Pagina inhoud

    Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU

    Inleiding WAGW

    De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU (WAGW) is ingevoerd ter implementatie van de Detacheringsrichtlijn. Zie ook de pagina Detacheringsrichtlijn. De voorganger van de WAGW was de Waga. In 2016 is die vervangen door de WAGW bij gelegenheid van de Handhavingsrichtlijn die de EU heeft uitgevaardigd ter (verbetering van de) handhaving van de Detacheringsrichtlijn. Zie voor een toelichting ook de MvG bij die wet (Kamerdossier 34.408 nr. 3).

    De Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (Waga) is de Wet waarmee de detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG) is geïmplementeerd. Daartoe zijn twee inhoudelijke bepalingen opgenomen over het toepasselijke burgerlijke recht en een aanvulling van de Wet AVV (artikel 2, zesde lid) waarbij bepaalde bepalingen uit algemeen verbindend verklaarde CAO’s ook van toepassing zijn ten aanzien van gedetacheerde werknemers in Nederland, op wier arbeidsovereenkomst ander recht van
    toepassing is. De handhavingsrichtlijn bevat bepalingen over de handhaving van de detacheringsrichtlijn.

    Voor de implementatie van de handhavingsrichtlijn is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie ingevoerd (Stb. 2016, 219 en voor i.w.tr. zie Stb. 2016, 220). Art. 5 Waga is met de implementatie van de handhavingsrichtlijn vervallen. In dit artikel wordt verwezen naar artikel 2, zevende lid, van de Wet AVV, dat is komen te vervallen. Het artikel ging met name om de doorwerking van de beperkingen in de bijlage bij de Detacheringsrichtlijn tot bepaalde activiteiten in de bouw. Nu geldt al in de Nederlandse wetgeving geen beperking meer naar soorten activiteiten.

    Per 1 juni 2023 is de WGAW gewijzigd (Stb. 2023, 151 zie voor de i.w.tr. Stb. 2023, 273). Dit in verband met de Implementatie van Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector (de Mobiliteitsrichtlijn). NB er is ook een richtlijn met die naam in het vennootschapsrecht: ter facilitering van grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing.

    Daarbij is Hoofdstuk IIIa aan de WAGW toegevoegd, die – zoals de naam van de richtlijn en dat Hoofdstuk al doen vermoeden – regels geeft voor detachering in het wegvervoer. Zie ook de MvT bij deze wijziging (Kamerdossier 36.166 nr. 3). Zie ook het blog Implementatie Mobiliteitsrichtlijn.

    Het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (BagwEU) is daarbij ook aangepast.

    Inhoud van de WAGW

    De WAGW omvat zeven hoofdstukken, die 22 bepalingen bevatten:

    Hoofdstuk I Begripsbepalingen (art. 1 WAGW)

    Hoofdstuk II Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers (art. 2 t/m art. 3b WAGW)

    Hoofdstuk III Informatie, administratieve samenwerking en melding (art. 4 t/m art. 9 WAGW)

    Hoofdstuk IIIa Specifieke regels met betrekking tot de wegvervoersector (art. 9a t/m art. 9i WAGW)

    Hoofdstuk IV Wederzijdse bijstand bij handhaving en bestuurlijke handhaving (art. 10 t/m art. 16 WAGW)

    Hoofdstuk V Wijziging van andere wetten (art. 17 t/m art. 18a WAGW)

    Hoofdstuk VI Slotbepalingen (art. 19 t/m art. 22 WAGW)

    Begripsbepalingen (Hfdst. I)

    Hoofdstuk I WAGW bevat maar 1 bepaling: art. 1 WAGW. Het bevat de definities van de begrippen:

    – bevoegde instantie;

    – derde land (*);

    – Detacheringsrichtlijn;

    – dienstontvanger;

    – dienstverrichter;

    – gedetacheerde werknemer;

    – Handels- en samenwerkingsovereenkomst (*);

    – Handhavingsrichtlijn;

    – IMI (*);

    IMI-Verordening (*);

    – Lidstaat;

    Mobiliteitsrichtlijn (*);

    – Onze Minister (de minister van SZW);

    – transnationale dienstverrichting;

    – zelfstandige.

    De met een (*) aangeduide definities zijn toegevoegd bij de wetswijziging per 1 juni 2023.

    De definities in art. 1 lid 1 WAGW zijn vooral ontleend aan het toepassingsbereik van de detacheringsrichtlijn. De handhavingsrichtlijn en detacheringsrichtlijn zijn omschreven, teneinde de verwijzing naar deze richtlijnen in de artikelen te verkorten en de leesbaarheid daarmee te bevorderen.

    Bevoegde instantie WAGW

    De bevoegde instantie is in deze wet de bevoegde instantie van een andere lidstaat, waarbij op grond van de artikel 2, onderdeel a, handhavingsrichtlijn de bevoegde instantie is: een instantie of orgaan, waaronder ook de verbindingsbureaus als aangeduid in artikel 4 van de detacheringsrichtlijn kunnen worden begrepen, die door de lidstaat is aangewezen om de op grond van de detacheringsrichtlijn te vervullen taken te verrichten.

