Pagina inhoud

    Executoriaal beslag op en executie van schepen (Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv.)

    Inleiding executoriaal beslag en executie van schepen

    Het executoriaal beslag op schepen en de tenuitvoerlegging van executoriale titels op schepen is geregeld in Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv. Deze afdeling omvat 22 bepalingen (art. 562a Rv. tot en met art. 582 Rv.). De laatste twee artikelen (art. 583 Rv. en art. 584 Rv.) zijn in 1992 vervallen.

    Schepen en schepen in aanbouw

    De afdeling ziet niet alleen op schepen, maar ook op schepen in aanbouw (art. 562a Rv.).

    Alternatief forum executiegeschillen schepen

    Naast de in executiegeschillen bevoegde rechter van art. 438 Rv. (zie voor het executiegeschil de pagina Algemene regels tenuitvoerlegging) kan degeen die tegen de executie van schepen wil opkomen zich ook wenden tot de rechtbank in Rotterdam. Deze staat immers bekend om de “natte praktijk” en heeft expertise op dat gebied. Art. 438 lid 1 Rv. biedt overigens al meerdere opties:

    1. de rechtbank die naar de gewone regels bevoegd zou zijn, of
    2. in wiens rechtsgebied de inbeslagneming plaatsvindt, dan wel
    3. zich een of meer van de betrokken zaken bevinden of
    4. de executie zal geschieden.

    Exploot van aanzegging voorafgaand aan de executie

    Voordat executoriaal beslag op een schip gelegd kan worden, zal de gerechtsdeurwaarder eerst een exploot moeten uitbrengen waarin wordt aangezegd, dat binnen 24 uur aan de executoriale titel moet worden voldaan en dat anders executoriaal beslag zal plaatsvinden. Bij de gewone aanzegging van een executie bepaalt de wet dat de termijn van aanzegging om na te komen 2 dagen is.

    Deze aanzegging moet worden gedaan aan de eigenaar of aan de “boekhouder” van het schip (art. 563 lid 1 Rv.).

    Beslag zonder aanzegging bij vrees vertrek schip

    Bestaat echter de vrees dat het schip ervandoor gaat, dan kan met verlof van de Voorzieningenrechter beslag gelegd worden zonder eerst aan te zeggen (art. 563 lid 2 Rv.). In dat geval wordt de titel betekend tegelijk met het proces-verbaal van beslaglegging (lid 3).

    Wijze van beslag leggen op schepen en toegang tot alle plaatsen

    Het beslag op schepen wordt aan boord van het schip gedaan (art. 564 lid 1 Rv.). Met de wetswijziging van 3 juni 2020 is hieraan toegevoegd, dat art. 444 Rv. hier ook van toepassing is. Deze bepaling betreft het recht van de deurwaarder tot binnentreden op elke plaats, die nodig is om het beslag te leggen. Deze wijziging lost een omissie in de wet op, men mag aannemen dat de deurwaarder die bevoegdheid voordien ook al had.

    De deurwaarder kan zich – net als bij een ontruiming – laten bijstaan door één of twee getuigen. Die ondertekenen het proces-verbaal in dat geval mede en hun naam en woonplaats worden vermeld (art. 564 lid 2 Rv.).

    De deurwaarder kan ook aan boord een bewaarder aanwijzen. Verder kan hij maatregelen nemen om te voorkomen dat het schip vertrekt (aan de ketting leggen) (art. 564 lid 3 Rv.).

    Regels bij executoriaal beslag op schepen

    Bij beslag op schepen maakt de deurwaarder een proces-verbaal op. In art. 565 lid 1 Rv. wordt opgesomd, welke gegevens de deurwaarder op straffe van nietigheid daarin moet vermelden.

