Pagina inhoud

    Wetboek van Koophandel (WvK)

    Inleiding Wetboek van Koophandel

    Het Wetboek van Koophandel (WvK) is van oorsprong bedoeld als het wetboek voor het handelsrecht. De wet werd ingevoerd in 1838 ter vervanging van de Franse Code de Commerce. Het taalgebruik is vaak duidelijk uit die tijd. Het handelsrecht is echter steeds meer opgegaan in het commune burgerlijke recht. Het Wetboek van Koophandel kan niet los worden gezien van het Burgerlijk wetboek.

    In art. 1 WvK is dan ook als vertrekpunt bepaald:

    “Het Burgerlijk Wetboek is, voor zoo verre daarvan bij dit Wetboek niet bijzonderlijk is afgeweken, ook op de in dit Wetboek behandelde onderwerpen toepasselijk.”

    Vervallen bepalingen wetboek van koophandel

    Gaandeweg zijn steeds meer onderdelen van het WvK in het Burgerlijk wetboek verwerkt. Zo zijn in 2006 de bepalingen inzake verzekering en inzake de lijfrente verhuisd naar Titel 17 B.W. resp. Titel 18 B.W.. Op termijn zal het Wetboek van Koophandel dan ook – net als Boek 7A B.W. waar nog restanten van oude onderdelen van het B.W. in staan – worden opgedoekt.

    In verband met de implementatie in de Nederlandse wet van het ILO-Verdrag inzake arbeid in de visserij (zie de pagina Verdrag inzake arbeid in de visserij) is op grond van artikel II Paragraaf 6 van titel 4 van het Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel vervallen (Stb. 2019, 416). De wet is in werking getreden per 15 november 2019 (Stb. 2019, 417). Die luidde “Van de kapitein en de schepelingen ter zeevisserij die een maatschapsovereenkomst hebben gesloten”. Daarvoor is Afd. 12B van Titel 10 Boek 7 B.W. in de plaats gekomen.

    Vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap

    In Titel 3, Boek 1 WvK is de wettelijke regeling te vinden van de vennootschap onder firma (ook wel genaamd: “VOF”) en van de commanditaire vennootschap (ook wel genaamd: “CV”). De Titel bevat effectief nog 15 bepalingen (art. 15 WvK tot en met art. 34 WvK), de rest van de bepalingen in deze Titel is vervallen.

    VOF en CV worden geregeerd door overeenkomst, WvK en het burgerlijk recht

    Art. 15 WvK bepaalt, dat de in deze Titel geregelde vennootschappen – de VOF en de CV dus – worden geregeerd door de inhoud van de overeenkomst waarmee ze zijn opgericht, door het WvK en door het burgerlijk recht.

    Definitie vennootschap onder firma (VOF)

    De vennootschap onder firma is een species van de maatschap (art. 16 WvK). De vennootschap onder firma is de maatschap, die is aangegaan tot de uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam. In deze bepaling wordt het wettelijk onderscheid tussen “bedrijf” en “beroep” gemaakt. Met bedrijf wordt een “handelsfirma” bedoeld zou je kunnen zeggen, ter onderscheiding van een maatschap van beroepsbeoefenaren zoals advocaten, notarissen, tandartsen, fysiotherapeuten, accountants enz. die een “beroep” uitoefenen.

    De maatschap is geen onderdeel van het Wetboek van Koophandel, maar wordt in Boek 7A het Burgerlijk Wetboek behandeld als een benoemd contract (zie de pagina Maatschap).

    Onder een gezamenlijke naam: dat is de zgn. “firmanaam”. Wanneer een maatschap als onder een gezamenlijke naam aan het rechtsverkeer deelneemt, wordt die beschouwd als een “openbare maatschap”. Het is daarmee echter nog geen VOF, als de maatschap niet een bedrijf uitoefent.

    Vertegenwoordigingsbevoegdheid bij vennootschap onder firma (VOF)

    Ieder van de vennoten is bevoegd de vennootschap onder firma te vertegenwoordigen (art. 17 lid 1 WvK). Elke vennoot kan in beginsel ten name der vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en de vennootschap aan derden, en derden aan de vennootschap te verbinden.

