Herziening beslag- en executierecht
De wet tot Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht is aangenomen. De wetswijziging heeft een drietal doelstellingen. Voorkomen dat de schuldenaar door het beslag onder het bestaansminimum belandt, voorkomen dat beslag als oneigenlijk pressiemiddel gebruikt wordt en het efficiënter maken van het beslag- en executierecht. De wet treedt grotendeels in werking per 1 oktober 2020. Zoals de bezoekers van Lawyrup gewend zijn volgt hier een zo accuraat mogelijk overzicht van de wijzigingen en het moment van i.w.tr.. De verschillende wijzigingen zijn terug te vinden in de artikelsgewijze behandeling van de wet op Lawyrup.
Doelstellingen van de wetswijziging
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel (nr. 32 225) zet de minister de hiervoor genoemde doelstellingen uiteen. Om die te bereiken wordt het beslag- en executierecht op een aantal punten gewijzigd. Zo wordt bijvoorbeeld een beslagvrij bedrag bij beslag op een bankrekening ingevoerd.
Ook wordt geregeld dat er geen beslag mag worden gelegd op roerende zaken, zoals inboedel of een auto, als redelijkerwijs voorzienbaar is dat de kosten de baten overstijgen. Beslag op huisdieren – enige tijd terug deed zich een beschamend voorbeeld voor van een beslag op een hond van een schuldenaar – wordt verboden. Tenzij de vordering met de aankoop van het dier te maken heeft.
Verder wordt het beslagverbod op roerende zaken gemoderniseerd, net zoals de regels inzake de internetveiling. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt om administratief beslag te leggen op motorrijtuigen.
De wijzigingen in Rv. en Fw. op Lawyrup
De inhoud van de wetswijziging en het tijdstip van i.w.tr. zijn te raadplegen op Stb. 2020, 177 en Stb. 2020, 277. Op Lawyrup zijn de betreffende bepalingen te vinden op de pagina Executoriaal beslag op roerende zaken, de pagina Conservatoir beslag onder derden en de pagina Gedwongen ontruiming. Er is ook een kleine aanpassing in de pagina Executoriaal beslag op en executie van schepen: de bevoegdheid tot binnentreden voor beslaglegging staat nu ook in de wet.
Kantonrechter als executierechter
De Kantonrechter wordt aan art. 438 Rv. toegevoegd als executierechter (zie de pagina Algemene regels tenuitvoerlegging, waar het executiegeschil wordt besproken). De Kantonrechter wordt bevoegd in executiegeschillen die in 1e aanleg tot zijn competentie behoren (zie de pagina Kantonzaken).
Geen executie roerende zaken van geringe waarde
Art. 441 Rv. wordt uitgebreid met een lid 3. Daarin wordt bepaald, dat executie van roerende zaken niet is toegestaan, als de waarde van de te executeren zaken de kosten van de executie niet te boven gaat. Dit om executie van roerende zaken als oneigenlijk pressiemiddel te voorkomen. Die bepaling gaat ook gelden bij conservatoir beslag.
Administratief beslag op voertuigen
Er komt een nieuw art. 442 Rv. waarmee de gerechtsdeurwaarder vanuit zijn luie stoel beslag kan leggen op voertuigen (en aanhangers). Het beslag wordt rechtstreeks gelegd op het voertuig via het kentekenregister van de RDW.
Uitbreiding van de lijst van niet voor executoriaal beslag vatbare zaken
De lijst in art. 447 Rv. van niet voor executie vatbare roerende zaken wordt uitgebreid. De tekst wordt ook gemoderniseerd. De regeling wordt aangevuld met de mogelijkheid bepalingen te stellen bij algemene maatregel van bestuur, zoals van welke zaken als bovenmatig zijn aan te merken. Art. 448 Rv. – dat ziet op zaken nodig voor studie of beroep of bedrijf – wordt verwerkt in art. 447 Rv.. De aanpassing brengt ook een wijziging van art. 21 Fw. mee, dat naar art. 447 Rv. verwijst..