    Dienstverrichter WAGW

    De dienstverrichter en de dienstontvanger zijn gedefinieerd naar de omstandigheden dat in Nederland tijdelijk arbeid wordt verricht.

    Definitie gedetacheerde werknemer WAGW

    De definitie van gedetacheerde werknemer is ontleend aan de omschrijving van ter beschikking gestelde werknemer in artikel 2 van de detacheringsrichtlijn in combinatie met de transnationale dienstverrichting waarop de detacheringsrichtlijn van toepassing is.

    Definitie transnationale dienstverrichting

    Transnationale dienstverrichting kan zich voordoen in drie vormen, genoemd in artikel 1, derde lid, van de detacheringsrichtlijn.

    Bij de eerste vorm gaat het om zuivere dienstverrichting. Een dienstverrichter uit een lidstaat detacheert een werknemer naar een andere lidstaat om in die lidstaat arbeid te verrichten. De gedetacheerde werknemer verricht gewoonlijk geen arbeid in die andere lidstaat en blijft onder toezicht en leiding van de dienstverrichter. De dienstverrichter heeft een overeenkomst gesloten met de dienstontvanger in de andere lidstaat.

    Bij de tweede vorm van transnationale dienstverrichting gaat het om intraconcern uitlening. Een werknemer die gewoonlijk werkzaam is bij een onderneming in een lidstaat, wordt ter beschikking gesteld van een vestiging van die onderneming of aan een tot hetzelfde concern behorende onderneming in een andere lidstaat.

    De derde vorm van transnationale dienstverrichting bestaat uit de uitzendarbeid. De dienstverrichter stelt een werknemer ter beschikking van de dienstontvanger in een andere lidstaat dan waar de werknemer gewoonlijk werkt. De werknemer is werkzaam onder toezicht en leiding van de dienstontvanger, maar heeft geen contractuele relatie met de dienstontvanger. De werknemer heeft een overeenkomst met de dienstverrichter en de dienstverrichter met de dienstontvanger. De dienstverrichter ontvangt op basis van deze overeenkomst een vergoeding voor het ter beschikking stellen van de werknemer van de dienstontvanger.

    Art. 1 lid 2 WAGW omvat de implementatie van art. 1 lid 2 Detacheringsrichtlijn, dat bepaalt dat de richtlijn niet van toepassing is op zeevarend personeel van koopvaardijondernemingen.

    Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers (Hfdst. II)

    Hoofdstuk II WAGW bevat 4 bepalingen (art. 2 WAGW t/m art. 3b WAGW).

    Op buitenlandse gedetacheerde werknemers toepasselijke bepalingen

    Op grond van art. 2 lid 1 WAGW zijn de bepalingen op de gedetacheerde werknemer van toepassing ten aanzien van:

    a. het loon: art. 7:616a B.W. tot en met art. 7:616f B.W. en 7:626 B.W.;

    b. vakantie en verlof: art. 7:634 B.W. tot en met art. 7:642 B.W., art. 7:645 B.W., art. 7:646 B.W., art. 7:648 B.W., en art. 7:649 B.W.;

    c. verplichtingen van de werkgever: art. 7:655 B.W. en art. 658 B.W.; en

    d. het einde van de arbeidsovereenkomst: art. 7:670 lid 2 B.W., en art. 7:681 lid 1, sub c B.W..

    De opsomming van bepalingen van het BW in art. 2 WAGW is overgenomen uit art. 2 van de Waga. Enkele bepalingen zijn inmiddels vervallen.

    Detachering van meer dan 12 maanden

    Wanneer de detachering meer dan twaalf maanden bedraagt, zijn op de gedetacheerde werknemer vanaf de dertiende maand alle wettelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van toepassing, met uitzondering van procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waaronder concurrentiebedingen, en pensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet dan wel art. 1 lid 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (art. 2 lid 2 WAGW).

    Deze termijn kan worden opgerekt als de dienstverrichter vooraf gemotiveerd aangeeft dat de detachering langer dan 12 en maximaal 18 maanden zal duren (art. 2 lid 3 WAGW).

    Bij opvolgende detachering van verschillende gedetacheerde werknemers op dezelfde plaats tellen die als één detachering (art. 2 lid 4 WAGW).

    Detachering Nederlandse werknemer buiten Nederland

    Een werknemer die tijdelijk buiten Nederland arbeid verricht of heeft verricht in een lidstaat kan, ongeacht het recht dat de arbeidsovereenkomst beheerst, met betrekking tot die arbeid aanspraken ontlenen aan het recht dat die lidstaat heeft vastgesteld ter uitvoering van de detacheringsrichtlijn (art. 3 lid 1 WAGW).

    Informatieplicht werkgever jegens gedetacheerde werknemer

    Wanneer sprake is van een werknemer op wie de detacheringsrichtlijn van toepassing is, moet de werkgever de werknemer, voor zijn vertrek naar de andere lidstaat, op grond van art. 3 lid 2 WAGW in kennis stellen van:

    a. het loon waarop de werknemer recht heeft volgens het geldende recht van de ontvangende lidstaat;

    b. indien van toepassing alle toeslagen in verband met de detachering en alle regelingen voor de vergoeding van reis-, verblijf- en maaltijdkosten; en

    c. de link naar de door de ontvangende lidstaat uit hoofde van artikel 5, tweede lid, van de handhavingsrichtlijn ontwikkelde unieke officiële nationale website(s).

