Pagina inhoud

    Arbitrage buiten Nederland (Titel 2, Boek IV Rv.)

    Inleiding arbitrage buiten Nederland

    In Titel 1, Boek IV Rv. is de wettelijke regeling opgenomen voor arbitrageprocedures, waarvan partijen hebben afgesproken dat deze in Nederland moet plaatsvinden. Op die procedures is die Titel van toepassing.

    Voor het geval partijen niet hebben afgesproken, dat de arbitrage in Nederland zal plaatsvinden, of niet duidelijk is waar die moet plaatsvinden, is in Titel 2 Boek IV Rv. een regeling opgenomen.

    De regeling van arbitrage buiten Nederland omvat 7 artikelen (art. 1074 Rv. tot en met art. 1076 Rv.).

    De arbitrage-overeenkomst

    De afspraak om hun geschil(len) aan arbiters voor te leggen kunnen partijen – in geval van een overeenkomst – als beding opnemen bij het aangaan van de overeenkomst. Maar ook op een later tijdstip kunnen ze daartoe besluiten, nadat het geschil is gerezen. Daarmee kunnen ook schadekwesties aan arbiters worden voorgelegd.

    Zie voor arbitrage binnen Nederland (art. 1020 t/m 1073 Rv.) de pagina Arbitrage in Nederland.

    Kort geding en arbitrage

    Wanneer er een arbitragebeding is overeengekomen, sluit dit niet het vorderen van voorlopige voorzieningen in kort geding uit. De Voorzieningenrechter kan zich toch bevoegd verklaren indien in de arbitrageprocedure niet snel genoeg een voorziening kan worden verkregen (art. 1074d Rv.).

    Zie ook de pagina Arbitrage en de bevoegdheid van de overheidsrechter voor arbitrages binnen Nederland en de daar vermelde uitspraak..

    Tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis

    De wet voorziet in de mogelijkheid om een buitenlands arbitraal vonnis in Nederland ten uitvoer te leggen. Daarbij moet worden onderscheiden in arbitrale beslissingen uit een jurisdictie waarop een internationaal verdrag voor erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is, en arbitrale beslissingen uit jurisdicties waarvoor een dergelijk verdrag ontbreekt.

    Jurisdictie waarop een verdrag tot erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is

    Art. 1075 Rv. heeft betrekking op de eerste situatie. Een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis waarop een erkenningsverdrag en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing is, kan op verzoek van een der partijen in Nederland worden erkend en ten uitvoer gelegd (lid 1).

    In dat geval zijn art. 985 tot en met 991 Rv. (Boek 3, Titel 9 Rv. Van de formaliteiten, vereist voor de tenuitvoerlegging van in vreemde Staten tot stand gekomen executoriale titels) van overeenkomstige toepassing, tenzij het verdrag afwijkende voorzieningen inhoudt. Zie de pagina Tenuitvoerlegging buitenlandse titels.

    En met dien verstande dat het gerechtshof in de plaats treedt van de rechtbank en de termijn voor beroep in cassatie drie maanden bedraagt (lid 2).

    Op dit verzoek zijn de procedurele regels van de verzoekschriftprocedure toepasselijk (zie de pagina Verzoekschriftprocedures).

    Verdrag van New York

    Het Verdrag van New York uit 1958 geeft een regeling voor de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen. Het verdrag is nog onverkort van kracht. Zie nader over het verdrag de pagina Verdrag van New York. Voor een lijst van landen waarvoor dit verdrag van toepassing is zie de Verdragenbank inzake het Verdrag van New York. Uitgangspunt van het verdrag is dat arbitrale beslissingen uit een andere verdragsstaat in beginsel erkend – en dus ook ten uitvoer gelegd – moeten worden door de rechter van de andere verdragsstaten. Alleen wanneer dit in strijd komt met de openbare orde van het uitvoerende land kan de rechter aan wie exequatur gevraagd wordt dit weigeren. Dat is het geval wanneer de arbitrale beslissing niet op eerlijke wijze binnen een goede procesorde tot stand is gekomen.

