Procedure verdeling van een gemeenschap (Afd. 5, Titel 2, Boek 3 Rv.)
Inleiding procedure verdeling van een gemeenschap
Afd. 5, Titel 2, Boek 3 Rv. wordt de procedure voor de verdeling van gemeenschappen geregeld. Met gemeenschap wordt hierbij gedoeld op een goederenrechtelijke gemeenschap in de zin van Titel 7 van Boek 3 B.W. (zie de pagina Gemeenschap). De Afdeling omvat 24 bepalingen, maar art. 681 tot en met 699 Rv. zijn vervallen. Er resteren dus slechts 4 bepalingen (art. 677 Rv. tot en met art. 680 Rv.).
Bepalingen van deze afdeling gelden ook bij verdeling na scheiding
Art. 677 lid 4 Rv. bepaalt, dat de bepalingen van deze afdeling ook gelden bij verdeling na scheiding bij ontbinding van een huwelijk of van een geregistreerd partnerschap.
Vonnis tot verdeling gemeenschap door een notaris
Deelgenoten in een gemeenschap kunnen – als de andere deelgenoot of deelgenoten niet aan verdeling willen meewerken – daarvan de verdeling vorderen.
Verdeling zonder dat rechter verdeling aan zich houdt
De rechtbank kan een vordering tot verdeling toewijzen en bepalen dat die ten overstane van een notaris plaatsvindt. Het vonnis waarbij een vordering tot verdeling van een gemeenschap wordt toegewezen zonder dat de rechter de vaststelling van de verdeling aan zich houdt, zal inhouden een bevel tot verdeling ten overstaan van een notaris, alsmede, zo partijen het over de keuze niet eens zijn, de benoeming van deze notaris (art. 677 lid 1 Rv.).
De griffier van het gerecht dat de benoeming deed, zendt de notaris onverwijld een expeditie van de uitspraak.
De rechter die een notaris benoemt, kan de zaak voor wat betreft hetgeen overigens ter zake van de verdeling is gevorderd, aanhouden tot is gebleken of de notaris partijen kan verenigen.
Benoeming onzijdig persoon als deelgenoot niet meewerkt
Als een deelgenoot niet meewerkt aan de verdeling, kan de rechtbank een onzijdig persoon aanwijzen, die in zijn plaats de benodigde medewerking verleent (art. 677 lid 2 Rv.). Zie ook de pagina Algemene bepalingen goederengemeenschap.
Oproep deelgenoten door notaris
De notaris bepaalt dag en uur waarop partijen voor hem moeten verschijnen en roept hen tegen het vastgestelde tijdstip op. Indien zij niet allen verschijnen, kan hij partijen een of meer malen tegen een nieuwe dag oproepen (art. 677 lid 3 Rv.).
Notaris probeert met partijen tot een verdeling te komen
De notaris probeert met partijen tot een verdeling te komen. Lukt dat niet – of niet volledig – dan maakt hij een proces-verbaal op waarin dit wordt vastgesteld. Wanneer over sommige onderwerpen wel overeenstemming is bereikt, vermeldt hij dit in dit proces-verbaal (art. 678 lid 1 Rv.).
Partijen kunnen – als ze er bij de notaris niet uit komen – alsnog aan de rechter vragen de verdeling vast te stellen (art. 678 lid 2 Rv.). De rechter kan – zo lang het p-v van lid 1 niet aan de rechter is overgelegd – de bal weer terugspelen naar de notaris, die partijen dan weer kan oproepen voor een nieuwe poging (art. 678 lid 3 Rv.).
Benoeming deskundige om waarde goederen te taxeren
Bij de verdeling is de financiële waarde van de goederen uiteraard mede van belang. Als partijen het niet eens kunnen worden over de keuze van een taxateur, dan kunnen zij de Kantonrechter in het rechtsgebied waar de goederen zich bevinden verzoeken een taxateur te benoemen. Betreft het goederen in het buitenland, dan is Kantonrechter Amsterdam bevoegd (art. 679 lid 1 Rv.).
Als er al een procedure loopt, dan kan die rechter verzocht worden om de taxateur te benoemen. Dit kan zelfs als er bvb. een procedure voor getuigenverhoor of verhoor van partijen aanhangig is (art. 679 lid 2 Rv.).
