Pagina inhoud

    Reconventie (Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv.)

    Inleiding reconventie

    In Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv. is de reconventionele vordering geregeld. De regeling is bescheiden: ze bestaat uit 3 bepalingen. Belangrijke bepalingen over de wijze waarop een procedure gevoerd moet worden zijn ook te vinden op de pagina Algemene beginselen procedures en de pagina Verloop van de procedure. En voor verzoekschriftprocedures de pagina Verloop verzoekschriftprocedure.

    NB de verwijzingen zijn naar de niet-digitale versie van het wetboek van Rv..

    Wat is reconventie?

    Reconventie houdt in, dat je een eigen eis instelt tegenover de eis die iemand tegen jou heeft ingesteld. Je zou het ook een “tegeneis” kunnen noemen (art. 136 Rv.). De eiser die de procedure is gestart heet dan de “eiser in conventie”, en de gedaagde die een tegeneis instelt heet “eiser in reconventie”.

    De conventie en de reconventie zijn in feite twee afzonderlijke procedures, die zich – zij het de reconventie een fase vertraagd – parallel afspelen. De procedure begint met de eis in conventie (stap 1/-), dan volgt het antwoord in conventie maar die gaat gepaard met de eis in reconventie (stap 2/1). Op basis van het beginsel van hoor en wederhoor moet de eiser in conventie ook kunnen antwoorden op de eis in reconventie. Dit vindt in de regel plaats doordat hij op de comparitie na antwoord (in conventie) mag reageren op de eis in reconventie.

    Voor de wijziging van het procesrecht in 2002 was het gebruikelijk dat er twee rondes waren. Toen kreeg je dus na stap 2/1 de derde stap: repliek in conventie, antwoord in reconventie (stap 3/2) en daarna de conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie (stap 4/3). En tot slot de dupliek in reconventie (stap -/4). De rechter kan – als wordt afgezien van de comparitie na antwoord omdat de rechter partijen meer aan het woord wil laten – deze procesgang nog steeds toestaan.

    Een tegeneis is niet mogelijk, als de eiser in conventie is opgetreden in hoedanigheid en de reconventie hem persoonlijk zou betreffen of omgekeerd.

    Inhoud van de reconventie

    Bij de reconventie moet de eiser in reconventie de eis (het petitum) meteen vermelden (art. 137 Rv.).

    Art. 111 lid 3 Rv. is ook van toepassing: de door gedaagde (de eiser in conventie dus) tegen de eis (in reconventie) aangevoerde verweren en de gronden daarvoor moeten vermeld worden. Verder moeten de bewijsmiddelen genoemd worden waarover eiser (in reconventie) kan beschikken en de getuigen die hij kan doen horen ter staving van de aldus betwiste gronden van de eis.

    Reconventionele vordering opheffing gelegde beslagen

    De verweerder ten laste van wie conservatoir beslag gelegd is doet er goed aan om in reconventie – in de hoofdzaak – opheffing van de gelegde beslagen te vorderen, in geval de vordering van eiser wordt afgewezen. Wanneer dit niet gevorderd wordt (en dus ook niet toegewezen), dan (i) vervallen de beslagen pas nadat het vonnis in kracht van gewijsde gegaan is en (ii) zal de gedaagde partij afzonderlijk een kort geding tot opheffing moeten instellen. Die moeite (en kosten) plus het risico op falen, kan worden vermeden door deze reconventionele eis. Dat opheffing niet vanzelfsprekend is blijkt ook uit Vz.r. Rb. Amsterdam 12 juni 2020 (executiegeschil beslag geldlening).

    Dwangsommen bij eis in reconventie

    Hier kan overigens ook bij gevorderd worden, dat de verweerder in reconventie dwangsommen verschuldigd wordt als het vonnis niet wordt nagekomen. Zie ook de pagina Dwangsom.

    Vonnis in conventie en reconventie

    Het vonnis in de parallele procedures wordt in beginsel gelijktijdig gewezen, maar de rechter kan daarvan afwijken (art. 138 lid 1 Rv.).

    Splitsing

    Dat de conventie en reconventie echt twee verschillende procedures zijn, blijkt ook uit  (art. 138 lid 2 Rv.). Wanneer de rechter de conventie, dan wel de reconventie, op grond van art. 71 Rv. verwijst wegens onbevoegdheid (Kantonzaak bvb.) of omdat het een verzoekschriftprocedure betreft (art. 69 Rv.), dan scheiden de wegen van de twee procedures.

    Dit kan ook gebeuren op basis van art. 29 Fw. als de ene procedure geschorst wordt tot de verificatievergadering en de andere (meestal de reconventie) wordt voortgezet. Zie ook de pagina procedures tegen de gefailleerde.

    Rechtspraak

    HR 30 januari 2004 (huurder/Woningcorporatie Binnenhof) – Wanneer de gedaagde in1e instantie alleen afwijzing van de eis vordert, kan hij in hoger beroep wel een tegenvordering instellen tot ongedaanmaking wegens onverschuldigde betaling, als het vonnis vernietigd wordt maar reeds is geëxecuteerd. De HR verwijst zelf naar het eerdere arrest HR 19 februari 1999, nr. 16664, NJ 1999, 367 en een nog veel ouder arrest, HR 20 maart 1913, NJ 1913, blz. 636.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 13-09-2018; laatste bewerking 9-07-2021]

    Reconventie (Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Reconventie (Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv.)