    • vermelding van de voornaam, naam en woonplaats van de executant;
    • vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd;
    • opgave van het bedrag dat krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is;
    • naam en de woonplaats van de eigenaar of de boekhouder, de naam van de kapitein of de schipper, telkens indien zij bekend zijn, en de naam en woonplaats van hem jegens wie de onder b bedoelde titel luidt, indien deze een ander is dan de eigenaar;
    • naam, de soort en de ruimte van het schip en, zo het schip te boek staat in de openbare registers, bedoeld in Afd. 2, Titel 1 Boek 3 B.W. (het scheepsregister), de gegevens omschreven in art. 21 lid 1 onder c Kadasterwet;
    • algemene omschrijving van het scheepstoebehoren.

    Domiciliekeuze van de executant in Nederland verplicht bij executoriaal beslag op schepen

    In de volgende gevallen moet de executant volgens art. 565 lid 2 Rv. in het proces-verbaal tot het einde van de executie woonplaats kiezen in Nederland:

    a. als in het proces-verbaal een notaris wordt aangewezen ten overstaan van wie de verkoop met toepassing van artikel 570 zal plaatsvinden: bij die notaris of bij een advocaat;

    b. als het voornemen bestaat de verkoop met toepassing van artikel 575 te doen plaats vinden voor de rechtbank: bij een advocaat;

    c. als de verkoop dient plaats te vinden met toepassing van artikel 576: bij de deurwaarder of bij een advocaat.

    Betekening proces-verbaal van executoriaal beslag op schip

    Het proces-verbaal va de beslaglegging wordt binnen acht dagen betekend aan de eigenaar van het schip of, als deze een rederij is en een boekhouder heeft, aan de boekhouder, alsmede aan degene jegens wie de in het eerste lid onder b bedoelde titel luidt, indien dit een andere is dan de eigenaar (art. 565 lid 3 Rv.).

    Betekening aan de kapitein of schipper, of aanplakking, als de eigenaar of boekhouder niet bekend is

    Als de eigenaar van het schip of de boekhouder niet bekend is, kan aan de eis van het vorige lid worden voldaan doordat het proces-verbaal wordt betekend aan boord aan de kapitein of de schipper of zijn plaatsvervanger; zo deze niet te bereiken zijn, vindt de betekening plaats door een afschrift van het betekende proces-verbaal aan boord van het schip aan te plakken (art. 565 lid 4 Rv.).

    Bij beslag op schepen hoeft in geval van beslag op zaken van een derde niet aan de derde betekend te worden, oftewel art. 435 lid 3 Rv. is niet van toepassing bij scheepsbeslag (art. 565 lid 5 Rv.).

    Inschrijving proces-verbaal van beslag in het scheepsregister

    Bij geregistreerde schepen moet het proces-verbaal ook in het scheepsregister worden ingeschreven (art. 566 lid 1 Rv.).

    Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, tot stand gekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen (art. 566 lid 2 Rv.).

    De betekening aan de eigenaar of boekhouder moet tevens binnen acht dagen na de inschrijving te geschieden (art. 566 lid 3 Rv.).

    Voor de doorhaling geldt dat het bepaalde in art. 513a Rv. overeenkomstig van toepassing is (zie de pagina Executoriaal beslag op onroerende zaken) (art. 566 lid 4 Rv.).

    Beschikkingshandelingen na beslag niet ingeschreven schip na beslag nietig

    Ook voor schepen die niet te boek staan in de openbare registers geldt, dat de inbeslagneming tot gevolg heeft dat een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, tot stand gekomen na de betekening (als vermeld in art. 565 lid 3 Rv.) niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen (art. 567 Rv.).

    Beslaglegging op een geregistreerd schip, waar hypotheek op rust

    Indien op een in beslag genomen schip dat te boek staat in de openbare registers een of meer hypotheken rusten, zijn art. 508 Rv. en art. 509 Rv. van overeenkomstige toepassing (art. 568 Rv.). Zie de pagina Executoriaal beslag op onroerende zaken.

