Pagina inhoud

    Bijzondere gevolgen van niet-nakoming door verkoper (Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.)

    Inleiding bijzondere gevolgen niet-nakoming verkoper

    Naast de bepalingen over de verplichtingen van de verkoper kent de wet nog een afdeling, waarin bijzondere gevolgen van de niet-nakoming van de koopovereenkomst door de verkoper worden geregeld. Die zijn te vinden in Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.. De regeling omvat 7 artikelen (art. 7:19a B.W. tot en met art. 7:25 B.W.). Deze bepalingen moeten vanwege de gelaagde structuur van het Burgerlijk wetboek mede worden bezien in het kader van de algemene bepalingen inzake niet-nakoming van verbintenissen (zie de pagina Gevolgen van niet-nakoming van een verbintenis). Vandaar dat in Boek 7 B.W. wordt gesproken van “Bijzondere gevolgen”, d.w.z. deze afdeling geeft specifieke nadere regels voor de koopovereenkomst naast de algemene bepalingen van Boek 6.

    Verzuim consumentenkoop

    In art. 7:19a B.W. is een bijzondere regeling opgenomen voor verzuim van de verkoper bij consumentenkoop (zoals gedefinieerd in art. 7:5 lid 1 B.W.). Deze regeling is een uitvloeisel van de Implementatiewet Richtlijn consumentenrechten (zie Stb. 2014, 140).

    Heeft het verkochte een last of beperking als bedoeld in art. 7:15 B.W. dan kan de koper vorderen dat dit wordt opgelost (art. 7:20 B.W.). De verkoper moet dit wel redelijkerwijs kunnen oplossen.

    Tegendeelbewijs gebrek consumentenkoop <6 maanden

    In art. 7:18 B.W. is een tegendeelbewijs – dus zwaardere bewijslast. Zie HR 5 november 2021, ECLI:NL:PHR:2021:664.

    Vorderingen van de koper bij non-conformiteit

    Bij non-conformiteit kan de koper de volgende vorderingen instellen (art. 7:21 lid 1 B.W.):

    – afleveren van het ontbrekende

    – herstel van de afgeleverde zaak, of

    – vervanging van de geleverde zaak

    Dit op kosten van de verkoper (lid 2), die dit een beetje rapido moet doen (lid 3).

    Tijdig klagen en klachtplicht

    De koper moet “binnen bekwame tijd” klagen over non-conformiteit (art. 7:23 B.W.). Betreft het eigenschappen, waarvan de verkoper had meegedeeld dat het verkocht die bezat, of tekortkomingen waarmee de verkoper bekend was maar niet heeft meegedeeld, dan vangt de bekwame tijd aan na ontdekking. De vordering verjaart met een termijn van 2 jaar na kennisgeving aan de verkoper (lid 2). Voor jurisprudentie over de klachtplicht (waaronder enkele arresten waarop art. 7:23 B.W. mede van toepassing is) zie de pagina Verdere gevolgen niet-nakoming inzake de klachtplicht van art. 6:89 B.W.. Die bepaling houdt in, dat de rechten van de schuldeiser komen te vervallen als die niet tijdig klaagt. Wat tijdig is hangt natuurlijk af van de aard van het object van de koop en de aard van de tekortkoming of het gebrek.

    Zie voor een geval waarin de Hoge Raad oordeelde, dat er te laat geklaagd was HR 29 januari 2010 (Hesta/verkoper ligplaats), en met name de conclusie van de P-G bij dat arrest.

    Lees de opmerkingen van de P-G over de klachtplicht bij HR 29 januari 2010 (Hesta/verkoper ligplaats)

    De P-G vermeldt over de klachtplicht en het aanvangsmoment van de termijn om te klagen in het kader van koopovereenkomst (randnr. 3.4):

    “In de artikelen 6:89 en 7:23 BW wordt voor de aanvang van de klachttermijn aangehouden het tijdstip, waarop het ‘gebrek in de prestatie’ respectievelijk ‘het niet beantwoorden aan de overeenkomst van hetgeen geleverd is’ (oftewel de tekortkoming) redelijkerwijs behoorde te zijn ontdekt of is ontdekt. Van een tekortkoming kan ook sprake zijn, indien deze niet is toe te rekenen aan (…) de schuldenaar. De tekortkoming en de toerekenbaarheid zijn immers van elkaar te onderscheiden elementen. De tekortkoming vormt een kwalificatie van het gepresteerde in het licht van wat met de schuldenaar is overeengekomen in de overeenkomst, waarop de prestatie is gebaseerd. Het toerekenen heeft betrekking op het voor aansprakelijkheid vereiste verband tussen de tekortkoming en de schuldenaar. In de artikelen 6:89 en 7:23 BW wordt voor het aanvangstijdstip van de klachttermijn niet mede vereist dat de toerekenbaarheid van de tekortkoming redelijkerwijs <bekend, MdV> behoorde te zijn ontdekt of is ontdekt.