      Inleiding reconventie

      In Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv. is de reconventionele vordering geregeld. De regeling is bescheiden: ze bestaat uit 3 bepalingen. Belangrijke bepalingen over de wijze waarop een procedure gevoerd moet worden zijn ook te vinden op de pagina Algemene beginselen procedures en de pagina Verloop van de procedure. En voor verzoekschriftprocedures de pagina Verloop verzoekschriftprocedure.

      NB de verwijzingen zijn naar de niet-digitale versie van het wetboek van Rv..

      Wat is reconventie?

      Reconventie houdt in, dat je een eigen eis instelt tegenover de eis die iemand tegen jou heeft ingesteld. Je zou het ook een “tegeneis” kunnen noemen (art. 136 Rv.). De eiser die de procedure is gestart heet dan de “eiser in conventie”, en de gedaagde die een tegeneis instelt heet “eiser in reconventie”.

      De conventie en de reconventie zijn in feite twee afzonderlijke procedures, die zich – zij het de reconventie een fase vertraagd – parallel afspelen. De procedure begint met de eis in conventie (stap 1/-), dan volgt het antwoord in conventie maar die gaat gepaard met de eis in reconventie (stap 2/1). Op basis van het beginsel van hoor en wederhoor moet de eiser in conventie ook kunnen antwoorden op de eis in reconventie. Dit vindt in de regel plaats doordat hij op de comparitie na antwoord (in conventie) mag reageren op de eis in reconventie.

      Voor de wijziging van het procesrecht in 2002 was het gebruikelijk dat er twee rondes waren. Toen kreeg je dus na stap 2/1 de derde stap: repliek in conventie, antwoord in reconventie (stap 3/2) en daarna de conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie (stap 4/3). En tot slot de dupliek in reconventie (stap -/4). De rechter kan – als wordt afgezien van de comparitie na antwoord omdat de rechter partijen meer aan het woord wil laten – deze procesgang nog steeds toestaan.

      Een tegeneis is niet mogelijk, als de eiser in conventie is opgetreden in hoedanigheid en de reconventie hem persoonlijk zou betreffen of omgekeerd.

      Inhoud van de reconventie

      Bij de reconventie moet de eiser in reconventie de eis (het petitum) meteen vermelden (art. 137 Rv.).

      Art. 111 lid 3 Rv. is ook van toepassing: de door gedaagde (de eiser in conventie dus) tegen de eis (in reconventie) aangevoerde verweren en de gronden daarvoor moeten vermeld worden. Verder moeten de bewijsmiddelen genoemd worden waarover eiser (in reconventie) kan beschikken en de getuigen die hij kan doen horen ter staving van de aldus betwiste gronden van de eis.

      Reconventionele vordering opheffing gelegde beslagen

      De verweerder ten laste van wie conservatoir beslag gelegd is doet er goed aan om in reconventie – in de hoofdzaak – opheffing van de gelegde beslagen te vorderen, in geval de vordering van eiser wordt afgewezen. Wanneer dit niet gevorderd wordt (en dus ook niet toegewezen), dan (i) vervallen de beslagen pas nadat het vonnis in kracht van gewijsde gegaan is en (ii) zal de gedaagde partij afzonderlijk een kort geding tot opheffing moeten instellen. Die moeite (en kosten) plus het risico op falen, kan worden vermeden door deze reconventionele eis. Dat opheffing niet vanzelfsprekend is blijkt ook uit Vz.r. Rb. Amsterdam 12 juni 2020 (executiegeschil beslag geldlening).

      Dwangsommen bij eis in reconventie

      Hier kan overigens ook bij gevorderd worden, dat de verweerder in reconventie dwangsommen verschuldigd wordt als het vonnis niet wordt nagekomen. Zie ook de pagina Dwangsom.

      Vonnis in conventie en reconventie

      Het vonnis in de parallele procedures wordt in beginsel gelijktijdig gewezen, maar de rechter kan daarvan afwijken (art. 138 lid 1 Rv.).

      Splitsing

      Dat de conventie en reconventie echt twee verschillende procedures zijn, blijkt ook uit  (art. 138 lid 2 Rv.). Wanneer de rechter de conventie, dan wel de reconventie, op grond van art. 71 Rv. verwijst wegens onbevoegdheid (Kantonzaak bvb.) of omdat het een verzoekschriftprocedure betreft (art. 69 Rv.), dan scheiden de wegen van de twee procedures.

      Dit kan ook gebeuren op basis van art. 29 Fw. als de ene procedure geschorst wordt tot de verificatievergadering en de andere (meestal de reconventie) wordt voortgezet. Zie ook de pagina procedures tegen de gefailleerde.

      Rechtspraak

      HR 30 januari 2004 (huurder/Woningcorporatie Binnenhof) – Wanneer de gedaagde in1e instantie alleen afwijzing van de eis vordert, kan hij in hoger beroep wel een tegenvordering instellen tot ongedaanmaking wegens onverschuldigde betaling, als het vonnis vernietigd wordt maar reeds is geëxecuteerd. De HR verwijst zelf naar het eerdere arrest HR 19 februari 1999, nr. 16664, NJ 1999, 367 en een nog veel ouder arrest, HR 20 maart 1913, NJ 1913, blz. 636.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 13-09-2018; laatste bewerking 9-07-2021]

      Reconventie (Afd. 6, Titel 2, Boek 1 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!