Rekening en verantwoording bij einde van de voogdij (Par. 11, Afd. 6, Titel 14, Boek 1 B.W.)
Inleiding rekening en verantwoording bij einde voogdij
In Par. 11, Afd. 6, Titel 14 van Boek 1 B.W. wordt een regeling gegeven voor de rekening en verantwoording door de voogd bij het einde van de voogdij over diens bewind over het vermogen van de minderjarige.
De paragraaf omvat 6 artikelen (art. 1:372 B.W. tot en met art. art. 1:377 B.W.).
Rekening en verantwoording afleggen voogd
Als het bewind van een voogd eindigt, doet de voogd voor het bewind dat hij gevoerd heeft onverwijld rekening en verantwoording (art. 1:372 B.W.). De kosten voor de rekening en verantwoording worden door de voogd betaald maar komen ten laste van de minderjarige (art. 1:372 B.W.). Als het niet mogelijk is de kosten op de minderjarige te verhalen, komen de kosten ten laste van de ouders. Indien de kosten ook niet op de ouders kunnen worden verhaald, komen de kosten ten laste van de Staat (art. 1:372 B.W.). Op 15 november 1989, stb. 541 heeft er een wetswijziging plaatsgevonden, voor deze datum betaalde de voogd de kosten voor de rekening en verantwoording indien de minderjarige de kosten niet kon betalen.
De voogd moet deze rekening en verantwoording doen ten overstaan van (art. 1:373 lid 1 B.W.):
– de minderjarige die inmiddels meerderjarig geworden is;
– de erfgenamen van de minderjarige, als de minderjarige is overleden;
– de opvolger van de voogd in het bewind. De nieuwe voogd moet hier goed op letten aangezien hij aansprakelijk is voor het bewind van de oude voogd indien hij niet om de rekening en verantwoording verzoekt (HR 17 december 1841, W 253).
Daarnaast is het ook mogelijk dat twee voogden gezamenlijk de voogdij hebben uitgeoefend en de voogdij van een van de voogden is geëindigd en de ander als gevolg daarvan alleen het gezag gaat uitoefenen. In dit geval moet de voogd waarvan de voogdij is beëindigd rekening en verantwoording afleggen aan de andere voogd die alleen de voogdij gaat uitoefenen (art 1:373 lid 2 B.W.).
Rekening en verantwoording voogd af te leggen tegenover de kantonrechter
Als het bewind van een voogd eindigt, legt hij de rekening en verantwoording af ten overstaan van de kantonrechter in het rechtsgebied waar de voormalige voogd woont (art. 1:374 lid 1 B.W.). Dit is een uitzondering op de hoofdregel dat in zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, de rechter van de woonplaats van de minderjarige bevoegd is, of bij gebreke aan een woonplaats in Nederland de rechter van de werkelijke verblijfplaats van de minderjarige (art. 265 Rv.). De kantonrechter beslist geschillen als die ontstaan bij de aflegging van de rekening en verantwoording (art. 1:374 lid 2 B.W.). De voogd kan in hoger beroep gaan tegen beslissingen van de kantonrechter evenals de persoon waartegen de rekening en verantwoording is gedaan (art. 806 Rv.). Als een van de partijen in gebreke blijft mee te werken aan de aflegging van de rekening en verantwoording is de rekenprocedure van art. 771 Rv. e.v. van toepassing (art. 1:374 lid 3 B.W.).
Rechtshandelingen voogd voor rekening en verantwoording vernietigbaar
Rechtshandelingen die de meerderjarig gewordene betreffende de voogdij of de voogdijrekening richt tot of verricht met de voogd zijn vernietigbaar als deze voor het afleggen van de rekening en verantwoording geschieden. De meerderjarig gewordene kan zich in dit geval beroepen op een vernietigingsgrond. Voor de voogd staat deze optie niet open (art. 1:375 B.W.).
Een vernietigbare rechtshandeling kan vernietigd worden hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak (art. 3:49 B.W.), deze mogelijkheid verjaart echter na 3 jaar (art. 3:52 lid 1 onder a B.W.). Zie de pagina Rechtshandelingen.
Geen rente afrekening voor verzuim
Als het bewind geëindigd is, wordt er ook een eindsaldo van de afrekening berekend, deze kan positief of negatief voor de meerderjarig gewordene uitvallen. In het geval dat deze afrekening negatief uitvalt, is hij geen rente verschuldigd totdat hij in verzuim is (art. 1:376 B.W.). Voor verzuim is een ingebrekestelling nodig via een schriftelijke aanmaning (art. 6:81 B.W.en art. 6:82 B.W.).
Verjaringstermijn vordering bewind voogd
Elke rechtsvordering op grond van het gevoerde voogdijbewind verjaart vijf jaar na de dag waarop de voogdij is geëindigd (art. 1:377 B.W.). Daarmee wijkt de termijn af van de algemene verjaringstermijn van twintig jaar (art. 3:306 B.W.). Zie de pagina Verjaring en stuiting.
Auteur & Last edit
[MdV, 1-04-2022; KvdV 30-06-2022]
Rekening en verantwoording bij einde van de voogdij (Par. 11, Afd. 6, Titel 14, Boek 1 B.W.)
