Pagina inhoud

    EAPO-verordening (Europees bankbeslag)

    Inleiding Europees bankbeslag

    Het Europese Parlement heeft een uiterst interessante procedure toegevoegd aan het arsenaal waarmee het de effectiviteit van rechtsbescherming en effectuering van de nakoming van verplichtingen binnen de EU bevordert. Het betreft de Verordening (EU) Nr. 655/2014, die rechtstreekse werking heeft gekregen per 18 januari 2017. Het betreft hier “Unierecht”, dat boven c.q. naast de nationale wettelijke regelingen bestaat. De Verordening kent 54 artikelen. De EAPO-Verordening geldt niet voor Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (peilmoment 18-06-2022).

    In de Uitvoeringsverordening Europees bankbeslag van 10 oktober 2016 zijn de modellen vastgesteld, die zijn voorgeschreven voor deze procedure. Nadere toelichting en een link naar de formulieren (in alle talen van de EU) is te vinden op het Europees e-justitieportaal.

    Modelformulieren EAPO-Vo

    Er zijn 9 modelformulieren in alle talen van de EU voorhanden, die online of na downloaden kunnen worden ingevuld. Een online ingevuld formulier kan ook tussentijds worden opgeslagen. Het voordeel van deze eenvormige modellen is dat ook als het formulier in een andere taal is opgesteld, je weet waar de ingevulde informatie het antwoord op is. De links verwijzen naar het online formulier. Op het Europees Justitieportaal (link zie boven) kun je ook offline in te vullen PDF’s downloaden.

    I         – Verzoek om een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (NL) (art. 8 lid 1 EAPO)
    II       – Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen NL, ‘Deel A’ (art. 19 lid 1 EAPO)
    III     – Intrekking van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
    IV     – Verklaring betreffende de tegoeden waarop beslag wordt gelegd
    V       – Verzoek om vrijgave van het teveel waarop beslag is gelegd
    VI     – Ontvangstbevestiging
    VII   – Instellen van een rechtsmiddel
    VIII – Toezending van een beslissing over een rechtsmiddel aan de lidstaat van tenuitvoerlegging
    IX    – Instellen van hoger beroep tegen een beslissing over een rechtsmiddel

    Uitvoeringswet Europees bankbeslag

    De Nederlandse wetgever heeft ter regeling van de implementatie in Nederland de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uitgevaardigd, waarin o.a. het bevoegde gerecht en andere praktische zaken worden geregeld. Deze is in werking getreden op 18 januari 2017. De wet omvat 12 bepalingen.

    De bevoegde rechter in Nederland is de Voorzieningenrechter (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). De uitvoerende instantie de deurwaarder (art. 2 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). Het griffierecht voor een verzoek met onbepaalde waarde is (net als bij nationaal conservatoir beslag) van toepassing.

    Welke mogelijkheden biedt de Verordening?

    De regeling biedt twee mogelijkheden:

    1. een conservatoir beslag op banktegoeden (art. 1 lid 1 EAPO);

    2. het verkrijgen van informatie over in een Lidstaat aangehouden bankrekeningen (art. 14 EAPO).

    European Account Preservation Order (EAPO)

    Het Europees Bankbeslag wordt hier verder aangeduid als “EAPO”, zijnde de afkorting voor de conservatoire maatregel die de verordening mogelijk maakt. Lid 1 van artikel 1 van de Verordening geeft aan waartoe de regeling in de kern strekt:

    “Bij deze verordening wordt een Unieprocedure ingesteld waarmee een schuldeiser een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen („bevel tot conservatoir beslag” of „bevel”) kan verkrijgen, welke verhindert dat de latere inning van de vordering van de schuldeiser wordt belemmerd doordat tegoeden, tot het in het bevel bepaalde bedrag, op een door of namens hem in een lidstaat aangehouden bankrekening worden verplaatst of worden onttrokken.”

    Deze mogelijkheid staat de schuldeiser ten dienste als alternatief voor bewarende maatregelen uit hoofde van nationaal recht, aldus lid 2. Het toepassingsbereik is beperkt tot civiele procedures (art. 2 EAPO). Uiteraard is de maatregel alleen mogelijk wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende casus. Art. 3 lid 1 bepaalt:

    “Voor de toepassing van deze verordening is een zaak grensoverschrijdend als de bankrekening of bankrekeningen waarop het bevel tot conservatoir beslag betrekking heeft, worden aangehouden in een andere lidstaat dan:

    a. de lidstaat van het gerecht waarbij het verzoek om het bevel tot conservatoir beslag overeenkomstig artikel 6 is ingediend;

    of

    b. de lidstaat waar de schuldeiser zijn woonplaats heeft.”

    Daarbij is dus niet vereist, dat de schuldenaar zijn woonplaats heeft in een EU-Lidstaat. Hij hoeft slechts een bankrekening in een Lidstaat te hebben.

    De EAPO procedure (Hoofdstuk 2 – art. 5 t/m 21 EAPO-Vo)

    De procedure is geregeld in Hoofdstuk 2 van de Verordening (art. 5 t/m 21 EAPO).