Een echo van de kwestie van de in beslag genomen hond – feitelijk als pressiemiddel om de schuldenaar te laten betalen – is ook terug te vinden in de gewijzigde regeling: beslag op huisdieren wordt verboden, evenals op de voor hun verzorging nodige zaken. Een uitzondering wordt in het nieuwe art. 448 Rv. gemaakt voor vorderingen, die juist te maken hebben met de roerende zaak of het huisdier.
Aankondiging veiling roerende zaken via internet
Net als al geldt voor onroerende zaken (art. 516 Rv.) zal ook voor roerende zaken een aankondiging op internet gedaan worden. En de veiling kan ook (tevens) online worden gedaan (art. 449 Rv. nieuw en art. 463 Rv. nieuw). De KBvG heeft besloten een website in het leven te roepen, waarop alle openbare veilingen te vinden zijn. Hiermee – zo hoopt ook de Minister – wordt de opbrengst van openbare veilingen verbeterd, wat ook de schuldenaar ten goede komt.
Aankondiging ontruiming
De datum van ontruiming moet worden vermeld in de aanzegging. Wordt die uitgesteld, dan moet een nieuwe aanzegging plaatsvinden.
Beslagvrij bedrag bij executoriaal beslag op een bankrekening
Aan art. 475a Rv. wordt in lid 4 toegevoegd het bedrag, dat wordt vrijgelaten bij beslag op een bankrekening. Deze bedragen kunnen bij AMvB worden bijgesteld.
Opvragen rekeninggegevens door deurwaarder
Daar staat tegenover, dat de mogelijkheid die nu alleen bestaat bij een EAPO beslag ook wordt ingevoerd bij executoriaal beslag: de deurwaarder kan informatie over de bankrekening en het tegoed opvragen bij de bank (art. 475aa Rv. nieuw). Ook kan de deurwaarder dit aan de schuldenaar zelf vragen.
Verkorting vier weken termijn voor verklaring derde
Tot slot wordt de termijn, waarna de derde moet verklaren wat het beslag heeft getroffen verkort naar twee weken. Zie ook de pagina Executoriaal beslag onder derden. De derde mag kiezen voor elektronisch toezenden van het verklaringsformulier. Er mag ook een vergoeding worden gevraagd voor de kosten van de verklaring.
Inwerkingtreding wijziging executierecht
De afgesproken vaste momenten voor inwerkingtreding van wetgeving is standaard 1 januari of 1 juli (zie Stb. 2020, 277). Vanwege het urgente karakter van de onderhavige wetswijziging in de schuldhulpverlening – en ook gelet op de economische gevolgen van de corona-maatregelen – is besloten de meeste onderdelen van de wet reeds op 1 oktober 2020 in werking te laten treden.
Op 1 januari treden de volgende wijzigingen in (Stb. 2020, 177 en Stb. 2020, 277):
– de invoering van de beslagvrije voet bij bankbeslag (met mededeling van het niet door het beslag getroffen bedrag) (art. 475 Rv. en art. 475a Rv. nieuw);
– de invoering van de beslagvrije voet bij bankbeslag (art. 475aa Rv. nieuw);
– de mogelijkheid om derde-beslagenen te laten kiezen voor elektronisch beslag (door een melding bij de KBvG);
– het schrappen van de mogelijkheid om de verklaring van de derde-beslagene aan de advocaat van de executant te sturen in plaats van aan de deurwaarder (art. 476b Rv. nieuw).
Een aantal wijzigingen treedt in werking per 1 april 2021. Dit betreft de volgende wijzigingen:
– het administratief beslag op voertuigen via het kentekenregister (art. 440 lid 2 Rv. en art. 442 Rv. nieuw)
– de verantwoordelijkheid van het College van BenW voor het afvoeren en opslaan van inboedels van ontruimingen (art. 556 Rv. nieuw).
