Pagina inhoud

    Verkeersmiddelen en vervoer (Boek 8 B.W.)

    Inleiding verkeersmiddelen en vervoer

    Boek 8 B.W. regelt een specialistisch rechtsgebied, het vervoersrecht. Het wetboek geeft regels voor zeevaart, binnenvaart, wegvervoer, luchtvaart en vervoer over het spoor.

    Boek 8 B.W. bevat de volgende 7 Hoofdstukken:

    1. Algemeen deel verkeersmiddelen en vervoer (Hoofdstuk I)
    2. Zeerecht (Hoofdstuk II)
    3. Binnenvaartrecht (Hoofdstuk III)
    4. Wegvervoersrecht (Hoofdstuk IV)
    5. Luchtrecht (Hoofdstuk V)
    6. Vervoer langs spoorstaven (Hoofdstuk VI)
    7. Slotbepalingen vervoersrecht (Hoofdstuk VII)

    Boek 8 B.W. (de wet geeft deze geen benaming, zoals “Titel” o.i.d.). Op wetten.overheid worden deze aangeduid als “Hoofdstuk”. In totaal kent Boek 8 B.W. verdeeld over deze Hoofdstukken 20 Titels, om af te sluiten met een Slotbepaling.

    De bespreking van Boek 8 B.W. op Lawyrup is nog summier en zal gaandeweg worden uitgebreid.

    Het vervoersrecht kent ook eigen procesrecht. Zie Titel 1, Boek 3 Rv. dat een aantal specifieke bepalingen geeft over procedures met betrekking tot procedures betreffende verkeersmiddelen en vervoer (zie de pagina Procedures verkeersmiddelen en vervoer).

    Parlementaire geschiedenis vervoersrecht

    Het vervoersrecht heeft ook wat betreft de totstandkoming een geheel eigen traject doorlopen. Boek 8 B.W. is al voor de inwerkingtreding van de algemene delen van Boek 3, Boek 5 en Boek 6 B.W. als “voortrein” op 1 april 1991 in werking getreden (Stb. 1991, 126 en nr. 100). Het wetsontwerp is destijds voorbereid door de Commissie Schadee.

    Inbedding in het burgerlijk recht

    Het Burgerlijk recht is een samenhangend geheel. In de wel op Lawyrup behandelde onderdelen van het vermogensrecht en het procesrecht wordt vaak verwezen naar andere Boeken van het B.W..

    In het burgerlijk procesrecht vinden we specifieke bepalingen over procedures in het vervoersrecht. Zie Titel 1, Boek 3 Rv., dat wordt behandeld op de pagina Procedures verkeersmiddelen en vervoer).

    Samenloop met andere wettelijke regelingen in het B.W.

    Het vervoersrecht kent enkele specifieke bepalingen, waarmee de verhouding van Boek 8 B.W. tot andere wettelijke regelingen wordt geregeld. Bij voorbeeld art. 8:51 lid 1 B.W.art. 8:387 B.W.art. 8:903 lid 1 B.W. en art. 8:1103 lid 1 B.W. bepalen, dat voor de aansprakelijkheid van de vervoerder wegens niet nakoming van de vervoersovereenkomst (uitsluitend) de specifieke bepalingen van het vervoersrecht in de betreffende rechtsverhouding van toepassing zijn. Die bevatten doorgaans beperkingen in de (omvang van de) aansprakelijkheid.

    Daarmee wordt de werking van de commune regels van verbintenissenrecht en overeenkomstenrecht opzij geschoven. Alleen door de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, zoals vervat in art. 6:2 B.W. en art. 6:248 B.W. kan deze lex specialis – in bijzondere omstandigheden – opzij geschoven worden. Dit tenzij de wettelijke bepaling van Boek 8 B.W. de implementatie van een verdragsrechtelijke bepaling vormt. Dan prevaleert het verdragsrecht.

    Ook omgekeerd komt dit voor (zie bvb. de definitie van opdracht in art. 7:400 B.W.). Daar wordt de vervoersovereenkomst uitgesloten van de regeling van de opdracht.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 21-02-2020; laatste bewerking 28-05-2022]

    Pagina inhoud

      Verkeersmiddelen en vervoer (Boek 8 B.W.)

