Europese erfrechtverordening
Inleiding Europese erfrechtverordening
De Europese erfrechtverordening – officieel genaamd: ‘Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring’ is zoals uit de titel al blijkt aangenomen op 4 juli 2012. De Verordening omvat 84 artikelen, met 83 overwegingen daaraan voorafgaand in de considerans.
Ter implementatie in de Nederlandse wetgeving is bij Wet van 5 november 2014 de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht in het leven geroepen. Zie ook de pagina Internationaal privaatrecht erfrecht.
De inhoud van de Erfrechtverordening zal hierna globaal worden weergegeven. Gaandeweg zullen een nadere toelichting op de artikelen en jurisprudentie worden toegevoegd.
Inwerkingtreding Europese erfrechtverordening
De Verordening is blijkens art. 84 van toepassing met ingang van 17 augustus 2015, met uitzondering van de artikelen 77 en 78, die van toepassing zijn met ingang van 16 januari 2014, en van de artikelen 79, 80 en 81, die van toepassing zijn met ingang van 5 juli 2012.
Inhoud van de Europese erfrechtverordening
De Verordening omvat 84 artikelen, verdeeld over de volgende Hoofdstukken:
Toepassingsgebied en definities (Hoofdstuk I)
art. 1 Toepassingsgebied
art. 2 Bevoegdheid op het gebied van erfopvolging in de Lidstaten
art. 3 Definities
Bevoegdheid (Hoofdstuk II)
art. 4 Algemene bevoegdheid
art. 5 Forumkeuzeovereenkomst
art. 6 Onbevoegd verklaring in geval van een rechtskeuze
art. 7 Bevoegdheid in geval van een rechtskeuze
art. 8 Ambtshalve beëindiging van de procedure in geval van een rechtskeuze
art. 9 Bevoegdheid op grond van verschijning
art. 10 Subsidiaire bevoegdheid
art. 11 Forum necessitatis
art. 12 Beperking van de procedure
art. 13 Aanvaarding of verwerping van een nalatenschap, een legaat of een wettelijk erfdeel
art. 14 Aanhangigmaking van een zaak bij een gerecht
art. 15 Toetsing van de bevoegdheid
art. 16 Toetsing van de ontvankelijkheid
art. 17 Aanhangigheid
art. 18 Samenhang
art. 19 Voorlopige of bewarende maatregelen
Toepasselijk recht (Hoofdstuk III)
art. 20 Universele toepassing
art. 21 Algemene regel
art. 22 Rechtskeuze
art. 23 Toepassingsgebied van het toepasselijke recht
art. 24 Uiterste wilsbeschikkingen, niet zijnde erfovereenkomsten
art. 25 Erfovereenkomsten
art. 26 Materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen
art. 27 Formele geldigheid van schriftelijke uiterste wilsbeschikkingen
art. 28 Formele geldigheid van de verklaring van aanvaarding of verwerping
art. 29 Bijzondere regels voor de benoeming van een beheerder van de nalatenschap en diens bevoegdheden in bepaalde situaties
art. 30 Bijzondere regels die beperkingen opleggen met betrekking tot, of van invloed zijn op de erfopvolging voor wat betreft bepaalde bestanddelen van de nalatenschap
art. 31 Aanpassing van zakelijke rechten
art. 32 Commoriënten
art. 33 Onbeheerde nalatenschap
art. 34 Terugverwijzing
art. 35 Openbare orde (ordre public)
art. 36 Staten met meer dan één rechtsstelsel — territoriale wetsconflicten
art. 37 Staten met meer dan één rechtsstelsel — personele wetsconflicten
art. 38 Niet-toepasselijkheid van deze verordening op interne wetsconflicten
Erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van beslissingen (Hoofdstuk IV)
art. 39 Erkenning
art. 40 Weigeringsgronden
art. 41 Geen inhoudelijke toetsing
art. 42 Aanhouding van de erkenningsprocedure
art. 43 Uitvoerbaarheid
art. 44 Vaststelling van woonplaats
art. 45 Relatief bevoegd gerecht
art. 46 Procedure
art. 47 Niet-overlegging van de verklaring
art. 48 Uitvoerbaarverklaring
art. 49 Kennisgeving van de beslissing over het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 50 Rechtsmiddelen tegen de beslissing over het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 51 Rechtsmiddel tegen een in hoger beroep gegeven beslissing
art. 52 Weigering of intrekking van een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 53 Aanhouden van de uitspraak
art. 54 Voorlopige of bewarende maatregelen
