Energieleverancier failliet: wat nu?
Als je energieleverancier failliet gaat, dan dreigt als gevolg daarvan de levering van elektra en gas gestaakt te worden. Dat is voor de klanten van zo’n nutsbedrijf natuurlijk een enorm probleem. De wetgever heeft echter twee regelingen in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat de levering van energie toch doorloopt. Maar daarbij kan een nieuw probleem opduiken: wat gaat de nieuwe leverancier in rekening brengen? Want met die leverancier had je geen contract. Een recente uitspraak van rechtbank Zeeland West-Brabant biedt een mooi inkijkje op de gevolgen voor de klant van het faillissement van zo’n energiebedrijf, in dit geval Anode Energie.
Wanneer de energieleverancier failliet gaat, zal de curator in het faillissement het klantenbestand verkopen aan een andere energieleverancier. De failliete leverancier kan immers haar verplichtingen niet meer nakomen, en de curator zal in het geval van faillissement van een energieleverancier de onderneming nog slechts korte tijd mogen voortzetten om een oplossing te vinden voor de ontstane situatie.
Gevolgen van faillissement en surseance voor lopende overeenkomsten; algemene regels
Normaal gesproken regelt art. 37 Fw. de gevolgen van het faillissement voor lopende overeenkomsten. De curator is niet langer verplicht na te komen, maar de wederpartij kan vragen of hij dat wel wil. Dat zal de curator doorgaans alleen doen als dit voor de boedel gunstig is, en curatoren worden verondersteld te liquideren en niet ondernemertje te spelen met een failliete onderneming. Zie de pagina Lopende overeenkomsten en faillissement.
Bij surseance geldt, dat de bewindvoerder de onderneming alleen mag voortzetten als die na datum surseance de broek kan ophouden – waarbij de oude schulden geparkeerd worden. Is de onderneming dan nog steeds verliesgevend, dan moet hij omzetting in faillissement vragen. Dat gebeurt in ca. 95% van de surseances binnen enkele dagen. Zie ook de pagina Verlening en gevolgen van de surseance, dat vergelijkbare bepalingen bevat voor lopende overeenkomsten zoals die gelden bij faillissement.
Voor de situatie dat de insolvente onderneming een energieleverancier is gelden echter als gezegd aparte regelingen.
Elektriciteitswet en Gaswet en Besluiten leveringszekerheid
De levering van energie is geregeld in de Elektriciteitswet 1998 en in de Gaswet. De energieleverancier heeft op grond van die wetten voor het leveren van elektra en gas een leveringsvergunning nodig. Deze vergunning wordt (kennelijk) verstrekt door de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM). Wanneer het bedrijf failliet gaat, dan wordt die vergunning door de ACM ingetrokken, en dat gebeurde ook toen Anode Energie op 3 december 2021 failliet ging.
De wetgever heeft voor die situatie een vangnet in het leven geroepen met het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 en het Besluit leveringszekerheid Gaswet. Globaal beschreven houdt deze regeling het onderstaande in.
Het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet is een summiere regeling, die inhoudelijk eigenlijk maar één bepaling kent (art. 2 Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet). De leverancier die voorziet dat hij failliet gaat en niet meer zal kunnen leveren aan consumenten (kleinverbruikers), moet dit onmiddellijk melden aan de netbeheerder en aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Deze treedt dan in overleg met de bewindvoerder in surseance dan wel de curator (meestal wordt de bewindvoerder al snel de curator).
Op grond van art. 2 lid 5 BLE volgt er na een beschikking van de ACM een standstill periode van 10 werkdagen (lid 5 sub a). Gedurende die tijd mag de consument niet overstappen, en moet de leverancier doorleveren. Het klantenbestand wordt vervolgens overgedragen aan een andere leverancier (of aan meerdere leveranciers) (lid 5 sub b). In de tussentijd staat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet garant voor de doorlevering, als de boedel onvoldoende middelen heeft (lid 5 sub c).
Lukt het niet tijdig dit geregeld te krijgen, dan treeft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in de plaats van de leverancier, en zoekt deze een andere leverancier op (lid 6).
In overeenkomsten met of algemene voorwaarden van energieleveranciers mag niet worden bedongen dat de leveringsovereenkomst eindigt door surseance of faillissement (lid 9).
