334g lid 1, 334ll, onderdelen g en h, 334nn, 334oo en 334qq niet van toepassing.

    Bij splitsing van een naamloze of besloten vennootschap in faillissement of surséance van betaling kunnen met toepassing van artikel 334b lid 7 een of meer kapitaalvennootschappen worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, die zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141), kan voorts slechts een naamloze of besloten vennootschap als verkrijgende vennootschap worden opgericht indien de splitsende kapitaalvennootschap bij de splitsing enig aandeelhouder van deze verkrijgende vennootschap wordt.

    Extra vereisten voorstel tot grensoverschrijdende splitsing

    Het voorstel tot splitsing vermeldt naast de in artikel 334f en 334y genoemde gegevens:

    a. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de splitsing;

    b. de waarschijnlijke gevolgen van de splitsing voor de werkgelegenheid;

    c. indien van toepassing, informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 334xx in de verkrijgende vennootschappen;

    d. hoe vermogensbestanddelen worden behandeld die niet expliciet zijn opgenomen in de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving, zoals activa en passiva die onbekend zijn op de datum waarop het voorstel tot splitsing wordt opgesteld;

    e. informatie over de waardering van de activa en passiva die worden toegewezen aan elke bij de splitsing betrokken vennootschap;

    f. de datum van de laatst vastgestelde of krachtens artikel 334g opgemaakte jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling die is gebruikt om de voorwaarden voor de splitsing vast te stellen;

    g. in voorkomend geval, de verdeling onder de aandeelhouders van de splitsende vennootschap van aandelen in de verkrijgende vennootschappen, in de voortbestaande gesplitste vennootschap of in beide, alsmede volgens welke criteria deze verdeling is vastgesteld;

    h. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 334qq; en

    i. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.

    Kennisgeving voorgenomen splitsing

    Het bestuur van de splitsende vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de werknemers van de splitsende vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig artikel 334m lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het splitsingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in artikel 334h lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 van artikel 334h zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334mm lid 1 B.W.).

    Tegelijkertijd met de neerlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bij het handelsregister bedoeld in artikel 334h lid 1, legt de splitsende vennootschap ten kantore van het handelsregister de kennisgeving neer, of maakt deze langs elektronische weg bij het handelsregister openbaar. Lid 2 van artikel 334h is van overeenkomstige toepassing (art. 2:334mm lid 2 B.W.).

    In afwijking van artikel 334h lid 3 en 334aa lid 6 kondigt de splitsende vennootschap in de Staatscourant aan dat de in die leden bedoelde stukken en de kennisgeving zijn neergelegd of raadpleegbaar zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk zijn en van het adres waar zij krachtens artikel 334h lid 2 ter inzage liggen of elektronisch toegankelijk zijn (art. 2:334mm lid 3 B.W.).

    Inrichting schriftelijke toelichting grensoverschrijdend splitsingsvoorstel

    De schriftelijke toelichting, bedoeld in artikel 334g lid 1, bevat een deel voor de aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur van de splitsende vennootschap kan er ook voor kiezen om twee separate schriftelijke toelichtingen op te stellen voor de aandeelhouders en de werknemers (art. 2:334nn lid 1 B.W.).

    In aanvulling op art. 2:334z B.W. moet op grond van art. 2:334nn lid 2 B.W. voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting worden gegeven over:

    a. de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 334qq;

    b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;

    c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;

    d. indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd;

    e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel;

    f. de gevolgen van de splitsing voor de aandeelhouders; en

    g. de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op grond van artikel 334qq.

    De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2 en in artikel 334z, is niet vereist indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen of indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:334nn lid 3 B.W.).

    Voor de werknemers moet krachtens art. 2:334nn lid 4 B.W. een schriftelijke toelichting worden gegeven over:

    a. de gevolgen van de splitsing voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;

    b. materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen van de vennootschap; en

    c. de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen van de splitsende vennootschap.

    De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven indien alle werknemers van de splitsende vennootschap en, in voorkomend geval, van haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de splitsende vennootschap en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben (art. 2:334nn lid 5 B.W.).

    Onverminderd het bepaalde in artikel 334h lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig artikel 334m lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het splitsingsvoorstel minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, voor werknemers van de splitsende vennootschap (art. 2:334nn lid 6 B.W.).

    Indien de ondernemingsraad van de splitsende vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel 334h lid 4 of artikel 334mm lid 1, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke toelichting gehecht (art. 2:334nn lid 7 B.W.).

    Wanneer geen schriftelijke toelichting grensoverschrijdende splitsing vereist

    Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en 5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers niet hoeft te worden gegeven (art. 2:334nn lid 8 B.W.).

    Verklaring ex art. 2:334aa lid 2 B.W.

    Een verklaring als bedoeld in artikel 334aa lid 2 is alleen vereist indien een splitsende naamloze vennootschap met haar statutaire zetel in Nederland na de splitsing voortbestaat. In dat geval moet in deze verklaring het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die de vennootschap onmiddellijk na de splitsing krachtens de wet of de statuten moet aanhouden, voorts worden vermeerderd met het totaal bedrag van schadeloosstellingen waarop aandeelhouders op grond van artikel 334qq recht kunnen doen gelden (art. 2:334oo lid 1 B.W.).

    In aanvulling op artikel 334aa lid 1 moet de accountant verklaren of de voorgestelde schadeloosstelling bij toepassing van artikel 334qq naar zijn oordeel redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening met de eventuele marktprijs van de aandelen in de splitsende vennootschap vóór de aankondiging van het splitsingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief de gevolgen van de voorgestelde splitsing, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen, de vaststelling van de schadeloosstelling of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen, de schadeloosstelling of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de accountant zijn verklaring als bedoeld in artikel 334aa lid 1 en dit lid op met inachtneming daarvan (art. 2:334oo lid 2 B.W.).

