Rb. Gelderland 16 juni 2020 (werkneemster/VoC Grootkeukens)
In de uitspraak Rb. Gelderland 16 juni 2020 (werkneemster/VoC Grootkeukens) kwamen werkgever en werknemer in conflict over deze vraag.
Werkgever wilde dat werknemer na corona weer naar werk kwam
De werkgever wilde dat de werknemer – na enige tijd thuis werken te hebben toegestaan – weer naar het werk kwam. Daarbij speelde mee dat er een economische noodzaak was en dat de werkgever inmiddels de nodige maatregelen ter vermindering van het risico op besmetting had genomen. De werknemer zag dit niet zitten en vorderde in kort geding dat zij thuis mocht blijven werken.
Wet Flexibel Werken
Zij baseerde zich daarbij mede op de art. 2 van de Wet Flexibel Werken, die de werknemer het recht geeft op aanpassing van de arbeidsduur, de arbeidsplaats, en de werktijd. Die vordering strandde om meerdere redenen. In de eerste plaats omdat die wet alleen geldt voor werkgevers met meer dan 10 werknemers. En in de tweede plaats omdat een dergelijke vordering een constitutieve beslissing zou inhouden, die in kort geding niet kan worden gegeven. Het kort geding leent zich immers alleen voor voorlopige (orde)maatregelen. Zie ook de pagina Kort geding.
Ook de andere grondslagen wees de Voorzieningenrechter van de hand. Van belang was daarbij, dat de werkgever de nodige maatregelen had genomen om de veiligheid van het personeel – ook in het licht van corona – te waarborgen.
Belangrijk voor einde huiswerken is veiligheid in het bedrijf
De Voorzieningenrechter overwoog het volgende:
“4.7 VoC Grootkeukens heeft gemotiveerd en onderbouwd naar voren gebracht dat zij in verband met de Coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Dit blijkt uit de e-mail van 6 mei 2020 waarin instructies staan beschreven en werkplekken zijn toebedeeld aan werknemers. Ter zitting heeft VoC Grootkeukens daar nog verder over verklaard dat zij bijvoorbeeld het aantal stoelen in de kantine heeft teruggebracht, dat er op meerdere plekken ontsmettingsmiddelen staan en dat is geprobeerd om iedere werknemer een eigen kantoorruimte te geven. Dit alles is op zich niet bestreden door [eiser] . Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter ook voorshands aannemelijk geworden dat VoC Grootkeukens passende Corona-maatregelen heeft genomen. Dat [eiser] op 14 april 2020 zou hebben ervaren dat maatregelen niet werden nageleefd, neemt voorgaande niet weg. Al aannemende dat deze observatie juist is, het wordt immers in twijfel getrokken door VoC Grootkeukens, leidt dat niet tot de conclusie dat de Corona-maatregelen stelselmatig worden overtreden op de werkvloer. Dit lijkt eerder een incident te zijn geweest in de net opstartende fase van het weer op kantoor komen werken.
4.8 VoC Grootkeukens heeft uitgelegd dat het nodig is, zeker in deze economisch spannende tijd voor haar, dat haar werknemers aanwezig zijn op de werkplek. Er moeten pakketten worden aangenomen en bestellingen moeten verwerkt en vervolgens verzonden worden. Korte lijnen zijn voor VoC Grootkeukens van belang. Daarnaast begeleidt [eiser] een collega. Gelet op de werkdruk bij de twee directe collega’s van [eiser] , kunnen deze werkzaamheden niet alleen aan hen worden overgedragen. Bovendien zijn de werkzaamheden niet vooraf te plannen, omdat die voortkomen uit geplaatste bestellingen. Een bestelling moet bovendien vaak dezelfde dag nog worden verzonden, zodat clusteren van werkzaamheden op één dag of het spreiden van werktijden niet (altijd) mogelijk is. Dit alles moet volgens VoC Grootkeukens ook worden gezien tegen de achtergrond van het weer open gaan van horeca vanaf 1 juni 2020, waardoor de zaken weer aantrekken na een stillere periode. [eiser] heeft deze feitelijke uitleg van VoC Grootkeukens niet of in onvoldoende mate weersproken. Hierdoor is tevens aannemelijk te achten dat VoC Grootkeukens [eiser] nodig heeft op de werkvloer. Het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat [eiser] daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten. Haar standpunt dat dit overheidsadvies de instructiebevoegdheid van VoC Grootkeukens inperkt en/of op grond van redelijkheid en billijkheid zonder meer door een goed werkgever moet worden gevolgd, houdt geen stand.
4.9 [eiser] heeft tenslotte nog als grondslag voor haar vordering gewezen op het bestaan van een overeenkomst tussen haar en VoC Grootkeukens, waaruit volgt dat zij thuis mag werken. [eiser] noemt in dat verband de e-mails van partijen van 14 april 2020. In de e-mail van die datum van VoC Grootkeukens is evenwel slechts voor een beperkte periode en geclausuleerd toestemming gegeven om thuis te werken. Dit kan dus niet worden gezien als een overeenkomst die als grond kan dienen voor een onvoorwaardelijke arbeidsplaatswijziging (evenmin een die zou duren tot 1 september 2020).”
Werkgever moet bij tijdelijk thuiswerken duidelijk aangeven hoe lang thuis gewerkt mag worden
Deze laatste overweging laat wel zien, dat de werkgever bij het toestaan van thuiswerken wel duidelijk moet aangeven, dat dit een tijdelijke maatregel is waarbij goed moet worden aangeduid voor hoe lang die afspraak geldt.
Zie ook de pagina Bijzondere verplichtingen van de werkgever.