    Op art. 3 lid 2 WAGW sub a is art. 7:655 lid 2, 2e zin B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 3 lid 3 WAGW).

    Art. 3 lid 2 WAGW is niet van toepassing op een zeevarende werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst in de zeevisserij als bedoeld in art. 7:739 B.W. (art. 3 lid 4 WAGW).

    De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend (art. 3 lid 5 WAGW).

    Transnationale dienstverrichting

    De werknemer die ter beschikking is gesteld in de zin van onderdeel 3 van transnationale dienstverrichting als bedoeld in art. 1 lid 1 WAGW, en door de dienstontvanger in het kader van transnationale dienstverrichting ter beschikking wordt gesteld om tijdelijk arbeid te verrichten in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de werknemer gewoonlijk werkt voor hetzij de dienstverrichter, hetzij de dienstontvanger, wordt geacht in die lidstaat ter beschikking te zijn gesteld door de dienstverrichter (art. 3a lid 1 WAGW).

    De dienstontvanger informeert de dienstverrichter tijdig en voor aanvang van de terbeschikkingstelling, bedoeld in het eerste lid (art. 3a lid 2 WAGW).

    Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de arbeidskracht die ter beschikking is gesteld, bedoeld in artikel 1 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, met dien verstande dat onder dienstontvanger wordt verstaan de inlener als bedoeld in artikel 7a van die wet, en onder dienstverrichter degene die de arbeidskracht ter beschikking stelt (art. 3a lid 3 WAGW).

    Verbod benadeling bij geldend maken rechten door gedetacheerde werknemer

    De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer een gerechtelijke of administratieve procedure start om de rechten geldend te maken die aan hem zijn toegekend in de WAGW of in art. 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (art. 3b WAGW).

    Informatie, administratieve samenwerking en melding (Hfdst. III)

    In de artikelen 4 tot en met 9 WAGW is de meldingsplicht van de dienstverrichter geregeld. Op grond van art. 9 WAGW moet hij de informatie met betrekking tot de gedetacheerde werknemer beschikbaar houden.

    Specifieke regels voor de wegvervoersector (Hfdst. IIIa)

    Met de wetswijziging per 1 juni 2023 is een nieuw Hoofdstuk ingevoegd, met specifieke bepalingen voor detachering in de wegvervoersector. Deze bepalingen luiden als volgt.

    Artikel 9a

    1. In de artikelen van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: – gedetacheerde bestuurder: de gedetacheerde werknemer, die als bestuurder in de wegvervoersector ter beschikking wordt gesteld in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, anders dan voor de activiteiten, bedoeld in artikel 9b, tweede lid; – Richtlijn 92/106/EEG: Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen Lid-Staten (PbEG 1992, L 368); – Verordening 1071/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PbEU L 300/51); – Verordening 1072/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PbEU 2009, L 300/72); – Verordening 1073/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PbEU 2009, L 300/88); – Verordening 165/2014/EU: Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU L 60/1); – Verordening 561/2006/EG: Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU L 102/1).

    2. In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder lidstaat verstaan: een staat binnen de Europese Unie en bij ministeriële regeling aangewezen staten.

    Artikel 9b

    1. Een bestuurder wordt aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

    • a. in Nederland cabotage verricht als bedoeld in Verordeningen 1072/2009/EG en 1073/2009/EG; of
    • b. niet-bilaterale vervoersactiviteiten verricht, bestaande in:
      • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst buiten de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land; of
      • 2°. het vervoer van personen buiten de lidstaat van vestiging, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land.

    2. Een bestuurder wordt niet aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

    • a. bilaterale vervoersactiviteiten in het goederenvervoer verricht, bestaande in:
      • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, naar een andere lidstaat of een derde land;
      • 2°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van een andere lidstaat of een derde land naar de lidstaat van vestiging;
      • 3°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, naast het verrichten van ten hoogste één laad- en één losactiviteit in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat;
      • 4°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit vanuit de lidstaat van vestiging, waarbij geen extra activiteit wordt verricht, gevolgd door een bilaterale vervoersactiviteit naar de lidstaat van vestiging, waarbij ten hoogste twee extra laad- en twee losactiviteiten worden verricht in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat; of
      • 5°. het uitvoeren van het begin- of eindtraject van gecombineerd vervoer als bedoeld in Richtlijn 92/106/EEG, mits het wegtraject bestaat uit bilaterale vervoersactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 1° tot en met 4°;
    • b. bilaterale vervoersactiviteiten in het personenvervoer verricht, bestaande in:
      • 1°. het meenemen van passagiers vanuit de lidstaat van vestiging, bedoeld in onderdeel a, en het afzetten van deze passagiers in een andere lidstaat of derde land;
      • 2°. het meenemen van passagiers vanuit een lidstaat of derde land en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging;
      • 3°. het meenemen van passagiers en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging om plaatselijke excursies in een andere lidstaat of een derde land uit te voeren, overeenkomstig Verordening 1073/2009/EG; of
      • 4°. het verrichten van een activiteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, of de terugrit van dit traject, naast het ten hoogste eenmaal laten instappen en eenmaal laten uitstappen van passagiers in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder geen personenvervoersdiensten tussen twee locaties binnen de doorkruiste lidstaat aanbiedt; of
    • c. door Nederland heen rijdt zonder dat er vracht wordt geladen of gelost en zonder dat er passagiers in- of uitstappen.