    In het verslag als bedoeld in artikel 334aa lid 3 vermeldt de accountant zijn oordeel over de mededelingen, bedoeld in artikel 334nn lid 2, onderdelen a tot en met e (art. 2:334oo lid 3 B.W.).

    De leden 2 en 3 van dit artikel en artikel 334aa leden 1 en 3 blijven buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder. De leden 2 en 3 van dit artikel blijven voorts buiten toepassing indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen overeenkomstig artikel 334aa lid 7 (art. 2:334oo lid 4 B.W.).

    Quorum besluit AVA grensoverschrijdende splitsing

    Voor het besluit tot splitsing van de algemene vergadering is een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist (art. 2:334pp lid 1 B.W.).

    In het geval uit het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 334m voortvloeit dat de vereiste meerderheid voor het besluit tot splitsing meer bedraagt dan 90% van de uitgebrachte stemmen of vereist wordt dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, wordt het besluit tot splitsing genomen met 90% van de uitgebrachte stemmen of in een vergadering waar 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd (art. 2:334pp lid 2 B.W.).

    Artikel 231 lid 4 is niet van toepassing ten aanzien van een besluit tot splitsing (art. 2:334pp lid 3 B.W.).

    Verzoek tot schadeloosstelling aandeelhouder bij grensoverschrijdende splitsing

    Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is, kan de aandeelhouder van de splitsende vennootschap die tegen het splitsingsvoorstel heeft gestemd, alsmede iedere houder van aandelen zonder stemrecht, die krachtens de ruilverhouding recht heeft op aandelen van die verkrijgende vennootschap een verzoek tot schadeloosstelling indienen. De houder van aandelen die dit verzoek indient, krijgt geen aandelen toegekend van de verkrijgende vennootschap naar het recht van de andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Een verzoek tot schadeloosstelling wordt ingediend bij de splitsende vennootschap binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De splitsende vennootschap geeft een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen (art. 2:334qq lid 1 B.W.).

    Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders van certificaten van aandelen als bedoeld in artikel 118a (art. 2:334qq lid 2 B.W.).

    De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding (art. 2:334qq lid 3 B.W.).

    De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst (art. 2:334qq lid 4 B.W.).

    De aandeelhouder van de splitsende vennootschap die niet over de mogelijkheid beschikt om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of die geen verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen niet redelijk is, kan verzoeken om de ruilverhouding opnieuw te laten bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek kan niet leiden tot een aanpassing van de ruilverhouding ten nadele van de verzoekende aandeelhouder. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding. Het verzoek staat niet in de weg aan het afgeven van de verklaring, bedoeld in artikel 334uu lid 3, door de notaris, respectievelijk het verlijden van de akte, bedoeld in artikel 334n lid 1 (art. 2:334qq lid 5 B.W.).

    De bepaling van de ruilverhouding van de aandelen door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor de verkrijgende vennootschappen, voor de splitsende vennootschap indien deze vennootschap na de splitsing voortbestaat en voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die niet over de mogelijkheid beschikken om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of geen verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de ruilverhouding van de aandelen alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst. Overeenkomstig de ruilverhouding van de aandelen zoals bepaald door de deskundigen wordt de aandeelhouder gecompenseerd door bijbetaling van een bedrag in geld (art. 2:334qq lid 6 B.W.).

    Verzet schuldenaar tegen grensoverschrijdende splitsing

    In afwijking van artikel 334l lid 1, eerste zin, kan iedere schuldeiser tot drie maanden nadat de splitsende vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel heeft aangekondigd door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen dit voorstel in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd (art. 2:334rr lid 1 B.W.).

    De op grond van artikel 334k of 334l aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de splitsing van kracht wordt (art. 2:334rr lid 2 B.W.).

    Onduidelijk vermogensbestanddelen bij grensoverschrijdende splitsing

    De leden 2 tot en met 4 zijn van toepassing indien van vermogensbestanddelen aan de hand van de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving niet kan worden bepaald welke vennootschap daarop na de splitsing rechthebbende is en de in artikel 334ll onder d bedoelde beschrijving van de behandeling van vermogensbestanddelen die niet zijn opgenomen in de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving en een interpretatie van het voorstel tot splitsing geen uitsluitsel geeft over de toewijzing daarvan (art. 2:334ss lid 1 B.W.).

    Indien de gesplitste vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, zijn de verkrijgende vennootschappen gezamenlijk rechthebbende. Elke verkrijgende vennootschap deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen van de gesplitste vennootschap dat zij verkrijgt (art. 2:334ss lid 2 B.W.).

    Indien de gesplitste vennootschap na de splitsing voortbestaat, zijn de verkrijgende vennootschappen en de gesplitste vennootschap gezamenlijk rechthebbende. Elke vennootschap deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen dat zij verkrijgt (art. 2:334ss lid 3 B.W.).

    Voor zover verkrijgende vennootschappen uit hoofde van de leden 2 en 3 aansprakelijk zijn voor schulden, zijn zij hoofdelijk verbonden (art. 2:334ss lid 4 B.W.).