    In dat geval moet de beslaglegger het door hem gelegde beslag dus uiterlijk binnen vier dagen na de inschrijving in de betreffende openbare registers aan de hypotheekhouders doen betekenen; de betekening mag geschieden aan de door deze overeenkomstig art. 3:260 lid 1, derde zin B.W. gekozen woonplaats (art. 508 Rv.).

    De hypotheekhouder kan in dat geval desgewenst de executie overnemen (art. 509 Rv.).

    Bij meerdere beslagen op een schip neemt de oudste beslaglegger de executie ter hand

    Net als bij andere beslagen geldt, dat wanneer meer schuldeisers op hetzelfde schip beslag hebben gelegd, de executie zal plaatsvinden op vervolging van degene die het oudste executoriale beslag heeft gelegd (art. 569 lid 1 Rv.).

    Neemt deze de executie niet voldoende voortvarend ter hand, dan kan de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het rechtsgebied waarbinnen de verkoop zal plaatsvinden of van de rechtbank Rotterdam, kan op verzoek van een schuldeiser die later beslag heeft gelegd, bepalen dat deze de executie zal overnemen (art. 569 lid 2 Rv.). Hiertegen staat geen rechtsmiddel open (lid 3).

    De overneming van de executie moet dan bij exploot worden aangezegd conform art. 565 lid 3 Rv. en art. 565 lid 4 Rv. (art. 569 lid 4 Rv.).

    Executoriale verkoop schip ten overstane van een notaris

    De executoriale verkoop geschiedt ten overstaan van een bevoegde notaris, tenzij de executant gebruik maakt van de hem in art. 575 Rv. toegekende bevoegdheid of art. 576 Rv. van toepassing is (art. 570 lid 1 Rv.). Zie voor deze bepalingen hieronder.

    Overeenkomstige toepassing regels executie onroerende zaken bij schepen

    In geval van verkoop ten overstaan van een notaris zijn art. 514 leden 2 en 3 Rv., art. 515 Rv. en art. 517 lid 2 Rv., art. 518 Rv. en art. 519 lid 1 Rv., art. 523 Rv. art. 523 Rv., art. 525 Rv. en art. 528 Rv. tot en met art. 529 Rv. (inzake de openbare veiling) van overeenkomstige toepassing. Zie de pagina Executoriale verkoop onroerende zaken.

    Ook art. 538 Rv. tot en met art. 540 Rv. zijn van overeenkomstige toepassing (zie de pagina Opvordering executoriaal beslagen onroerende zaken door derden).

    Een en ander voor zover daarvan in de volgende bepalingen van deze afdeling niet wordt afgeweken (art. 570 lid 2 Rv.).

    Ook art. 517 lid 1 Rv. (vaststelling van de veilingvoorwaarden door de notaris) is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de verwijzing naar de artikelen 524a en 525 lid 4 Rv. (die gaan over een tot bewoning bestemde onroerende zaak).

    Voorts legt de notaris een exemplaar van de veilingvoorwaarden te zijnen kantore neer ter inzage voor het publiek, in plaats van publicatie daarvan op de in art. 516 lid 1 Rv. bedoelde websites (art. 570 lid 3 Rv.).

    In afwijking van artikel 525 Rv. zal de geëxecuteerde op enkel vertoon van het proces-verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze bepaald bij de artikelen 556 en 557 Rv. (art. 570 lid 4 Rv.).

    Aankondiging van de executieveiling van het schip

    De verkoop kan pas plaatsvinden na verloop van veertien dagen, nadat zij bekend zal zijn gemaakt door aanplakking volgens plaatselijk gebruik. De aanplakking geschiedt in elk geval mede op een in het oog vallende plaats van het schip, en door aankondiging in een ter plaatse waar het schip zich bevindt verspreid dagblad (art. 571 lid 1 Rv.).

    Executoriale verkoop buitenlands zeeschip

    Betreft het de verkoop van een buitenlands zeeschip, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam aan te wijzen nieuwsbladen van het land waartoe het schip behoort.