Vordering tot algehele verdeling als slechts gedeeltelijke verdeling gevraagd is
Als een deelgenoot in een procedure slechts gedeeltelijke verdeling vordert, dan kunnen de andere deelgenoten die in dit procedure gedaagd zijn op grond van art. 680 lid 1 Rv. algehele verdeling vorderen conform art. 3:175 B.W. en art. 3:185 B.W..
Zie over deze bepalingen de pagina Algemene bepalingen goederengemeenschap.
Vordering zijdens gedaagden tot verdeling door de rechter
Ieder van de gedaagden kan ook zelf verdeling door de rechter vorderen, als de vordering strekt tot het verkrijgen van een bevel tot verdeling of tot de wijze van verdeling van de gehele voor verdeling vatbare gemeenschap (art. 680 lid 2 Rv.). Deze tegeneis moet worden gedaan voor alle weren (uitgezonderd een bevoegdheidsincident of de incidentele vordering tot zekerheidstelling ex art. 224 Rv.. Zie ook de pagina Zekerheidstelling proceskosten) (art. 680 lid 3 Rv.).
Oproeping door eiser tot verdeling van niet verschenen deelgenoten
Zijn een of meer partijen niet verschenen, dan doet degene die de eis heeft gedaan haar aan hem betekenen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen en met oproeping tegen de dag waarop hij de zaak wederom ter rolle wil doen dienen (art. 680 lid 4 Rv.).
Deze dag zal niet later mogen worden gesteld dan drie maanden na de dag waartegen de op te roepen partij voor wie de langste termijn van dagvaarding geldt, op zijn vroegst gedagvaard zou mogen worden. De rechter kan, uiterlijk op de dag waartegen is opgeroepen, oproeping tegen een latere dag toestaan.
Oproeping door gedaagde van niet in de verdelingsprocedure verschenen deelgenoten
Ook de gedaagden kunnen op de voet van het vorige lid niet verschenen deelgenoten in de procedure oproepen (art. 680 lid 5 Rv.).
Auteur & Last edit
[MdV, 27-08-2021; laatste bewerking 28-07-2023]
Procedure verdeling van een gemeenschap (Afd. 5, Titel 2, Boek 3 Rv.)
Inleiding procedure verdeling van een gemeenschap
Afd. 5, Titel 2, Boek 3 Rv. wordt de procedure voor de verdeling van gemeenschappen geregeld. Met gemeenschap wordt hierbij gedoeld op een goederenrechtelijke gemeenschap in de zin van Titel 7 van Boek 3 B.W. (zie de pagina Gemeenschap). De Afdeling omvat 24 bepalingen, maar art. 681 tot en met 699 Rv. zijn vervallen. Er resteren dus slechts 4 bepalingen (art. 677 Rv. tot en met art. 680 Rv.).
Bepalingen van deze afdeling gelden ook bij verdeling na scheiding
Art. 677 lid 4 Rv. bepaalt, dat de bepalingen van deze afdeling ook gelden bij verdeling na scheiding bij ontbinding van een huwelijk of van een geregistreerd partnerschap.
Vonnis tot verdeling gemeenschap door een notaris
Deelgenoten in een gemeenschap kunnen – als de andere deelgenoot of deelgenoten niet aan verdeling willen meewerken – daarvan de verdeling vorderen.
Verdeling zonder dat rechter verdeling aan zich houdt
De rechtbank kan een vordering tot verdeling toewijzen en bepalen dat die ten overstane van een notaris plaatsvindt. Het vonnis waarbij een vordering tot verdeling van een gemeenschap wordt toegewezen zonder dat de rechter de vaststelling van de verdeling aan zich houdt, zal inhouden een bevel tot verdeling ten overstaan van een notaris, alsmede, zo partijen het over de keuze niet eens zijn, de benoeming van deze notaris (art. 677 lid 1 Rv.).
De griffier van het gerecht dat de benoeming deed, zendt de notaris onverwijld een expeditie van de uitspraak.
De rechter die een notaris benoemt, kan de zaak voor wat betreft hetgeen overigens ter zake van de verdeling is gevorderd, aanhouden tot is gebleken of de notaris partijen kan verenigen.