    Ondeelbare verbintenissen bij grensoverschrijdende splitsing

    In afwijking van artikel 334t lid 2 is voor ondeelbare verbintenissen van de gesplitste vennootschap de verkrijgende vennootschap waarop de verbintenis is overgegaan of, zo de verbintenis niet op een verkrijgende vennootschap is overgegaan, de voortbestaande gesplitste vennootschap voor het geheel aansprakelijk. De aansprakelijkheid voor ondeelbare verbintenissen van de gesplitste vennootschap is voor elke andere vennootschap beperkt tot de waarde van het vermogen dat zij bij de splitsing heeft verkregen of behouden (art. 2:334tt B.W.).

    Splitsende vennootschap is vennootschap naar Nederlands recht

    Indien de splitsende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, is op grond van art. 2:334uu lid 1 B.W. het bepaalde in art. 2:334n lid 1 B.W., eerste zin van toepassing, met dien verstande dat de grensoverschrijdende splitsing van kracht wordt met ingang van de dag na die waarop aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. de akte, bedoeld in artikel 334n lid 1, is verleden;

    b. de verklaring, bedoeld in lid 3 van dit artikel, is afgegeven;

    c. het toezicht op de grensoverschrijdende splitsing is voltooid door de bevoegde instantie van de lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar de verkrijgende vennootschappen opgericht worden, bedoeld in artikel 160sexdecies lid 1 van richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169/46), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 (PbEU 2019, L 321/1); en

    d. de beheerder van het handelsregister de mededelingen, bedoeld in artikel 334ww lid 1, tweede zin, heeft ontvangen.

    De leden 1, tweede zin, 2, eerste zin, en 3 van artikel 334n zijn niet van toepassing (art. 2:334uu lid 1 B.W.).

    De notaris verklaart op aanvraag van de splitsende vennootschap naar Nederlands recht dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende splitsing en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt daartoe de door de splitsende vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie, bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de splitsende vennootschappen dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 334xx lid 3 van start is gegaan (art. 2:334uu lid 3 B.W.).

    Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris moeten krachtens art. 2:334uu lid 4 B.W. door de splitsende vennootschap ten minste de volgende stukken overlegd worden:

    a. het splitsingsvoorstel;

    b. de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd in artikel 334h lid 4, alsmede de verklaringen en het verslag van de accountant, genoemd in artikel 334oo, indien zij beschikbaar zijn;

    c. alle overeenkomstig artikel 334mm lid 1 ingediende opmerkingen van de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de splitsende vennootschap;

    d. informatie over het besluit tot splitsing genomen door de algemene vergadering overeenkomstig artikel 334m lid 1;

    e. informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het splitsingsvoorstel;

    f. informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats; en

    g. informatie over de nakoming van verbintenissen van de splitsende vennootschap ten aanzien van overheidsinstanties.

    De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie, door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.

    De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 3, eerst afgeven indien geen verzoek tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 334qq lid 1 is ingediend, indien de schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 3 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin is niet van toepassing in het geval de splitsende vennootschap heeft besloten dat een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen. De verplichting tot betaling van de schadeloosstelling is hoofdelijk. Indien de splitsende vennootschap heeft besloten dat een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen, vermeldt de notaris in de verklaring dat een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 3 is ingediend en voldoet de verkrijgende vennootschap binnen twee maanden na het van kracht worden van de splitsing de schadeloosstelling. De notaris vermeldt tevens wanneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 334rr lid 1, is verstreken of zal verstrijken en, indien van toepassing, dat een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 5 is ingediend (art. 2:334uu lid 5 B.W.).

    De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 3, af binnen drie maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen. De notaris geeft de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige voor de grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften als bedoeld in lid 3 niet zijn nageleefd. De notaris stelt de splitsende vennootschap in kennis van de redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen (art. 2:334uu lid 6 B.W.).

    Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de verklaring, bedoeld in lid 3, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden (art. 2:334uu lid 7 B.W.).

    Indien de notaris bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels heeft of de grensoverschrijdende splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden neemt hij de relevante feiten en omstandigheden in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring kennis heeft genomen (art. 2:334uu lid 8 B.W.). De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend geval:

    a. de splitsende vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende splitsing van een lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten vragen; en

    b. een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.

    De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen door de aanvrager van de verklaring.

    Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten, kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 6, voor drie maanden verlengen. Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende splitsing niet mogelijk is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels als bedoeld in lid 8 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen (art. 2:334uu lid 9 B.W.).

    De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 3, neer ten kantore van het handelsregister. De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat of lidstaten waar de verkrijgende vennootschappen worden ingeschreven (art. 2:334uu lid 10 B.W.).

    Verklaring notaris inachtneming vormvoorschriften bij grensoverschrijdende splitsing

    Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, verklaart de notaris op aanvraag van de splitsende vennootschap dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende splitsing en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd, dat de verkrijgende vennootschap voldoet aan de voorschriften voor oprichting van een vennootschap naar Nederlands recht en, indien van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 334xx. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het aan de splitsing voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan de splitsende vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de splitsing voorafgaande attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de splitsing voorafgaande procedures en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat (art. 2:334vv lid 1 B.W.).

    Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de splitsende vennootschap met de notaris het besluit tot splitsing van de algemene vergadering. De aanvraag van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden (art. 2:334vv lid 2 B.W.).

    Ten aanzien van de door een verkrijgende naamloze vennootschap toegekende aandelen is artikel 94a leden 1, 2, 6, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing. Een ingevolge artikel 94a vereiste verklaring van een accountant wordt gehecht aan de verklaring als bedoeld in lid 1 (art. 2:334vv lid 3 B.W.).