      Inleiding verkeersmiddelen en vervoer

      Boek 8 B.W. regelt een specialistisch rechtsgebied, het vervoersrecht. Het wetboek geeft regels voor zeevaart, binnenvaart, wegvervoer, luchtvaart en vervoer over het spoor.

      Boek 8 B.W. bevat de volgende 7 Hoofdstukken:

      1. Algemeen deel verkeersmiddelen en vervoer (Hoofdstuk I)
      2. Zeerecht (Hoofdstuk II)
      3. Binnenvaartrecht (Hoofdstuk III)
      4. Wegvervoersrecht (Hoofdstuk IV)
      5. Luchtrecht (Hoofdstuk V)
      6. Vervoer langs spoorstaven (Hoofdstuk VI)
      7. Slotbepalingen vervoersrecht (Hoofdstuk VII)

      Boek 8 B.W. (de wet geeft deze geen benaming, zoals “Titel” o.i.d.). Op wetten.overheid worden deze aangeduid als “Hoofdstuk”. In totaal kent Boek 8 B.W. verdeeld over deze Hoofdstukken 20 Titels, om af te sluiten met een Slotbepaling.

      De bespreking van Boek 8 B.W. op Lawyrup is nog summier en zal gaandeweg worden uitgebreid.

      Het vervoersrecht kent ook eigen procesrecht. Zie Titel 1, Boek 3 Rv. dat een aantal specifieke bepalingen geeft over procedures met betrekking tot procedures betreffende verkeersmiddelen en vervoer (zie de pagina Procedures verkeersmiddelen en vervoer).

      Parlementaire geschiedenis vervoersrecht

      Het vervoersrecht heeft ook wat betreft de totstandkoming een geheel eigen traject doorlopen. Boek 8 B.W. is al voor de inwerkingtreding van de algemene delen van Boek 3, Boek 5 en Boek 6 B.W. als “voortrein” op 1 april 1991 in werking getreden (Stb. 1991, 126 en nr. 100). Het wetsontwerp is destijds voorbereid door de Commissie Schadee.

      Inbedding in het burgerlijk recht

      Het Burgerlijk recht is een samenhangend geheel. In de wel op Lawyrup behandelde onderdelen van het vermogensrecht en het procesrecht wordt vaak verwezen naar andere Boeken van het B.W..

      In het burgerlijk procesrecht vinden we specifieke bepalingen over procedures in het vervoersrecht. Zie Titel 1, Boek 3 Rv., dat wordt behandeld op de pagina Procedures verkeersmiddelen en vervoer).

      Samenloop met andere wettelijke regelingen in het B.W.

      Het vervoersrecht kent enkele specifieke bepalingen, waarmee de verhouding van Boek 8 B.W. tot andere wettelijke regelingen wordt geregeld. Bij voorbeeld art. 8:51 lid 1 B.W.art. 8:387 B.W.art. 8:903 lid 1 B.W. en art. 8:1103 lid 1 B.W. bepalen, dat voor de aansprakelijkheid van de vervoerder wegens niet nakoming van de vervoersovereenkomst (uitsluitend) de specifieke bepalingen van het vervoersrecht in de betreffende rechtsverhouding van toepassing zijn. Die bevatten doorgaans beperkingen in de (omvang van de) aansprakelijkheid.

      Daarmee wordt de werking van de commune regels van verbintenissenrecht en overeenkomstenrecht opzij geschoven. Alleen door de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, zoals vervat in art. 6:2 B.W. en art. 6:248 B.W. kan deze lex specialis – in bijzondere omstandigheden – opzij geschoven worden. Dit tenzij de wettelijke bepaling van Boek 8 B.W. de implementatie van een verdragsrechtelijke bepaling vormt. Dan prevaleert het verdragsrecht.

      Ook omgekeerd komt dit voor (zie bvb. de definitie van opdracht in art. 7:400 B.W.). Daar wordt de vervoersovereenkomst uitgesloten van de regeling van de opdracht.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 21-02-2020; laatste bewerking 28-05-2022]

      Verkeersmiddelen en vervoer (Boek 8 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!