Pagina inhoud

    Overeenkomst van personenvervoer (Afd. 4, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)

    Inleiding overeenkomst van personenvervoer

    In Afd. 4, Titel 2, Boek 8 B.W. is de overeenkomst van personenvervoer geregeld. Deze afdeling omvat 13 bepalingen (art. 8:80 B.W. tot en met art. 8:92 B.W.).

    Definitie overeenkomst van personenvervoer

    De overeenkomst van personenvervoer is de overeenkomst, waarbij de ene partij (de vervoerder) zich tegenover de andere partij verbindt een of meer personen (reizigers) te vervoeren (art. 8:80 B.W.). Dit impliceert dat de overeenkomst niet per se wordt aangegaan tussen de vervoerder en de reiziger zelf.

    Voor de overeenkomst van personenvervoer over de weg is ook van belang de Wet Personenvervoer (2000). Deze algemene regeling van de overeenkomst van personenvervoer moet ook worden bezien in relatie tot personenvervoer met een specifiek vervoermiddel, zoals per vervoermiddel geregeld.

    Zie de pagina Overeenkomst van personenvervoer over zee, de pagina Overeenkomst van personenvervoer over binnenwateren, de pagina Overeenkomst van personenvervoer over de weg en de pagina Overeenkomst van personenvervoer door de lucht. Het vervoer van personen over het spoor kent een afzonderlijke wettelijke regeling, omdat dit per definitie openbaar personenvervoer is.

    Speciale verjaringstermijnen voor vorderingen die betrekking hebben op de overeenkomst van personenvervoer

    Voor vorderingen die te maken hebben met de overeenkomst van personenvervoer geldt een speciale en korte verjaringstermijn van één jaar ex art. 8:1750 B.W.. Voor vorderingen wegens dood of letsel van de passagier bij personenvervoer over zee geldt een termijn van twee jaar (art. 8:1750a B.W.). Daarnaast ken art. 8:1751 B.W. nog een termijn van drie jaar.

    In art. 8:1753 B.W. is bepaald, dat de reiziger op straffe van verval binnen drie maanden aan claim moet indienen wegens letsel of overlijden van de reiziger (dat zal dus aan de erfgenamen zijn om te doen). Er moet ook gelet worden op per vervoermiddel specifieke verjaringstermijnen, zoals voor binnenvaart art. 8:1780 B.W. (termijn van twee jaar).

    Zie in dit verband ook HR 11 juli 2014 (ongeval bij Skûtsjesilen) r.o. 3.4.2) en de pagina Slotbepalingen vervoersrecht.

    De verjaring kan gestuit worden, zie bvb. Rb. Arnhem 8 februari 2002 (KLM/Van der Valk) (r.o. 4.1.1).

    Overeenkomst personenvervoer niet zijnde binnenlands openbaar personenvervoer

    De overeenkomst van binnenlands openbaar personenvervoer zoals in art. 8:100 B.W. is beschreven is geen overeenkomst van personenvervoer in de zin van deze afdeling (art. 8:80 lid 2 B.W.). Of anders gezegd: deze afdeling ziet niet op binnenlands openbaar personenvervoer (want daarvoor hebben we Titel 2, Afd 5).

    Aansprakelijkheid vervoerder bij personenvervoer

    De vervoerder is aansprakelijk voor de dood of letselschade die in verband met het vervoer aan de reiziger is overkomen (art. 8:81 B.W.).

    Overmacht vervoerder bij personenvervoer

    De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade ontstaan door overlijden of letsel, wanneer deze schade het gevolg is van een situatie die zelfs door een zorgvuldige vervoerder niet kon worden vermeden en dat de vervoerder de gevolgen ervan niet kon voorkomen (art. 8:82 lid 1 B.W.).

    De vervoerder kan zich niet exonereren voor schade die is veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger die is veroorzaakt door gebreken of slechte werking van het vervoermiddel of het materiaal dat hij voor het vervoer gebruikt (art. 8:82 lid 2 B.W.).

    Eigen schuld reiziger

    Aansprakelijkheid van de vervoerder kan geheel of gedeeltelijk worden opgeheven (art. 8:83 B.W.). De vervoerder moet bewijzen dat de schuld of nalatigheid van de reiziger door de reiziger schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen.

