Verloop verzoekschriftprocedure (Afd. 4, Titel 3, Boek 1 Rv.)
Inleiding verloop verzoekschriftprocedure
De wijze van procesvoering in verzoekschriftprocedures wijkt af van die in dagvaardingsprocedures. Verzoekschriftprocedures zijn eenvoudiger en duren doorgaans korter. Het procesverloop bij verzoekschriftprocedures is geregeld in Afd. 4, Titel 3 Boek 1 Rv. De afdeling omvat 15 bepalingen, art. 278 Rv. tot en met art. 291 Rv. (*).
De artikelen 292 tot en met 302 van deze afdeling zijn vervallen.
(*) NB de link verwijst naar de regeling voor niet-digitaal procederen).
Inhoud verzoekschrift
In art. 278 lid 1 Rv. worden de inhoudseisen voor het verzoekschrift vermeld: het verzoekschrift vermeldt de voornamen, naam en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, het werkelijk verblijf van de verzoeker, alsmede een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.
In zaken betreffende een nalatenschap vermeldt het verzoekschrift tevens de laatste woonplaats van de overledene of de reden waarom deze vermelding niet mogelijk is.
Het verzoekschrift wordt ondertekend en ter griffie ingediend. Indien de voorzieningenrechter daarop moet beschikken, kan het aan deze ter hand worden gesteld (art. 278 lid 2 Rv.).
Ondertekening door een advocaat
Tenzij indiening bij de kantonrechter plaatsvindt of ingevolge bijzondere wettelijke bepaling niet door een advocaat behoeft te geschieden, wordt het verzoekschrift ondertekend door een advocaat. Het kantoor van die advocaat geldt als gekozen woonplaats van de verzoeker (art. 278 lid 3 Rv.).
Dagbepaling verzoekschriftprocedure
De rechter bepaalt onverwijld dag en uur waarop de behandeling van het verzoekschrift plaats zal vinden (art. 279 lid 1 Rv.). Tenzij de rechter zich meteen onbevoegd verklaart, of het verzoek meteen toewijst (dat laatste zal gelet op het beginsel van hoor en wederhoor alleen kunnen bij verzoeken die uit de aard der zaak ex parte behandeld worden, zoals een beslagrekest).
Hij beveelt tevens oproeping van de verzoeker en voor zover nodig van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden. Bovendien kan hij te allen tijde belanghebbenden, bekende of onbekende, doen oproepen.
De oproepingen, behalve die van de verzoeker, gaan vergezeld van een afschrift van het verzoekschrift, tenzij een oproeping op andere wijze dan bij brief of exploot geschiedt, of de rechter anders bepaalt; in deze gevallen bevat de oproeping een korte omschrijving van het verzoek (art. 279 lid 2 Rv.).
Procesvertegenwoordiging verzoekschriftprocedures
De opgeroepene verschijnt ter terechtzitting in persoon of bij een gemachtigde. In zaken waarin het verzoekschrift door een advocaat moet worden ingediend, verschijnt de opgeroepene in persoon of bij advocaat. De rechter kan verschijning in persoon bevelen.
De opgeroepene die in persoon verschijnt, mag zich laten bijstaan door zijn raadsman. In zaken waarin het verzoekschrift door een advocaat moet worden ingediend, is de raadsman een advocaat (art. 279 lid 3 Rv.).
Proces-verbaal van zitting verzoekschriftprocedure
Van het verhandelde en van de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter voor wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, wordt ondertekend (art. 279 lid 4 Rv.).
Geen hernieuwde oproep van verschenen partijen vereist bij aanhouding verzoekschriftprocedure
Indien de behandeling van een zaak wordt aangehouden, blijft een hernieuwde oproeping van diegenen, aan wie de dag en het uur reeds mondeling ter terechtzitting waren medegedeeld, achterwege (art. 279 lid 5 Rv.).
Overeenkomstige toepassing bepalingen dagvaardingsprocedure inzake mondelinge behandeling
Art. 87 Rv. tot en met art. 90 Rv. zijn van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak of de procedure zich hiertegen verzet (art. 279 lid 6 Rv.). Zie de pagina Algemene bepalingen dagvaardingsprocedure.