De regeling in het besluit inzake gaslevering bevat een ongeveer gelijke regeling in art. 3 Besluit leveringszekerheid Gaswet. Daar neemt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de rol in die bij elektriciteit is weggelegd voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
Faillissement van Anode Energie
In het faillissement van Anode Energie vonden deze regelingen dus ook toepassing. De curator, mr. Chr. Groenewoud van DVDW Advocaten, bereikte overeenstemming met VanHelder over de verkoop en overdracht van het klantenbestand van Anode Energie, die aldus de leveringsverplichtingen aan de klanten van Anode Energie overnam (zie de website van DVDW).
Naar aanleiding van deze overdracht van het klantenbestand aan VanHelder ontstond er een geschil tussen een oud-Anode klant en VanHelder (die in de uitspraak geanonimiseerd is – waarom is niet helder het is toch gewoon een bedrijf en die informatie is eenvoudig te vinden op de website van bvb. DVDW Advocaten).
Geschil consument met nieuwe energieleverancier over de energierekening
Ktr. Zeeland West-Brabant d.d. 21 juni 2023 werpt licht op de praktische uitvoering van deze regelingen.
Een consument had een contract had met Anode Energie. Als gevolg van het faillissement en de overdracht van het klantenbestand door de curator aan VanHelder als opvolgende leverancier krachtens de hiervoor beschreven Besluiten leveringszekerheid werd VanHelder de nieuwe leverancier van deze klant. Je ziet hier de wettelijke termijnen goed terug: Anode ging failliet op 3 december 2021 en VanHelder nam vanaf 13 december 2021 de levering over. Wel makkelijk: de overeenkomsten werden voor Anode beheerd door ‘Gezinsenergie’ als tussenpersoon, en VanHelder koos ervoor deze zelfde tussenpersoon te gebruiken.
VanHelder stuurde – zonder dat er een nieuw contract was gesloten tussen de consument en VanHelder – rekeningen voor het energieverbruik.
Gezinsenergie heeft in een e-mail van 13 december 2021 aan de klanten van Anode laten weten, dat Anode failliet is, dat zij met VanHelder de klanten van Anode heeft overgenomen en dat zij per 13 december 2021 energie zullen gaan leveren. Zij wijst de klant op de wettelijke overgangsperiode van 30 dagen waarin de klant het contract kan opzeggen. Verder schrijft zij dat zij binnen korte tijd een e-mail zal sturen met het termijnbedrag, de tarieven en de voorwaarden.
Op 1 maart 2022 heeft Gezinsenergie een eindnota opgesteld over de periode 13 december 2021 tot en met 26 januari 2022 ter hoogte van € 1.787,56. De klant heeft deze niet betaald. Op 19 april 2022 heeft Gezinsenergie een ‘vooraankondiging beëindiging levering’ gestuurd en op 25 april 2022 een ‘slotbrief eindnota’. De klant was inmiddels overgestapt op een andere leverancier. Nadat de klant deze eindafrekening niet betaalde is VanHelder een incassoprocedure gestart.
In r.o. 3.3 schetst de Kantonrechter het verweer van de klant. De overgang naar de nieuwe leverancier zorgde voor veel onduidelijkheid bij de klant. Bovendien rekende Gezinsenergie nu ineens een veel hogere prijs voor met name gas. Er was geen discussie over de hoeveelheid geleverde elektriceit en gas, maar wel over de gehanteerde prijs.
De Kantonrechter overweegt aldus (r.o. 4.2):
“4.2 De Besluiten Leveringszekerheid bieden geen rechtstreekse grondslag voor de betalingsverplichting van de ‘nieuwe’ klant en bepalen ook niet dat een energieleverancier die klanten overneemt zoals bepaald in artikel 2 lid 5 onder b daarbij eigen voorwaarden en tarieven mag hanteren. Dit komt de kantonrechter ook onredelijk voor, nu de klant ongevraagd een nieuwe energieleverancier krijgt, de eerste 20 werkdagen ook niet kan overstappen en bij een dergelijke overname dus geen enkele zeggenschap heeft.”
VanHelder had ook niet – althans onvoldoende – gesteld dan wel onderbouwd op basis waarvan zij de door haar gehanteerde (hogere) tarieven bij [gedaagde] in rekening mocht brengen.