    Arbitraal vonnis uit de Verenigde Staten (DJ Van Dyk/Arda) (Armin van Buuren)

    Een arbitraal vonnis uit de Verenigde Staten kan op de voet van art. 1075 Rv. in Nederland erkend en ten uitvoer gelegd worden. De Verenigde Staten zijn namelijk partij bij het Verdrag van New York. Interessant aspect daarvan is, dat het Verdrag van New York niet in de weg staat aan een openbare orde toets naar het recht van het land, waar een vonnis ten uitvoer gelegd moet worden. Dit is de toets van art. 1076 lid 1 aanhef en sub b Rv., ondanks het feit dat dat artikel in beginsel geldt voor arbitrale vonnissen uit een jurisdictie die niet bij een verdrag is aangesloten. Zie ook Kamerstukken II 1983/84, 18 464, nr. 3, p. 34-35.

    In art. VII van het Verdrag van New York biedt deze extra toetsingsmogelijkheid. Deze bepaling luidt:

    “The provisions of the present Convention shall not affect the validity of multilateral or bilateral agreements concerning the recognition and enforcement of arbitral awards entered into by the Contracting States nor deprive any interested party of any right he may have to avail himself of an arbitral award in the manner and to the extent allowed by the law or the treaties of the country where such award is sought to be relied upon.”

    Zie ook de conclusie van A-G Vlas d.d. 23 januari 2015 (Northern Shipping Company/Kompas Overseas Inc.), onder 2.3.

    Dit principe vindt toepassing in de kwestie die leidde tot het arrest Hof Amsterdam 10 november 2020 (DJ Van Dyk/Alda Events). Het Hof wees de verweren van Arda van de hand. De toetsing van de geldigheid van het arbitraal beding moet plaatsvinden naar het toepasselijk recht (i.c. Amerikaans recht). Dat door de arbiters een zeer hoge schadevergoeding voor immateriële schade was toegewezen (5,5 mio USD) maakte de uitspraak niet strijdig met de Nederlandse openbare orde. Het cassatieberoep tegen die beslissing werd afgewezen op de voet van art. 81 R.O..

    Dit arrest wordt nader besproken op Lawyrup (lees Rechtspraak).

    Arbitrale vonnissen uit Rusland

    Ook op arbitrale vonnissen uit Rusland is het Verdrag van New York van toepassing. Een voorbeeld van de toepassing van het Verdrag van New York inzake een Russische arbitrale beslissing is te vinden in Voorzieningenrechter Rb. Amsterdam 27 augustus 2002 (Goldtron Ltd./Media Most B.V.).

    De Voorzieningenrechter weigerde executie van de arbitrale beslissing uit Moskou, overwegende:

    “…de rechtsgang bij deze arbitrage in strijd is geweest met de in Nederland aanvaarde beginselen van behoorlijke rechtspleging, zodat op grond van artikel V lid 2 van het onder 4.1 genoemde verdrag de gevraagde tenuitvoerlegging moet worden geweigerd.

    Reden was dat de Voorzitter van het scheidsgerecht Goldtron had zitten souffleren en het wrakingsverzoek van Media Most werd afgewezen “omdat dit te laat was ingediend”. Lees de bespreking op Lawyrup van Vzr. Rb. Amsterdam 27 augustus 2002 (Goldtron/Media Most) (lees Rechtspraak).

    Erkenning en ten uitvoer legging van arbitraal vonnis uit land waarop géén verdrag tot erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is

    Voor de gevallen waarin er geen internationaal verdrag voor de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen toepasselijk is, geldt art. 1076 Rv.. De wet stelt in die bepaling randvoorwaarden voor de erkenning en tenuitvoerlegging.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 24-12-2019; laatst bewerkt 24-09-2023]

    Arbitrage buiten Nederland (Titel 2, Boek IV Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Arbitrage buiten Nederland (Titel 2, Boek IV Rv.)