    Art. 5 EAPO bepaalt, dat het beslag zowel voorafgaand als tijdens een lopende procedure kan worden gelegd. Ook kan dit op basis van een via de rechter of uit hoofde van een authentieke akte verkregen executoriale titel. Uit art. 12 lid 2 EAPO kan worden afgeleid, dat het EAPO beslag (of het vragen van inlichtingen) ook mogelijk is wanneer de schuldeiser al beschikt over een titel.

    Bevoegde rechter verzoek Europees bankbeslag

    De bevoegdheidsregels zijn geregeld in art. 6 EAPO. De bevoegdheidsregels volgen de algemeen gebruikelijke bepalingen voor internationale rechtsmacht. De bevoegde rechter voor een EAPO verzoek in Nederland is de Voorzieningenrechter. Waar in de EAPO wordt gesproken van ‘het conservatoir beslag’ omvat dit zowel de conservering van banktegoeden in andere Lidstaten als het inwinnen van informatie over zulke banktegoeden.

    Bevoegde rechter EAPO wanneer schuldeiser nog geen (executoriale) titel heeft

    Als de schuldeiser nog geen voor tenuitvoerlegging vatbare titel heeft verkregen, zijn de gerechten van de lidstaat die bevoegd zijn om van het bodemgeschil kennis te nemen, tevens bevoegd om het bevel tot conservatoir beslag uit te vaardigen (art. 6 lid 1 EAPO). Daarvoor gelden dus binnen de EU de regels van de (herschikte) EEX-Vo (ook wel bekend als Brussel I-bis). Zie de pagina Europees Executieverdrag (EEX-Vo). In Nederland is in de gevallen van art. 6 lid 1, lid 2 en lid 4 EAPO bevoegd de Voorzieningenrechter (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO).

    Als titel gelden: een rechterlijke beslissing, een gerechtelijke schikking of een authentieke akte. Zie over de gerechtelijke schikking ook de pagina Algemene bepalingen dagvaardingsprocedure.

    Wel geldt een uitzondering voor het geval de verweerder consument is en de grondslag van de vordering van de schuldeiser een als consument gesloten overeenkomst is. Dan geldt woonplaats verweerder als exclusief forum (lid 2).

    Bevoegde rechter EAPO wanneer schuldeiser wel een (executoriale) titel heeft

    Heeft de schuldeiser wel al een rechterlijke beslissing verkregen, zijn de gerechten van de lidstaat waar de rechterlijke beslissing is gegeven bevoegd een bevel tot conservatoir beslag betreffende de in de rechterlijke beslissing bedoelde vordering uit te vaardigen (art. 6 lid 3 EAPO).

    De bevoegde rechter in Nederland is in dat geval de Voorzieningenrechter van de rechtbank, die de beslissing heeft gegeven. Is het een beslissing van het Gerechtshof, dan is de voorzieningenrechter van de rechtbank die zich bevindt in het ressort van het gerechtshof bevoegd (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). Dat is een beetje vaag, want in het ressort van het Hof bevinden zich meerdere rechtbanken. Voor de hand ligt dat dit dan de rechtbank moet zijn, die de bestreden beslissing heeft gegeven. Het was praktischer geweest dit te bepalen.

    Het bovenstaande geldt ook voor de gerechtelijke schikking: dan is bevoegd gerechten van de lidstaat waar de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen.

    Bewijs van de noodzaak van een conservatoire maatregel en dat toewijzing van de vordering aannemelijk is.

    Een wellicht lastig te nemen drempel voor het kunnen leggen van conservatoir beslag bevat art. 7 EAPO, dat luidt:

    “1.   Het gerecht vaardigt het bevel tot conservatoir beslag uit indien de schuldeiser voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om het gerecht ervan te overtuigen dat er dringend behoefte bestaat aan een bewarende maatregel in de vorm van een bevel tot conservatoir beslag, gelet op het reële risico dat, zonder een dergelijke maatregel, de latere inning van de vordering van de schuldeiser jegens de schuldenaar onmogelijk wordt gemaakt of wordt bemoeilijkt.

    2.   Indien de schuldeiser in een lidstaat nog geen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen op grond waarvan de schuldenaar de vordering moet voldoen, verstrekt de schuldeiser tevens voldoende bewijsmateriaal om het gerecht ervan te overtuigen dat zijn vordering tegen de schuldenaar waarschijnlijk gegrond wordt verklaard.”

    In de zaak HR 2 december 2022 (Hoch Capital Ltd./beslaglegger) was de vraag aan de orde, of de rechter bij de beoordeling van het EAPO-verzoek c.q. de vordering tot intrekking van het beslag ook na de beslaglegging gebleken feiten in de beoordeling mag betrekken, of niet (toetsing ex tunc of ex nunc).

    De Hoge Raad beantwoordde deze vraag in het voordeel van de beslaglegster: de vordering kan ex nunc beoordeeld worden. Ook feiten die na de indiening van het verzoek aan het licht zijn getreden mogen in de beoordeling van het verzoek tot het leggen van Europees bankbeslag worden betrokken. Lees de bespreking van deze uitspraak op Lawyrup (lees Rechtspraak).