De e-mail van Gezinsenergie had de klant niet bereikt, en deze had ook niet ingestemd met het aanbod tot het aangaan van een nieuw contract met VanHelder. Daardoor waren ook de algemene voorwaarden van VanHelder niet van toepassing, want daarvoor is immers wilsovereenstemming en terhandstelling vereist. Dat is belangrijk, want als een klant na de overname wel heeft ingestemd zijn de kaarten natuurlijk anders geschud en gelden de voorwaarden van de nieuwe leverancier. Zie ook de pagina Algemene voorwaarden.
De Kantonrechter stelt de energieprijs daarom naar redelijkheid vast:
“4.3 Gelet op het voorgaande zal het bedrag dat gedaagde verschuldigd is voor de ontvangen energie in redelijkheid moeten worden vastgesteld. De kantonrechter ziet aanleiding dit schattenderwijs te benaderen. Daarvoor wordt aansluiting gezocht bij de volgende door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgestelde gemiddelde energietarieven voor de periode in kwestie:
Uitgaande van bovengenoemde vaste en variabele leveringstarieven inclusief btw en de geleverde hoeveelheden van 709,0 kWh elektriciteit en 516,0 m³ gas, zal de kantonrechter een bedrag van € 750,00 als redelijk door gedaagde te betalen bedrag voor de door VanHelder geleverde energie toewijzen.”
Doordat de vordering van VanHelder was afgewezen hield de vordering inzake rente en buitengerechtelijke kosten ook geen stand.
Kortom: de consument wordt bij faillissement van de energieleverancier beschermd en ontzorgd
Een aansluiting op het elektriciteitsnet en gasvoorziening voor warmte en energie zijn uiteraard van groot belang voor het dagelijks welzijn in huis. Koken en verwarming zijn broodnodig.
Daarom wordt de consument beschermd wanneer de energieleverancier failliet gaat. Anders dan bij andere lopende contracten is er een wettelijke regeling die de overgang naar een nieuwe leverancier bij faillissement van de eigen leverancier waarborgt. Dat het een onzekere periode is waarin veel niet helder kan zijn voor de consument is onvermijdelijk, maar de klant blijft niet verstoken van elektra en gas.
[MdV, 24-11-2023]
Energieleverancier failliet: wat nu?
Als je energieleverancier failliet gaat, dan dreigt als gevolg daarvan de levering van elektra en gas gestaakt te worden. Dat is voor de klanten van zo’n nutsbedrijf natuurlijk een enorm probleem. De wetgever heeft echter twee regelingen in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat de levering van energie toch doorloopt. Maar daarbij kan een nieuw probleem opduiken: wat gaat de nieuwe leverancier in rekening brengen? Want met die leverancier had je geen contract. Een recente uitspraak van rechtbank Zeeland West-Brabant biedt een mooi inkijkje op de gevolgen voor de klant van het faillissement van zo’n energiebedrijf, in dit geval Anode Energie.
Wanneer de energieleverancier failliet gaat, zal de curator in het faillissement het klantenbestand verkopen aan een andere energieleverancier. De failliete leverancier kan immers haar verplichtingen niet meer nakomen, en de curator zal in het geval van faillissement van een energieleverancier de onderneming nog slechts korte tijd mogen voortzetten om een oplossing te vinden voor de ontstane situatie.
Gevolgen van faillissement en surseance voor lopende overeenkomsten; algemene regels
Normaal gesproken regelt art. 37 Fw. de gevolgen van het faillissement voor lopende overeenkomsten. De curator is niet langer verplicht na te komen, maar de wederpartij kan vragen of hij dat wel wil. Dat zal de curator doorgaans alleen doen als dit voor de boedel gunstig is, en curatoren worden verondersteld te liquideren en niet ondernemertje te spelen met een failliete onderneming. Zie de pagina Lopende overeenkomsten en faillissement.
Bij surseance geldt, dat de bewindvoerder de onderneming alleen mag voortzetten als die na datum surseance de broek kan ophouden – waarbij de oude schulden geparkeerd worden. Is de onderneming dan nog steeds verliesgevend, dan moet hij omzetting in faillissement vragen. Dat gebeurt in ca. 95% van de surseances binnen enkele dagen. Zie ook de pagina Verlening en gevolgen van de surseance, dat vergelijkbare bepalingen bevat voor lopende overeenkomsten zoals die gelden bij faillissement.