    (…)

    Volledigheidshalve verdient nog opmerking dat de eis van toerekenbaarheid niet voor alle aan een tekortkoming gekoppelde rechten geldt. Zo verbindt artikel 6:265 BW aan iedere tekortkoming, dus ook aan een niet-toerekenbare tekortkoming, de bevoegdheid van gehele of gedeeltelijke ontbinding van een wederkerige overeenkomst. Ook voor deze bevoegdheid gelden de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Dit gegeven pleit er eveneens tegen om het bekend zijn of kunnen zijn met de toerekenbaarheid van een tekortkoming te betrekken bij de bepaling van het aanvangstijdstip van de in de artikel 6:89 en 7:23 BW bedoelde klachttermijn. Tenslotte, toerekenbaarheid is veel meer een juridische conclusie dan een waar te nemen feit en leent zich daardoor ook niet goed als aanknopingspunt voor het vaststellen van het aanvangstijdstip voor een klachttermijn.”

    Bijzondere bepalingen bij consumentenkoop

    Als de verkoper niet tijdig binnen de termijn van art. 7:9 B.W. (30 dagen) levert, dan is hij in verzuim na ingebrekestelling door de koper met een redelijke termijnstelling om alsnog te leveren (art. 7:19a lid 1 B.W.). Dit geldt volgens lid 2 niet: wanneer de verkoper weigert te leveren, wanneer de termijn essentieel is dan wel de koper dit bij aankoop heeft meegedeeld.

    De koper kan na intreden van het verzuim ontbinden (lid 3). De verkoper moet alles wat betaald is terugbetalen.

    Bij consumentenkoop zijn de aanspraken op herstel of vervanging aangescherpt (art. 7:21 lid 4 B.W.). Dit tenzij de kosten daarvan niet in verhouding staan (lid 5). in dat geval moet (kan) de koper andere aanspraken doen gelden, zoals schadevergoeding en/of restitutie. Komt de verkoper zijn plichten niet na, dan mag de consument dit door een ander laten doen en de kosten op de verkoper verhalen.

    De consument kan bij non-conformiteit de koop ontbinden (tenzij de afwijking slechts gering is) of de prijs te verminderen naar rato van de tekortkoming (Art. 7:22 lid 1 aanhef en sub a en sub b B.W.). De koper kan dit slechts vorderen als herstel of vervanging niet mogelijk is, of redelijkerwijs niet kan worden gevergd, of als de verkoper niet snel alsnog deugdelijk presteert. De algemene bepalingen inzake ontbinding zijn bij prijsvermindering overeenkomstig van toepassing (lid 3). De koper kan dus ook aanvullende schadevergoeding vorderen.

    Bij consumentenkoop is een mededeling binnen twee maanden na ontdekking van een gebrek voldoende (art. 7:23 lid 1, laatste zin B.W.).

    Art. 7:24 B.W. Indien de zaak bij consumentenkoop niet voldoet, heeft de koper recht op schadevergoeding conform de algemene verzuimregeling van art. 6:74 t/m 6:110 B.W.. Betreft het echter een geval van productaansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:185 e.v. B.W. dan is de verkoper niet aansprakelijk tenzij hij ervan wist. Vergoedt de verkoper die schade toch dan moet de koper zijn aanspraken jegens de fabrikant overdragen aan de verkoper.

    Art. 7:25 B.W. beschermt de verkoper die geconfronteerd is met een actie op grond van art. 7:24 B.W. door dwingendrechtelijk te bepalen dat hij zich op zijn voorman kan verhalen, als die ook bedrijfsmatig handelde.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 3-09-2018; laatste bewerking 9-02-2022]

    Bijzondere gevolgen van niet-nakoming door verkoper (Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Bijzondere gevolgen van niet-nakoming door verkoper (Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.)