[MdV, 3-04-2023]
Rb. Gelderland 16 juni 2020 (werkneemster/VoC Grootkeukens)
In de uitspraak Rb. Gelderland 16 juni 2020 (werkneemster/VoC Grootkeukens) kwamen werkgever en werknemer in conflict over deze vraag.
Werkgever wilde dat werknemer na corona weer naar werk kwam
De werkgever wilde dat de werknemer – na enige tijd thuis werken te hebben toegestaan – weer naar het werk kwam. Daarbij speelde mee dat er een economische noodzaak was en dat de werkgever inmiddels de nodige maatregelen ter vermindering van het risico op besmetting had genomen. De werknemer zag dit niet zitten en vorderde in kort geding dat zij thuis mocht blijven werken.
Wet Flexibel Werken
Zij baseerde zich daarbij mede op de art. 2 van de Wet Flexibel Werken, die de werknemer het recht geeft op aanpassing van de arbeidsduur, de arbeidsplaats, en de werktijd. Die vordering strandde om meerdere redenen. In de eerste plaats omdat die wet alleen geldt voor werkgevers met meer dan 10 werknemers. En in de tweede plaats omdat een dergelijke vordering een constitutieve beslissing zou inhouden, die in kort geding niet kan worden gegeven. Het kort geding leent zich immers alleen voor voorlopige (orde)maatregelen. Zie ook de pagina Kort geding.
Ook de andere grondslagen wees de Voorzieningenrechter van de hand. Van belang was daarbij, dat de werkgever de nodige maatregelen had genomen om de veiligheid van het personeel – ook in het licht van corona – te waarborgen.
Belangrijk voor einde huiswerken is veiligheid in het bedrijf
De Voorzieningenrechter overwoog het volgende:
“4.7 VoC Grootkeukens heeft gemotiveerd en onderbouwd naar voren gebracht dat zij in verband met de Coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Dit blijkt uit de e-mail van 6 mei 2020 waarin instructies staan beschreven en werkplekken zijn toebedeeld aan werknemers. Ter zitting heeft VoC Grootkeukens daar nog verder over verklaard dat zij bijvoorbeeld het aantal stoelen in de kantine heeft teruggebracht, dat er op meerdere plekken ontsmettingsmiddelen staan en dat is geprobeerd om iedere werknemer een eigen kantoorruimte te geven. Dit alles is op zich niet bestreden door [eiser] . Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter ook voorshands aannemelijk geworden dat VoC Grootkeukens passende Corona-maatregelen heeft genomen. Dat [eiser] op 14 april 2020 zou hebben ervaren dat maatregelen niet werden nageleefd, neemt voorgaande niet weg. Al aannemende dat deze observatie juist is, het wordt immers in twijfel getrokken door VoC Grootkeukens, leidt dat niet tot de conclusie dat de Corona-maatregelen stelselmatig worden overtreden op de werkvloer. Dit lijkt eerder een incident te zijn geweest in de net opstartende fase van het weer op kantoor komen werken.
4.8 VoC Grootkeukens heeft uitgelegd dat het nodig is, zeker in deze economisch spannende tijd voor haar, dat haar werknemers aanwezig zijn op de werkplek. Er moeten pakketten worden aangenomen en bestellingen moeten verwerkt en vervolgens verzonden worden. Korte lijnen zijn voor VoC Grootkeukens van belang. Daarnaast begeleidt [eiser] een collega. Gelet op de werkdruk bij de twee directe collega’s van [eiser] , kunnen deze werkzaamheden niet alleen aan hen worden overgedragen. Bovendien zijn de werkzaamheden niet vooraf te plannen, omdat die voortkomen uit geplaatste bestellingen. Een bestelling moet bovendien vaak dezelfde dag nog worden verzonden, zodat clusteren van werkzaamheden op één dag of het spreiden van werktijden niet (altijd) mogelijk is. Dit alles moet volgens VoC Grootkeukens ook worden gezien tegen de achtergrond van het weer open gaan van horeca vanaf 1 juni 2020, waardoor de zaken weer aantrekken na een stillere periode. [eiser] heeft deze feitelijke uitleg van VoC Grootkeukens niet of in onvoldoende mate weersproken. Hierdoor is tevens aannemelijk te achten dat VoC Grootkeukens [eiser] nodig heeft op de werkvloer. Het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat [eiser] daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten. Haar standpunt dat dit overheidsadvies de instructiebevoegdheid van VoC Grootkeukens inperkt en/of op grond van redelijkheid en billijkheid zonder meer door een goed werkgever moet worden gevolgd, houdt geen stand.
4.9 [eiser] heeft tenslotte nog als grondslag voor haar vordering gewezen op het bestaan van een overeenkomst tussen haar en VoC Grootkeukens, waaruit volgt dat zij thuis mag werken. [eiser] noemt in dat verband de e-mails van partijen van 14 april 2020. In de e-mail van die datum van VoC Grootkeukens is evenwel slechts voor een beperkte periode en geclausuleerd toestemming gegeven om thuis te werken. Dit kan dus niet worden gezien als een overeenkomst die als grond kan dienen voor een onvoorwaardelijke arbeidsplaatswijziging (evenmin een die zou duren tot 1 september 2020).”
Werkgever moet bij tijdelijk thuiswerken duidelijk aangeven hoe lang thuis gewerkt mag worden
Deze laatste overweging laat wel zien, dat de werkgever bij het toestaan van thuiswerken wel duidelijk moet aangeven, dat dit een tijdelijke maatregel is waarbij goed moet worden aangeduid voor hoe lang die afspraak geldt.
Zie ook de pagina Bijzondere verplichtingen van de werkgever.
[MdV, 3-04-2023]
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!