Voor de situatie dat de insolvente onderneming een energieleverancier is gelden echter als gezegd aparte regelingen.
Elektriciteitswet en Gaswet en Besluiten leveringszekerheid
De levering van energie is geregeld in de Elektriciteitswet 1998 en in de Gaswet. De energieleverancier heeft op grond van die wetten voor het leveren van elektra en gas een leveringsvergunning nodig. Deze vergunning wordt (kennelijk) verstrekt door de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM). Wanneer het bedrijf failliet gaat, dan wordt die vergunning door de ACM ingetrokken, en dat gebeurde ook toen Anode Energie op 3 december 2021 failliet ging.
De wetgever heeft voor die situatie een vangnet in het leven geroepen met het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 en het Besluit leveringszekerheid Gaswet. Globaal beschreven houdt deze regeling het onderstaande in.
Het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet is een summiere regeling, die inhoudelijk eigenlijk maar één bepaling kent (art. 2 Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet). De leverancier die voorziet dat hij failliet gaat en niet meer zal kunnen leveren aan consumenten (kleinverbruikers), moet dit onmiddellijk melden aan de netbeheerder en aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Deze treedt dan in overleg met de bewindvoerder in surseance dan wel de curator (meestal wordt de bewindvoerder al snel de curator).
Op grond van art. 2 lid 5 BLE volgt er na een beschikking van de ACM een standstill periode van 10 werkdagen (lid 5 sub a). Gedurende die tijd mag de consument niet overstappen, en moet de leverancier doorleveren. Het klantenbestand wordt vervolgens overgedragen aan een andere leverancier (of aan meerdere leveranciers) (lid 5 sub b). In de tussentijd staat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet garant voor de doorlevering, als de boedel onvoldoende middelen heeft (lid 5 sub c).
Lukt het niet tijdig dit geregeld te krijgen, dan treeft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in de plaats van de leverancier, en zoekt deze een andere leverancier op (lid 6).
In overeenkomsten met of algemene voorwaarden van energieleveranciers mag niet worden bedongen dat de leveringsovereenkomst eindigt door surseance of faillissement (lid 9).
De regeling in het besluit inzake gaslevering bevat een ongeveer gelijke regeling in art. 3 Besluit leveringszekerheid Gaswet. Daar neemt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de rol in die bij elektriciteit is weggelegd voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
Faillissement van Anode Energie
In het faillissement van Anode Energie vonden deze regelingen dus ook toepassing. De curator, mr. Chr. Groenewoud van DVDW Advocaten, bereikte overeenstemming met VanHelder over de verkoop en overdracht van het klantenbestand van Anode Energie, die aldus de leveringsverplichtingen aan de klanten van Anode Energie overnam (zie de website van DVDW).
Naar aanleiding van deze overdracht van het klantenbestand aan VanHelder ontstond er een geschil tussen een oud-Anode klant en VanHelder (die in de uitspraak geanonimiseerd is – waarom is niet helder het is toch gewoon een bedrijf en die informatie is eenvoudig te vinden op de website van bvb. DVDW Advocaten).
Geschil consument met nieuwe energieleverancier over de energierekening
Ktr. Zeeland West-Brabant d.d. 21 juni 2023 werpt licht op de praktische uitvoering van deze regelingen.
Een consument had een contract had met Anode Energie. Als gevolg van het faillissement en de overdracht van het klantenbestand door de curator aan VanHelder als opvolgende leverancier krachtens de hiervoor beschreven Besluiten leveringszekerheid werd VanHelder de nieuwe leverancier van deze klant. Je ziet hier de wettelijke termijnen goed terug: Anode ging failliet op 3 december 2021 en VanHelder nam vanaf 13 december 2021 de levering over. Wel makkelijk: de overeenkomsten werden voor Anode beheerd door ‘Gezinsenergie’ als tussenpersoon, en VanHelder koos ervoor deze zelfde tussenpersoon te gebruiken.
VanHelder stuurde – zonder dat er een nieuw contract was gesloten tussen de consument en VanHelder – rekeningen voor het energieverbruik.