    Geen verplichte rechtsbijstand bij indiening EAPO-verzoek

    Net als de andere Europese procedures ter bevordering van het betalingsverkeer en de nakoming van betalingsverplichtingen is de procedure zeer laagdrempelig: de schuldeiser kan de vordering ZELF indienen door middel van een op internet beschikbaar formulier. Rechtsbijstand van een advocaat is voor het verzoek niet nodig (artikel 41 EAPO). Een en ander zoals beschreven in art. 8 EAPO.

    Wel kan het voor een leek lastig zijn de bevoegdheid vast te stellen, en ook kan de schuldenaar tegen andere vraagstukken aanlopen, zoals welke procedure de voorkeur heeft. Zie ook de eventuele aansprakelijkheidsrisico’s (art. 13). Maar in beginsel is het heel laagdrempelig.

    Rechter kan nadere inlichtingen inwinnen bij EAPO-verzoek

    De rechter beslist op het verzoek in beginsel uitsluitend op basis van het schriftelijke verzoek met bijbehorende documenten. Maar de rechter kan ook besluiten nadere inlichtingen in te winnen, ook door het horen van de verzoeker en/of getuigen (maar niet van de gerekwestreerde) (art. 9 EAPO).

    Termijn voor inleiden van de hoofdzaak na EAPO-beslag

    Art. 10 lid 1 EAPO bepaalt ten aanzien van een conservatoir beslag voorafgaand aan inleiden van de hoofdzaak, dat de verzoeker die binnen 30 dagen moet inleiden, of – als dit later is – binnen 14 dagen nadat het bevel is uitgevaardigd. Hij moet dit aan het gerecht dat het verlof verleent meedelen. De termijn kan worden verlengd, maar dan met kennisgeving aan beide partijen. Zie over de wijze van instellen verder lid 3.

    Wordt de procedure niet tijdig ingeleid (of het gerecht niet ingelicht), dan wordt het beslagbevel ingetrokken (zie nader artikel 10 lid 2 EAPO).

    Zekerheidstelling bij EAPO bankbeslag

    De schuldeiser die een EAPO beslag wil leggen, moet daarvoor bij conservatoir beslag zekerheid stellen (art. 12 EAPO). Daarvan kan worden afgeweken. In geval van een executoriaal beslag kan die eis niettemin ook gesteld worden. De hoogte wordt door de rechter bepaald.

    Artikel 12 lid 1 EAPO luidt:

    “Voordat het gerecht, in het geval dat de schuldeiser nog geen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen, een bevel tot conservatoir beslag uitvaardigt, verlangt het dat de schuldeiser zekerheid stelt ten belope van een bedrag dat volstaat om misbruik te voorkomen van de procedure waarin deze verordening voorziet en de door de schuldenaar als gevolg van het bevel geleden schade te vergoeden, voor zover de schuldeiser overeenkomstig artikel 13 aansprakelijk is voor die schade.”

    Aansprakelijkheid van de beslaglegger

    De schuldeiser die beslag legt op banktegoeden, kan daarvoor aansprakelijk gehouden worden in de gevallen die zijn vermeld in artikel 13 EAPO. Kort gezegd wanneer het beslag ten onrechte gelegd is, of deels ten onrechte gelegd is, dan wel niet aan de vormvereisten is voldaan. Op deze aansprakelijkheid is in beginsel het nationale recht van de plaats van tenuitvoerlegging van toepassing (lid 4). Het is dus wel zaak zich te vergewissen van eventuele afwijkende (en wellicht verstrekkender) aansprakelijkheidsregels in het land van tenuitvoerlegging.

    Rechtbank beslist onverwijld

    Op grond van art. 17 lid 2 EAPO-Vo beslist de rechter onverwijld op het verzoek. En wel binnen 10 dagen als de schuldeiser nog geen executoriale titel heeft (art. 18 lid 1 EAPO-Vo), en binnen 5 dagen als hij daar wel over beschikt (art. 18 lid 2 EAPO-Vo).

    Verklaring van de bank uit hoofde van EAPO

    Artikel 25 EAPO bepaalt, dat de bank binnen drie dagen een verklaring moet afleggen over het door het beslag getroffen saldo.

    Rechtsmiddelen EAPO-Vo

    Voor hoger beroep en rechtsmiddelen van de beslagene wordt hier verder verwezen naar de Verordening.