      Inleiding arbitrage buiten Nederland

      In Titel 1, Boek IV Rv. is de wettelijke regeling opgenomen voor arbitrageprocedures, waarvan partijen hebben afgesproken dat deze in Nederland moet plaatsvinden. Op die procedures is die Titel van toepassing.

      Voor het geval partijen niet hebben afgesproken, dat de arbitrage in Nederland zal plaatsvinden, of niet duidelijk is waar die moet plaatsvinden, is in Titel 2 Boek IV Rv. een regeling opgenomen.

      De regeling van arbitrage buiten Nederland omvat 7 artikelen (art. 1074 Rv. tot en met art. 1076 Rv.).

      De arbitrage-overeenkomst

      De afspraak om hun geschil(len) aan arbiters voor te leggen kunnen partijen – in geval van een overeenkomst – als beding opnemen bij het aangaan van de overeenkomst. Maar ook op een later tijdstip kunnen ze daartoe besluiten, nadat het geschil is gerezen. Daarmee kunnen ook schadekwesties aan arbiters worden voorgelegd.

      Zie voor arbitrage binnen Nederland (art. 1020 t/m 1073 Rv.) de pagina Arbitrage in Nederland.

      Kort geding en arbitrage

      Wanneer er een arbitragebeding is overeengekomen, sluit dit niet het vorderen van voorlopige voorzieningen in kort geding uit. De Voorzieningenrechter kan zich toch bevoegd verklaren indien in de arbitrageprocedure niet snel genoeg een voorziening kan worden verkregen (art. 1074d Rv.).

      Zie ook de pagina Arbitrage en de bevoegdheid van de overheidsrechter voor arbitrages binnen Nederland en de daar vermelde uitspraak..

      Tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis

      De wet voorziet in de mogelijkheid om een buitenlands arbitraal vonnis in Nederland ten uitvoer te leggen. Daarbij moet worden onderscheiden in arbitrale beslissingen uit een jurisdictie waarop een internationaal verdrag voor erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is, en arbitrale beslissingen uit jurisdicties waarvoor een dergelijk verdrag ontbreekt.

      Jurisdictie waarop een verdrag tot erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is

      Art. 1075 Rv. heeft betrekking op de eerste situatie. Een in een vreemde Staat gewezen arbitraal vonnis waarop een erkenningsverdrag en tenuitvoerleggingsverdrag van toepassing is, kan op verzoek van een der partijen in Nederland worden erkend en ten uitvoer gelegd (lid 1).

      In dat geval zijn art. 985 tot en met 991 Rv. (Boek 3, Titel 9 Rv. Van de formaliteiten, vereist voor de tenuitvoerlegging van in vreemde Staten tot stand gekomen executoriale titels) van overeenkomstige toepassing, tenzij het verdrag afwijkende voorzieningen inhoudt. Zie de pagina Tenuitvoerlegging buitenlandse titels.

      En met dien verstande dat het gerechtshof in de plaats treedt van de rechtbank en de termijn voor beroep in cassatie drie maanden bedraagt (lid 2).

      Op dit verzoek zijn de procedurele regels van de verzoekschriftprocedure toepasselijk (zie de pagina Verzoekschriftprocedures).

      Verdrag van New York

      Het Verdrag van New York uit 1958 geeft een regeling voor de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen. Het verdrag is nog onverkort van kracht. Zie nader over het verdrag de pagina Verdrag van New York. Voor een lijst van landen waarvoor dit verdrag van toepassing is zie de Verdragenbank inzake het Verdrag van New York. Uitgangspunt van het verdrag is dat arbitrale beslissingen uit een andere verdragsstaat in beginsel erkend – en dus ook ten uitvoer gelegd – moeten worden door de rechter van de andere verdragsstaten. Alleen wanneer dit in strijd komt met de openbare orde van het uitvoerende land kan de rechter aan wie exequatur gevraagd wordt dit weigeren. Dat is het geval wanneer de arbitrale beslissing niet op eerlijke wijze binnen een goede procesorde tot stand is gekomen.