Inleiding rekening en verantwoording bij einde voogdij
In Par. 11, Afd. 6, Titel 14 van Boek 1 B.W. wordt een regeling gegeven voor de rekening en verantwoording door de voogd bij het einde van de voogdij over diens bewind over het vermogen van de minderjarige.
De paragraaf omvat 6 artikelen (art. 1:372 B.W. tot en met art. art. 1:377 B.W.).
Rekening en verantwoording afleggen voogd
Als het bewind van een voogd eindigt, doet de voogd voor het bewind dat hij gevoerd heeft onverwijld rekening en verantwoording (art. 1:372 B.W.). De kosten voor de rekening en verantwoording worden door de voogd betaald maar komen ten laste van de minderjarige (art. 1:372 B.W.). Als het niet mogelijk is de kosten op de minderjarige te verhalen, komen de kosten ten laste van de ouders. Indien de kosten ook niet op de ouders kunnen worden verhaald, komen de kosten ten laste van de Staat (art. 1:372 B.W.). Op 15 november 1989, stb. 541 heeft er een wetswijziging plaatsgevonden, voor deze datum betaalde de voogd de kosten voor de rekening en verantwoording indien de minderjarige de kosten niet kon betalen.
De voogd moet deze rekening en verantwoording doen ten overstaan van (art. 1:373 lid 1 B.W.):
– de minderjarige die inmiddels meerderjarig geworden is;
– de erfgenamen van de minderjarige, als de minderjarige is overleden;
– de opvolger van de voogd in het bewind. De nieuwe voogd moet hier goed op letten aangezien hij aansprakelijk is voor het bewind van de oude voogd indien hij niet om de rekening en verantwoording verzoekt (HR 17 december 1841, W 253).
Daarnaast is het ook mogelijk dat twee voogden gezamenlijk de voogdij hebben uitgeoefend en de voogdij van een van de voogden is geëindigd en de ander als gevolg daarvan alleen het gezag gaat uitoefenen. In dit geval moet de voogd waarvan de voogdij is beëindigd rekening en verantwoording afleggen aan de andere voogd die alleen de voogdij gaat uitoefenen (art 1:373 lid 2 B.W.).
Rekening en verantwoording voogd af te leggen tegenover de kantonrechter
Als het bewind van een voogd eindigt, legt hij de rekening en verantwoording af ten overstaan van de kantonrechter in het rechtsgebied waar de voormalige voogd woont (art. 1:374 lid 1 B.W.). Dit is een uitzondering op de hoofdregel dat in zaken waarbij minderjarigen betrokken zijn, de rechter van de woonplaats van de minderjarige bevoegd is, of bij gebreke aan een woonplaats in Nederland de rechter van de werkelijke verblijfplaats van de minderjarige (art. 265 Rv.). De kantonrechter beslist geschillen als die ontstaan bij de aflegging van de rekening en verantwoording (art. 1:374 lid 2 B.W.). De voogd kan in hoger beroep gaan tegen beslissingen van de kantonrechter evenals de persoon waartegen de rekening en verantwoording is gedaan (art. 806 Rv.). Als een van de partijen in gebreke blijft mee te werken aan de aflegging van de rekening en verantwoording is de rekenprocedure van art. 771 Rv. e.v. van toepassing (art. 1:374 lid 3 B.W.).
Rechtshandelingen voogd voor rekening en verantwoording vernietigbaar
Rechtshandelingen die de meerderjarig gewordene betreffende de voogdij of de voogdijrekening richt tot of verricht met de voogd zijn vernietigbaar als deze voor het afleggen van de rekening en verantwoording geschieden. De meerderjarig gewordene kan zich in dit geval beroepen op een vernietigingsgrond. Voor de voogd staat deze optie niet open (art. 1:375 B.W.).
Een vernietigbare rechtshandeling kan vernietigd worden hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak (art. 3:49 B.W.), deze mogelijkheid verjaart echter na 3 jaar (art. 3:52 lid 1 onder a B.W.). Zie de pagina Rechtshandelingen.
Geen rente afrekening voor verzuim
Als het bewind geëindigd is, wordt er ook een eindsaldo van de afrekening berekend, deze kan positief of negatief voor de meerderjarig gewordene uitvallen. In het geval dat deze afrekening negatief uitvalt, is hij geen rente verschuldigd totdat hij in verzuim is (art. 1:376 B.W.). Voor verzuim is een ingebrekestelling nodig via een schriftelijke aanmaning (art. 6:81 B.W.en art. 6:82 B.W.).
Verjaringstermijn vordering bewind voogd
Elke rechtsvordering op grond van het gevoerde voogdijbewind verjaart vijf jaar na de dag waarop de voogdij is geëindigd (art. 1:377 B.W.). Daarmee wijkt de termijn af van de algemene verjaringstermijn van twintig jaar (art. 3:306 B.W.). Zie de pagina Verjaring en stuiting.
Auteur & Last edit
[MdV, 1-04-2022; KvdV 30-06-2022]
Rekening en verantwoording bij einde van de voogdij (Par. 11, Afd. 6, Titel 14, Boek 1 B.W.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!