    Gronden voor intrekking of wijziging verlof EAPO-beslag

    Omdat op een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag wordt beslist zonder de schuldenaar te horen (art. 11 EAPO-Vo), voorziet de verordening in de mogelijkheid dat de schuldenaar het bevel of de handhaving ervan aanvecht. Art. 33 lid 1 EAPO-Vo noemt zeven gronden voor de intrekking of wijziging van een bevel, en wel indien:

    1. niet aan de in deze verordening gestelde voorwaarden of vereisten is voldaan;

    2. betekening of kennisgeving van het bevel, de in artikel 25 bedoelde verklaring en/of de andere in artikel 28, lid 5, bedoelde stukken aan de schuldenaar niet is geschied binnen veertien dagen na het beslag op zijn rekening of rekeningen;

    3. stukken waarvan overeenkomstig artikel 28 betekening of kennisgeving aan de schuldenaar is geschied, niet voldoen aan de taalvereisten in artikel 49, lid 1;

    4. bedragen die het in het bevel bepaalde bedrag overschrijden niet overeenkomstig artikel 27 zijn vrijgegeven;

    5. de vordering waarvan de schuldeiser de inning door middel van het bevel wilde beschermen, geheel of gedeeltelijk is voldaan;

    6. de vordering waarvan de schuldeiser de inning door middel van het bevel wilde beschermen, bij een rechterlijke beslissing over het bodemgeschil is afgewezen; of

    7. de rechterlijke beslissing over het bodemgeschil, of de gerechtelijke schikking of de authentieke akte, waarvan de schuldeiser aan de hand van het bevel de tenuitvoerlegging vorderde, is vernietigd, respectievelijk nietig verklaard.

    Ook kan zowel de schuldeiser als de schuldenaar de rechter om intrekking of wijziging van het bevel verzoeken op de grond dat de omstandigheden zijn veranderd (art. 35 lid 1 EAPO-Vo).

    Verschillen tussen EAPO en conservatoir derdenbeslag naar Nederlands recht

    Er bestaat een aantal verschillen tussen de mogelijkheden die een conservatoir derdenbeslag volgens nationaal Nederlands recht biedt tegenover de mogelijkheden die een beslaglegger heeft op basis van EAPO. In een grensoverschrijdende casus zal in sommige gevallen een EAPO beslag aantrekkelijker zijn, in sommige gevallen een conservatoir beslag naar Nederlands recht. Maar het combineren van de beide mogelijkheden is met de beperkingen van artikel 17 EAPO toegestaan.

    Wat zijn de verschillen tussen EAPO-beslag en gewoon conservatoir beslag?

    – geen advocaat nodig, de schuldenaar kan het formulier zelf invullen en indienen

    – zwaardere eisen bij conservatoir beslag (voorafgaand aan verkrijgen van een executoriale titel)

    – de schuldeiser kan informatie verkrijgen over bankrekeningen (en bij welke bank die wordt aangehouden)

    – de schuldenaar wordt niet gehoord (bij Nederlands conservatoir beslag is dit niet uitgesloten) (art. 11 EAPO)

    – de schuldeiser moet bij een conservatoir EAPO beslag in beginsel een door het gerecht vast te stellen zekerheid verstrekken, ter afdekking van de schade/kosten van de beslagene

    – de beslaglegger verkrijgt zeer snel (binnen 3 dagen) uitsluitsel of het beslag doel heeft getroffen

    – de beslaglegger moet het meerdere boven het plafond van zijn beslagverlof z.s.m. vrijgeven (art. 27 EAPO)

    – de rekenmethodiek bij meerdere beslagleggers verschilt, doordat het EAPO beslag zich strikt beperkt tot het plafondbedrag (daardoor kan EAPO bij meerdere beslagen nadelig zijn voor de beslaglegger met een kleinere vordering).

    Het verkrijgen van inlichtingen over bankrekeningen

    Een andere belangrijke mogelijkheid die EAPO biedt is het vragen van inlichtingen over door de schuldenaar in een ander land aangehouden bankrekeningen (art. 14 EAPO). Dit kan zowel als de schuldeiser al een executoriale titel heeft als wanneer de procedure nog loopt. Het gerecht vraagt alsdan bij de bevoegde instantie in het betreffende land na, of de schuldenaar een rekening aanhoudt bij een bank in dat land, en zo ja, wat het rekeningnummer is. Er wordt dus geen informatie verstrekt over het banksaldo.

    Concluderend: EAPO beslag is nuttige aanvulling verhaalsmogelijkheden

    De mogelijkheid van conservatoir beslag op basis van de EAPO Verordening is in grensoverschrijdende zaken alleszins een verrijking van het arsenaal van de schuldeiser, die nakoming van de betalingsverplichtingen van zijn schuldenaar wenst te verkrijgen. De mogelijkheid om informatie te krijgen over banktegoeden bij een bank in een andere Lidstaat is een uitbreiding van de bestaande verhaalsmogelijkheden en informatiemogelijkheden.

    Rechtspraak

    IPR bevoegdheid particulier

    HvJ EU 18 januari 2018 (Max Schrems/Facebook Ireland Ltd.) – Wanneer is iemand particulier in de zin van art. 15 EEX-Vo (herschikt)? Kan een particulier een gedaagde voor de rechter o.g.v. art. 16 EEX-Vo (herschikt) in eigen land dagen op basis van aan hem door particulieren uit andere landen gecedeerde vorderingen?

