Pagina inhoud

    Algemene bepalingen WHOA-akkoord (Par. 1, Afd. 2, Titel IV)

    Inleiding algemene bepalingen WHOA-akkoord

    In art. 369 Fw. worden enkele algemene bepalingen voor het onderhands akkoord gegeven.

    WHOA geldt alleen voor ondernemingen

    De regeling geldt blijkens art. 369 lid 1 Fw. niet voor:

    – natuurlijke personen die geen beroep of bedrijf uitoefenen
    – banken als bedoeld in art. 212g, sub a Fw. of verzekeraars  als bedoeld in art. 213, sub a

    Bij de Implementatiewet Richtlijn Herstructurering en insolventie (zie het blog Implementatiewet) is aan deze bepaling per 1 januari 2023 toegevoegd:

    “In deze afdeling wordt verstaan onder MKB-onderneming: een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed.”

    In Rb. Den Haag 5 maart 2021 (onderneemster met privé-schulden) struikelt de schuldenaar die een verzoek indiende tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige mede over deze voorwaarde. De rechtbank overweegt (r.o. 4.9) dat de schuldensituatie is toe te rekenen aan de privé-schulden en niet voldoende is toegelicht dat de oorzaak bij de exploitatie van de onderneming ligt.

    De rechtbank overwoog (r.o. 4.9):

    “De WHOA ziet primair op de herstructurering van schulden van ondernemingen. Ter terechtzitting is gebleken dat een aanzienlijk deel van de schuldenlast (€ 11.714,-) bestaat uit privéschulden, zonder dat is gesteld of gebleken wanneer die schulden zijn ontstaan en of het ontstaan van die schulden verband houdt met de slechte ondernemingsresultaten. Ten aanzien van het openstaande bedrag van € 4.127,- aan CJIB-boetes is dat weinig aannemelijk. [Verzoekster] heeft in 2020 een positief bedrijfsresultaat behaald, maar is desondanks in financiële problemen gekomen. Dit is slechts te verklaren doordat [verzoekster] te hoge privé-uitgaven heeft gehad. In 2021 wordt een resultaat begroot van slechts € 1.000,-. Zonder nadere toelichting en bij gelijkblijvende privékosten, is niet aannemelijk dat [verzoekster] in staat zal zijn haar lopende verplichtingen te voldoen.”

    Bepaalde WHOA voor aandeelhouders geldt ook voor leden van een vereniging

    Het bepaalde over aandeelhouders geldt mutatis mutandis ook voor leden van een vereniging of coöperatie (art. 369 lid 3 Fw.).

    Rechten van werknemers bij WHOA buiten schot

    De regeling kan niet zien op de rechten van werknemers van de schuldenaar (art. 369 lid 4 Fw.). Zie voor de redenen van deze uitzondering de pagina Rechten werknemers bij overgang van onderneming en het daar opgemerkte – en de vermelde rechtspraak van het HvJEU – over Richtlijn EU 2001/23.

    Bij de Implementatiewet Richtlijn Herstructurering en insolventie (zie het blog Implementatiewet) is lid 4 per 1 januari 2023 uitgebreid tot:

    Het in deze afdeling bepaalde is niet van toepassing op:

    a. rechten van werknemers in dienst van de schuldenaar die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    b. vorderingen ter zake van reeds vervallen of in de toekomst tot uitkering komende termijnen van pensioen;

    c. financiëlezekerheidsovereenkomsten en verrekenbedingen in de zin van artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; en

    d. bevoegdheden als bedoeld in artikel 212b, tweede lid en opdrachten en daaruit voortvloeiende rechtshandelingen als bedoeld in artikel 212b, derde lid.

    Onder rechten van werknemers als bedoeld in onderdeel a worden mede verstaan vorderingen van werknemers tot betaling door hun werkgever van premie aan een pensioenuitvoerder, een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet of, als de pensioenovereenkomst niet wordt beheerst door Nederlands recht, een soortgelijke instelling uit een andere lidstaat in de Europese Unie of een derde-land.”

    Geen herhaald WHOA verzoek binnen drie jaar

    Geen nieuw verzoek door de schuldenaar binnen drie jaar als een eerder akkoord is verworpen (art. 369 lid 5 Fw.). Dit tenzij de regeling wordt verzocht door een ander dan de schuldenaar (ex art. 371 Fw.).