Gezinsenergie heeft in een e-mail van 13 december 2021 aan de klanten van Anode laten weten, dat Anode failliet is, dat zij met VanHelder de klanten van Anode heeft overgenomen en dat zij per 13 december 2021 energie zullen gaan leveren. Zij wijst de klant op de wettelijke overgangsperiode van 30 dagen waarin de klant het contract kan opzeggen. Verder schrijft zij dat zij binnen korte tijd een e-mail zal sturen met het termijnbedrag, de tarieven en de voorwaarden.
Op 1 maart 2022 heeft Gezinsenergie een eindnota opgesteld over de periode 13 december 2021 tot en met 26 januari 2022 ter hoogte van € 1.787,56. De klant heeft deze niet betaald. Op 19 april 2022 heeft Gezinsenergie een ‘vooraankondiging beëindiging levering’ gestuurd en op 25 april 2022 een ‘slotbrief eindnota’. De klant was inmiddels overgestapt op een andere leverancier. Nadat de klant deze eindafrekening niet betaalde is VanHelder een incassoprocedure gestart.
In r.o. 3.3 schetst de Kantonrechter het verweer van de klant. De overgang naar de nieuwe leverancier zorgde voor veel onduidelijkheid bij de klant. Bovendien rekende Gezinsenergie nu ineens een veel hogere prijs voor met name gas. Er was geen discussie over de hoeveelheid geleverde elektriceit en gas, maar wel over de gehanteerde prijs.
De Kantonrechter overweegt aldus (r.o. 4.2):
“4.2 De Besluiten Leveringszekerheid bieden geen rechtstreekse grondslag voor de betalingsverplichting van de ‘nieuwe’ klant en bepalen ook niet dat een energieleverancier die klanten overneemt zoals bepaald in artikel 2 lid 5 onder b daarbij eigen voorwaarden en tarieven mag hanteren. Dit komt de kantonrechter ook onredelijk voor, nu de klant ongevraagd een nieuwe energieleverancier krijgt, de eerste 20 werkdagen ook niet kan overstappen en bij een dergelijke overname dus geen enkele zeggenschap heeft.”
VanHelder had ook niet – althans onvoldoende – gesteld dan wel onderbouwd op basis waarvan zij de door haar gehanteerde (hogere) tarieven bij [gedaagde] in rekening mocht brengen.
De e-mail van Gezinsenergie had de klant niet bereikt, en deze had ook niet ingestemd met het aanbod tot het aangaan van een nieuw contract met VanHelder. Daardoor waren ook de algemene voorwaarden van VanHelder niet van toepassing, want daarvoor is immers wilsovereenstemming en terhandstelling vereist. Dat is belangrijk, want als een klant na de overname wel heeft ingestemd zijn de kaarten natuurlijk anders geschud en gelden de voorwaarden van de nieuwe leverancier. Zie ook de pagina Algemene voorwaarden.
De Kantonrechter stelt de energieprijs daarom naar redelijkheid vast:
“4.3 Gelet op het voorgaande zal het bedrag dat gedaagde verschuldigd is voor de ontvangen energie in redelijkheid moeten worden vastgesteld. De kantonrechter ziet aanleiding dit schattenderwijs te benaderen. Daarvoor wordt aansluiting gezocht bij de volgende door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgestelde gemiddelde energietarieven voor de periode in kwestie:
Uitgaande van bovengenoemde vaste en variabele leveringstarieven inclusief btw en de geleverde hoeveelheden van 709,0 kWh elektriciteit en 516,0 m³ gas, zal de kantonrechter een bedrag van € 750,00 als redelijk door gedaagde te betalen bedrag voor de door VanHelder geleverde energie toewijzen.”
Doordat de vordering van VanHelder was afgewezen hield de vordering inzake rente en buitengerechtelijke kosten ook geen stand.
Kortom: de consument wordt bij faillissement van de energieleverancier beschermd en ontzorgd
Een aansluiting op het elektriciteitsnet en gasvoorziening voor warmte en energie zijn uiteraard van groot belang voor het dagelijks welzijn in huis. Koken en verwarming zijn broodnodig.
Daarom wordt de consument beschermd wanneer de energieleverancier failliet gaat. Anders dan bij andere lopende contracten is er een wettelijke regeling die de overgang naar een nieuwe leverancier bij faillissement van de eigen leverancier waarborgt. Dat het een onzekere periode is waarin veel niet helder kan zijn voor de consument is onvermijdelijk, maar de klant blijft niet verstoken van elektra en gas.
[MdV, 24-11-2023]