Pagina inhoud

    Commissie uit de schuldeisers (Par. 3, Afd. 3, Titel 1 Fw.)

    Inleiding commissie uit de schuldeisers in faillissement

    De Faillissementswet gaat er van uit, dat er een soort democratisch toezicht plaatsvindt op het bestuur en beheer van de boedel door een commissie uit de schuldeisers. Deze instantie is geregeld in Par. 3, Afd. 3, Titel I Fw.. In de praktijk wordt een commissie uit de schuldeisers echter slechts bij hoge uitzondering aangewezen, en dan met name in de grotere faillissementen.

    Benoeming commissie van schuldeisers

    Voorlopige commissie van schuldeisers

    Indien de omvang of de aard van de boedel dat nodig maken, kan de rechtbank op grond van art. 74 Fw. bij het vonnis van faillietverklaring of bij latere beschikking uit de bekende schuldeisers een voorlopige commissie van één tot drie leden te benoemen. De commissie bestaat uit een oneven aantal leden en vertegenwoordigt belangrijke groepen van schuldeisers. De voorlopige commissie voorziet de curator van advies gedurende de periode dat er nog geen definitieve commissie van schuldeisers is aangesteld.

    Wanneer een lid van de commissie de aanstelling afwijst, of niet in staat is dan wel aftreedt of wordt ontslagen, voorziet de rechtbank uit een voordracht van schuldeisers door de rechter-commissaris (art. 74 lid 2 Fw.).

    Definitieve commissie van schuldeisers

    Tijdens de verificatievergadering zal de rechter-commissaris, na afloop van de verificatie en na raadpleging van de schuldeisers, definitief een commissie benoemen bestaande uit één tot maximaal drie leden (art. 75 lid 1 Fw.).

    Omtrent deze benoeming wordt een verslag opgesteld, die in het proces-verbaal van de vergadering zal worden opgenomen (art. 75 lid 2 Fw.). Mocht een lid zijn benoeming niet aannemen of tijdens een benoeming komen te overlijden, dan zal de rechter-commissies een vervanger benoemen (art. 75 lid 3 Fw.).

    Rechtspersoon als lid van de commissie van schuldeisers

    Ook een rechtspersoon kan lid van een commissie van schuldeisers zijn. Deze wordt dan uiteraard vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon. Wanneer er sprake is van ontstentenis van de vertegenwoordiger van de rechtspersoon, is art. 74 lid 2 Fw. niet van toepassing. De rechtspersoon kan dan een ander afvaardigen om haar te vertegenwoordigen. Vgl. Rb. Breda 5 september 1986, NJ 1989, 502.

    Bevoegdheden commissie van schuldeisers

    De commissie van schuldeisers heeft de bevoegdheid om te allen tijde de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers te raadplegen indien deze op het faillissement betrekking hebben. De curator is verplicht op verzoek van de commissie van schuldeisers inlichtingen te verstrekken (art. 76 Fw.).

    Om de benodigde adviezen in te kunnen winnen van de commissie van schuldeisers, zal de curator zo vaak als nodig wordt geacht vergaderen met de commissie. De curator is gedurende deze vergadering voorzitter en notuleert omtrent hetgeen wordt besproken (art. 77 Fw.).

    Verplichtingen curator na benoeming commissie van schuldeisers

    Op het moment dat er een commissie van schudeisers is benoemd dient de curator verplicht advies in te winnen, alvorens hij een rechtsvordering kan instellen of een aanhangige procedure kan instellen dan wel tegen een aanhangige procedure kan verdedigen. Op het moment dat er geen tijdig advies wordt uitgrebacht door de commissie van schuldeisers en de curator de daartoe geldende termijnen in acht heeft genomen, geldt dat een advies niet meer wordt vereist (art. 78 lid 2 Fw.).

    Op de verplichte inwinning van advies maakt de wet enkele uitzonderingen waarbij de curator geen advies hoeft in te winnen. Dit is het geval als het gaat om:

    – verificatiegeschillen;
    – de keuze of het bedrijf van de gefailleerde voortgezet kan worden;
    – de gevallen van artt. 37, 39, 40, 58 lid 2, 73 lid 2, 100, 101, 175 laatste lid en 177 Fw.;
    – de wijze van vereffening en tegeldemaking van de boedel en het tijdstip van de uitbetalingen aan schuldeisers (art. 78 lid 1 Fw.).

    Gebondenheid advies curator

    Hoewel de curator de verplichting heeft om advies in te winnen alvorens hij bepaalde handelingen kan verrichten zoals hiervoor is omschreven, betekent dit niet dat de curator gebonden is aan het advies. Indien de curator zich niet kan verenigen met het advies, informeert hij onmiddellijk de commissie van schuldeiser die de beslissing van de rechter-commissaris kan inroepen. De curator is in een dergelijke situatie verplicht om te uitvoering van de voorgenomen handeling die in strijd is met het advies van de commissie van schuldeisers gedurende drie dagen op te schorten (art. 79 Fw.). 

    Auteur & Last edit

    [AB, 14-11-2018; laatste bewerking VR, 2-02-2021]

    Commissie uit de schuldeisers (Par. 3, Afd. 3, Titel 1 Fw.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Commissie uit de schuldeisers (Par. 3, Afd. 3, Titel 1 Fw.)