      Inleiding bijzondere gevolgen niet-nakoming verkoper

      Naast de bepalingen over de verplichtingen van de verkoper kent de wet nog een afdeling, waarin bijzondere gevolgen van de niet-nakoming van de koopovereenkomst door de verkoper worden geregeld. Die zijn te vinden in Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.. De regeling omvat 7 artikelen (art. 7:19a B.W. tot en met art. 7:25 B.W.). Deze bepalingen moeten vanwege de gelaagde structuur van het Burgerlijk wetboek mede worden bezien in het kader van de algemene bepalingen inzake niet-nakoming van verbintenissen (zie de pagina Gevolgen van niet-nakoming van een verbintenis). Vandaar dat in Boek 7 B.W. wordt gesproken van “Bijzondere gevolgen”, d.w.z. deze afdeling geeft specifieke nadere regels voor de koopovereenkomst naast de algemene bepalingen van Boek 6.

      Verzuim consumentenkoop

      In art. 7:19a B.W. is een bijzondere regeling opgenomen voor verzuim van de verkoper bij consumentenkoop (zoals gedefinieerd in art. 7:5 lid 1 B.W.). Deze regeling is een uitvloeisel van de Implementatiewet Richtlijn consumentenrechten (zie Stb. 2014, 140).

      Heeft het verkochte een last of beperking als bedoeld in art. 7:15 B.W. dan kan de koper vorderen dat dit wordt opgelost (art. 7:20 B.W.). De verkoper moet dit wel redelijkerwijs kunnen oplossen.

      Tegendeelbewijs gebrek consumentenkoop <6 maanden

      In art. 7:18 B.W. is een tegendeelbewijs – dus zwaardere bewijslast. Zie HR 5 november 2021, ECLI:NL:PHR:2021:664.

      Vorderingen van de koper bij non-conformiteit

      Bij non-conformiteit kan de koper de volgende vorderingen instellen (art. 7:21 lid 1 B.W.):

      – afleveren van het ontbrekende

      – herstel van de afgeleverde zaak, of

      – vervanging van de geleverde zaak

      Dit op kosten van de verkoper (lid 2), die dit een beetje rapido moet doen (lid 3).

      Tijdig klagen en klachtplicht

      De koper moet “binnen bekwame tijd” klagen over non-conformiteit (art. 7:23 B.W.). Betreft het eigenschappen, waarvan de verkoper had meegedeeld dat het verkocht die bezat, of tekortkomingen waarmee de verkoper bekend was maar niet heeft meegedeeld, dan vangt de bekwame tijd aan na ontdekking. De vordering verjaart met een termijn van 2 jaar na kennisgeving aan de verkoper (lid 2). Voor jurisprudentie over de klachtplicht (waaronder enkele arresten waarop art. 7:23 B.W. mede van toepassing is) zie de pagina Verdere gevolgen niet-nakoming inzake de klachtplicht van art. 6:89 B.W.. Die bepaling houdt in, dat de rechten van de schuldeiser komen te vervallen als die niet tijdig klaagt. Wat tijdig is hangt natuurlijk af van de aard van het object van de koop en de aard van de tekortkoming of het gebrek.

      Zie voor een geval waarin de Hoge Raad oordeelde, dat er te laat geklaagd was HR 29 januari 2010 (Hesta/verkoper ligplaats), en met name de conclusie van de P-G bij dat arrest.

      Lees de opmerkingen van de P-G over de klachtplicht bij HR 29 januari 2010 (Hesta/verkoper ligplaats)

      De P-G vermeldt over de klachtplicht en het aanvangsmoment van de termijn om te klagen in het kader van koopovereenkomst (randnr. 3.4):

      “In de artikelen 6:89 en 7:23 BW wordt voor de aanvang van de klachttermijn aangehouden het tijdstip, waarop het ‘gebrek in de prestatie’ respectievelijk ‘het niet beantwoorden aan de overeenkomst van hetgeen geleverd is’ (oftewel de tekortkoming) redelijkerwijs behoorde te zijn ontdekt of is ontdekt. Van een tekortkoming kan ook sprake zijn, indien deze niet is toe te rekenen aan (…) de schuldenaar. De tekortkoming en de toerekenbaarheid zijn immers van elkaar te onderscheiden elementen. De tekortkoming vormt een kwalificatie van het gepresteerde in het licht van wat met de schuldenaar is overeengekomen in de overeenkomst, waarop de prestatie is gebaseerd. Het toerekenen heeft betrekking op het voor aansprakelijkheid vereiste verband tussen de tekortkoming en de schuldenaar. In de artikelen 6:89 en 7:23 BW wordt voor het aanvangstijdstip van de klachttermijn niet mede vereist dat de toerekenbaarheid van de tekortkoming redelijkerwijs <bekend, MdV> behoorde te zijn ontdekt of is ontdekt.