Beschikking verzoekschriftprocedure
De wet verwijst in art. 287 lid 1 Rv. voor wat betreft de aan een beschikking te stellen eisen naar het bepaalde in art. 230 Rv. (de eisen aan een vonnis in een dagvaardingsprocedure). Zie de pagina Algemene bepalingen vonnis.
Blijkens het arrest HR 20 april 2018 (BOPZ-zaak) geldt ook voor verzoekschriftprocedures dat mondeling uitspraak gedaan kan worden volgens de in de praktijk ontwikkelde werkwijze (in spoedeisende zaken).
Inzagerecht belanghebbenden processtukken verzoekschriftprocedure
Iedere belanghebbende bij de procedure heeft recht op inzage en afschrift van het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal (art. 290 lid 1 Rv.).
Afschrift proces-verbaal verzoekschriftprocedure
De griffier verstrekt de verzoeker(s) en de in de procedure verschenen belanghebbenden zo spoedig mogelijk afschrift van processen-verbaal opgemaakt in de procedure (art. 290 lid 2 Rv.).
Afschrift van beschikkingen verzoekschriftprocedure
Hetzelfde geldt voor beschikkingen. Betreft het een eindbeschikking, dan is het afschrift dat wordt verstrekt aan degene die tot tenuitvoerlegging van de beschikking kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm (art. 290 lid 3 Rv.). In dit artikel staat een verwijzingsfoutje: er wordt verwezen naar art. 28 lid 5 en 6 Rv. maar kennelijk wordt gedoeld op art. 29 lid 5 en 6 Rv.. Zie de pagina Algemene beginselen procedures.
De griffier kan aan degenen die willen executeren een (nieuw) afschrift van de eindbeschikking verstrekken (art. 290 lid 4 Rv.).
Auteur & Last edit
[MdV, 29-12-2019; laatste bewerking 2-09-2022]
Verloop verzoekschriftprocedure (Afd. 4, Titel 3, Boek 1 Rv.)
Inleiding verloop verzoekschriftprocedure
De wijze van procesvoering in verzoekschriftprocedures wijkt af van die in dagvaardingsprocedures. Verzoekschriftprocedures zijn eenvoudiger en duren doorgaans korter. Het procesverloop bij verzoekschriftprocedures is geregeld in Afd. 4, Titel 3 Boek 1 Rv. De afdeling omvat 15 bepalingen, art. 278 Rv. tot en met art. 291 Rv. (*).
De artikelen 292 tot en met 302 van deze afdeling zijn vervallen.
(*) NB de link verwijst naar de regeling voor niet-digitaal procederen).
Inhoud verzoekschrift
In art. 278 lid 1 Rv. worden de inhoudseisen voor het verzoekschrift vermeld: het verzoekschrift vermeldt de voornamen, naam en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, het werkelijk verblijf van de verzoeker, alsmede een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.
In zaken betreffende een nalatenschap vermeldt het verzoekschrift tevens de laatste woonplaats van de overledene of de reden waarom deze vermelding niet mogelijk is.
Het verzoekschrift wordt ondertekend en ter griffie ingediend. Indien de voorzieningenrechter daarop moet beschikken, kan het aan deze ter hand worden gesteld (art. 278 lid 2 Rv.).
Ondertekening door een advocaat
Tenzij indiening bij de kantonrechter plaatsvindt of ingevolge bijzondere wettelijke bepaling niet door een advocaat behoeft te geschieden, wordt het verzoekschrift ondertekend door een advocaat. Het kantoor van die advocaat geldt als gekozen woonplaats van de verzoeker (art. 278 lid 3 Rv.).
Dagbepaling verzoekschriftprocedure
De rechter bepaalt onverwijld dag en uur waarop de behandeling van het verzoekschrift plaats zal vinden (art. 279 lid 1 Rv.). Tenzij de rechter zich meteen onbevoegd verklaart, of het verzoek meteen toewijst (dat laatste zal gelet op het beginsel van hoor en wederhoor alleen kunnen bij verzoeken die uit de aard der zaak ex parte behandeld worden, zoals een beslagrekest).