    De splitsende vennootschap doet een verkrijgende vennootschap binnen acht dagen na de afgifte van de verklaring als bedoeld in lid 1 inschrijven in het handelsregister. De splitsende vennootschap doet aan het handelsregister opgave van het register waar die vennootschap staat ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer bij het register waarin de gegevens betreffende die vennootschap zijn ingeschreven. Bij elke inschrijving van een verkrijgende vennootschap wordt een afschrift van de verklaring als bedoeld in lid 1 ten kantore van het handelsregister neergelegd (art. 2:334vv lid 4 B.W.).

    Indien de splitsende vennootschap een kapitaalvennootschap is naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte en bij de grensoverschrijdende splitsing een of meer vennootschappen naar Nederlands recht worden opgericht, wordt in afwijking van artikel 334n lid 1 de splitsing van kracht op de wijze en de datum bepaald door het recht van het land waar de splitsende vennootschap haar statutaire zetel heeft, met dien verstande dat deze datum in ieder geval niet eerder kan zijn dan de datum waarop de notaris een verklaring als bedoeld in lid 1 heeft afgegeven en de beheerder van het handelsregister de mededeling, bedoeld in artikel 334ww lid 1, eerste zin, heeft gedaan (art. 2:334vv lid 5 B.W.).

    Mededeling handelsregister verkrijgende vennootschap aan dat van gesplitste vennootschap

    De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap is ingeschreven, doet onverwijld na deze inschrijving mededeling daarvan aan het register waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven, haalt onverwijld na ontvangst van al de mededelingen van de registers waar de verkrijgende vennootschappen staan ingeschreven de inschrijving door van de gesplitste vennootschap, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven, doet na het van kracht worden van de splitsing als bedoeld in artikel 334uu lid 1, eerste zin, mededeling daarvan aan de registers waar de verkrijgende vennootschappen staan ingeschreven (art. 2:334ww lid 1 B.W.).

    De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap staat ingeschreven, schrijft in het register in dat de registratie van de verkrijgende vennootschap het gevolg is van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de data van deze registratie en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen (art. 2:334ww lid 2 B.W.).

    De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap stond ingeschreven, schrijft, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, in het register in dat de doorhaling van de gesplitste vennootschap uit het register het gevolg is van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen (art. 2:334ww lid 3 B.W.).

    De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschappen staat ingeschreven, schrijft, indien die vennootschap na de splitsing voortbestaat, in het register het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen in (art. 2:334ww lid 4 B.W.).

    Medezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing

    In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 1 B.W.).

    Een verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft (art. 2:334xx lid 2 B.W.).

    In afwijking van lid 2 wordt op grond van art. 2:334xx lid 3 B.W. de medezeggenschap bij een verkrijgende vennootschap geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot en met veertien en lid zestien, indien:

    a. bij de splitsende vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bedoeld in artikel 334h een gemiddeld aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing op de splitsende vennootschap, of

    b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet voorziet in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is op de splitsende vennootschap vóór de grensoverschrijdende splitsing, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevende orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of

    c. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de verkrijgende vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waar de verkrijgende vennootschap haar statutaire zetel heeft.

    De splitsende vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het splitsingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in voor elke verkrijgende vennootschap overeenkomstig de artikelen 1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 4 B.W.).

    De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een schriftelijke overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met inachtneming van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 5 B.W.).

    De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid 1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de splitsende vennootschap het geval is (art. 2:334xx lid 6 B.W.).

    De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende een periode van zes maanden. De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin (art. 2:334xx lid 7 B.W.).

    De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 8 B.W.).

    Indien er in de splitsende vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen. Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat een verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft (art. 2:334xx lid 9 B.W.).

    Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd (art. 2:334xx lid 10 B.W.).

    De algemene vergadering kan aan het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap (art. 2:334xx lid 11 B.W.).

    De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing op een verkrijgende vennootschap indien de splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen (art. 2:334xx lid 12 B.W.).

    Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de splitsende vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften worden toegepast en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen als bedoeld in lid 9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen met betrekking tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing zijn op een verkrijgende vennootschap (art. 2:334xx lid 13 B.W.).

    Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670 leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 14 B.W.).

    Indien een verkrijgende vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van de splitsing deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met veertien van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 15 B.W.).

    De splitsende vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten van de onderhandelingen (art. 2:334xx lid 16 B.W.).

    Geen nietigheid of vernietiging bij grensoverschrijdende splitsing

    De nietigheid of vernietiging van een splitsing op grond van deze afdeling kan niet worden uitgesproken (art. 2:334yy B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 2-09-2023]

    Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende splitsingen (Afd. 6, Titel 7, Boek 2 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende splitsingen (Afd. 6, Titel 7, Boek 2 B.W.)

      Met de invoering van de is per 1 september aan Titel 7 Boek 2 B.W. een nieuwe afdeling toegevoegd, die ziet op grensoverschrijdende splitsingen. De Afdeling omvat 16 bepalingen (art. 2:334jj B.W. tot en met art. 2:344yy B.W.).

      Hieronder volgt de nieuwe wettekst. De toelichting bij deze bepalingen zal gaandeweg worden toegevoegd naarmate hier ontwikkelingen in rechtspraak of literatuur over te melden zijn.

      Toepasselijkheid van de afdeling inzake grensoverschrijdende splitsingen

      Deze afdeling is van toepassing indien bij splitsing van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een of meer kapitaalvennootschappen worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of indien een of meer naamloze vennootschappen of besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als verkrijgende vennootschappen worden opgericht bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (art. 2:334jj lid 1 B.W.).

      Deze afdeling is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (art. 2:334jj lid 2 B.W.).

