Pagina inhoud

    Maritaal beslag (Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.)

    Inleiding maritaal beslag

    Voor conservatoir beslag op goederen van een huwelijksgoederengemeenschap (of een gemeenschap tussen geregistreerde partners) geeft de wet een bijzondere regeling in Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.. De afdeling heet “Van middelen tot bewaring van zijn recht op goederen der gemeenschap”. In de praktijk spreekt men van “maritaal beslag”. De afdeling omvat 6 bepalingen (art. 768 Rv. tot en met art. 770c Rv.).

    Net als bij alle andere conservatoire beslagen moet deze regeling steeds ook worden bezien tegen de achtergrond van de algemene bepalingen inzake conservatoir beslag. Zie de pagina Algemene bepalingen conservatoir beslag.

    Wat houdt maritaal beslag in?

    Echtgenoten of gewezen echtgenoten die in een gemeenschap van goederen gehuwd zijn (of waren), kunnen op grond van art. 768 lid 1 Rv. de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken om verlof te verlenen tot:

    (i) verzegeling, boedelbeschrijving en waardering van goederen der gemeenschap; en/of tot

    (ii) het leggen van conservatoir beslag op goederen der gemeenschap.

    Hetzelfde geldt voor geregistreerde partners of vroegere geregistreerde partners die als zodanig geregistreerd zijn of waren, en die deelgenoot zijn in een “huwelijkse” gemeenschap van goederen.

    Bevoegde rechter maritaal beslag

    Op grond van art. 768 lid 2 Rv. is bevoegd:

    1. als nog geen verzoek tot opheffing van de gemeenschap, tot echtscheiding, tot scheiding van tafel en bed of tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap is gedaan, is de in art. 700 Rv. aangewezen voorzieningenrechter;

    2. is er wel al een verzoek gedaan, dan is bevoegd de voorzieningenrechter van de rechtbank waarbij dat verzoek aanhangig is of laatstelijk was.

    Vrees voor verduistering bij maritaal beslag

    Voor een maritaal beslag is op grond van art. 768 lid 3 Rv. voorwaarde, dat de verzoeker aantoont dat er gegronde vrees voor verduistering van de goederen der gemeenschap bestaat. Hier wordt “verduistering” in civielrechtelijke zin bedoeld: het wegmaken met het doel van onttrekken aan verhaal.

    Geen hoger beroep tegen verlof maritaal beslag

    Tegen het verlof is geen hoger beroep of ander rechtsmiddel mogelijk (art. 768 lid 4 Rv.). Wel kan uiteraard een kort geding ter opheffing worden gevoerd (zie de pagina Kort geding).

    Uitzonderingen bij maritaal beslag

    Op het maritaal beslag zijn de regels inzake conservatoir beslag tot verhaal van een geldvordering van overeenkomstige toepassing (art. 769 Rv.).

    Uitzondering daarop zijn:

    – er hoeft geen (maximum) bedrag te worden vermeld waartoe het beslag dient; en
    – de hoofdzaak is de (echt)scheidingsprocedure.

    Ook is bij maritaal beslag op een onroerende zaak art. 505 lid Rv. niet van toepassing (art. 770a Rv.). Dit houdt in dat een akte tot vervreemding of bezwaring, die voor het beslag was verleden, niet ondanks het beslag kan worden ingeschreven.

    Maritaal beslag onder een derde

    Op het maritaal beslag onder een derde zijn de regels inzake executoriaal derdenbeslag (artikelen 475-477a Rv.van overeenkomstige toepassing (art. 770 Rv.). Zie de pagina Conservatoir beslag onder derden.

    De derde moet dus een verklaring afleggen conform die regels en kan zelf aansprakelijk worden als daar niet aan wordt voldaan. Zie de pagina Executoriaal derdenbeslag.

    Ook bij vrije gemeenschap

    Zoals blijkt uit de Beslagsyllabus (versie aug. 2023) kan maritaal beslag ook gelegd worden als er geen sprake is van een boek 1 BW maar boek 3 BW gemeenschap (bijvoorbeeld gemeenschappelijke woning) kan maritaal beslag worden gelegd op dat gemeenschappelijke goed.