art. 55 Gedeeltelijke uitvoerbaarheid
art. 56 Rechtsbijstand
art. 57 Geen zekerheid, borg of pand
art. 58 Geen belasting, recht of heffing
Authentieke akten en gerechtelijke schikkingen (Hoofdstuk V)
art. 59 Aanvaarding van authentieke akten
art. 60 Uitvoerbaarheid van authentieke akten
art. 61 Uitvoerbaarheid van gerechtelijke schikkingen
Europese erfrechtverklaring (Hoofdstuk VI)
art. 62 Instelling van een Europese erfrechtverklaring
art. 63 Doel van de erfrechtverklaring
art. 64 Bevoegdheid voor het afgeven van de erfrechtverklaring
art. 65 Aanvraag van een erfrechtverklaring
art. 66 Behandeling van de aanvraag
art. 67 Afgifte van de erfrechtverklaring
art. 68 Inhoud van de erfrechtverklaring
art. 69 Rechtsgevolgen van de erfrechtverklaring
art. 70 Gewaarmerkte afschriften van de erfrechtverklaring
art. 71 Correctie, wijziging of intrekking van de erfrechtverklaring
art. 72 Rechtsmiddelen erfrechtverklaring
art. 73 Schorsing van de rechtsgevolgen van de erfrechtverklaring
Algemene bepalingen en slotbepalingen (Hoofdstuk VII)
art. 74 Legalisatie of soortgelijke formaliteiten
art. 75 Verhouding tot bestaande internationale overeenkomsten
art. 76 Verhouding tot Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad (Insolventieverordening)
art. 77 Informatie die ter beschikking van het publiek wordt gesteld
art. 78 Informatie betreffende contactgegevens en procedures
art. 79 Vaststelling en wijziging van de lijst met in artikel 3, lid 2, bedoelde informatie
art. 80 Vaststelling en wijziging van de verklaringen en formulieren als bedoeld in de artikelen 46, 59, 60, 61, 65 en 67
art. 81 Comitéprocedure
art. 82 Herziening
art. 83 Overgangsbepalingen
art. 84 Inwerkingtreding
Aanvaarding en verwerping van een nalatenschap in een andere Lidstaat
In de zaak leidend tot het arrest van het HvJ EU 2 juni 2022 (verwerping Duitse nalatenschap) hadden de Nederlandse erfgenamen van een Duitse nalatenschap deze verworpen door een procedure bij de rechter in Den Haag. De Duitse rechter in Bremen legde de vraag aan het Hof voor, of dit een geldige verwerping was, nu niet was voldaan aan de vereisten voor verwerping naar Duits recht.
Artikel 13 Erfrechtverordening luidt:
“Naast het gerecht dat overeenkomstig deze verordening bevoegd is om uitspraak over de erfopvolging te doen, zijn de gerechten in de lidstaat van de gewone verblijfplaats van eenieder die krachtens het op de erfopvolging toepasselijke recht voor een gerecht een verklaring kan afleggen betreffende de aanvaarding of verwerping van een nalatenschap, een legaat of een wettelijk erfdeel, of een verklaring mag afleggen die als doel heeft zijn aansprakelijkheid te beperken ten aanzien van de schulden van de nalatenschap, bevoegd om dergelijke verklaringen in ontvangst te nemen, indien deze verklaringen volgens het recht van die lidstaat in rechte mogen worden afgelegd.”
In deze zaak was ook artikel 28 Erfrechtverordening van belang, die luidt:
“Een verklaring houdende aanvaarding of verwerping van de nalatenschap, van een legaat, of van een wettelijk erfdeel, of een verklaring tot beperking van de eigen aansprakelijkheid, is naar vorm geldig indien zij voldoet aan de voorschriften van:
a. het overeenkomstig artikel 21 of artikel 22 op de erfopvolging toepasselijke recht, of
b. het recht van de staat waar degene die de verklaring aflegt zijn gewone verblijfplaats heeft.”
Het Hof besliste, dat een verklaring van verwerping van een nalatenschap die door een erfgenaam is afgelegd voor het gerecht van de lidstaat van zijn gewone verblijfplaats, naar de vorm geldig is wanneer is voldaan aan de voor dit gerecht geldende vormvereisten en dat het voor de geldigheid ervan niet noodzakelijk is dat die verklaring voldoet aan de vormvereisten die zijn gesteld in het op de erfopvolging toepasselijke recht.
Overgangsbepalingen (art. 83 Erfrechtverordening)
Deze verordening is van toepassing op de erfopvolging van personen die overlijden op of na 17 augustus 2015 (lid 1).