    Artikel 9c

    Voor de toepassing van artikel 2, tweede tot en met vierde lid, wordt de detachering van een gedetacheerde bestuurder geacht te zijn beëindigd wanneer hij bij het verrichten van het internationaal vervoer van goederen of personen Nederland verlaat. Deze detacheringsperiode wordt niet gecumuleerd met eerdere detacheringsperiodes in het kader van dergelijke internationale activiteiten van dezelfde bestuurder of van de bestuurder die hij vervangt.

    Artikel 9d

    In afwijking van artikel 7 wijst de dienstverrichter die een gedetacheerde bestuurder detacheert als contactpersoon de vervoersmanager of een andere persoon in de lidstaat van vestiging aan, die optreedt als tussenpersoon met de door Onze Minister aangewezen ambtenaren en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld.

    Artikel 9e

    1. In afwijking van artikel 8 is de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, verplicht om op een tijdstip voor aanvang van de werkzaamheden een detacheringsverklaring in te dienen bij Onze Minister via het IMI, met de volgende informatie:

    • a. de identiteit van de dienstverrichter;
    • b. de contactgegevens van de contactpersoon;
    • c. de identiteit, de verblijfplaats en het nummer van het rijbewijs van de gedetacheerde bestuurder;
    • d. de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde bestuurder en het daarop toepasselijke recht;
    • e. de vermoedelijke duur van de detachering;
    • f. de kentekenplaten van de motorvoertuigen; en
    • g. de aard van de verrichte vervoersdiensten.

    2. De dienstverrichter houdt de detacheringsverklaringen actueel in het IMI.

    Artikel 9f

    1. In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, er zorg voor dat deze bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

    • a. een kopie van de detacheringsverklaring, bedoeld in artikel 9e;
    • b. bewijs van het vervoer dat plaatsvindt in Nederland, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en
    • c. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

    2. Na de detacheringsperiode verstrekt de dienstverrichter, uiterlijk acht weken na een verzoek van de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, via het IMI:

    • a. kopieën van de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde documenten;
    • b. documentatie in verband met de beloning van de bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode;
    • c. de arbeidsovereenkomst met de bestuurder of een opgave als bedoeld in artikel 655 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
    • d. bescheiden waaruit blijkt hoeveel uren de bestuurder heeft gewerkt; en
    • e. een bewijs, waaruit blijkt welk loon aan de bestuurder is voldaan.

    Artikel 9g

    In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een bestuurder in Nederland arbeid in de wegvervoersector laat verrichten in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, zonder als gedetacheerde bestuurder te worden aangemerkt, er zorg voor dat de bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

    • a. het bewijs van het betrokken internationaal vervoer, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en
    • b. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

    Artikel 9h

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk, van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 4, 6, 7, 12 en 14 van deze wet en van de artikelen 2a en 10a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt degene die vanuit het Verenigd Koninkrijk een gedetacheerde bestuurder ter beschikking stelt om tijdelijk arbeid te verrichten in Nederland, bestaande in het vervoer van goederen over de weg, aangemerkt als dienstverrichter.

    Artikel 9i

    In een derde land gevestigde vervoersondernemingen mogen geen gunstiger behandeling krijgen dan gelijksoortige in een lidstaat gevestigde ondernemingen.

    Wederzijdse bijstand bij handhaving en bestuurlijke handhaving (Hfdst. IV)

    Dit hoofdstuk bevat 7 bepalingen over handhaving (art. 10 t/m 16 WAGW). Bij de wetswijziging van 1 juni 2023 is aan art. 10 WAGW toegevoegd een verwijzing naar de Mobiliteitsrichtlijn (EU) 2020/1057.

    Wijziging van andere wetten (Hfdst. V)

    De art. 17 t/m art. 18a WAGW bevatten geen inhoudelijke bepalingen, maar duiden slechts aan dat met de WAGW ook aanpassingen zijn doorgevoerd in de Wet AVV, het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering en Boek 7 B.W.

    Aan art. 2a Wet AVV wordt toegevoegd de leden 9 en 10. Aan art. 10a Wet AVV wordt een lid 5 toegevoegd.

    Slotbepalingen WAGW

    Op grond van art. 19 WAGW moet de wet na 2 jaar geëvalueerd worden.

    Art. 20 WAGW bepaalt dat de wet grensoverschrijdende arbeid wordt (is) ingetrokken.