Benoeming onzijdig persoon als deelgenoot niet meewerkt
Als een deelgenoot niet meewerkt aan de verdeling, kan de rechtbank een onzijdig persoon aanwijzen, die in zijn plaats de benodigde medewerking verleent (art. 677 lid 2 Rv.). Zie ook de pagina Algemene bepalingen goederengemeenschap.
Oproep deelgenoten door notaris
De notaris bepaalt dag en uur waarop partijen voor hem moeten verschijnen en roept hen tegen het vastgestelde tijdstip op. Indien zij niet allen verschijnen, kan hij partijen een of meer malen tegen een nieuwe dag oproepen (art. 677 lid 3 Rv.).
Notaris probeert met partijen tot een verdeling te komen
De notaris probeert met partijen tot een verdeling te komen. Lukt dat niet – of niet volledig – dan maakt hij een proces-verbaal op waarin dit wordt vastgesteld. Wanneer over sommige onderwerpen wel overeenstemming is bereikt, vermeldt hij dit in dit proces-verbaal (art. 678 lid 1 Rv.).
Partijen kunnen – als ze er bij de notaris niet uit komen – alsnog aan de rechter vragen de verdeling vast te stellen (art. 678 lid 2 Rv.). De rechter kan – zo lang het p-v van lid 1 niet aan de rechter is overgelegd – de bal weer terugspelen naar de notaris, die partijen dan weer kan oproepen voor een nieuwe poging (art. 678 lid 3 Rv.).
Benoeming deskundige om waarde goederen te taxeren
Bij de verdeling is de financiële waarde van de goederen uiteraard mede van belang. Als partijen het niet eens kunnen worden over de keuze van een taxateur, dan kunnen zij de Kantonrechter in het rechtsgebied waar de goederen zich bevinden verzoeken een taxateur te benoemen. Betreft het goederen in het buitenland, dan is Kantonrechter Amsterdam bevoegd (art. 679 lid 1 Rv.).
Als er al een procedure loopt, dan kan die rechter verzocht worden om de taxateur te benoemen. Dit kan zelfs als er bvb. een procedure voor getuigenverhoor of verhoor van partijen aanhangig is (art. 679 lid 2 Rv.).
Vordering tot algehele verdeling als slechts gedeeltelijke verdeling gevraagd is
Als een deelgenoot in een procedure slechts gedeeltelijke verdeling vordert, dan kunnen de andere deelgenoten die in dit procedure gedaagd zijn op grond van art. 680 lid 1 Rv. algehele verdeling vorderen conform art. 3:175 B.W. en art. 3:185 B.W..
Zie over deze bepalingen de pagina Algemene bepalingen goederengemeenschap.
Vordering zijdens gedaagden tot verdeling door de rechter
Ieder van de gedaagden kan ook zelf verdeling door de rechter vorderen, als de vordering strekt tot het verkrijgen van een bevel tot verdeling of tot de wijze van verdeling van de gehele voor verdeling vatbare gemeenschap (art. 680 lid 2 Rv.). Deze tegeneis moet worden gedaan voor alle weren (uitgezonderd een bevoegdheidsincident of de incidentele vordering tot zekerheidstelling ex art. 224 Rv.. Zie ook de pagina Zekerheidstelling proceskosten) (art. 680 lid 3 Rv.).
Oproeping door eiser tot verdeling van niet verschenen deelgenoten
Zijn een of meer partijen niet verschenen, dan doet degene die de eis heeft gedaan haar aan hem betekenen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen en met oproeping tegen de dag waarop hij de zaak wederom ter rolle wil doen dienen (art. 680 lid 4 Rv.).
Deze dag zal niet later mogen worden gesteld dan drie maanden na de dag waartegen de op te roepen partij voor wie de langste termijn van dagvaarding geldt, op zijn vroegst gedagvaard zou mogen worden. De rechter kan, uiterlijk op de dag waartegen is opgeroepen, oproeping tegen een latere dag toestaan.
Oproeping door gedaagde van niet in de verdelingsprocedure verschenen deelgenoten
Ook de gedaagden kunnen op de voet van het vorige lid niet verschenen deelgenoten in de procedure oproepen (art. 680 lid 5 Rv.).
Auteur & Last edit
[MdV, 27-08-2021; laatste bewerking 28-07-2023]
Procedure verdeling van een gemeenschap (Afd. 5, Titel 2, Boek 3 Rv.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!