    Keuze: openbare of besloten WHOA-procedure

    De schuldenaar kan kiezen tussen een besloten akkoordprocedure of een openbare (art. 369 lid 6 Fw.).

    Rechtsmacht WHOA

    De rechtsmacht van de Nederlandse rechter bij de WHOA wordt bepaald bij een openbare procedure op grond van de (herziene) EU Insolventieverordening (zie de pagina EIV), en als die niet van toepassing is art. 3 Rv. (zie de pagina Rechtsmacht van de Nederlandse rechter) (lid 7). Zie ook het blog “Werkt de WHOA in het buitenland?”.

    Rechterlijke bevoegdheid WHOA

    De bepalingen over de rechtbank in deze Afdeling gelden voor de op grond van art. 262 Rv. of art. 269 Rv. relatief bevoegde rechtbank (zie de pagina Relatieve bevoegdheid verzoekschriftprocedures). Wanneer een rechtbank zich eenmaal relatief bevoegd heeft verklaard in een WHOA procedure betrokken is, dan is die rechtbank exclusief bevoegd voor alle volgende verzoeken in die procedure (lid 8).

    Wanneer groepsvennootschappen in een WHOA-traject betrokken raken, dan kunnen zij een rechtbank samen verzoeken zichzelf aan te wijzen als de enige relatief bevoegde rechtbank (lid 8).

    Behandeling WHOA in raadkamer tenzij openbare procedure

    Alle verzoeken worden in raadkamer behandeld tenzij het een openbare procedure is (art. 369 lid 9 Fw.).

    Geen rechtsmiddel beslissingen WHOA procedure

    Tenzij de wet die mogelijkheid uitdrukkelijk biedt, zijn rechtsmiddelen tegen beslissingen van de rechtbank niet mogelijk (art. 369 lid 10 Fw.).

    Auteur & Last edit

    [MdV, 1-11-2020; laatste bewerking 15-01-2023]

    Algemene bepalingen WHOA-akkoord (Par. 1, Afd. 2, Titel IV)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Pagina inhoud

      Algemene bepalingen WHOA-akkoord (Par. 1, Afd. 2, Titel IV)

      Inleiding algemene bepalingen WHOA-akkoord

      In art. 369 Fw. worden enkele algemene bepalingen voor het onderhands akkoord gegeven.

      WHOA geldt alleen voor ondernemingen

      De regeling geldt blijkens art. 369 lid 1 Fw. niet voor:

      – natuurlijke personen die geen beroep of bedrijf uitoefenen
      – banken als bedoeld in art. 212g, sub a Fw. of verzekeraars  als bedoeld in art. 213, sub a

      Bij de Implementatiewet Richtlijn Herstructurering en insolventie (zie het blog Implementatiewet) is aan deze bepaling per 1 januari 2023 toegevoegd:

      “In deze afdeling wordt verstaan onder MKB-onderneming: een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed.”

      In Rb. Den Haag 5 maart 2021 (onderneemster met privé-schulden) struikelt de schuldenaar die een verzoek indiende tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige mede over deze voorwaarde. De rechtbank overweegt (r.o. 4.9) dat de schuldensituatie is toe te rekenen aan de privé-schulden en niet voldoende is toegelicht dat de oorzaak bij de exploitatie van de onderneming ligt.

      De rechtbank overwoog (r.o. 4.9):

      “De WHOA ziet primair op de herstructurering van schulden van ondernemingen. Ter terechtzitting is gebleken dat een aanzienlijk deel van de schuldenlast (€ 11.714,-) bestaat uit privéschulden, zonder dat is gesteld of gebleken wanneer die schulden zijn ontstaan en of het ontstaan van die schulden verband houdt met de slechte ondernemingsresultaten. Ten aanzien van het openstaande bedrag van € 4.127,- aan CJIB-boetes is dat weinig aannemelijk. [Verzoekster] heeft in 2020 een positief bedrijfsresultaat behaald, maar is desondanks in financiële problemen gekomen. Dit is slechts te verklaren doordat [verzoekster] te hoge privé-uitgaven heeft gehad. In 2021 wordt een resultaat begroot van slechts € 1.000,-. Zonder nadere toelichting en bij gelijkblijvende privékosten, is niet aannemelijk dat [verzoekster] in staat zal zijn haar lopende verplichtingen te voldoen.”

