Brexit: wat zijn de juridische gevolgen?
Op 31 januari 2020 ging de kogel door de kerk: het Verenigd Koninkrijk is uit de EU (en Euratom) getreden. Maar wat houdt dit juridisch nu precies in? De overeenstemming over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk is tot stand gekomen op 17 oktober 2019 en neergelegd in de zgn. “withdrawal agreement” (TF50 (2019) 66). Deze is geratificeerd door de Britten op 23 januari en op 29 januari door het Europese Parlement. De uittreding per 31 januari 2020 heeft in eerste instantie niet direct gevolgen voor de werking van bestaande wetgeving in de UK en vice versa.
Transition period
In art. 126 van de Withdrawal agreement is een overgangsperiode neergelegd. Tot 31 december 2020 blijft het VK deel uitmaken van de EU-douane-unie en de interne markt. Ook blijft de EU-wetgeving gedurende die periode in het VK van kracht. Ook blijft het VK in die periode vallen onder de jurisdictie van de EU, zoals het Europees Hof. Het VK blijft ook meebetalen aan de EU-begroting. Het voornaamste verschil is dat het VK geen zeggenschap meer heeft in de besluitvorming van de EU.
Hoe nu verder?
Om de Brexit verder handen en voeten te geven zal er nog heel veel moeten gebeuren, gelet op het enorme aantal onderwerpen waarover nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Zie de “Political declaration” van 12 november 2019, waarin de uitgangspunten voor de invulling van de ontvlechting van de UK zijn neergelegd. Dat zal allemaal in de overgangsperiode geregeld moeten worden. Ook is die bedoeld om ondernemingen en burgers de tijd te geven zich op de gewijzigde situatie aan te passen.
Wat als dit niet binnen een jaar lukt?
Het is echter maar de vraag of dit allemaal in een jaar gaat lukken. Al die gewijzigde deelafspraken moeten immers ook door de politieke gremia van het VK en de EU (en de Lidstaten) worden goedgekeurd. Daarin is echter ook voorzien: de overgangsperiode kan éénmaal met twee jaar worden verlengd. In dat geval wordt de Brexit effectief uitgesteld tot 31 december 2022. Voor deze verlenging is echter de goedkeuring van het Britse parlement en het Europees Parlement vereist. Komt die goedkeuring er niet, dan kan er alsnog een “no deal” Brexit – althans op onderdelen – volgen.
Voor wie het proces verder wil volgen: het hele Brexit dossier is te raadplegen op de website van de Europese Commissie.
Brexit: wat zijn de juridische gevolgen?
Op 31 januari 2020 ging de kogel door de kerk: het Verenigd Koninkrijk is uit de EU (en Euratom) getreden. Maar wat houdt dit juridisch nu precies in? De overeenstemming over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk is tot stand gekomen op 17 oktober 2019 en neergelegd in de zgn. “withdrawal agreement” (TF50 (2019) 66). Deze is geratificeerd door de Britten op 23 januari en op 29 januari door het Europese Parlement. De uittreding per 31 januari 2020 heeft in eerste instantie niet direct gevolgen voor de werking van bestaande wetgeving in de UK en vice versa.
Transition period
In art. 126 van de Withdrawal agreement is een overgangsperiode neergelegd. Tot 31 december 2020 blijft het VK deel uitmaken van de EU-douane-unie en de interne markt. Ook blijft de EU-wetgeving gedurende die periode in het VK van kracht. Ook blijft het VK in die periode vallen onder de jurisdictie van de EU, zoals het Europees Hof. Het VK blijft ook meebetalen aan de EU-begroting. Het voornaamste verschil is dat het VK geen zeggenschap meer heeft in de besluitvorming van de EU.
Hoe nu verder?
Om de Brexit verder handen en voeten te geven zal er nog heel veel moeten gebeuren, gelet op het enorme aantal onderwerpen waarover nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Zie de “Political declaration” van 12 november 2019, waarin de uitgangspunten voor de invulling van de ontvlechting van de UK zijn neergelegd. Dat zal allemaal in de overgangsperiode geregeld moeten worden. Ook is die bedoeld om ondernemingen en burgers de tijd te geven zich op de gewijzigde situatie aan te passen.
Wat als dit niet binnen een jaar lukt?
Het is echter maar de vraag of dit allemaal in een jaar gaat lukken. Al die gewijzigde deelafspraken moeten immers ook door de politieke gremia van het VK en de EU (en de Lidstaten) worden goedgekeurd. Daarin is echter ook voorzien: de overgangsperiode kan éénmaal met twee jaar worden verlengd. In dat geval wordt de Brexit effectief uitgesteld tot 31 december 2022. Voor deze verlenging is echter de goedkeuring van het Britse parlement en het Europees Parlement vereist. Komt die goedkeuring er niet, dan kan er alsnog een “no deal” Brexit – althans op onderdelen – volgen.
Voor wie het proces verder wil volgen: het hele Brexit dossier is te raadplegen op de website van de Europese Commissie.