    Termijn voor instellen van de hoofdzaak

    In de Beslagsyllabus wordt opgemerkt, dat wat bij deze vorm van beslag onder de hoofdzaak (d.w.z. de hoofdprocedure) moet worden verstaan, uitdrukkelijk bepaald is in art. 769 lid 1 Rv..

    Indien de scheidingsprocedure al aanhangig is gemaakt of de scheiding reeds is uitgesproken, behoeft derhalve geen termijn voor het instellen van de hoofdzaak te worden bepaald.

    Hierover kan anders gedacht worden indien in het scheidingsgeding geen der echtgenoten een nevenverzoek tot verdeling heeft gedaan (zie Burgerlijke Rechtsvordering, A.I.M. van Mierlo, artikel 768, aantekening 3).

    Bij dit alles is niet zonder belang dat het maritaal beslag niet strekt tot verhaal, afgifte of levering, maar puur tot het bijeenhouden van de goederen van de gemeenschap. Maritaal beslag wordt ook niet executoriaal (zie art. 770b lid 3 Rv.).

    Vervallen van het maritaal beslag

    Het maritaal beslag vervalt als op de (neven)vordering inzake de verdeling is beslist (art. 770b lid 1 Rv.). En uiteraard als de hoofdzaak wordt ingetrokken (art. 770b lid 2 Rv.).

    Art. 704 lid 1 Rv., art. 715 lid 3 Rv., art. 722 Rv., art. 723 Rv. en art. 724 lid 3 Rv. zijn bij maritaal beslag niet van toepassing.

    Depot overschot executie maritaal beslag

    Een eventueel overschot van een executie wordt door de deurwaarder, notaris of pandhouder onverwijld gestort bij een bewaarder als bedoeld in art. 445 Rv. ten behoeve van de echtgenoot of geregistreerde partner aan wie dit overschot wordt toegedeeld. (art. 770c Rv.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 22-03-2021; laatste bewerking 20-08-2023]

    Maritaal beslag (Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Maritaal beslag (Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.)

      Inleiding maritaal beslag

      Voor conservatoir beslag op goederen van een huwelijksgoederengemeenschap (of een gemeenschap tussen geregistreerde partners) geeft de wet een bijzondere regeling in Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.. De afdeling heet “Van middelen tot bewaring van zijn recht op goederen der gemeenschap”. In de praktijk spreekt men van “maritaal beslag”. De afdeling omvat 6 bepalingen (art. 768 Rv. tot en met art. 770c Rv.).

      Net als bij alle andere conservatoire beslagen moet deze regeling steeds ook worden bezien tegen de achtergrond van de algemene bepalingen inzake conservatoir beslag. Zie de pagina Algemene bepalingen conservatoir beslag.

      Wat houdt maritaal beslag in?

      Echtgenoten of gewezen echtgenoten die in een gemeenschap van goederen gehuwd zijn (of waren), kunnen op grond van art. 768 lid 1 Rv. de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken om verlof te verlenen tot:

      (i) verzegeling, boedelbeschrijving en waardering van goederen der gemeenschap; en/of tot

      (ii) het leggen van conservatoir beslag op goederen der gemeenschap.

      Hetzelfde geldt voor geregistreerde partners of vroegere geregistreerde partners die als zodanig geregistreerd zijn of waren, en die deelgenoot zijn in een “huwelijkse” gemeenschap van goederen.

      Bevoegde rechter maritaal beslag

      Op grond van art. 768 lid 2 Rv. is bevoegd:

      1. als nog geen verzoek tot opheffing van de gemeenschap, tot echtscheiding, tot scheiding van tafel en bed of tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap is gedaan, is de in art. 700 Rv. aangewezen voorzieningenrechter;

      2. is er wel al een verzoek gedaan, dan is bevoegd de voorzieningenrechter van de rechtbank waarbij dat verzoek aanhangig is of laatstelijk was.