      Deze afdeling is ook niet van toepassing bij een splitsing naar bestaande vennootschappen (art. 2:334jj lid 3 B.W.).

      Uitsluiting bepalingen Afd. 5 bij grensoverschrijdende splitsing

      De artikelen 334s, 334u, 334bb, 334cc, 334ee leden 1 en 2, 334ee1, 334ff, 334hh lid 2 en 334ii zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende splitsing (art. 2:344kk lid 1 B.W.).

      Indien de splitsende vennootschap bij de splitsing enig aandeelhouder van de verkrijgende vennootschappen wordt, zijn de artikelen 334f lid 2, onderdelen f en j, 334g lid 1, 334ll, onderdelen g en h, 334nn, 334oo en 334qq niet van toepassing.

      Bij splitsing van een naamloze of besloten vennootschap in faillissement of surséance van betaling kunnen met toepassing van artikel 334b lid 7 een of meer kapitaalvennootschappen worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, die zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141), kan voorts slechts een naamloze of besloten vennootschap als verkrijgende vennootschap worden opgericht indien de splitsende kapitaalvennootschap bij de splitsing enig aandeelhouder van deze verkrijgende vennootschap wordt.

      Extra vereisten voorstel tot grensoverschrijdende splitsing

      Het voorstel tot splitsing vermeldt naast de in artikel 334f en 334y genoemde gegevens:

      a. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de splitsing;

      b. de waarschijnlijke gevolgen van de splitsing voor de werkgelegenheid;

      c. indien van toepassing, informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 334xx in de verkrijgende vennootschappen;

      d. hoe vermogensbestanddelen worden behandeld die niet expliciet zijn opgenomen in de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving, zoals activa en passiva die onbekend zijn op de datum waarop het voorstel tot splitsing wordt opgesteld;

      e. informatie over de waardering van de activa en passiva die worden toegewezen aan elke bij de splitsing betrokken vennootschap;

      f. de datum van de laatst vastgestelde of krachtens artikel 334g opgemaakte jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling die is gebruikt om de voorwaarden voor de splitsing vast te stellen;

      g. in voorkomend geval, de verdeling onder de aandeelhouders van de splitsende vennootschap van aandelen in de verkrijgende vennootschappen, in de voortbestaande gesplitste vennootschap of in beide, alsmede volgens welke criteria deze verdeling is vastgesteld;

      h. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 334qq; en

      i. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.

      Kennisgeving voorgenomen splitsing

      Het bestuur van de splitsende vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de werknemers van de splitsende vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig artikel 334m lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het splitsingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in artikel 334h lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 van artikel 334h zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334mm lid 1 B.W.).

      Tegelijkertijd met de neerlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bij het handelsregister bedoeld in artikel 334h lid 1, legt de splitsende vennootschap ten kantore van het handelsregister de kennisgeving neer, of maakt deze langs elektronische weg bij het handelsregister openbaar. Lid 2 van artikel 334h is van overeenkomstige toepassing (art. 2:334mm lid 2 B.W.).

      In afwijking van artikel 334h lid 3 en 334aa lid 6 kondigt de splitsende vennootschap in de Staatscourant aan dat de in die leden bedoelde stukken en de kennisgeving zijn neergelegd of raadpleegbaar zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk zijn en van het adres waar zij krachtens artikel 334h lid 2 ter inzage liggen of elektronisch toegankelijk zijn (art. 2:334mm lid 3 B.W.).

      Inrichting schriftelijke toelichting grensoverschrijdend splitsingsvoorstel

      De schriftelijke toelichting, bedoeld in artikel 334g lid 1, bevat een deel voor de aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur van de splitsende vennootschap kan er ook voor kiezen om twee separate schriftelijke toelichtingen op te stellen voor de aandeelhouders en de werknemers (art. 2:334nn lid 1 B.W.).

      In aanvulling op art. 2:334z B.W. moet op grond van art. 2:334nn lid 2 B.W. voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting worden gegeven over:

      a. de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing van artikel 334qq;

      b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;

      c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;

      d. indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd;

      e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel;

      f. de gevolgen van de splitsing voor de aandeelhouders; en

      g. de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op grond van artikel 334qq.

      De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2 en in artikel 334z, is niet vereist indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen of indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder (art. 2:334nn lid 3 B.W.).

      Voor de werknemers moet krachtens art. 2:334nn lid 4 B.W. een schriftelijke toelichting worden gegeven over:

      a. de gevolgen van de splitsing voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;

      b. materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen van de vennootschap; en

      c. de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen van de splitsende vennootschap.

      De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven indien alle werknemers van de splitsende vennootschap en, in voorkomend geval, van haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de splitsende vennootschap en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben (art. 2:334nn lid 5 B.W.).

      Onverminderd het bepaalde in artikel 334h lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig artikel 334m lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het splitsingsvoorstel minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, voor werknemers van de splitsende vennootschap (art. 2:334nn lid 6 B.W.).

      Indien de ondernemingsraad van de splitsende vennootschap of een vereniging van werknemers die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel 334h lid 4 of artikel 334mm lid 1, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke toelichting gehecht (art. 2:334nn lid 7 B.W.).

      Wanneer geen schriftelijke toelichting grensoverschrijdende splitsing vereist

      Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en 5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers niet hoeft te worden gegeven (art. 2:334nn lid 8 B.W.).

      Verklaring ex art. 2:334aa lid 2 B.W.