    Regeling aansprakelijkheid personenvervoer is dwingend recht

    Elk beding dat de aansprakelijkheid van de vervoerder voor incidenten die de reiziger betreffen op een andere manier vermindert dan in deze afdeling is vastgesteld is niet geldig (art. 8:84 B.W.). Dit geldt ook voor bedingen die de bewijslast op de vervoerder verminderen zoals bepaald in art. 8:81 B.W..

    Vordering bij dood of letsel

    Bij letsel of overlijden van de reiziger zijn de bepalingen in art. 6:107 en 6:108 B.W. niet van toepassing op de vorderingen die de vervoerder tegen deze andere vervoerder instelt (art. 8:85 lid 1 B.W.). Het moet gaan om de tegenpartij van de vervoerder.

    Bij overlijden of letsel van de reiziger is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot een bedrag of bedragen die zijn vastgesteld bij of overeenkomstig algemene maatregelen van bestuur (art. 8:85 lid 2 B.W.).

    Garantieplicht wederpartij dat reiziger tijdig aanwezig is

    De tegenpartij van de vervoerder moet de schade vergoeden die de vervoerder lijdt als de reiziger niet op tijd aanwezig is voor het vervoer (art. 8:86 B.W.). Hier is geen bepaalde reden voor nodig.

    Garantieplicht wederpartij dat documenten aanwezig zijn

    De tegenpartij van de vervoerder moet de vervoerder schadeloos stellen voor de schade die hij lijdt als de benodigde documenten met betrekking tot de reiziger niet op de juiste wijze aanwezig zijn (art. 8:87 B.W.). Hier is geen bepaalde reden noodzakelijk voor.

    Opzegging van de overeenkomst tot personenvervoer

    Opzegging vervoerder bij onvoorziene omstandigheid

    Als er voor of tijdens het vervoer onverwachte omstandigheden ontstaan aan de zijde van de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger dan kan de vervoerder de overeenkomst beëindigen (art. 8:88 lid 1 B.W.). Het gaat om de informatie die de vervoerder bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen. Deze omstandigheden kunnen redelijkerwijs tot gevolg hebben dat de vervoerder de overeenkomst niet zou zijn aangegaan of op andere voorwaarden.

    De opzegging kan zowel mondeling als schriftelijk worden medegedeeld aan de tegenpartij van de vervoerder of aan de reiziger (art. 8:88 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment dat de eerste ontvangen kennisgeving wordt ontvangen.

    Naar redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging van de overeenkomst verplicht om de schade aan elkaar te vergoeden (art. 8:88 lid 3 B.W.).

    Opzegging door wederpartij vervoerder

    Als er voor of tijdens het vervoer onverwachte omstandigheden ontstaan aan de zijde van de vervoerder dan heeft de tegenpartij het recht om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:89 lid 1 B.W.). Het gaat om omstandigheden die de tegenpartij bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen. Het moet gaan om omstandigheden die anders zouden zijn en de overeenkomst op andere voorwaarden zou sluiten.

    De opzegging kan mondeling of schriftelijk worden medegedeeld (art. 8:89 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze opzegging.

    Na opzegging van de overeenkomst zijn partijen verplicht om elkaar naar redelijkheid en billijkheid te vergoeden voor eventuele geleden schade (art. 8:89 lid 3 B.W.).

    Opzegging door wederpartij mits geen vertraging van de reis

    De wederpartij van de vervoerder heeft de bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:90 lid 1 B.W.). De wederpartij is dan verplicht de schade te vergoeden aan de vervoerder die hij door de opzegging lijdt.

    De wederpartij kan dit recht niet uitoefenen wanneer daardoor de reis van het vervoermiddel zou worden vertraagd (art. 8:90 lid 2 B.W.).

    De opzegging kan plaatsvinden door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving (art. 8:90 lid 3 B.W.) De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze kennisgeving.

    Acties buiten overeenkomst

    Als de vervoerder de reiziger of een ondergeschikte van een van hen buiten de oorspronkelijke overeenkomst aansprakelijk wordt gesteld, is art. 8:361 tot en met 8:366 B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 8:91 B.W.).

    Toepassingsbereik

    Deze afdeling is alleen van toepassing op overeenkomsten van personenvervoer die niet elders in dit boek zijn geregeld (art. 8:92 B.W.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 1-03-2022; laatste bewerking OP 2-11-2023]

    Overeenkomst van personenvervoer (Afd. 4, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Overeenkomst van personenvervoer (Afd. 4, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)

      Inleiding overeenkomst van personenvervoer

      In Afd. 4, Titel 2, Boek 8 B.W. is de overeenkomst van personenvervoer geregeld. Deze afdeling omvat 13 bepalingen (art. 8:80 B.W. tot en met art. 8:92 B.W.).