    Art. 21 geeft aan dat i.w.tr. bij Koningklijk Besluit plaatsvindt en art. 22 WAGW bevat de naam van de wet.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 23-09-2023

    Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU

      Inleiding WAGW

      De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU (WAGW) is ingevoerd ter implementatie van de Detacheringsrichtlijn. Zie ook de pagina Detacheringsrichtlijn. De voorganger van de WAGW was de Waga. In 2016 is die vervangen door de WAGW bij gelegenheid van de Handhavingsrichtlijn die de EU heeft uitgevaardigd ter (verbetering van de) handhaving van de Detacheringsrichtlijn. Zie voor een toelichting ook de MvG bij die wet (Kamerdossier 34.408 nr. 3).

      De Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (Waga) is de Wet waarmee de detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG) is geïmplementeerd. Daartoe zijn twee inhoudelijke bepalingen opgenomen over het toepasselijke burgerlijke recht en een aanvulling van de Wet AVV (artikel 2, zesde lid) waarbij bepaalde bepalingen uit algemeen verbindend verklaarde CAO’s ook van toepassing zijn ten aanzien van gedetacheerde werknemers in Nederland, op wier arbeidsovereenkomst ander recht van
      toepassing is. De handhavingsrichtlijn bevat bepalingen over de handhaving van de detacheringsrichtlijn.

      Voor de implementatie van de handhavingsrichtlijn is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie ingevoerd (Stb. 2016, 219 en voor i.w.tr. zie Stb. 2016, 220). Art. 5 Waga is met de implementatie van de handhavingsrichtlijn vervallen. In dit artikel wordt verwezen naar artikel 2, zevende lid, van de Wet AVV, dat is komen te vervallen. Het artikel ging met name om de doorwerking van de beperkingen in de bijlage bij de Detacheringsrichtlijn tot bepaalde activiteiten in de bouw. Nu geldt al in de Nederlandse wetgeving geen beperking meer naar soorten activiteiten.

      Per 1 juni 2023 is de WGAW gewijzigd (Stb. 2023, 151 zie voor de i.w.tr. Stb. 2023, 273). Dit in verband met de Implementatie van Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector (de Mobiliteitsrichtlijn). NB er is ook een richtlijn met die naam in het vennootschapsrecht: ter facilitering van grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing.

      Daarbij is Hoofdstuk IIIa aan de WAGW toegevoegd, die – zoals de naam van de richtlijn en dat Hoofdstuk al doen vermoeden – regels geeft voor detachering in het wegvervoer. Zie ook de MvT bij deze wijziging (Kamerdossier 36.166 nr. 3). Zie ook het blog Implementatie Mobiliteitsrichtlijn.

      Het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (BagwEU) is daarbij ook aangepast.

      Inhoud van de WAGW

      De WAGW omvat zeven hoofdstukken, die 22 bepalingen bevatten:

      Hoofdstuk I Begripsbepalingen (art. 1 WAGW)

      Hoofdstuk II Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers (art. 2 t/m art. 3b WAGW)

      Hoofdstuk III Informatie, administratieve samenwerking en melding (art. 4 t/m art. 9 WAGW)

      Hoofdstuk IIIa Specifieke regels met betrekking tot de wegvervoersector (art. 9a t/m art. 9i WAGW)

      Hoofdstuk IV Wederzijdse bijstand bij handhaving en bestuurlijke handhaving (art. 10 t/m art. 16 WAGW)

      Hoofdstuk V Wijziging van andere wetten (art. 17 t/m art. 18a WAGW)

      Hoofdstuk VI Slotbepalingen (art. 19 t/m art. 22 WAGW)

      Begripsbepalingen (Hfdst. I)

      Hoofdstuk I WAGW bevat maar 1 bepaling: art. 1 WAGW. Het bevat de definities van de begrippen:

      – bevoegde instantie;

      – derde land (*);

      – Detacheringsrichtlijn;

      – dienstontvanger;

      – dienstverrichter;

      – gedetacheerde werknemer;

      – Handels- en samenwerkingsovereenkomst (*);

      – Handhavingsrichtlijn;

      – IMI (*);

      IMI-Verordening (*);

      – Lidstaat;

      Mobiliteitsrichtlijn (*);

      – Onze Minister (de minister van SZW);

      – transnationale dienstverrichting;

      – zelfstandige.

      De met een (*) aangeduide definities zijn toegevoegd bij de wetswijziging per 1 juni 2023.

      De definities in art. 1 lid 1 WAGW zijn vooral ontleend aan het toepassingsbereik van de detacheringsrichtlijn. De handhavingsrichtlijn en detacheringsrichtlijn zijn omschreven, teneinde de verwijzing naar deze richtlijnen in de artikelen te verkorten en de leesbaarheid daarmee te bevorderen.

      Bevoegde instantie WAGW

      De bevoegde instantie is in deze wet de bevoegde instantie van een andere lidstaat, waarbij op grond van de artikel 2, onderdeel a, handhavingsrichtlijn de bevoegde instantie is: een instantie of orgaan, waaronder ook de verbindingsbureaus als aangeduid in artikel 4 van de detacheringsrichtlijn kunnen worden begrepen, die door de lidstaat is aangewezen om de op grond van de detacheringsrichtlijn te vervullen taken te verrichten.