      Vrees voor verduistering bij maritaal beslag

      Voor een maritaal beslag is op grond van art. 768 lid 3 Rv. voorwaarde, dat de verzoeker aantoont dat er gegronde vrees voor verduistering van de goederen der gemeenschap bestaat. Hier wordt “verduistering” in civielrechtelijke zin bedoeld: het wegmaken met het doel van onttrekken aan verhaal.

      Geen hoger beroep tegen verlof maritaal beslag

      Tegen het verlof is geen hoger beroep of ander rechtsmiddel mogelijk (art. 768 lid 4 Rv.). Wel kan uiteraard een kort geding ter opheffing worden gevoerd (zie de pagina Kort geding).

      Uitzonderingen bij maritaal beslag

      Op het maritaal beslag zijn de regels inzake conservatoir beslag tot verhaal van een geldvordering van overeenkomstige toepassing (art. 769 Rv.).

      Uitzondering daarop zijn:

      – er hoeft geen (maximum) bedrag te worden vermeld waartoe het beslag dient; en
      – de hoofdzaak is de (echt)scheidingsprocedure.

      Ook is bij maritaal beslag op een onroerende zaak art. 505 lid Rv. niet van toepassing (art. 770a Rv.). Dit houdt in dat een akte tot vervreemding of bezwaring, die voor het beslag was verleden, niet ondanks het beslag kan worden ingeschreven.

      Maritaal beslag onder een derde

      Op het maritaal beslag onder een derde zijn de regels inzake executoriaal derdenbeslag (artikelen 475-477a Rv.van overeenkomstige toepassing (art. 770 Rv.). Zie de pagina Conservatoir beslag onder derden.

      De derde moet dus een verklaring afleggen conform die regels en kan zelf aansprakelijk worden als daar niet aan wordt voldaan. Zie de pagina Executoriaal derdenbeslag.

      Ook bij vrije gemeenschap

      Zoals blijkt uit de Beslagsyllabus (versie aug. 2023) kan maritaal beslag ook gelegd worden als er geen sprake is van een boek 1 BW maar boek 3 BW gemeenschap (bijvoorbeeld gemeenschappelijke woning) kan maritaal beslag worden gelegd op dat gemeenschappelijke goed.

      Termijn voor instellen van de hoofdzaak

      In de Beslagsyllabus wordt opgemerkt, dat wat bij deze vorm van beslag onder de hoofdzaak (d.w.z. de hoofdprocedure) moet worden verstaan, uitdrukkelijk bepaald is in art. 769 lid 1 Rv..

      Indien de scheidingsprocedure al aanhangig is gemaakt of de scheiding reeds is uitgesproken, behoeft derhalve geen termijn voor het instellen van de hoofdzaak te worden bepaald.

      Hierover kan anders gedacht worden indien in het scheidingsgeding geen der echtgenoten een nevenverzoek tot verdeling heeft gedaan (zie Burgerlijke Rechtsvordering, A.I.M. van Mierlo, artikel 768, aantekening 3).

      Bij dit alles is niet zonder belang dat het maritaal beslag niet strekt tot verhaal, afgifte of levering, maar puur tot het bijeenhouden van de goederen van de gemeenschap. Maritaal beslag wordt ook niet executoriaal (zie art. 770b lid 3 Rv.).

      Vervallen van het maritaal beslag

      Het maritaal beslag vervalt als op de (neven)vordering inzake de verdeling is beslist (art. 770b lid 1 Rv.). En uiteraard als de hoofdzaak wordt ingetrokken (art. 770b lid 2 Rv.).

      Art. 704 lid 1 Rv., art. 715 lid 3 Rv., art. 722 Rv., art. 723 Rv. en art. 724 lid 3 Rv. zijn bij maritaal beslag niet van toepassing.

      Depot overschot executie maritaal beslag

      Een eventueel overschot van een executie wordt door de deurwaarder, notaris of pandhouder onverwijld gestort bij een bewaarder als bedoeld in art. 445 Rv. ten behoeve van de echtgenoot of geregistreerde partner aan wie dit overschot wordt toegedeeld. (art. 770c Rv.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 22-03-2021; laatste bewerking 20-08-2023]

      Maritaal beslag (Afd. 9, Titel 4, Boek III Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!