      Inleiding commissie uit de schuldeisers in faillissement

      De Faillissementswet gaat er van uit, dat er een soort democratisch toezicht plaatsvindt op het bestuur en beheer van de boedel door een commissie uit de schuldeisers. Deze instantie is geregeld in Par. 3, Afd. 3, Titel I Fw.. In de praktijk wordt een commissie uit de schuldeisers echter slechts bij hoge uitzondering aangewezen, en dan met name in de grotere faillissementen.

      Benoeming commissie van schuldeisers

      Voorlopige commissie van schuldeisers

      Indien de omvang of de aard van de boedel dat nodig maken, kan de rechtbank op grond van art. 74 Fw. bij het vonnis van faillietverklaring of bij latere beschikking uit de bekende schuldeisers een voorlopige commissie van één tot drie leden te benoemen. De commissie bestaat uit een oneven aantal leden en vertegenwoordigt belangrijke groepen van schuldeisers. De voorlopige commissie voorziet de curator van advies gedurende de periode dat er nog geen definitieve commissie van schuldeisers is aangesteld.

      Wanneer een lid van de commissie de aanstelling afwijst, of niet in staat is dan wel aftreedt of wordt ontslagen, voorziet de rechtbank uit een voordracht van schuldeisers door de rechter-commissaris (art. 74 lid 2 Fw.).

      Definitieve commissie van schuldeisers

      Tijdens de verificatievergadering zal de rechter-commissaris, na afloop van de verificatie en na raadpleging van de schuldeisers, definitief een commissie benoemen bestaande uit één tot maximaal drie leden (art. 75 lid 1 Fw.).

      Omtrent deze benoeming wordt een verslag opgesteld, die in het proces-verbaal van de vergadering zal worden opgenomen (art. 75 lid 2 Fw.). Mocht een lid zijn benoeming niet aannemen of tijdens een benoeming komen te overlijden, dan zal de rechter-commissies een vervanger benoemen (art. 75 lid 3 Fw.).

      Rechtspersoon als lid van de commissie van schuldeisers

      Ook een rechtspersoon kan lid van een commissie van schuldeisers zijn. Deze wordt dan uiteraard vertegenwoordigd door een natuurlijk persoon. Wanneer er sprake is van ontstentenis van de vertegenwoordiger van de rechtspersoon, is art. 74 lid 2 Fw. niet van toepassing. De rechtspersoon kan dan een ander afvaardigen om haar te vertegenwoordigen. Vgl. Rb. Breda 5 september 1986, NJ 1989, 502.

      Bevoegdheden commissie van schuldeisers

      De commissie van schuldeisers heeft de bevoegdheid om te allen tijde de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers te raadplegen indien deze op het faillissement betrekking hebben. De curator is verplicht op verzoek van de commissie van schuldeisers inlichtingen te verstrekken (art. 76 Fw.).

      Om de benodigde adviezen in te kunnen winnen van de commissie van schuldeisers, zal de curator zo vaak als nodig wordt geacht vergaderen met de commissie. De curator is gedurende deze vergadering voorzitter en notuleert omtrent hetgeen wordt besproken (art. 77 Fw.).

      Verplichtingen curator na benoeming commissie van schuldeisers

      Op het moment dat er een commissie van schudeisers is benoemd dient de curator verplicht advies in te winnen, alvorens hij een rechtsvordering kan instellen of een aanhangige procedure kan instellen dan wel tegen een aanhangige procedure kan verdedigen. Op het moment dat er geen tijdig advies wordt uitgrebacht door de commissie van schuldeisers en de curator de daartoe geldende termijnen in acht heeft genomen, geldt dat een advies niet meer wordt vereist (art. 78 lid 2 Fw.).

      Op de verplichte inwinning van advies maakt de wet enkele uitzonderingen waarbij de curator geen advies hoeft in te winnen. Dit is het geval als het gaat om:

      – verificatiegeschillen;
      – de keuze of het bedrijf van de gefailleerde voortgezet kan worden;
      – de gevallen van artt. 37, 39, 40, 58 lid 2, 73 lid 2, 100, 101, 175 laatste lid en 177 Fw.;
      – de wijze van vereffening en tegeldemaking van de boedel en het tijdstip van de uitbetalingen aan schuldeisers (art. 78 lid 1 Fw.).

      Gebondenheid advies curator

      Hoewel de curator de verplichting heeft om advies in te winnen alvorens hij bepaalde handelingen kan verrichten zoals hiervoor is omschreven, betekent dit niet dat de curator gebonden is aan het advies. Indien de curator zich niet kan verenigen met het advies, informeert hij onmiddellijk de commissie van schuldeiser die de beslissing van de rechter-commissaris kan inroepen. De curator is in een dergelijke situatie verplicht om te uitvoering van de voorgenomen handeling die in strijd is met het advies van de commissie van schuldeisers gedurende drie dagen op te schorten (art. 79 Fw.). 

      Auteur & Last edit

      [AB, 14-11-2018; laatste bewerking VR, 2-02-2021]

      Commissie uit de schuldeisers (Par. 3, Afd. 3, Titel 1 Fw.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!