      Dienstverrichter WAGW

      De dienstverrichter en de dienstontvanger zijn gedefinieerd naar de omstandigheden dat in Nederland tijdelijk arbeid wordt verricht.

      Definitie gedetacheerde werknemer WAGW

      De definitie van gedetacheerde werknemer is ontleend aan de omschrijving van ter beschikking gestelde werknemer in artikel 2 van de detacheringsrichtlijn in combinatie met de transnationale dienstverrichting waarop de detacheringsrichtlijn van toepassing is.

      Definitie transnationale dienstverrichting

      Transnationale dienstverrichting kan zich voordoen in drie vormen, genoemd in artikel 1, derde lid, van de detacheringsrichtlijn.

      Bij de eerste vorm gaat het om zuivere dienstverrichting. Een dienstverrichter uit een lidstaat detacheert een werknemer naar een andere lidstaat om in die lidstaat arbeid te verrichten. De gedetacheerde werknemer verricht gewoonlijk geen arbeid in die andere lidstaat en blijft onder toezicht en leiding van de dienstverrichter. De dienstverrichter heeft een overeenkomst gesloten met de dienstontvanger in de andere lidstaat.

      Bij de tweede vorm van transnationale dienstverrichting gaat het om intraconcern uitlening. Een werknemer die gewoonlijk werkzaam is bij een onderneming in een lidstaat, wordt ter beschikking gesteld van een vestiging van die onderneming of aan een tot hetzelfde concern behorende onderneming in een andere lidstaat.

      De derde vorm van transnationale dienstverrichting bestaat uit de uitzendarbeid. De dienstverrichter stelt een werknemer ter beschikking van de dienstontvanger in een andere lidstaat dan waar de werknemer gewoonlijk werkt. De werknemer is werkzaam onder toezicht en leiding van de dienstontvanger, maar heeft geen contractuele relatie met de dienstontvanger. De werknemer heeft een overeenkomst met de dienstverrichter en de dienstverrichter met de dienstontvanger. De dienstverrichter ontvangt op basis van deze overeenkomst een vergoeding voor het ter beschikking stellen van de werknemer van de dienstontvanger.

      Art. 1 lid 2 WAGW omvat de implementatie van art. 1 lid 2 Detacheringsrichtlijn, dat bepaalt dat de richtlijn niet van toepassing is op zeevarend personeel van koopvaardijondernemingen.

      Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers (Hfdst. II)

      Hoofdstuk II WAGW bevat 4 bepalingen (art. 2 WAGW t/m art. 3b WAGW).

      Op buitenlandse gedetacheerde werknemers toepasselijke bepalingen

      Op grond van art. 2 lid 1 WAGW zijn de bepalingen op de gedetacheerde werknemer van toepassing ten aanzien van:

      a. het loon: art. 7:616a B.W. tot en met art. 7:616f B.W. en 7:626 B.W.;

      b. vakantie en verlof: art. 7:634 B.W. tot en met art. 7:642 B.W., art. 7:645 B.W., art. 7:646 B.W., art. 7:648 B.W., en art. 7:649 B.W.;

      c. verplichtingen van de werkgever: art. 7:655 B.W. en art. 658 B.W.; en

      d. het einde van de arbeidsovereenkomst: art. 7:670 lid 2 B.W., en art. 7:681 lid 1, sub c B.W..

      De opsomming van bepalingen van het BW in art. 2 WAGW is overgenomen uit art. 2 van de Waga. Enkele bepalingen zijn inmiddels vervallen.

      Detachering van meer dan 12 maanden

      Wanneer de detachering meer dan twaalf maanden bedraagt, zijn op de gedetacheerde werknemer vanaf de dertiende maand alle wettelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van toepassing, met uitzondering van procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waaronder concurrentiebedingen, en pensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet dan wel art. 1 lid 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (art. 2 lid 2 WAGW).

      Deze termijn kan worden opgerekt als de dienstverrichter vooraf gemotiveerd aangeeft dat de detachering langer dan 12 en maximaal 18 maanden zal duren (art. 2 lid 3 WAGW).

      Bij opvolgende detachering van verschillende gedetacheerde werknemers op dezelfde plaats tellen die als één detachering (art. 2 lid 4 WAGW).

      Detachering Nederlandse werknemer buiten Nederland

      Een werknemer die tijdelijk buiten Nederland arbeid verricht of heeft verricht in een lidstaat kan, ongeacht het recht dat de arbeidsovereenkomst beheerst, met betrekking tot die arbeid aanspraken ontlenen aan het recht dat die lidstaat heeft vastgesteld ter uitvoering van de detacheringsrichtlijn (art. 3 lid 1 WAGW).

      Informatieplicht werkgever jegens gedetacheerde werknemer

      Wanneer sprake is van een werknemer op wie de detacheringsrichtlijn van toepassing is, moet de werkgever de werknemer, voor zijn vertrek naar de andere lidstaat, op grond van art. 3 lid 2 WAGW in kennis stellen van:

      a. het loon waarop de werknemer recht heeft volgens het geldende recht van de ontvangende lidstaat;

      b. indien van toepassing alle toeslagen in verband met de detachering en alle regelingen voor de vergoeding van reis-, verblijf- en maaltijdkosten; en

      c. de link naar de door de ontvangende lidstaat uit hoofde van artikel 5, tweede lid, van de handhavingsrichtlijn ontwikkelde unieke officiële nationale website(s).