    Auteur & Last edit

    [MdV, 21-05-2017; laatste bewerking 24-06-2023]

    EAPO-verordening (Europees bankbeslag)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      EAPO-verordening (Europees bankbeslag)

      Inleiding Europees bankbeslag

      Het Europese Parlement heeft een uiterst interessante procedure toegevoegd aan het arsenaal waarmee het de effectiviteit van rechtsbescherming en effectuering van de nakoming van verplichtingen binnen de EU bevordert. Het betreft de Verordening (EU) Nr. 655/2014, die rechtstreekse werking heeft gekregen per 18 januari 2017. Het betreft hier “Unierecht”, dat boven c.q. naast de nationale wettelijke regelingen bestaat. De Verordening kent 54 artikelen. De EAPO-Verordening geldt niet voor Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (peilmoment 18-06-2022).

      In de Uitvoeringsverordening Europees bankbeslag van 10 oktober 2016 zijn de modellen vastgesteld, die zijn voorgeschreven voor deze procedure. Nadere toelichting en een link naar de formulieren (in alle talen van de EU) is te vinden op het Europees e-justitieportaal.

      Modelformulieren EAPO-Vo

      Er zijn 9 modelformulieren in alle talen van de EU voorhanden, die online of na downloaden kunnen worden ingevuld. Een online ingevuld formulier kan ook tussentijds worden opgeslagen. Het voordeel van deze eenvormige modellen is dat ook als het formulier in een andere taal is opgesteld, je weet waar de ingevulde informatie het antwoord op is. De links verwijzen naar het online formulier. Op het Europees Justitieportaal (link zie boven) kun je ook offline in te vullen PDF’s downloaden.

      I         – Verzoek om een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (NL) (art. 8 lid 1 EAPO)
      II       – Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen NL, ‘Deel A’ (art. 19 lid 1 EAPO)
      III     – Intrekking van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
      IV     – Verklaring betreffende de tegoeden waarop beslag wordt gelegd
      V       – Verzoek om vrijgave van het teveel waarop beslag is gelegd
      VI     – Ontvangstbevestiging
      VII   – Instellen van een rechtsmiddel
      VIII – Toezending van een beslissing over een rechtsmiddel aan de lidstaat van tenuitvoerlegging
      IX    – Instellen van hoger beroep tegen een beslissing over een rechtsmiddel

      Uitvoeringswet Europees bankbeslag

      De Nederlandse wetgever heeft ter regeling van de implementatie in Nederland de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen uitgevaardigd, waarin o.a. het bevoegde gerecht en andere praktische zaken worden geregeld. Deze is in werking getreden op 18 januari 2017. De wet omvat 12 bepalingen.

      De bevoegde rechter in Nederland is de Voorzieningenrechter (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). De uitvoerende instantie de deurwaarder (art. 2 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). Het griffierecht voor een verzoek met onbepaalde waarde is (net als bij nationaal conservatoir beslag) van toepassing.

      Welke mogelijkheden biedt de Verordening?

      De regeling biedt twee mogelijkheden:

      1. een conservatoir beslag op banktegoeden (art. 1 lid 1 EAPO);

      2. het verkrijgen van informatie over in een Lidstaat aangehouden bankrekeningen (art. 14 EAPO).

      European Account Preservation Order (EAPO)

      Het Europees Bankbeslag wordt hier verder aangeduid als “EAPO”, zijnde de afkorting voor de conservatoire maatregel die de verordening mogelijk maakt. Lid 1 van artikel 1 van de Verordening geeft aan waartoe de regeling in de kern strekt:

      “Bij deze verordening wordt een Unieprocedure ingesteld waarmee een schuldeiser een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen („bevel tot conservatoir beslag” of „bevel”) kan verkrijgen, welke verhindert dat de latere inning van de vordering van de schuldeiser wordt belemmerd doordat tegoeden, tot het in het bevel bepaalde bedrag, op een door of namens hem in een lidstaat aangehouden bankrekening worden verplaatst of worden onttrokken.”

      Deze mogelijkheid staat de schuldeiser ten dienste als alternatief voor bewarende maatregelen uit hoofde van nationaal recht, aldus lid 2. Het toepassingsbereik is beperkt tot civiele procedures (art. 2 EAPO). Uiteraard is de maatregel alleen mogelijk wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende casus. Art. 3 lid 1 bepaalt:

      “Voor de toepassing van deze verordening is een zaak grensoverschrijdend als de bankrekening of bankrekeningen waarop het bevel tot conservatoir beslag betrekking heeft, worden aangehouden in een andere lidstaat dan:

      a. de lidstaat van het gerecht waarbij het verzoek om het bevel tot conservatoir beslag overeenkomstig artikel 6 is ingediend;

      of

      b. de lidstaat waar de schuldeiser zijn woonplaats heeft.”

      Daarbij is dus niet vereist, dat de schuldenaar zijn woonplaats heeft in een EU-Lidstaat. Hij hoeft slechts een bankrekening in een Lidstaat te hebben.

      De EAPO procedure (Hoofdstuk 2 – art. 5 t/m 21 EAPO-Vo)

      De procedure is geregeld in Hoofdstuk 2 van de Verordening (art. 5 t/m 21 EAPO).