MdV, 1-10-2020
Herziening beslag- en executierecht
De wet tot Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht is aangenomen. De wetswijziging heeft een drietal doelstellingen. Voorkomen dat de schuldenaar door het beslag onder het bestaansminimum belandt, voorkomen dat beslag als oneigenlijk pressiemiddel gebruikt wordt en het efficiënter maken van het beslag- en executierecht. De wet treedt grotendeels in werking per 1 oktober 2020. Zoals de bezoekers van Lawyrup gewend zijn volgt hier een zo accuraat mogelijk overzicht van de wijzigingen en het moment van i.w.tr.. De verschillende wijzigingen zijn terug te vinden in de artikelsgewijze behandeling van de wet op Lawyrup.
Doelstellingen van de wetswijziging
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel (nr. 32 225) zet de minister de hiervoor genoemde doelstellingen uiteen. Om die te bereiken wordt het beslag- en executierecht op een aantal punten gewijzigd. Zo wordt bijvoorbeeld een beslagvrij bedrag bij beslag op een bankrekening ingevoerd.
Ook wordt geregeld dat er geen beslag mag worden gelegd op roerende zaken, zoals inboedel of een auto, als redelijkerwijs voorzienbaar is dat de kosten de baten overstijgen. Beslag op huisdieren – enige tijd terug deed zich een beschamend voorbeeld voor van een beslag op een hond van een schuldenaar – wordt verboden. Tenzij de vordering met de aankoop van het dier te maken heeft.
Verder wordt het beslagverbod op roerende zaken gemoderniseerd, net zoals de regels inzake de internetveiling. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt om administratief beslag te leggen op motorrijtuigen.
De wijzigingen in Rv. en Fw. op Lawyrup
De inhoud van de wetswijziging en het tijdstip van i.w.tr. zijn te raadplegen op Stb. 2020, 177 en Stb. 2020, 277. Op Lawyrup zijn de betreffende bepalingen te vinden op de pagina Executoriaal beslag op roerende zaken, de pagina Conservatoir beslag onder derden en de pagina Gedwongen ontruiming. Er is ook een kleine aanpassing in de pagina Executoriaal beslag op en executie van schepen: de bevoegdheid tot binnentreden voor beslaglegging staat nu ook in de wet.
Kantonrechter als executierechter
De Kantonrechter wordt aan art. 438 Rv. toegevoegd als executierechter (zie de pagina Algemene regels tenuitvoerlegging, waar het executiegeschil wordt besproken). De Kantonrechter wordt bevoegd in executiegeschillen die in 1e aanleg tot zijn competentie behoren (zie de pagina Kantonzaken).
Geen executie roerende zaken van geringe waarde
Art. 441 Rv. wordt uitgebreid met een lid 3. Daarin wordt bepaald, dat executie van roerende zaken niet is toegestaan, als de waarde van de te executeren zaken de kosten van de executie niet te boven gaat. Dit om executie van roerende zaken als oneigenlijk pressiemiddel te voorkomen. Die bepaling gaat ook gelden bij conservatoir beslag.
Administratief beslag op voertuigen
Er komt een nieuw art. 442 Rv. waarmee de gerechtsdeurwaarder vanuit zijn luie stoel beslag kan leggen op voertuigen (en aanhangers). Het beslag wordt rechtstreeks gelegd op het voertuig via het kentekenregister van de RDW.
Uitbreiding van de lijst van niet voor executoriaal beslag vatbare zaken
De lijst in art. 447 Rv. van niet voor executie vatbare roerende zaken wordt uitgebreid. De tekst wordt ook gemoderniseerd. De regeling wordt aangevuld met de mogelijkheid bepalingen te stellen bij algemene maatregel van bestuur, zoals van welke zaken als bovenmatig zijn aan te merken. Art. 448 Rv. – dat ziet op zaken nodig voor studie of beroep of bedrijf – wordt verwerkt in art. 447 Rv.. De aanpassing brengt ook een wijziging van art. 21 Fw. mee, dat naar art. 447 Rv. verwijst..