      (…)

      Volledigheidshalve verdient nog opmerking dat de eis van toerekenbaarheid niet voor alle aan een tekortkoming gekoppelde rechten geldt. Zo verbindt artikel 6:265 BW aan iedere tekortkoming, dus ook aan een niet-toerekenbare tekortkoming, de bevoegdheid van gehele of gedeeltelijke ontbinding van een wederkerige overeenkomst. Ook voor deze bevoegdheid gelden de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Dit gegeven pleit er eveneens tegen om het bekend zijn of kunnen zijn met de toerekenbaarheid van een tekortkoming te betrekken bij de bepaling van het aanvangstijdstip van de in de artikel 6:89 en 7:23 BW bedoelde klachttermijn. Tenslotte, toerekenbaarheid is veel meer een juridische conclusie dan een waar te nemen feit en leent zich daardoor ook niet goed als aanknopingspunt voor het vaststellen van het aanvangstijdstip voor een klachttermijn.”

      Bijzondere bepalingen bij consumentenkoop

      Als de verkoper niet tijdig binnen de termijn van art. 7:9 B.W. (30 dagen) levert, dan is hij in verzuim na ingebrekestelling door de koper met een redelijke termijnstelling om alsnog te leveren (art. 7:19a lid 1 B.W.). Dit geldt volgens lid 2 niet: wanneer de verkoper weigert te leveren, wanneer de termijn essentieel is dan wel de koper dit bij aankoop heeft meegedeeld.

      De koper kan na intreden van het verzuim ontbinden (lid 3). De verkoper moet alles wat betaald is terugbetalen.

      Bij consumentenkoop zijn de aanspraken op herstel of vervanging aangescherpt (art. 7:21 lid 4 B.W.). Dit tenzij de kosten daarvan niet in verhouding staan (lid 5). in dat geval moet (kan) de koper andere aanspraken doen gelden, zoals schadevergoeding en/of restitutie. Komt de verkoper zijn plichten niet na, dan mag de consument dit door een ander laten doen en de kosten op de verkoper verhalen.

      De consument kan bij non-conformiteit de koop ontbinden (tenzij de afwijking slechts gering is) of de prijs te verminderen naar rato van de tekortkoming (Art. 7:22 lid 1 aanhef en sub a en sub b B.W.). De koper kan dit slechts vorderen als herstel of vervanging niet mogelijk is, of redelijkerwijs niet kan worden gevergd, of als de verkoper niet snel alsnog deugdelijk presteert. De algemene bepalingen inzake ontbinding zijn bij prijsvermindering overeenkomstig van toepassing (lid 3). De koper kan dus ook aanvullende schadevergoeding vorderen.

      Bij consumentenkoop is een mededeling binnen twee maanden na ontdekking van een gebrek voldoende (art. 7:23 lid 1, laatste zin B.W.).

      Art. 7:24 B.W. Indien de zaak bij consumentenkoop niet voldoet, heeft de koper recht op schadevergoeding conform de algemene verzuimregeling van art. 6:74 t/m 6:110 B.W.. Betreft het echter een geval van productaansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:185 e.v. B.W. dan is de verkoper niet aansprakelijk tenzij hij ervan wist. Vergoedt de verkoper die schade toch dan moet de koper zijn aanspraken jegens de fabrikant overdragen aan de verkoper.

      Art. 7:25 B.W. beschermt de verkoper die geconfronteerd is met een actie op grond van art. 7:24 B.W. door dwingendrechtelijk te bepalen dat hij zich op zijn voorman kan verhalen, als die ook bedrijfsmatig handelde.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 3-09-2018; laatste bewerking 9-02-2022]

      Bijzondere gevolgen van niet-nakoming door verkoper (Afd. 3, Titel 1, Boek 7 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!