    In het VOF-contract kan de bevoegdheid worden beperkt (art. 17 lid 2 WvK). Wanneer er een beperking geldt, moet die worden ingeschreven in het handelsregister, wil die aan derden, die daarmee onbekend zijn, kunnen worden tegengeworpen.

    Hoofdelijke aansprakelijkheid vennoten van vennootschap onder firma (VOF)

    Ieder van de vennoten is bevoegd de vennootschap onder firma te vertegenwoordigen (art. 18 WvK). Ieder van de vennoten is in persoon hoofdelijk voor de verbintenissen van de VOF aansprakelijk. Daarmee wijkt de regeling bij de VOF af van die bij de maatschap: daar is ieder van de maten slechts voor een evenredig deel aansprakelijk.

    VOF als werkgever

    Wanneer de werkgever een VOF is, zijn ook de individuele vennoten in hun privé-vermogen aansprakelijk voor de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst(en), naast het verhaal op het afgescheiden vermogen van de VOF. Aldus de Hoge Raad in zijn beantwoording van prejudiciële vragen in HR 19 april 2019 (UWV/bewindvoerder WSNP).

    De commanditaire vennootschap (CV)

    De commanditaire vennootschap is geregeld in art. 19 WvK). Bij een CV is er sprake van een geldschieter (de commanditaire vennoot), die – net als een aandeelhouder bij een B.V. – slechts kapitaal aan de vennootschap verschaft, maar niet als vennoot naar buiten treedt. Men noemt hem dan ook wel “stille vennoot” of “commandiet”. De vennoot die wel naar buiten treedt, heet de “beherende vennoot”. De CV heeft echter niet een in aandelen verdeeld kapitaal zoals de B.V. (lid 3).

    Als er maar één beherend vennoot is, dan is de CV in feite een eenmanszaak met één of meer commanditaire vennoten. Er kunnen ook meerdere beherend vennoten zijn; dan is de CV in feite een VOF met een commanditaire vennoot (of meerdere commandieten).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 9-02-2020; laatste bewerking 27-10-2020]

    Wetboek van Koophandel (WvK)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Wetboek van Koophandel (WvK)

      Inleiding Wetboek van Koophandel

      Het Wetboek van Koophandel (WvK) is van oorsprong bedoeld als het wetboek voor het handelsrecht. De wet werd ingevoerd in 1838 ter vervanging van de Franse Code de Commerce. Het taalgebruik is vaak duidelijk uit die tijd. Het handelsrecht is echter steeds meer opgegaan in het commune burgerlijke recht. Het Wetboek van Koophandel kan niet los worden gezien van het Burgerlijk wetboek.

      In art. 1 WvK is dan ook als vertrekpunt bepaald:

      “Het Burgerlijk Wetboek is, voor zoo verre daarvan bij dit Wetboek niet bijzonderlijk is afgeweken, ook op de in dit Wetboek behandelde onderwerpen toepasselijk.”

      Vervallen bepalingen wetboek van koophandel

      Gaandeweg zijn steeds meer onderdelen van het WvK in het Burgerlijk wetboek verwerkt. Zo zijn in 2006 de bepalingen inzake verzekering en inzake de lijfrente verhuisd naar Titel 17 B.W. resp. Titel 18 B.W.. Op termijn zal het Wetboek van Koophandel dan ook – net als Boek 7A B.W. waar nog restanten van oude onderdelen van het B.W. in staan – worden opgedoekt.

      In verband met de implementatie in de Nederlandse wet van het ILO-Verdrag inzake arbeid in de visserij (zie de pagina Verdrag inzake arbeid in de visserij) is op grond van artikel II Paragraaf 6 van titel 4 van het Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel vervallen (Stb. 2019, 416). De wet is in werking getreden per 15 november 2019 (Stb. 2019, 417). Die luidde “Van de kapitein en de schepelingen ter zeevisserij die een maatschapsovereenkomst hebben gesloten”. Daarvoor is Afd. 12B van Titel 10 Boek 7 B.W. in de plaats gekomen.

      Vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap

      In Titel 3, Boek 1 WvK is de wettelijke regeling te vinden van de vennootschap onder firma (ook wel genaamd: “VOF”) en van de commanditaire vennootschap (ook wel genaamd: “CV”). De Titel bevat effectief nog 15 bepalingen (art. 15 WvK tot en met art. 34 WvK), de rest van de bepalingen in deze Titel is vervallen.

      VOF en CV worden geregeerd door overeenkomst, WvK en het burgerlijk recht

      Art. 15 WvK bepaalt, dat de in deze Titel geregelde vennootschappen – de VOF en de CV dus – worden geregeerd door de inhoud van de overeenkomst waarmee ze zijn opgericht, door het WvK en door het burgerlijk recht.

      Definitie vennootschap onder firma (VOF)

      De vennootschap onder firma is een species van de maatschap (art. 16 WvK). De vennootschap onder firma is de maatschap, die is aangegaan tot de uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam. In deze bepaling wordt het wettelijk onderscheid tussen “bedrijf” en “beroep” gemaakt. Met bedrijf wordt een “handelsfirma” bedoeld zou je kunnen zeggen, ter onderscheiding van een maatschap van beroepsbeoefenaren zoals advocaten, notarissen, tandartsen, fysiotherapeuten, accountants enz. die een “beroep” uitoefenen.

      De maatschap is geen onderdeel van het Wetboek van Koophandel, maar wordt in Boek 7A het Burgerlijk Wetboek behandeld als een benoemd contract (zie de pagina Maatschap).

      Onder een gezamenlijke naam: dat is de zgn. “firmanaam”. Wanneer een maatschap als onder een gezamenlijke naam aan het rechtsverkeer deelneemt, wordt die beschouwd als een “openbare maatschap”. Het is daarmee echter nog geen VOF, als de maatschap niet een bedrijf uitoefent.

      Vertegenwoordigingsbevoegdheid bij vennootschap onder firma (VOF)

      Ieder van de vennoten is bevoegd de vennootschap onder firma te vertegenwoordigen (art. 17 lid 1 WvK). Elke vennoot kan in beginsel ten name der vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en de vennootschap aan derden, en derden aan de vennootschap te verbinden.

      In het VOF-contract kan de bevoegdheid worden beperkt (art. 17 lid 2 WvK). Wanneer er een beperking geldt, moet die worden ingeschreven in het handelsregister, wil die aan derden, die daarmee onbekend zijn, kunnen worden tegengeworpen.

      Hoofdelijke aansprakelijkheid vennoten van vennootschap onder firma (VOF)

      Ieder van de vennoten is bevoegd de vennootschap onder firma te vertegenwoordigen (art. 18 WvK). Ieder van de vennoten is in persoon hoofdelijk voor de verbintenissen van de VOF aansprakelijk. Daarmee wijkt de regeling bij de VOF af van die bij de maatschap: daar is ieder van de maten slechts voor een evenredig deel aansprakelijk.

      VOF als werkgever

      Wanneer de werkgever een VOF is, zijn ook de individuele vennoten in hun privé-vermogen aansprakelijk voor de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst(en), naast het verhaal op het afgescheiden vermogen van de VOF. Aldus de Hoge Raad in zijn beantwoording van prejudiciële vragen in HR 19 april 2019 (UWV/bewindvoerder WSNP).

      De commanditaire vennootschap (CV)

      De commanditaire vennootschap is geregeld in art. 19 WvK). Bij een CV is er sprake van een geldschieter (de commanditaire vennoot), die – net als een aandeelhouder bij een B.V. – slechts kapitaal aan de vennootschap verschaft, maar niet als vennoot naar buiten treedt. Men noemt hem dan ook wel “stille vennoot” of “commandiet”. De vennoot die wel naar buiten treedt, heet de “beherende vennoot”. De CV heeft echter niet een in aandelen verdeeld kapitaal zoals de B.V. (lid 3).

      Als er maar één beherend vennoot is, dan is de CV in feite een eenmanszaak met één of meer commanditaire vennoten. Er kunnen ook meerdere beherend vennoten zijn; dan is de CV in feite een VOF met een commanditaire vennoot (of meerdere commandieten).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 9-02-2020; laatste bewerking 27-10-2020]

      Wetboek van Koophandel (WvK)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!