Auteur & Last edit
[MdV, 14-04-2024]
Europese erfrechtverordening
Inleiding Europese erfrechtverordening
De Europese erfrechtverordening – officieel genaamd: ‘Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring’ is zoals uit de titel al blijkt aangenomen op 4 juli 2012. De Verordening omvat 84 artikelen, met 83 overwegingen daaraan voorafgaand in de considerans.
Ter implementatie in de Nederlandse wetgeving is bij Wet van 5 november 2014 de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht in het leven geroepen. Zie ook de pagina Internationaal privaatrecht erfrecht.
De inhoud van de Erfrechtverordening zal hierna globaal worden weergegeven. Gaandeweg zullen een nadere toelichting op de artikelen en jurisprudentie worden toegevoegd.
Inwerkingtreding Europese erfrechtverordening
De Verordening is blijkens art. 84 van toepassing met ingang van 17 augustus 2015, met uitzondering van de artikelen 77 en 78, die van toepassing zijn met ingang van 16 januari 2014, en van de artikelen 79, 80 en 81, die van toepassing zijn met ingang van 5 juli 2012.
Inhoud van de Europese erfrechtverordening
De Verordening omvat 84 artikelen, verdeeld over de volgende Hoofdstukken:
Toepassingsgebied en definities (Hoofdstuk I)
art. 1 Toepassingsgebied
art. 2 Bevoegdheid op het gebied van erfopvolging in de Lidstaten
art. 3 Definities
Bevoegdheid (Hoofdstuk II)
art. 4 Algemene bevoegdheid
art. 5 Forumkeuzeovereenkomst
art. 6 Onbevoegd verklaring in geval van een rechtskeuze
art. 7 Bevoegdheid in geval van een rechtskeuze
art. 8 Ambtshalve beëindiging van de procedure in geval van een rechtskeuze
art. 9 Bevoegdheid op grond van verschijning
art. 10 Subsidiaire bevoegdheid
art. 11 Forum necessitatis
art. 12 Beperking van de procedure
art. 13 Aanvaarding of verwerping van een nalatenschap, een legaat of een wettelijk erfdeel
art. 14 Aanhangigmaking van een zaak bij een gerecht
art. 15 Toetsing van de bevoegdheid
art. 16 Toetsing van de ontvankelijkheid
art. 17 Aanhangigheid
art. 18 Samenhang
art. 19 Voorlopige of bewarende maatregelen
Toepasselijk recht (Hoofdstuk III)
art. 20 Universele toepassing
art. 21 Algemene regel
art. 22 Rechtskeuze
art. 23 Toepassingsgebied van het toepasselijke recht
art. 24 Uiterste wilsbeschikkingen, niet zijnde erfovereenkomsten
art. 25 Erfovereenkomsten
art. 26 Materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen
art. 27 Formele geldigheid van schriftelijke uiterste wilsbeschikkingen
art. 28 Formele geldigheid van de verklaring van aanvaarding of verwerping
art. 29 Bijzondere regels voor de benoeming van een beheerder van de nalatenschap en diens bevoegdheden in bepaalde situaties
art. 30 Bijzondere regels die beperkingen opleggen met betrekking tot, of van invloed zijn op de erfopvolging voor wat betreft bepaalde bestanddelen van de nalatenschap
art. 31 Aanpassing van zakelijke rechten
art. 32 Commoriënten
art. 33 Onbeheerde nalatenschap
art. 34 Terugverwijzing
art. 35 Openbare orde (ordre public)
art. 36 Staten met meer dan één rechtsstelsel — territoriale wetsconflicten
art. 37 Staten met meer dan één rechtsstelsel — personele wetsconflicten
art. 38 Niet-toepasselijkheid van deze verordening op interne wetsconflicten
Erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van beslissingen (Hoofdstuk IV)
art. 39 Erkenning
art. 40 Weigeringsgronden
art. 41 Geen inhoudelijke toetsing
art. 42 Aanhouding van de erkenningsprocedure
art. 43 Uitvoerbaarheid
art. 44 Vaststelling van woonplaats
art. 45 Relatief bevoegd gerecht
art. 46 Procedure
art. 47 Niet-overlegging van de verklaring
art. 48 Uitvoerbaarverklaring
art. 49 Kennisgeving van de beslissing over het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 50 Rechtsmiddelen tegen de beslissing over het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 51 Rechtsmiddel tegen een in hoger beroep gegeven beslissing
art. 52 Weigering of intrekking van een verklaring van uitvoerbaarheid
art. 53 Aanhouden van de uitspraak
art. 54 Voorlopige of bewarende maatregelen
art. 55 Gedeeltelijke uitvoerbaarheid