    Geldt het de verkoop van een binnenschip dat teboekstaat in een Verdragsregister als bedoeld in art. 8:781 aanhef en onder d B.W. (zie de pagina Rechten op binnenschepen), dan wel in enig soortgelijk buitenlands register, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de Voorzieningenrechter van de rechtbank aan te wijzen nieuwsbladen van het land, waar het register wordt gehouden (art. 571 lid 2 Rv.).

    Betreft het de verkoop van een buitenlands zeeschip of van een binnenschip dat teboekstaat in een register als genoemd in art. 8:781 aanhef en onder d B.W., dan wel van een in enig soortgelijk buitenlands register teboekstaand binnenschip, dan wordt in plaats van een termijn van veertien dagen in acht genomen de door de voorzieningenrechter van de rechtbank te bepalen termijn (art. 571 lid 3 Rv.).

    Lid 3 geldt eveneens, indien het de verkoop betreft van een binnenschip, dat niet in één van de in art. 8:781 B.W. genoemde registers, noch in enig ander soortgelijk buitenlands register teboekstaat en dat een vrachtschip is van 20 of meer tonnen laadvermogen dan wel een ander binnenschip is met 10 of meer kubieke meters verplaatsing, zijnde de in kubieke meters uitgedrukte waterverplaatsing tussen het vlak van inzinking van het lege binnenschip in zoet water en het vlak van de grootste toegelaten diepgang (art. 571 lid 4 Rv.).

    De in lid 2 t/m 4 bedoelde beslissingen van de voorzieningenrechter worden gegeven op verzoek van de executant of de notaris, ten overstaan van wie de verkoop zal geschieden.

    Tegen toewijzing van het verzoek is geen hogere voorziening toegelaten (art. 571 lid 5 Rv.).

    De artikelen 572 Rv. tot en met 582 Rv. worden nog nader uitgewerkt.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 7-02-2020; laatste bewerking 17-07-2023]

    Executoriaal beslag op en executie van schepen (Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Executoriaal beslag op en executie van schepen (Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv.)

      Inleiding executoriaal beslag en executie van schepen

      Het executoriaal beslag op schepen en de tenuitvoerlegging van executoriale titels op schepen is geregeld in Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv. Deze afdeling omvat 22 bepalingen (art. 562a Rv. tot en met art. 582 Rv.). De laatste twee artikelen (art. 583 Rv. en art. 584 Rv.) zijn in 1992 vervallen.

      Schepen en schepen in aanbouw

      De afdeling ziet niet alleen op schepen, maar ook op schepen in aanbouw (art. 562a Rv.).

      Alternatief forum executiegeschillen schepen

      Naast de in executiegeschillen bevoegde rechter van art. 438 Rv. (zie voor het executiegeschil de pagina Algemene regels tenuitvoerlegging) kan degeen die tegen de executie van schepen wil opkomen zich ook wenden tot de rechtbank in Rotterdam. Deze staat immers bekend om de “natte praktijk” en heeft expertise op dat gebied. Art. 438 lid 1 Rv. biedt overigens al meerdere opties:

      1. de rechtbank die naar de gewone regels bevoegd zou zijn, of
      2. in wiens rechtsgebied de inbeslagneming plaatsvindt, dan wel
      3. zich een of meer van de betrokken zaken bevinden of
      4. de executie zal geschieden.

      Exploot van aanzegging voorafgaand aan de executie

      Voordat executoriaal beslag op een schip gelegd kan worden, zal de gerechtsdeurwaarder eerst een exploot moeten uitbrengen waarin wordt aangezegd, dat binnen 24 uur aan de executoriale titel moet worden voldaan en dat anders executoriaal beslag zal plaatsvinden. Bij de gewone aanzegging van een executie bepaalt de wet dat de termijn van aanzegging om na te komen 2 dagen is.

      Deze aanzegging moet worden gedaan aan de eigenaar of aan de “boekhouder” van het schip (art. 563 lid 1 Rv.).