      Bepaalde WHOA voor aandeelhouders geldt ook voor leden van een vereniging

      Het bepaalde over aandeelhouders geldt mutatis mutandis ook voor leden van een vereniging of coöperatie (art. 369 lid 3 Fw.).

      Rechten van werknemers bij WHOA buiten schot

      De regeling kan niet zien op de rechten van werknemers van de schuldenaar (art. 369 lid 4 Fw.). Zie voor de redenen van deze uitzondering de pagina Rechten werknemers bij overgang van onderneming en het daar opgemerkte – en de vermelde rechtspraak van het HvJEU – over Richtlijn EU 2001/23.

      Bij de Implementatiewet Richtlijn Herstructurering en insolventie (zie het blog Implementatiewet) is lid 4 per 1 januari 2023 uitgebreid tot:

      Het in deze afdeling bepaalde is niet van toepassing op:

      a. rechten van werknemers in dienst van de schuldenaar die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

      b. vorderingen ter zake van reeds vervallen of in de toekomst tot uitkering komende termijnen van pensioen;

      c. financiëlezekerheidsovereenkomsten en verrekenbedingen in de zin van artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; en

      d. bevoegdheden als bedoeld in artikel 212b, tweede lid en opdrachten en daaruit voortvloeiende rechtshandelingen als bedoeld in artikel 212b, derde lid.

      Onder rechten van werknemers als bedoeld in onderdeel a worden mede verstaan vorderingen van werknemers tot betaling door hun werkgever van premie aan een pensioenuitvoerder, een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet of, als de pensioenovereenkomst niet wordt beheerst door Nederlands recht, een soortgelijke instelling uit een andere lidstaat in de Europese Unie of een derde-land.”

      Geen herhaald WHOA verzoek binnen drie jaar

      Geen nieuw verzoek door de schuldenaar binnen drie jaar als een eerder akkoord is verworpen (art. 369 lid 5 Fw.). Dit tenzij de regeling wordt verzocht door een ander dan de schuldenaar (ex art. 371 Fw.).

      Keuze: openbare of besloten WHOA-procedure

      De schuldenaar kan kiezen tussen een besloten akkoordprocedure of een openbare (art. 369 lid 6 Fw.).

      Rechtsmacht WHOA

      De rechtsmacht van de Nederlandse rechter bij de WHOA wordt bepaald bij een openbare procedure op grond van de (herziene) EU Insolventieverordening (zie de pagina EIV), en als die niet van toepassing is art. 3 Rv. (zie de pagina Rechtsmacht van de Nederlandse rechter) (lid 7). Zie ook het blog “Werkt de WHOA in het buitenland?”.

      Rechterlijke bevoegdheid WHOA

      De bepalingen over de rechtbank in deze Afdeling gelden voor de op grond van art. 262 Rv. of art. 269 Rv. relatief bevoegde rechtbank (zie de pagina Relatieve bevoegdheid verzoekschriftprocedures). Wanneer een rechtbank zich eenmaal relatief bevoegd heeft verklaard in een WHOA procedure betrokken is, dan is die rechtbank exclusief bevoegd voor alle volgende verzoeken in die procedure (lid 8).

      Wanneer groepsvennootschappen in een WHOA-traject betrokken raken, dan kunnen zij een rechtbank samen verzoeken zichzelf aan te wijzen als de enige relatief bevoegde rechtbank (lid 8).

      Behandeling WHOA in raadkamer tenzij openbare procedure

      Alle verzoeken worden in raadkamer behandeld tenzij het een openbare procedure is (art. 369 lid 9 Fw.).

      Geen rechtsmiddel beslissingen WHOA procedure

      Tenzij de wet die mogelijkheid uitdrukkelijk biedt, zijn rechtsmiddelen tegen beslissingen van de rechtbank niet mogelijk (art. 369 lid 10 Fw.).

      Auteur & Last edit

      [MdV, 1-11-2020; laatste bewerking 15-01-2023]

      Algemene bepalingen WHOA-akkoord (Par. 1, Afd. 2, Titel IV)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!