Een echo van de kwestie van de in beslag genomen hond – feitelijk als pressiemiddel om de schuldenaar te laten betalen – is ook terug te vinden in de gewijzigde regeling: beslag op huisdieren wordt verboden, evenals op de voor hun verzorging nodige zaken. Een uitzondering wordt in het nieuwe art. 448 Rv. gemaakt voor vorderingen, die juist te maken hebben met de roerende zaak of het huisdier.
Aankondiging veiling roerende zaken via internet
Net als al geldt voor onroerende zaken (art. 516 Rv.) zal ook voor roerende zaken een aankondiging op internet gedaan worden. En de veiling kan ook (tevens) online worden gedaan (art. 449 Rv. nieuw en art. 463 Rv. nieuw). De KBvG heeft besloten een website in het leven te roepen, waarop alle openbare veilingen te vinden zijn. Hiermee – zo hoopt ook de Minister – wordt de opbrengst van openbare veilingen verbeterd, wat ook de schuldenaar ten goede komt.
Aankondiging ontruiming
De datum van ontruiming moet worden vermeld in de aanzegging. Wordt die uitgesteld, dan moet een nieuwe aanzegging plaatsvinden.
Beslagvrij bedrag bij executoriaal beslag op een bankrekening
Aan art. 475a Rv. wordt in lid 4 toegevoegd het bedrag, dat wordt vrijgelaten bij beslag op een bankrekening. Deze bedragen kunnen bij AMvB worden bijgesteld.
Opvragen rekeninggegevens door deurwaarder
Daar staat tegenover, dat de mogelijkheid die nu alleen bestaat bij een EAPO beslag ook wordt ingevoerd bij executoriaal beslag: de deurwaarder kan informatie over de bankrekening en het tegoed opvragen bij de bank (art. 475aa Rv. nieuw). Ook kan de deurwaarder dit aan de schuldenaar zelf vragen.
Verkorting vier weken termijn voor verklaring derde
Tot slot wordt de termijn, waarna de derde moet verklaren wat het beslag heeft getroffen verkort naar twee weken. Zie ook de pagina Executoriaal beslag onder derden. De derde mag kiezen voor elektronisch toezenden van het verklaringsformulier. Er mag ook een vergoeding worden gevraagd voor de kosten van de verklaring.
Inwerkingtreding wijziging executierecht
De afgesproken vaste momenten voor inwerkingtreding van wetgeving is standaard 1 januari of 1 juli (zie Stb. 2020, 277). Vanwege het urgente karakter van de onderhavige wetswijziging in de schuldhulpverlening – en ook gelet op de economische gevolgen van de corona-maatregelen – is besloten de meeste onderdelen van de wet reeds op 1 oktober 2020 in werking te laten treden.
Op 1 januari treden de volgende wijzigingen in (Stb. 2020, 177 en Stb. 2020, 277):
– de invoering van de beslagvrije voet bij bankbeslag (met mededeling van het niet door het beslag getroffen bedrag) (art. 475 Rv. en art. 475a Rv. nieuw);
– de invoering van de beslagvrije voet bij bankbeslag (art. 475aa Rv. nieuw);
– de mogelijkheid om derde-beslagenen te laten kiezen voor elektronisch beslag (door een melding bij de KBvG);
– het schrappen van de mogelijkheid om de verklaring van de derde-beslagene aan de advocaat van de executant te sturen in plaats van aan de deurwaarder (art. 476b Rv. nieuw).
Een aantal wijzigingen treedt in werking per 1 april 2021. Dit betreft de volgende wijzigingen:
– het administratief beslag op voertuigen via het kentekenregister (art. 440 lid 2 Rv. en art. 442 Rv. nieuw)
– de verantwoordelijkheid van het College van BenW voor het afvoeren en opslaan van inboedels van ontruimingen (art. 556 Rv. nieuw).
MdV, 1-10-2020