      Beslag zonder aanzegging bij vrees vertrek schip

      Bestaat echter de vrees dat het schip ervandoor gaat, dan kan met verlof van de Voorzieningenrechter beslag gelegd worden zonder eerst aan te zeggen (art. 563 lid 2 Rv.). In dat geval wordt de titel betekend tegelijk met het proces-verbaal van beslaglegging (lid 3).

      Wijze van beslag leggen op schepen en toegang tot alle plaatsen

      Het beslag op schepen wordt aan boord van het schip gedaan (art. 564 lid 1 Rv.). Met de wetswijziging van 3 juni 2020 is hieraan toegevoegd, dat art. 444 Rv. hier ook van toepassing is. Deze bepaling betreft het recht van de deurwaarder tot binnentreden op elke plaats, die nodig is om het beslag te leggen. Deze wijziging lost een omissie in de wet op, men mag aannemen dat de deurwaarder die bevoegdheid voordien ook al had.

      De deurwaarder kan zich – net als bij een ontruiming – laten bijstaan door één of twee getuigen. Die ondertekenen het proces-verbaal in dat geval mede en hun naam en woonplaats worden vermeld (art. 564 lid 2 Rv.).

      De deurwaarder kan ook aan boord een bewaarder aanwijzen. Verder kan hij maatregelen nemen om te voorkomen dat het schip vertrekt (aan de ketting leggen) (art. 564 lid 3 Rv.).

      Regels bij executoriaal beslag op schepen

      Bij beslag op schepen maakt de deurwaarder een proces-verbaal op. In art. 565 lid 1 Rv. wordt opgesomd, welke gegevens de deurwaarder op straffe van nietigheid daarin moet vermelden.

      • vermelding van de voornaam, naam en woonplaats van de executant;
      • vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd;
      • opgave van het bedrag dat krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is;
      • naam en de woonplaats van de eigenaar of de boekhouder, de naam van de kapitein of de schipper, telkens indien zij bekend zijn, en de naam en woonplaats van hem jegens wie de onder b bedoelde titel luidt, indien deze een ander is dan de eigenaar;
      • naam, de soort en de ruimte van het schip en, zo het schip te boek staat in de openbare registers, bedoeld in Afd. 2, Titel 1 Boek 3 B.W. (het scheepsregister), de gegevens omschreven in art. 21 lid 1 onder c Kadasterwet;
      • algemene omschrijving van het scheepstoebehoren.

      Domiciliekeuze van de executant in Nederland verplicht bij executoriaal beslag op schepen

      In de volgende gevallen moet de executant volgens art. 565 lid 2 Rv. in het proces-verbaal tot het einde van de executie woonplaats kiezen in Nederland:

      a. als in het proces-verbaal een notaris wordt aangewezen ten overstaan van wie de verkoop met toepassing van artikel 570 zal plaatsvinden: bij die notaris of bij een advocaat;

      b. als het voornemen bestaat de verkoop met toepassing van artikel 575 te doen plaats vinden voor de rechtbank: bij een advocaat;

      c. als de verkoop dient plaats te vinden met toepassing van artikel 576: bij de deurwaarder of bij een advocaat.

      Betekening proces-verbaal van executoriaal beslag op schip

      Het proces-verbaal va de beslaglegging wordt binnen acht dagen betekend aan de eigenaar van het schip of, als deze een rederij is en een boekhouder heeft, aan de boekhouder, alsmede aan degene jegens wie de in het eerste lid onder b bedoelde titel luidt, indien dit een andere is dan de eigenaar (art. 565 lid 3 Rv.).

      Betekening aan de kapitein of schipper, of aanplakking, als de eigenaar of boekhouder niet bekend is

      Als de eigenaar van het schip of de boekhouder niet bekend is, kan aan de eis van het vorige lid worden voldaan doordat het proces-verbaal wordt betekend aan boord aan de kapitein of de schipper of zijn plaatsvervanger; zo deze niet te bereiken zijn, vindt de betekening plaats door een afschrift van het betekende proces-verbaal aan boord van het schip aan te plakken (art. 565 lid 4 Rv.).