      Definitie overeenkomst van personenvervoer

      De overeenkomst van personenvervoer is de overeenkomst, waarbij de ene partij (de vervoerder) zich tegenover de andere partij verbindt een of meer personen (reizigers) te vervoeren (art. 8:80 B.W.). Dit impliceert dat de overeenkomst niet per se wordt aangegaan tussen de vervoerder en de reiziger zelf.

      Voor de overeenkomst van personenvervoer over de weg is ook van belang de Wet Personenvervoer (2000). Deze algemene regeling van de overeenkomst van personenvervoer moet ook worden bezien in relatie tot personenvervoer met een specifiek vervoermiddel, zoals per vervoermiddel geregeld.

      Zie de pagina Overeenkomst van personenvervoer over zee, de pagina Overeenkomst van personenvervoer over binnenwateren, de pagina Overeenkomst van personenvervoer over de weg en de pagina Overeenkomst van personenvervoer door de lucht. Het vervoer van personen over het spoor kent een afzonderlijke wettelijke regeling, omdat dit per definitie openbaar personenvervoer is.

      Speciale verjaringstermijnen voor vorderingen die betrekking hebben op de overeenkomst van personenvervoer

      Voor vorderingen die te maken hebben met de overeenkomst van personenvervoer geldt een speciale en korte verjaringstermijn van één jaar ex art. 8:1750 B.W.. Voor vorderingen wegens dood of letsel van de passagier bij personenvervoer over zee geldt een termijn van twee jaar (art. 8:1750a B.W.). Daarnaast ken art. 8:1751 B.W. nog een termijn van drie jaar.

      In art. 8:1753 B.W. is bepaald, dat de reiziger op straffe van verval binnen drie maanden aan claim moet indienen wegens letsel of overlijden van de reiziger (dat zal dus aan de erfgenamen zijn om te doen). Er moet ook gelet worden op per vervoermiddel specifieke verjaringstermijnen, zoals voor binnenvaart art. 8:1780 B.W. (termijn van twee jaar).

      Zie in dit verband ook HR 11 juli 2014 (ongeval bij Skûtsjesilen) r.o. 3.4.2) en de pagina Slotbepalingen vervoersrecht.

      De verjaring kan gestuit worden, zie bvb. Rb. Arnhem 8 februari 2002 (KLM/Van der Valk) (r.o. 4.1.1).

      Overeenkomst personenvervoer niet zijnde binnenlands openbaar personenvervoer

      De overeenkomst van binnenlands openbaar personenvervoer zoals in art. 8:100 B.W. is beschreven is geen overeenkomst van personenvervoer in de zin van deze afdeling (art. 8:80 lid 2 B.W.). Of anders gezegd: deze afdeling ziet niet op binnenlands openbaar personenvervoer (want daarvoor hebben we Titel 2, Afd 5).

      Aansprakelijkheid vervoerder bij personenvervoer

      De vervoerder is aansprakelijk voor de dood of letselschade die in verband met het vervoer aan de reiziger is overkomen (art. 8:81 B.W.).

      Overmacht vervoerder bij personenvervoer

      De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade ontstaan door overlijden of letsel, wanneer deze schade het gevolg is van een situatie die zelfs door een zorgvuldige vervoerder niet kon worden vermeden en dat de vervoerder de gevolgen ervan niet kon voorkomen (art. 8:82 lid 1 B.W.).

      De vervoerder kan zich niet exonereren voor schade die is veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger die is veroorzaakt door gebreken of slechte werking van het vervoermiddel of het materiaal dat hij voor het vervoer gebruikt (art. 8:82 lid 2 B.W.).

      Eigen schuld reiziger

      Aansprakelijkheid van de vervoerder kan geheel of gedeeltelijk worden opgeheven (art. 8:83 B.W.). De vervoerder moet bewijzen dat de schuld of nalatigheid van de reiziger door de reiziger schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen.

      Regeling aansprakelijkheid personenvervoer is dwingend recht

      Elk beding dat de aansprakelijkheid van de vervoerder voor incidenten die de reiziger betreffen op een andere manier vermindert dan in deze afdeling is vastgesteld is niet geldig (art. 8:84 B.W.). Dit geldt ook voor bedingen die de bewijslast op de vervoerder verminderen zoals bepaald in art. 8:81 B.W..