      Een verklaring als bedoeld in artikel 334aa lid 2 is alleen vereist indien een splitsende naamloze vennootschap met haar statutaire zetel in Nederland na de splitsing voortbestaat. In dat geval moet in deze verklaring het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die de vennootschap onmiddellijk na de splitsing krachtens de wet of de statuten moet aanhouden, voorts worden vermeerderd met het totaal bedrag van schadeloosstellingen waarop aandeelhouders op grond van artikel 334qq recht kunnen doen gelden (art. 2:334oo lid 1 B.W.).

      In aanvulling op artikel 334aa lid 1 moet de accountant verklaren of de voorgestelde schadeloosstelling bij toepassing van artikel 334qq naar zijn oordeel redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening met de eventuele marktprijs van de aandelen in de splitsende vennootschap vóór de aankondiging van het splitsingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief de gevolgen van de voorgestelde splitsing, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen, de vaststelling van de schadeloosstelling of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen, de schadeloosstelling of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de accountant zijn verklaring als bedoeld in artikel 334aa lid 1 en dit lid op met inachtneming daarvan (art. 2:334oo lid 2 B.W.).

      In het verslag als bedoeld in artikel 334aa lid 3 vermeldt de accountant zijn oordeel over de mededelingen, bedoeld in artikel 334nn lid 2, onderdelen a tot en met e (art. 2:334oo lid 3 B.W.).

      De leden 2 en 3 van dit artikel en artikel 334aa leden 1 en 3 blijven buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder. De leden 2 en 3 van dit artikel blijven voorts buiten toepassing indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen overeenkomstig artikel 334aa lid 7 (art. 2:334oo lid 4 B.W.).

      Quorum besluit AVA grensoverschrijdende splitsing

      Voor het besluit tot splitsing van de algemene vergadering is een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist (art. 2:334pp lid 1 B.W.).

      In het geval uit het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 334m voortvloeit dat de vereiste meerderheid voor het besluit tot splitsing meer bedraagt dan 90% van de uitgebrachte stemmen of vereist wordt dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, wordt het besluit tot splitsing genomen met 90% van de uitgebrachte stemmen of in een vergadering waar 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd (art. 2:334pp lid 2 B.W.).

      Artikel 231 lid 4 is niet van toepassing ten aanzien van een besluit tot splitsing (art. 2:334pp lid 3 B.W.).

      Verzoek tot schadeloosstelling aandeelhouder bij grensoverschrijdende splitsing

      Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is, kan de aandeelhouder van de splitsende vennootschap die tegen het splitsingsvoorstel heeft gestemd, alsmede iedere houder van aandelen zonder stemrecht, die krachtens de ruilverhouding recht heeft op aandelen van die verkrijgende vennootschap een verzoek tot schadeloosstelling indienen. De houder van aandelen die dit verzoek indient, krijgt geen aandelen toegekend van de verkrijgende vennootschap naar het recht van de andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Een verzoek tot schadeloosstelling wordt ingediend bij de splitsende vennootschap binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De splitsende vennootschap geeft een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen (art. 2:334qq lid 1 B.W.).

      Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders van certificaten van aandelen als bedoeld in artikel 118a (art. 2:334qq lid 2 B.W.).

      De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding (art. 2:334qq lid 3 B.W.).

      De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst (art. 2:334qq lid 4 B.W.).

      De aandeelhouder van de splitsende vennootschap die niet over de mogelijkheid beschikt om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of die geen verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen niet redelijk is, kan verzoeken om de ruilverhouding opnieuw te laten bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek kan niet leiden tot een aanpassing van de ruilverhouding ten nadele van de verzoekende aandeelhouder. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding. Het verzoek staat niet in de weg aan het afgeven van de verklaring, bedoeld in artikel 334uu lid 3, door de notaris, respectievelijk het verlijden van de akte, bedoeld in artikel 334n lid 1 (art. 2:334qq lid 5 B.W.).

      De bepaling van de ruilverhouding van de aandelen door de onafhankelijke deskundigen als bedoeld in het vorige lid is bindend voor de verkrijgende vennootschappen, voor de splitsende vennootschap indien deze vennootschap na de splitsing voortbestaat en voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die niet over de mogelijkheid beschikken om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of geen verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de bepaling van de ruilverhouding van de aandelen alleen bindend voor de partijen bij die overeenkomst. Overeenkomstig de ruilverhouding van de aandelen zoals bepaald door de deskundigen wordt de aandeelhouder gecompenseerd door bijbetaling van een bedrag in geld (art. 2:334qq lid 6 B.W.).

      Verzet schuldenaar tegen grensoverschrijdende splitsing

      In afwijking van artikel 334l lid 1, eerste zin, kan iedere schuldeiser tot drie maanden nadat de splitsende vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel heeft aangekondigd door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen dit voorstel in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd (art. 2:334rr lid 1 B.W.).

      De op grond van artikel 334k of 334l aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de splitsing van kracht wordt (art. 2:334rr lid 2 B.W.).

      Onduidelijk vermogensbestanddelen bij grensoverschrijdende splitsing

      De leden 2 tot en met 4 zijn van toepassing indien van vermogensbestanddelen aan de hand van de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving niet kan worden bepaald welke vennootschap daarop na de splitsing rechthebbende is en de in artikel 334ll onder d bedoelde beschrijving van de behandeling van vermogensbestanddelen die niet zijn opgenomen in de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving en een interpretatie van het voorstel tot splitsing geen uitsluitsel geeft over de toewijzing daarvan (art. 2:334ss lid 1 B.W.).

      Indien de gesplitste vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, zijn de verkrijgende vennootschappen gezamenlijk rechthebbende. Elke verkrijgende vennootschap deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen van de gesplitste vennootschap dat zij verkrijgt (art. 2:334ss lid 2 B.W.).