      Bij beslag op schepen hoeft in geval van beslag op zaken van een derde niet aan de derde betekend te worden, oftewel art. 435 lid 3 Rv. is niet van toepassing bij scheepsbeslag (art. 565 lid 5 Rv.).

      Inschrijving proces-verbaal van beslag in het scheepsregister

      Bij geregistreerde schepen moet het proces-verbaal ook in het scheepsregister worden ingeschreven (art. 566 lid 1 Rv.).

      Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, tot stand gekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen (art. 566 lid 2 Rv.).

      De betekening aan de eigenaar of boekhouder moet tevens binnen acht dagen na de inschrijving te geschieden (art. 566 lid 3 Rv.).

      Voor de doorhaling geldt dat het bepaalde in art. 513a Rv. overeenkomstig van toepassing is (zie de pagina Executoriaal beslag op onroerende zaken) (art. 566 lid 4 Rv.).

      Beschikkingshandelingen na beslag niet ingeschreven schip na beslag nietig

      Ook voor schepen die niet te boek staan in de openbare registers geldt, dat de inbeslagneming tot gevolg heeft dat een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, tot stand gekomen na de betekening (als vermeld in art. 565 lid 3 Rv.) niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen (art. 567 Rv.).

      Beslaglegging op een geregistreerd schip, waar hypotheek op rust

      Indien op een in beslag genomen schip dat te boek staat in de openbare registers een of meer hypotheken rusten, zijn art. 508 Rv. en art. 509 Rv. van overeenkomstige toepassing (art. 568 Rv.). Zie de pagina Executoriaal beslag op onroerende zaken.

      In dat geval moet de beslaglegger het door hem gelegde beslag dus uiterlijk binnen vier dagen na de inschrijving in de betreffende openbare registers aan de hypotheekhouders doen betekenen; de betekening mag geschieden aan de door deze overeenkomstig art. 3:260 lid 1, derde zin B.W. gekozen woonplaats (art. 508 Rv.).

      De hypotheekhouder kan in dat geval desgewenst de executie overnemen (art. 509 Rv.).

      Bij meerdere beslagen op een schip neemt de oudste beslaglegger de executie ter hand

      Net als bij andere beslagen geldt, dat wanneer meer schuldeisers op hetzelfde schip beslag hebben gelegd, de executie zal plaatsvinden op vervolging van degene die het oudste executoriale beslag heeft gelegd (art. 569 lid 1 Rv.).

      Neemt deze de executie niet voldoende voortvarend ter hand, dan kan de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het rechtsgebied waarbinnen de verkoop zal plaatsvinden of van de rechtbank Rotterdam, kan op verzoek van een schuldeiser die later beslag heeft gelegd, bepalen dat deze de executie zal overnemen (art. 569 lid 2 Rv.). Hiertegen staat geen rechtsmiddel open (lid 3).

      De overneming van de executie moet dan bij exploot worden aangezegd conform art. 565 lid 3 Rv. en art. 565 lid 4 Rv. (art. 569 lid 4 Rv.).

      Executoriale verkoop schip ten overstane van een notaris

      De executoriale verkoop geschiedt ten overstaan van een bevoegde notaris, tenzij de executant gebruik maakt van de hem in art. 575 Rv. toegekende bevoegdheid of art. 576 Rv. van toepassing is (art. 570 lid 1 Rv.). Zie voor deze bepalingen hieronder.

      Overeenkomstige toepassing regels executie onroerende zaken bij schepen

      In geval van verkoop ten overstaan van een notaris zijn art. 514 leden 2 en 3 Rv., art. 515 Rv. en art. 517 lid 2 Rv., art. 518 Rv. en art. 519 lid 1 Rv., art. 523 Rv. art. 523 Rv., art. 525 Rv. en art. 528 Rv. tot en met art. 529 Rv. (inzake de openbare veiling) van overeenkomstige toepassing. Zie de pagina Executoriale verkoop onroerende zaken.