      Arbitraal vonnis uit de Verenigde Staten (DJ Van Dyk/Arda) (Armin van Buuren)

      Een arbitraal vonnis uit de Verenigde Staten kan op de voet van art. 1075 Rv. in Nederland erkend en ten uitvoer gelegd worden. De Verenigde Staten zijn namelijk partij bij het Verdrag van New York. Interessant aspect daarvan is, dat het Verdrag van New York niet in de weg staat aan een openbare orde toets naar het recht van het land, waar een vonnis ten uitvoer gelegd moet worden. Dit is de toets van art. 1076 lid 1 aanhef en sub b Rv., ondanks het feit dat dat artikel in beginsel geldt voor arbitrale vonnissen uit een jurisdictie die niet bij een verdrag is aangesloten. Zie ook Kamerstukken II 1983/84, 18 464, nr. 3, p. 34-35.

      In art. VII van het Verdrag van New York biedt deze extra toetsingsmogelijkheid. Deze bepaling luidt:

      “The provisions of the present Convention shall not affect the validity of multilateral or bilateral agreements concerning the recognition and enforcement of arbitral awards entered into by the Contracting States nor deprive any interested party of any right he may have to avail himself of an arbitral award in the manner and to the extent allowed by the law or the treaties of the country where such award is sought to be relied upon.”

      Zie ook de conclusie van A-G Vlas d.d. 23 januari 2015 (Northern Shipping Company/Kompas Overseas Inc.), onder 2.3.

      Dit principe vindt toepassing in de kwestie die leidde tot het arrest Hof Amsterdam 10 november 2020 (DJ Van Dyk/Alda Events). Het Hof wees de verweren van Arda van de hand. De toetsing van de geldigheid van het arbitraal beding moet plaatsvinden naar het toepasselijk recht (i.c. Amerikaans recht). Dat door de arbiters een zeer hoge schadevergoeding voor immateriële schade was toegewezen (5,5 mio USD) maakte de uitspraak niet strijdig met de Nederlandse openbare orde. Het cassatieberoep tegen die beslissing werd afgewezen op de voet van art. 81 R.O..

      Dit arrest wordt nader besproken op Lawyrup (lees Rechtspraak).

      Arbitrale vonnissen uit Rusland

      Ook op arbitrale vonnissen uit Rusland is het Verdrag van New York van toepassing. Een voorbeeld van de toepassing van het Verdrag van New York inzake een Russische arbitrale beslissing is te vinden in Voorzieningenrechter Rb. Amsterdam 27 augustus 2002 (Goldtron Ltd./Media Most B.V.).

      De Voorzieningenrechter weigerde executie van de arbitrale beslissing uit Moskou, overwegende:

      “…de rechtsgang bij deze arbitrage in strijd is geweest met de in Nederland aanvaarde beginselen van behoorlijke rechtspleging, zodat op grond van artikel V lid 2 van het onder 4.1 genoemde verdrag de gevraagde tenuitvoerlegging moet worden geweigerd.

      Reden was dat de Voorzitter van het scheidsgerecht Goldtron had zitten souffleren en het wrakingsverzoek van Media Most werd afgewezen “omdat dit te laat was ingediend”. Lees de bespreking op Lawyrup van Vzr. Rb. Amsterdam 27 augustus 2002 (Goldtron/Media Most) (lees Rechtspraak).

      Erkenning en ten uitvoer legging van arbitraal vonnis uit land waarop géén verdrag tot erkenning en tenuitvoerlegging van toepassing is

      Voor de gevallen waarin er geen internationaal verdrag voor de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale beslissingen toepasselijk is, geldt art. 1076 Rv.. De wet stelt in die bepaling randvoorwaarden voor de erkenning en tenuitvoerlegging.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 24-12-2019; laatst bewerkt 24-09-2023]

      Arbitrage buiten Nederland (Titel 2, Boek IV Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!