      Vordering bij dood of letsel

      Bij letsel of overlijden van de reiziger zijn de bepalingen in art. 6:107 en 6:108 B.W. niet van toepassing op de vorderingen die de vervoerder tegen deze andere vervoerder instelt (art. 8:85 lid 1 B.W.). Het moet gaan om de tegenpartij van de vervoerder.

      Bij overlijden of letsel van de reiziger is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot een bedrag of bedragen die zijn vastgesteld bij of overeenkomstig algemene maatregelen van bestuur (art. 8:85 lid 2 B.W.).

      Garantieplicht wederpartij dat reiziger tijdig aanwezig is

      De tegenpartij van de vervoerder moet de schade vergoeden die de vervoerder lijdt als de reiziger niet op tijd aanwezig is voor het vervoer (art. 8:86 B.W.). Hier is geen bepaalde reden voor nodig.

      Garantieplicht wederpartij dat documenten aanwezig zijn

      De tegenpartij van de vervoerder moet de vervoerder schadeloos stellen voor de schade die hij lijdt als de benodigde documenten met betrekking tot de reiziger niet op de juiste wijze aanwezig zijn (art. 8:87 B.W.). Hier is geen bepaalde reden noodzakelijk voor.

      Opzegging van de overeenkomst tot personenvervoer

      Opzegging vervoerder bij onvoorziene omstandigheid

      Als er voor of tijdens het vervoer onverwachte omstandigheden ontstaan aan de zijde van de tegenpartij van de vervoerder of de reiziger dan kan de vervoerder de overeenkomst beëindigen (art. 8:88 lid 1 B.W.). Het gaat om de informatie die de vervoerder bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen. Deze omstandigheden kunnen redelijkerwijs tot gevolg hebben dat de vervoerder de overeenkomst niet zou zijn aangegaan of op andere voorwaarden.

      De opzegging kan zowel mondeling als schriftelijk worden medegedeeld aan de tegenpartij van de vervoerder of aan de reiziger (art. 8:88 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment dat de eerste ontvangen kennisgeving wordt ontvangen.

      Naar redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging van de overeenkomst verplicht om de schade aan elkaar te vergoeden (art. 8:88 lid 3 B.W.).

      Opzegging door wederpartij vervoerder

      Als er voor of tijdens het vervoer onverwachte omstandigheden ontstaan aan de zijde van de vervoerder dan heeft de tegenpartij het recht om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:89 lid 1 B.W.). Het gaat om omstandigheden die de tegenpartij bij het sluiten van de overeenkomst niet hoefde te kennen. Het moet gaan om omstandigheden die anders zouden zijn en de overeenkomst op andere voorwaarden zou sluiten.

      De opzegging kan mondeling of schriftelijk worden medegedeeld (art. 8:89 lid 2 B.W.). De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze opzegging.

      Na opzegging van de overeenkomst zijn partijen verplicht om elkaar naar redelijkheid en billijkheid te vergoeden voor eventuele geleden schade (art. 8:89 lid 3 B.W.).

      Opzegging door wederpartij mits geen vertraging van de reis

      De wederpartij van de vervoerder heeft de bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen (art. 8:90 lid 1 B.W.). De wederpartij is dan verplicht de schade te vergoeden aan de vervoerder die hij door de opzegging lijdt.

      De wederpartij kan dit recht niet uitoefenen wanneer daardoor de reis van het vervoermiddel zou worden vertraagd (art. 8:90 lid 2 B.W.).

      De opzegging kan plaatsvinden door middel van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving (art. 8:90 lid 3 B.W.) De overeenkomst eindigt op het moment van ontvangst van deze kennisgeving.

      Acties buiten overeenkomst

      Als de vervoerder de reiziger of een ondergeschikte van een van hen buiten de oorspronkelijke overeenkomst aansprakelijk wordt gesteld, is art. 8:361 tot en met 8:366 B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 8:91 B.W.).

      Toepassingsbereik

      Deze afdeling is alleen van toepassing op overeenkomsten van personenvervoer die niet elders in dit boek zijn geregeld (art. 8:92 B.W.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 1-03-2022; laatste bewerking OP 2-11-2023]

      Overeenkomst van personenvervoer (Afd. 4, Titel 2, Hoofdstuk I, Boek 8 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!