      Indien de gesplitste vennootschap na de splitsing voortbestaat, zijn de verkrijgende vennootschappen en de gesplitste vennootschap gezamenlijk rechthebbende. Elke vennootschap deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen dat zij verkrijgt (art. 2:334ss lid 3 B.W.).

      Voor zover verkrijgende vennootschappen uit hoofde van de leden 2 en 3 aansprakelijk zijn voor schulden, zijn zij hoofdelijk verbonden (art. 2:334ss lid 4 B.W.).

      Ondeelbare verbintenissen bij grensoverschrijdende splitsing

      In afwijking van artikel 334t lid 2 is voor ondeelbare verbintenissen van de gesplitste vennootschap de verkrijgende vennootschap waarop de verbintenis is overgegaan of, zo de verbintenis niet op een verkrijgende vennootschap is overgegaan, de voortbestaande gesplitste vennootschap voor het geheel aansprakelijk. De aansprakelijkheid voor ondeelbare verbintenissen van de gesplitste vennootschap is voor elke andere vennootschap beperkt tot de waarde van het vermogen dat zij bij de splitsing heeft verkregen of behouden (art. 2:334tt B.W.).

      Splitsende vennootschap is vennootschap naar Nederlands recht

      Indien de splitsende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, is op grond van art. 2:334uu lid 1 B.W. het bepaalde in art. 2:334n lid 1 B.W., eerste zin van toepassing, met dien verstande dat de grensoverschrijdende splitsing van kracht wordt met ingang van de dag na die waarop aan de volgende voorwaarden is voldaan:

      a. de akte, bedoeld in artikel 334n lid 1, is verleden;

      b. de verklaring, bedoeld in lid 3 van dit artikel, is afgegeven;

      c. het toezicht op de grensoverschrijdende splitsing is voltooid door de bevoegde instantie van de lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar de verkrijgende vennootschappen opgericht worden, bedoeld in artikel 160sexdecies lid 1 van richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169/46), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 (PbEU 2019, L 321/1); en

      d. de beheerder van het handelsregister de mededelingen, bedoeld in artikel 334ww lid 1, tweede zin, heeft ontvangen.

      De leden 1, tweede zin, 2, eerste zin, en 3 van artikel 334n zijn niet van toepassing (art. 2:334uu lid 1 B.W.).

      De notaris verklaart op aanvraag van de splitsende vennootschap naar Nederlands recht dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende splitsing en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt daartoe de door de splitsende vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie, bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de splitsende vennootschappen dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 334xx lid 3 van start is gegaan (art. 2:334uu lid 3 B.W.).

      Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris moeten krachtens art. 2:334uu lid 4 B.W. door de splitsende vennootschap ten minste de volgende stukken overlegd worden:

      a. het splitsingsvoorstel;

      b. de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd in artikel 334h lid 4, alsmede de verklaringen en het verslag van de accountant, genoemd in artikel 334oo, indien zij beschikbaar zijn;

      c. alle overeenkomstig artikel 334mm lid 1 ingediende opmerkingen van de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de splitsende vennootschap;

      d. informatie over het besluit tot splitsing genomen door de algemene vergadering overeenkomstig artikel 334m lid 1;

      e. informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het splitsingsvoorstel;

      f. informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats; en

      g. informatie over de nakoming van verbintenissen van de splitsende vennootschap ten aanzien van overheidsinstanties.

      De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie, door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.

      De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 3, eerst afgeven indien geen verzoek tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 334qq lid 1 is ingediend, indien de schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 3 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin is niet van toepassing in het geval de splitsende vennootschap heeft besloten dat een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen. De verplichting tot betaling van de schadeloosstelling is hoofdelijk. Indien de splitsende vennootschap heeft besloten dat een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen, vermeldt de notaris in de verklaring dat een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 3 is ingediend en voldoet de verkrijgende vennootschap binnen twee maanden na het van kracht worden van de splitsing de schadeloosstelling. De notaris vermeldt tevens wanneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 334rr lid 1, is verstreken of zal verstrijken en, indien van toepassing, dat een verzoek als bedoeld in artikel 334qq lid 5 is ingediend (art. 2:334uu lid 5 B.W.).

      De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 3, af binnen drie maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen. De notaris geeft de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige voor de grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften als bedoeld in lid 3 niet zijn nageleefd. De notaris stelt de splitsende vennootschap in kennis van de redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen (art. 2:334uu lid 6 B.W.).

      Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de verklaring, bedoeld in lid 3, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden (art. 2:334uu lid 7 B.W.).

      Indien de notaris bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels heeft of de grensoverschrijdende splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden neemt hij de relevante feiten en omstandigheden in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring kennis heeft genomen (art. 2:334uu lid 8 B.W.). De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend geval:

      a. de splitsende vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende splitsing van een lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten vragen; en

      b. een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.

      De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen door de aanvrager van de verklaring.

      Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten, kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 6, voor drie maanden verlengen. Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende splitsing niet mogelijk is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels als bedoeld in lid 8 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen (art. 2:334uu lid 9 B.W.).

      De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 3, neer ten kantore van het handelsregister. De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat of lidstaten waar de verkrijgende vennootschappen worden ingeschreven (art. 2:334uu lid 10 B.W.).