      Art. 5 EAPO bepaalt, dat het beslag zowel voorafgaand als tijdens een lopende procedure kan worden gelegd. Ook kan dit op basis van een via de rechter of uit hoofde van een authentieke akte verkregen executoriale titel. Uit art. 12 lid 2 EAPO kan worden afgeleid, dat het EAPO beslag (of het vragen van inlichtingen) ook mogelijk is wanneer de schuldeiser al beschikt over een titel.

      Bevoegde rechter verzoek Europees bankbeslag

      De bevoegdheidsregels zijn geregeld in art. 6 EAPO. De bevoegdheidsregels volgen de algemeen gebruikelijke bepalingen voor internationale rechtsmacht. De bevoegde rechter voor een EAPO verzoek in Nederland is de Voorzieningenrechter. Waar in de EAPO wordt gesproken van ‘het conservatoir beslag’ omvat dit zowel de conservering van banktegoeden in andere Lidstaten als het inwinnen van informatie over zulke banktegoeden.

      Bevoegde rechter EAPO wanneer schuldeiser nog geen (executoriale) titel heeft

      Als de schuldeiser nog geen voor tenuitvoerlegging vatbare titel heeft verkregen, zijn de gerechten van de lidstaat die bevoegd zijn om van het bodemgeschil kennis te nemen, tevens bevoegd om het bevel tot conservatoir beslag uit te vaardigen (art. 6 lid 1 EAPO). Daarvoor gelden dus binnen de EU de regels van de (herschikte) EEX-Vo (ook wel bekend als Brussel I-bis). Zie de pagina Europees Executieverdrag (EEX-Vo). In Nederland is in de gevallen van art. 6 lid 1, lid 2 en lid 4 EAPO bevoegd de Voorzieningenrechter (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO).

      Als titel gelden: een rechterlijke beslissing, een gerechtelijke schikking of een authentieke akte. Zie over de gerechtelijke schikking ook de pagina Algemene bepalingen dagvaardingsprocedure.

      Wel geldt een uitzondering voor het geval de verweerder consument is en de grondslag van de vordering van de schuldeiser een als consument gesloten overeenkomst is. Dan geldt woonplaats verweerder als exclusief forum (lid 2).

      Bevoegde rechter EAPO wanneer schuldeiser wel een (executoriale) titel heeft

      Heeft de schuldeiser wel al een rechterlijke beslissing verkregen, zijn de gerechten van de lidstaat waar de rechterlijke beslissing is gegeven bevoegd een bevel tot conservatoir beslag betreffende de in de rechterlijke beslissing bedoelde vordering uit te vaardigen (art. 6 lid 3 EAPO).

      De bevoegde rechter in Nederland is in dat geval de Voorzieningenrechter van de rechtbank, die de beslissing heeft gegeven. Is het een beslissing van het Gerechtshof, dan is de voorzieningenrechter van de rechtbank die zich bevindt in het ressort van het gerechtshof bevoegd (art. 3 lid 1 Uitvoeringswet EAPO). Dat is een beetje vaag, want in het ressort van het Hof bevinden zich meerdere rechtbanken. Voor de hand ligt dat dit dan de rechtbank moet zijn, die de bestreden beslissing heeft gegeven. Het was praktischer geweest dit te bepalen.

      Het bovenstaande geldt ook voor de gerechtelijke schikking: dan is bevoegd gerechten van de lidstaat waar de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen.

      Bewijs van de noodzaak van een conservatoire maatregel en dat toewijzing van de vordering aannemelijk is.

      Een wellicht lastig te nemen drempel voor het kunnen leggen van conservatoir beslag bevat art. 7 EAPO, dat luidt:

      “1.   Het gerecht vaardigt het bevel tot conservatoir beslag uit indien de schuldeiser voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om het gerecht ervan te overtuigen dat er dringend behoefte bestaat aan een bewarende maatregel in de vorm van een bevel tot conservatoir beslag, gelet op het reële risico dat, zonder een dergelijke maatregel, de latere inning van de vordering van de schuldeiser jegens de schuldenaar onmogelijk wordt gemaakt of wordt bemoeilijkt.

      2.   Indien de schuldeiser in een lidstaat nog geen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen op grond waarvan de schuldenaar de vordering moet voldoen, verstrekt de schuldeiser tevens voldoende bewijsmateriaal om het gerecht ervan te overtuigen dat zijn vordering tegen de schuldenaar waarschijnlijk gegrond wordt verklaard.”

      In de zaak HR 2 december 2022 (Hoch Capital Ltd./beslaglegger) was de vraag aan de orde, of de rechter bij de beoordeling van het EAPO-verzoek c.q. de vordering tot intrekking van het beslag ook na de beslaglegging gebleken feiten in de beoordeling mag betrekken, of niet (toetsing ex tunc of ex nunc).

      De Hoge Raad beantwoordde deze vraag in het voordeel van de beslaglegster: de vordering kan ex nunc beoordeeld worden. Ook feiten die na de indiening van het verzoek aan het licht zijn getreden mogen in de beoordeling van het verzoek tot het leggen van Europees bankbeslag worden betrokken. Lees de bespreking van deze uitspraak op Lawyrup (lees Rechtspraak).