      Ook art. 538 Rv. tot en met art. 540 Rv. zijn van overeenkomstige toepassing (zie de pagina Opvordering executoriaal beslagen onroerende zaken door derden).

      Een en ander voor zover daarvan in de volgende bepalingen van deze afdeling niet wordt afgeweken (art. 570 lid 2 Rv.).

      Ook art. 517 lid 1 Rv. (vaststelling van de veilingvoorwaarden door de notaris) is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de verwijzing naar de artikelen 524a en 525 lid 4 Rv. (die gaan over een tot bewoning bestemde onroerende zaak).

      Voorts legt de notaris een exemplaar van de veilingvoorwaarden te zijnen kantore neer ter inzage voor het publiek, in plaats van publicatie daarvan op de in art. 516 lid 1 Rv. bedoelde websites (art. 570 lid 3 Rv.).

      In afwijking van artikel 525 Rv. zal de geëxecuteerde op enkel vertoon van het proces-verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze bepaald bij de artikelen 556 en 557 Rv. (art. 570 lid 4 Rv.).

      Aankondiging van de executieveiling van het schip

      De verkoop kan pas plaatsvinden na verloop van veertien dagen, nadat zij bekend zal zijn gemaakt door aanplakking volgens plaatselijk gebruik. De aanplakking geschiedt in elk geval mede op een in het oog vallende plaats van het schip, en door aankondiging in een ter plaatse waar het schip zich bevindt verspreid dagblad (art. 571 lid 1 Rv.).

      Executoriale verkoop buitenlands zeeschip

      Betreft het de verkoop van een buitenlands zeeschip, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam aan te wijzen nieuwsbladen van het land waartoe het schip behoort.

      Geldt het de verkoop van een binnenschip dat teboekstaat in een Verdragsregister als bedoeld in art. 8:781 aanhef en onder d B.W. (zie de pagina Rechten op binnenschepen), dan wel in enig soortgelijk buitenlands register, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de Voorzieningenrechter van de rechtbank aan te wijzen nieuwsbladen van het land, waar het register wordt gehouden (art. 571 lid 2 Rv.).

      Betreft het de verkoop van een buitenlands zeeschip of van een binnenschip dat teboekstaat in een register als genoemd in art. 8:781 aanhef en onder d B.W., dan wel van een in enig soortgelijk buitenlands register teboekstaand binnenschip, dan wordt in plaats van een termijn van veertien dagen in acht genomen de door de voorzieningenrechter van de rechtbank te bepalen termijn (art. 571 lid 3 Rv.).

      Lid 3 geldt eveneens, indien het de verkoop betreft van een binnenschip, dat niet in één van de in art. 8:781 B.W. genoemde registers, noch in enig ander soortgelijk buitenlands register teboekstaat en dat een vrachtschip is van 20 of meer tonnen laadvermogen dan wel een ander binnenschip is met 10 of meer kubieke meters verplaatsing, zijnde de in kubieke meters uitgedrukte waterverplaatsing tussen het vlak van inzinking van het lege binnenschip in zoet water en het vlak van de grootste toegelaten diepgang (art. 571 lid 4 Rv.).

      De in lid 2 t/m 4 bedoelde beslissingen van de voorzieningenrechter worden gegeven op verzoek van de executant of de notaris, ten overstaan van wie de verkoop zal geschieden.

      Tegen toewijzing van het verzoek is geen hogere voorziening toegelaten (art. 571 lid 5 Rv.).

      De artikelen 572 Rv. tot en met 582 Rv. worden nog nader uitgewerkt.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 7-02-2020; laatste bewerking 17-07-2023]

      Executoriaal beslag op en executie van schepen (Afd. 1, Titel 4, Boek 2 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!