      Verklaring notaris inachtneming vormvoorschriften bij grensoverschrijdende splitsing

      Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, verklaart de notaris op aanvraag van de splitsende vennootschap dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende splitsing en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd, dat de verkrijgende vennootschap voldoet aan de voorschriften voor oprichting van een vennootschap naar Nederlands recht en, indien van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 334xx. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het aan de splitsing voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan de splitsende vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de splitsing voorafgaande attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de splitsing voorafgaande procedures en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat (art. 2:334vv lid 1 B.W.).

      Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de splitsende vennootschap met de notaris het besluit tot splitsing van de algemene vergadering. De aanvraag van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden (art. 2:334vv lid 2 B.W.).

      Ten aanzien van de door een verkrijgende naamloze vennootschap toegekende aandelen is artikel 94a leden 1, 2, 6, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing. Een ingevolge artikel 94a vereiste verklaring van een accountant wordt gehecht aan de verklaring als bedoeld in lid 1 (art. 2:334vv lid 3 B.W.).

      De splitsende vennootschap doet een verkrijgende vennootschap binnen acht dagen na de afgifte van de verklaring als bedoeld in lid 1 inschrijven in het handelsregister. De splitsende vennootschap doet aan het handelsregister opgave van het register waar die vennootschap staat ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer bij het register waarin de gegevens betreffende die vennootschap zijn ingeschreven. Bij elke inschrijving van een verkrijgende vennootschap wordt een afschrift van de verklaring als bedoeld in lid 1 ten kantore van het handelsregister neergelegd (art. 2:334vv lid 4 B.W.).

      Indien de splitsende vennootschap een kapitaalvennootschap is naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte en bij de grensoverschrijdende splitsing een of meer vennootschappen naar Nederlands recht worden opgericht, wordt in afwijking van artikel 334n lid 1 de splitsing van kracht op de wijze en de datum bepaald door het recht van het land waar de splitsende vennootschap haar statutaire zetel heeft, met dien verstande dat deze datum in ieder geval niet eerder kan zijn dan de datum waarop de notaris een verklaring als bedoeld in lid 1 heeft afgegeven en de beheerder van het handelsregister de mededeling, bedoeld in artikel 334ww lid 1, eerste zin, heeft gedaan (art. 2:334vv lid 5 B.W.).

      Mededeling handelsregister verkrijgende vennootschap aan dat van gesplitste vennootschap

      De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap is ingeschreven, doet onverwijld na deze inschrijving mededeling daarvan aan het register waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven, haalt onverwijld na ontvangst van al de mededelingen van de registers waar de verkrijgende vennootschappen staan ingeschreven de inschrijving door van de gesplitste vennootschap, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap staat ingeschreven, doet na het van kracht worden van de splitsing als bedoeld in artikel 334uu lid 1, eerste zin, mededeling daarvan aan de registers waar de verkrijgende vennootschappen staan ingeschreven (art. 2:334ww lid 1 B.W.).

      De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap staat ingeschreven, schrijft in het register in dat de registratie van de verkrijgende vennootschap het gevolg is van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de data van deze registratie en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen (art. 2:334ww lid 2 B.W.).

      De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap stond ingeschreven, schrijft, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, in het register in dat de doorhaling van de gesplitste vennootschap uit het register het gevolg is van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen (art. 2:334ww lid 3 B.W.).

      De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschappen staat ingeschreven, schrijft, indien die vennootschap na de splitsing voortbestaat, in het register het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen in (art. 2:334ww lid 4 B.W.).

      Medezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing

      In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 1 B.W.).

      Een verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft (art. 2:334xx lid 2 B.W.).

      In afwijking van lid 2 wordt op grond van art. 2:334xx lid 3 B.W. de medezeggenschap bij een verkrijgende vennootschap geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot en met veertien en lid zestien, indien:

      a. bij de splitsende vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bedoeld in artikel 334h een gemiddeld aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing op de splitsende vennootschap, of

      b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet voorziet in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is op de splitsende vennootschap vóór de grensoverschrijdende splitsing, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevende orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of

      c. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de verkrijgende vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waar de verkrijgende vennootschap haar statutaire zetel heeft.

      De splitsende vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het splitsingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in voor elke verkrijgende vennootschap overeenkomstig de artikelen 1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 4 B.W.).

      De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een schriftelijke overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met inachtneming van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 5 B.W.).

      De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid 1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen. Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de splitsende vennootschap het geval is (art. 2:334xx lid 6 B.W.).

      De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende een periode van zes maanden. De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin (art. 2:334xx lid 7 B.W.).

      De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen (art. 2:334xx lid 8 B.W.).

      Indien er in de splitsende vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen. Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat een verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft (art. 2:334xx lid 9 B.W.).

      Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd (art. 2:334xx lid 10 B.W.).

      De algemene vergadering kan aan het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap (art. 2:334xx lid 11 B.W.).

      De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing op een verkrijgende vennootschap indien de splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen (art. 2:334xx lid 12 B.W.).

      Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de splitsende vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften worden toegepast en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen als bedoeld in lid 9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen met betrekking tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen, vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt, van overeenkomstige toepassing zijn op een verkrijgende vennootschap (art. 2:334xx lid 13 B.W.).

      Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670 leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 14 B.W.).

      Indien een verkrijgende vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van de splitsing deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met veertien van overeenkomstige toepassing (art. 2:334xx lid 15 B.W.).

      De splitsende vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten van de onderhandelingen (art. 2:334xx lid 16 B.W.).

      Geen nietigheid of vernietiging bij grensoverschrijdende splitsing

      De nietigheid of vernietiging van een splitsing op grond van deze afdeling kan niet worden uitgesproken (art. 2:334yy B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 2-09-2023]

      Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende splitsingen (Afd. 6, Titel 7, Boek 2 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!