      Geen verplichte rechtsbijstand bij indiening EAPO-verzoek

      Net als de andere Europese procedures ter bevordering van het betalingsverkeer en de nakoming van betalingsverplichtingen is de procedure zeer laagdrempelig: de schuldeiser kan de vordering ZELF indienen door middel van een op internet beschikbaar formulier. Rechtsbijstand van een advocaat is voor het verzoek niet nodig (artikel 41 EAPO). Een en ander zoals beschreven in art. 8 EAPO.

      Wel kan het voor een leek lastig zijn de bevoegdheid vast te stellen, en ook kan de schuldenaar tegen andere vraagstukken aanlopen, zoals welke procedure de voorkeur heeft. Zie ook de eventuele aansprakelijkheidsrisico’s (art. 13). Maar in beginsel is het heel laagdrempelig.

      Rechter kan nadere inlichtingen inwinnen bij EAPO-verzoek

      De rechter beslist op het verzoek in beginsel uitsluitend op basis van het schriftelijke verzoek met bijbehorende documenten. Maar de rechter kan ook besluiten nadere inlichtingen in te winnen, ook door het horen van de verzoeker en/of getuigen (maar niet van de gerekwestreerde) (art. 9 EAPO).

      Termijn voor inleiden van de hoofdzaak na EAPO-beslag

      Art. 10 lid 1 EAPO bepaalt ten aanzien van een conservatoir beslag voorafgaand aan inleiden van de hoofdzaak, dat de verzoeker die binnen 30 dagen moet inleiden, of – als dit later is – binnen 14 dagen nadat het bevel is uitgevaardigd. Hij moet dit aan het gerecht dat het verlof verleent meedelen. De termijn kan worden verlengd, maar dan met kennisgeving aan beide partijen. Zie over de wijze van instellen verder lid 3.

      Wordt de procedure niet tijdig ingeleid (of het gerecht niet ingelicht), dan wordt het beslagbevel ingetrokken (zie nader artikel 10 lid 2 EAPO).

      Zekerheidstelling bij EAPO bankbeslag

      De schuldeiser die een EAPO beslag wil leggen, moet daarvoor bij conservatoir beslag zekerheid stellen (art. 12 EAPO). Daarvan kan worden afgeweken. In geval van een executoriaal beslag kan die eis niettemin ook gesteld worden. De hoogte wordt door de rechter bepaald.

      Artikel 12 lid 1 EAPO luidt:

      “Voordat het gerecht, in het geval dat de schuldeiser nog geen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen, een bevel tot conservatoir beslag uitvaardigt, verlangt het dat de schuldeiser zekerheid stelt ten belope van een bedrag dat volstaat om misbruik te voorkomen van de procedure waarin deze verordening voorziet en de door de schuldenaar als gevolg van het bevel geleden schade te vergoeden, voor zover de schuldeiser overeenkomstig artikel 13 aansprakelijk is voor die schade.”

      Aansprakelijkheid van de beslaglegger

      De schuldeiser die beslag legt op banktegoeden, kan daarvoor aansprakelijk gehouden worden in de gevallen die zijn vermeld in artikel 13 EAPO. Kort gezegd wanneer het beslag ten onrechte gelegd is, of deels ten onrechte gelegd is, dan wel niet aan de vormvereisten is voldaan. Op deze aansprakelijkheid is in beginsel het nationale recht van de plaats van tenuitvoerlegging van toepassing (lid 4). Het is dus wel zaak zich te vergewissen van eventuele afwijkende (en wellicht verstrekkender) aansprakelijkheidsregels in het land van tenuitvoerlegging.

      Rechtbank beslist onverwijld

      Op grond van art. 17 lid 2 EAPO-Vo beslist de rechter onverwijld op het verzoek. En wel binnen 10 dagen als de schuldeiser nog geen executoriale titel heeft (art. 18 lid 1 EAPO-Vo), en binnen 5 dagen als hij daar wel over beschikt (art. 18 lid 2 EAPO-Vo).

      Verklaring van de bank uit hoofde van EAPO

      Artikel 25 EAPO bepaalt, dat de bank binnen drie dagen een verklaring moet afleggen over het door het beslag getroffen saldo.

      Rechtsmiddelen EAPO-Vo

      Voor hoger beroep en rechtsmiddelen van de beslagene wordt hier verder verwezen naar de Verordening.