      Op art. 3 lid 2 WAGW sub a is art. 7:655 lid 2, 2e zin B.W. van overeenkomstige toepassing (art. 3 lid 3 WAGW).

      Art. 3 lid 2 WAGW is niet van toepassing op een zeevarende werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst in de zeevisserij als bedoeld in art. 7:739 B.W. (art. 3 lid 4 WAGW).

      De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend (art. 3 lid 5 WAGW).

      Transnationale dienstverrichting

      De werknemer die ter beschikking is gesteld in de zin van onderdeel 3 van transnationale dienstverrichting als bedoeld in art. 1 lid 1 WAGW, en door de dienstontvanger in het kader van transnationale dienstverrichting ter beschikking wordt gesteld om tijdelijk arbeid te verrichten in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de werknemer gewoonlijk werkt voor hetzij de dienstverrichter, hetzij de dienstontvanger, wordt geacht in die lidstaat ter beschikking te zijn gesteld door de dienstverrichter (art. 3a lid 1 WAGW).

      De dienstontvanger informeert de dienstverrichter tijdig en voor aanvang van de terbeschikkingstelling, bedoeld in het eerste lid (art. 3a lid 2 WAGW).

      Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de arbeidskracht die ter beschikking is gesteld, bedoeld in artikel 1 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, met dien verstande dat onder dienstontvanger wordt verstaan de inlener als bedoeld in artikel 7a van die wet, en onder dienstverrichter degene die de arbeidskracht ter beschikking stelt (art. 3a lid 3 WAGW).

      Verbod benadeling bij geldend maken rechten door gedetacheerde werknemer

      De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer een gerechtelijke of administratieve procedure start om de rechten geldend te maken die aan hem zijn toegekend in de WAGW of in art. 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (art. 3b WAGW).

      Informatie, administratieve samenwerking en melding (Hfdst. III)

      In de artikelen 4 tot en met 9 WAGW is de meldingsplicht van de dienstverrichter geregeld. Op grond van art. 9 WAGW moet hij de informatie met betrekking tot de gedetacheerde werknemer beschikbaar houden.

      Specifieke regels voor de wegvervoersector (Hfdst. IIIa)

      Met de wetswijziging per 1 juni 2023 is een nieuw Hoofdstuk ingevoegd, met specifieke bepalingen voor detachering in de wegvervoersector. Deze bepalingen luiden als volgt.

      Artikel 9a

      1. In de artikelen van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: – gedetacheerde bestuurder: de gedetacheerde werknemer, die als bestuurder in de wegvervoersector ter beschikking wordt gesteld in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, anders dan voor de activiteiten, bedoeld in artikel 9b, tweede lid; – Richtlijn 92/106/EEG: Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen Lid-Staten (PbEG 1992, L 368); – Verordening 1071/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PbEU L 300/51); – Verordening 1072/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PbEU 2009, L 300/72); – Verordening 1073/2009/EG: Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PbEU 2009, L 300/88); – Verordening 165/2014/EU: Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU L 60/1); – Verordening 561/2006/EG: Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU L 102/1).

      2. In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder lidstaat verstaan: een staat binnen de Europese Unie en bij ministeriële regeling aangewezen staten.

      Artikel 9b

      1. Een bestuurder wordt aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

      • a. in Nederland cabotage verricht als bedoeld in Verordeningen 1072/2009/EG en 1073/2009/EG; of
      • b. niet-bilaterale vervoersactiviteiten verricht, bestaande in:
        • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst buiten de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land; of
        • 2°. het vervoer van personen buiten de lidstaat van vestiging, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land.

      2. Een bestuurder wordt niet aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

      • a. bilaterale vervoersactiviteiten in het goederenvervoer verricht, bestaande in:
        • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, naar een andere lidstaat of een derde land;
        • 2°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van een andere lidstaat of een derde land naar de lidstaat van vestiging;
        • 3°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, naast het verrichten van ten hoogste één laad- en één losactiviteit in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat;
        • 4°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit vanuit de lidstaat van vestiging, waarbij geen extra activiteit wordt verricht, gevolgd door een bilaterale vervoersactiviteit naar de lidstaat van vestiging, waarbij ten hoogste twee extra laad- en twee losactiviteiten worden verricht in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat; of
        • 5°. het uitvoeren van het begin- of eindtraject van gecombineerd vervoer als bedoeld in Richtlijn 92/106/EEG, mits het wegtraject bestaat uit bilaterale vervoersactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 1° tot en met 4°;
      • b. bilaterale vervoersactiviteiten in het personenvervoer verricht, bestaande in:
        • 1°. het meenemen van passagiers vanuit de lidstaat van vestiging, bedoeld in onderdeel a, en het afzetten van deze passagiers in een andere lidstaat of derde land;
        • 2°. het meenemen van passagiers vanuit een lidstaat of derde land en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging;
        • 3°. het meenemen van passagiers en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging om plaatselijke excursies in een andere lidstaat of een derde land uit te voeren, overeenkomstig Verordening 1073/2009/EG; of
        • 4°. het verrichten van een activiteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, of de terugrit van dit traject, naast het ten hoogste eenmaal laten instappen en eenmaal laten uitstappen van passagiers in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder geen personenvervoersdiensten tussen twee locaties binnen de doorkruiste lidstaat aanbiedt; of
      • c. door Nederland heen rijdt zonder dat er vracht wordt geladen of gelost en zonder dat er passagiers in- of uitstappen.