Hij beveelt tevens oproeping van de verzoeker en voor zover nodig van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden. Bovendien kan hij te allen tijde belanghebbenden, bekende of onbekende, doen oproepen.
De oproepingen, behalve die van de verzoeker, gaan vergezeld van een afschrift van het verzoekschrift, tenzij een oproeping op andere wijze dan bij brief of exploot geschiedt, of de rechter anders bepaalt; in deze gevallen bevat de oproeping een korte omschrijving van het verzoek (art. 279 lid 2 Rv.).
Procesvertegenwoordiging verzoekschriftprocedures
De opgeroepene verschijnt ter terechtzitting in persoon of bij een gemachtigde. In zaken waarin het verzoekschrift door een advocaat moet worden ingediend, verschijnt de opgeroepene in persoon of bij advocaat. De rechter kan verschijning in persoon bevelen.
De opgeroepene die in persoon verschijnt, mag zich laten bijstaan door zijn raadsman. In zaken waarin het verzoekschrift door een advocaat moet worden ingediend, is de raadsman een advocaat (art. 279 lid 3 Rv.).
Proces-verbaal van zitting verzoekschriftprocedure
Van het verhandelde en van de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter voor wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, wordt ondertekend (art. 279 lid 4 Rv.).
Geen hernieuwde oproep van verschenen partijen vereist bij aanhouding verzoekschriftprocedure
Indien de behandeling van een zaak wordt aangehouden, blijft een hernieuwde oproeping van diegenen, aan wie de dag en het uur reeds mondeling ter terechtzitting waren medegedeeld, achterwege (art. 279 lid 5 Rv.).
Overeenkomstige toepassing bepalingen dagvaardingsprocedure inzake mondelinge behandeling
Art. 87 Rv. tot en met art. 90 Rv. zijn van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak of de procedure zich hiertegen verzet (art. 279 lid 6 Rv.). Zie de pagina Algemene bepalingen dagvaardingsprocedure.
Beschikking verzoekschriftprocedure
De wet verwijst in art. 287 lid 1 Rv. voor wat betreft de aan een beschikking te stellen eisen naar het bepaalde in art. 230 Rv. (de eisen aan een vonnis in een dagvaardingsprocedure). Zie de pagina Algemene bepalingen vonnis.
Blijkens het arrest HR 20 april 2018 (BOPZ-zaak) geldt ook voor verzoekschriftprocedures dat mondeling uitspraak gedaan kan worden volgens de in de praktijk ontwikkelde werkwijze (in spoedeisende zaken).
Inzagerecht belanghebbenden processtukken verzoekschriftprocedure
Iedere belanghebbende bij de procedure heeft recht op inzage en afschrift van het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal (art. 290 lid 1 Rv.).
Afschrift proces-verbaal verzoekschriftprocedure
De griffier verstrekt de verzoeker(s) en de in de procedure verschenen belanghebbenden zo spoedig mogelijk afschrift van processen-verbaal opgemaakt in de procedure (art. 290 lid 2 Rv.).
Afschrift van beschikkingen verzoekschriftprocedure
Hetzelfde geldt voor beschikkingen. Betreft het een eindbeschikking, dan is het afschrift dat wordt verstrekt aan degene die tot tenuitvoerlegging van de beschikking kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm (art. 290 lid 3 Rv.). In dit artikel staat een verwijzingsfoutje: er wordt verwezen naar art. 28 lid 5 en 6 Rv. maar kennelijk wordt gedoeld op art. 29 lid 5 en 6 Rv.. Zie de pagina Algemene beginselen procedures.
De griffier kan aan degenen die willen executeren een (nieuw) afschrift van de eindbeschikking verstrekken (art. 290 lid 4 Rv.).
Auteur & Last edit
[MdV, 29-12-2019; laatste bewerking 2-09-2022]
Verloop verzoekschriftprocedure (Afd. 4, Titel 3, Boek 1 Rv.)
Zoeken binnen de kennisbank
Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!