      Gronden voor intrekking of wijziging verlof EAPO-beslag

      Omdat op een verzoek om een bevel tot conservatoir beslag wordt beslist zonder de schuldenaar te horen (art. 11 EAPO-Vo), voorziet de verordening in de mogelijkheid dat de schuldenaar het bevel of de handhaving ervan aanvecht. Art. 33 lid 1 EAPO-Vo noemt zeven gronden voor de intrekking of wijziging van een bevel, en wel indien:

      1. niet aan de in deze verordening gestelde voorwaarden of vereisten is voldaan;

      2. betekening of kennisgeving van het bevel, de in artikel 25 bedoelde verklaring en/of de andere in artikel 28, lid 5, bedoelde stukken aan de schuldenaar niet is geschied binnen veertien dagen na het beslag op zijn rekening of rekeningen;

      3. stukken waarvan overeenkomstig artikel 28 betekening of kennisgeving aan de schuldenaar is geschied, niet voldoen aan de taalvereisten in artikel 49, lid 1;

      4. bedragen die het in het bevel bepaalde bedrag overschrijden niet overeenkomstig artikel 27 zijn vrijgegeven;

      5. de vordering waarvan de schuldeiser de inning door middel van het bevel wilde beschermen, geheel of gedeeltelijk is voldaan;

      6. de vordering waarvan de schuldeiser de inning door middel van het bevel wilde beschermen, bij een rechterlijke beslissing over het bodemgeschil is afgewezen; of

      7. de rechterlijke beslissing over het bodemgeschil, of de gerechtelijke schikking of de authentieke akte, waarvan de schuldeiser aan de hand van het bevel de tenuitvoerlegging vorderde, is vernietigd, respectievelijk nietig verklaard.

      Ook kan zowel de schuldeiser als de schuldenaar de rechter om intrekking of wijziging van het bevel verzoeken op de grond dat de omstandigheden zijn veranderd (art. 35 lid 1 EAPO-Vo).

      Verschillen tussen EAPO en conservatoir derdenbeslag naar Nederlands recht

      Er bestaat een aantal verschillen tussen de mogelijkheden die een conservatoir derdenbeslag volgens nationaal Nederlands recht biedt tegenover de mogelijkheden die een beslaglegger heeft op basis van EAPO. In een grensoverschrijdende casus zal in sommige gevallen een EAPO beslag aantrekkelijker zijn, in sommige gevallen een conservatoir beslag naar Nederlands recht. Maar het combineren van de beide mogelijkheden is met de beperkingen van artikel 17 EAPO toegestaan.

      Wat zijn de verschillen tussen EAPO-beslag en gewoon conservatoir beslag?

      – geen advocaat nodig, de schuldenaar kan het formulier zelf invullen en indienen

      – zwaardere eisen bij conservatoir beslag (voorafgaand aan verkrijgen van een executoriale titel)

      – de schuldeiser kan informatie verkrijgen over bankrekeningen (en bij welke bank die wordt aangehouden)

      – de schuldenaar wordt niet gehoord (bij Nederlands conservatoir beslag is dit niet uitgesloten) (art. 11 EAPO)

      – de schuldeiser moet bij een conservatoir EAPO beslag in beginsel een door het gerecht vast te stellen zekerheid verstrekken, ter afdekking van de schade/kosten van de beslagene

      – de beslaglegger verkrijgt zeer snel (binnen 3 dagen) uitsluitsel of het beslag doel heeft getroffen

      – de beslaglegger moet het meerdere boven het plafond van zijn beslagverlof z.s.m. vrijgeven (art. 27 EAPO)

      – de rekenmethodiek bij meerdere beslagleggers verschilt, doordat het EAPO beslag zich strikt beperkt tot het plafondbedrag (daardoor kan EAPO bij meerdere beslagen nadelig zijn voor de beslaglegger met een kleinere vordering).

      Het verkrijgen van inlichtingen over bankrekeningen

      Een andere belangrijke mogelijkheid die EAPO biedt is het vragen van inlichtingen over door de schuldenaar in een ander land aangehouden bankrekeningen (art. 14 EAPO). Dit kan zowel als de schuldeiser al een executoriale titel heeft als wanneer de procedure nog loopt. Het gerecht vraagt alsdan bij de bevoegde instantie in het betreffende land na, of de schuldenaar een rekening aanhoudt bij een bank in dat land, en zo ja, wat het rekeningnummer is. Er wordt dus geen informatie verstrekt over het banksaldo.

      Concluderend: EAPO beslag is nuttige aanvulling verhaalsmogelijkheden

      De mogelijkheid van conservatoir beslag op basis van de EAPO Verordening is in grensoverschrijdende zaken alleszins een verrijking van het arsenaal van de schuldeiser, die nakoming van de betalingsverplichtingen van zijn schuldenaar wenst te verkrijgen. De mogelijkheid om informatie te krijgen over banktegoeden bij een bank in een andere Lidstaat is een uitbreiding van de bestaande verhaalsmogelijkheden en informatiemogelijkheden.

      Rechtspraak

      IPR bevoegdheid particulier

      HvJ EU 18 januari 2018 (Max Schrems/Facebook Ireland Ltd.) – Wanneer is iemand particulier in de zin van art. 15 EEX-Vo (herschikt)? Kan een particulier een gedaagde voor de rechter o.g.v. art. 16 EEX-Vo (herschikt) in eigen land dagen op basis van aan hem door particulieren uit andere landen gecedeerde vorderingen?

      Auteur & Last edit

      [MdV, 21-05-2017; laatste bewerking 24-06-2023]

      EAPO-verordening (Europees bankbeslag)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!