art. 56 Rechtsbijstand
art. 57 Geen zekerheid, borg of pand
art. 58 Geen belasting, recht of heffing
Authentieke akten en gerechtelijke schikkingen (Hoofdstuk V)
art. 59 Aanvaarding van authentieke akten
art. 60 Uitvoerbaarheid van authentieke akten
art. 61 Uitvoerbaarheid van gerechtelijke schikkingen
Europese erfrechtverklaring (Hoofdstuk VI)
art. 62 Instelling van een Europese erfrechtverklaring
art. 63 Doel van de erfrechtverklaring
art. 64 Bevoegdheid voor het afgeven van de erfrechtverklaring
art. 65 Aanvraag van een erfrechtverklaring
art. 66 Behandeling van de aanvraag
art. 67 Afgifte van de erfrechtverklaring
art. 68 Inhoud van de erfrechtverklaring
art. 69 Rechtsgevolgen van de erfrechtverklaring
art. 70 Gewaarmerkte afschriften van de erfrechtverklaring
art. 71 Correctie, wijziging of intrekking van de erfrechtverklaring
art. 72 Rechtsmiddelen erfrechtverklaring
art. 73 Schorsing van de rechtsgevolgen van de erfrechtverklaring
Algemene bepalingen en slotbepalingen (Hoofdstuk VII)
art. 74 Legalisatie of soortgelijke formaliteiten
art. 75 Verhouding tot bestaande internationale overeenkomsten
art. 76 Verhouding tot Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad (Insolventieverordening)
art. 77 Informatie die ter beschikking van het publiek wordt gesteld
art. 78 Informatie betreffende contactgegevens en procedures
art. 79 Vaststelling en wijziging van de lijst met in artikel 3, lid 2, bedoelde informatie
art. 80 Vaststelling en wijziging van de verklaringen en formulieren als bedoeld in de artikelen 46, 59, 60, 61, 65 en 67
art. 81 Comitéprocedure
art. 82 Herziening
art. 83 Overgangsbepalingen
art. 84 Inwerkingtreding
Aanvaarding en verwerping van een nalatenschap in een andere Lidstaat
In de zaak leidend tot het arrest van het HvJ EU 2 juni 2022 (verwerping Duitse nalatenschap) hadden de Nederlandse erfgenamen van een Duitse nalatenschap deze verworpen door een procedure bij de rechter in Den Haag. De Duitse rechter in Bremen legde de vraag aan het Hof voor, of dit een geldige verwerping was, nu niet was voldaan aan de vereisten voor verwerping naar Duits recht.
Artikel 13 Erfrechtverordening luidt:
“Naast het gerecht dat overeenkomstig deze verordening bevoegd is om uitspraak over de erfopvolging te doen, zijn de gerechten in de lidstaat van de gewone verblijfplaats van eenieder die krachtens het op de erfopvolging toepasselijke recht voor een gerecht een verklaring kan afleggen betreffende de aanvaarding of verwerping van een nalatenschap, een legaat of een wettelijk erfdeel, of een verklaring mag afleggen die als doel heeft zijn aansprakelijkheid te beperken ten aanzien van de schulden van de nalatenschap, bevoegd om dergelijke verklaringen in ontvangst te nemen, indien deze verklaringen volgens het recht van die lidstaat in rechte mogen worden afgelegd.”
In deze zaak was ook artikel 28 Erfrechtverordening van belang, die luidt:
“Een verklaring houdende aanvaarding of verwerping van de nalatenschap, van een legaat, of van een wettelijk erfdeel, of een verklaring tot beperking van de eigen aansprakelijkheid, is naar vorm geldig indien zij voldoet aan de voorschriften van:
a. het overeenkomstig artikel 21 of artikel 22 op de erfopvolging toepasselijke recht, of
b. het recht van de staat waar degene die de verklaring aflegt zijn gewone verblijfplaats heeft.”
Het Hof besliste, dat een verklaring van verwerping van een nalatenschap die door een erfgenaam is afgelegd voor het gerecht van de lidstaat van zijn gewone verblijfplaats, naar de vorm geldig is wanneer is voldaan aan de voor dit gerecht geldende vormvereisten en dat het voor de geldigheid ervan niet noodzakelijk is dat die verklaring voldoet aan de vormvereisten die zijn gesteld in het op de erfopvolging toepasselijke recht.
Overgangsbepalingen (art. 83 Erfrechtverordening)
Deze verordening is van toepassing op de erfopvolging van personen die overlijden op of na 17 augustus 2015 (lid 1).
Auteur & Last edit
[MdV, 14-04-2024]
Europese erfrechtverordening
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!