      Artikel 9c

      Voor de toepassing van artikel 2, tweede tot en met vierde lid, wordt de detachering van een gedetacheerde bestuurder geacht te zijn beëindigd wanneer hij bij het verrichten van het internationaal vervoer van goederen of personen Nederland verlaat. Deze detacheringsperiode wordt niet gecumuleerd met eerdere detacheringsperiodes in het kader van dergelijke internationale activiteiten van dezelfde bestuurder of van de bestuurder die hij vervangt.

      Artikel 9d

      In afwijking van artikel 7 wijst de dienstverrichter die een gedetacheerde bestuurder detacheert als contactpersoon de vervoersmanager of een andere persoon in de lidstaat van vestiging aan, die optreedt als tussenpersoon met de door Onze Minister aangewezen ambtenaren en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld.

      Artikel 9e

      1. In afwijking van artikel 8 is de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, verplicht om op een tijdstip voor aanvang van de werkzaamheden een detacheringsverklaring in te dienen bij Onze Minister via het IMI, met de volgende informatie:

      • a. de identiteit van de dienstverrichter;
      • b. de contactgegevens van de contactpersoon;
      • c. de identiteit, de verblijfplaats en het nummer van het rijbewijs van de gedetacheerde bestuurder;
      • d. de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde bestuurder en het daarop toepasselijke recht;
      • e. de vermoedelijke duur van de detachering;
      • f. de kentekenplaten van de motorvoertuigen; en
      • g. de aard van de verrichte vervoersdiensten.

      2. De dienstverrichter houdt de detacheringsverklaringen actueel in het IMI.

      Artikel 9f

      1. In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, er zorg voor dat deze bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

      • a. een kopie van de detacheringsverklaring, bedoeld in artikel 9e;
      • b. bewijs van het vervoer dat plaatsvindt in Nederland, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en
      • c. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

      2. Na de detacheringsperiode verstrekt de dienstverrichter, uiterlijk acht weken na een verzoek van de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, via het IMI:

      • a. kopieën van de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde documenten;
      • b. documentatie in verband met de beloning van de bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode;
      • c. de arbeidsovereenkomst met de bestuurder of een opgave als bedoeld in artikel 655 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
      • d. bescheiden waaruit blijkt hoeveel uren de bestuurder heeft gewerkt; en
      • e. een bewijs, waaruit blijkt welk loon aan de bestuurder is voldaan.

      Artikel 9g

      In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een bestuurder in Nederland arbeid in de wegvervoersector laat verrichten in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, zonder als gedetacheerde bestuurder te worden aangemerkt, er zorg voor dat de bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

      • a. het bewijs van het betrokken internationaal vervoer, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en
      • b. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

      Artikel 9h

      Voor de toepassing van dit hoofdstuk, van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 4, 6, 7, 12 en 14 van deze wet en van de artikelen 2a en 10a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt degene die vanuit het Verenigd Koninkrijk een gedetacheerde bestuurder ter beschikking stelt om tijdelijk arbeid te verrichten in Nederland, bestaande in het vervoer van goederen over de weg, aangemerkt als dienstverrichter.

      Artikel 9i

      In een derde land gevestigde vervoersondernemingen mogen geen gunstiger behandeling krijgen dan gelijksoortige in een lidstaat gevestigde ondernemingen.

      Wederzijdse bijstand bij handhaving en bestuurlijke handhaving (Hfdst. IV)

      Dit hoofdstuk bevat 7 bepalingen over handhaving (art. 10 t/m 16 WAGW). Bij de wetswijziging van 1 juni 2023 is aan art. 10 WAGW toegevoegd een verwijzing naar de Mobiliteitsrichtlijn (EU) 2020/1057.

      Wijziging van andere wetten (Hfdst. V)

      De art. 17 t/m art. 18a WAGW bevatten geen inhoudelijke bepalingen, maar duiden slechts aan dat met de WAGW ook aanpassingen zijn doorgevoerd in de Wet AVV, het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering en Boek 7 B.W.

      Aan art. 2a Wet AVV wordt toegevoegd de leden 9 en 10. Aan art. 10a Wet AVV wordt een lid 5 toegevoegd.

      Slotbepalingen WAGW

      Op grond van art. 19 WAGW moet de wet na 2 jaar geëvalueerd worden.

      Art. 20 WAGW bepaalt dat de wet grensoverschrijdende arbeid wordt (is) ingetrokken.

      Art. 21 geeft aan dat i.w.tr. bij Koningklijk Besluit plaatsvindt en art. 22 WAGW bevat de naam van de wet.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 23-09-2023

      Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!