Pagina inhoud

    Overeenkomsten in het algemeen (Titel 5, Boek 6 B.W.)

    Inleiding overeenkomstenrecht

    Het overeenkomstenrecht (of contractenrecht) maakt onderdeel uit van het verbintenissenrecht, dat is opgenomen in Titel 1 van boek 6 B.W.. Dat betekent dat het algemene deel van het verbintenissenrecht (art. 1 t/m 141 B.W.) ook op overeenkomsten van toepassing is. Het overeenkomstenrecht vinden we in Titel 5 van boek 6 B.W..

    Verbintenissen en rechtshandelingen

    Een overeenkomst schept “verbintenissen”. Een verbintenis wordt gedefinieerd als een “via de rechter afdwingbare verplichting”. De verbintenis vinden we terug in art. 6:1 B.W. en in art. 6:2 B.W., waar duidelijk wordt dat een verbintenis leidt tot een schuldeiser en een schuldenaar. Ook wordt daar de term “redelijkheid en billijkheid” geïntroduceerd, die in alle onderdelen van het Nederlands burgerlijk recht terugkomt.

    Verbintenissen kunnen ontstaan uit de wet of door rechtshandelingen: handelingen die door (rechts)personen worden verricht met de bedoeling dat deze een bepaald juridisch gevolg hebben. Rechtshandelingen kunnen eenzijdig zijn (zoals een testament) of meerzijdig: de overeenkomst is daar het belangrijkste voorbeeld van.

    Wilsovereenstemming: aanbod en aanvaarding

    Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst wordt op basis van overleg tussen de partijen (de precontractuele fase) onderzocht of er wilsovereenstemming kan worden bereikt. Dit gebeurt door aanbod en aanvaarding. Vanwege de gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek moet bij de totstandkoming van overeenkomsten ook worden gekeken naar art. 3:32 B.W. tot en met art. 3:59 B.W.. Zie de pagina Rechtshandelingen.

    Wanneer er wilsovereenstemming bereikt is, ontstaan daaruit de verbintenissen: bij een koopovereenkomst bij voorbeeld de verbintenis om de koopsom te betalen en het gekochte te leveren.

    Precontractuele goede trouw

    Het zal duidelijk zijn dat er veel complicaties kunnen optreden bij het aangaan van overeenkomsten. In sommige gevallen kan een partij die de onderhandeling afbreekt toch aansprakelijk zijn, terwijl er geen verbintenis uit overeenkomst is ontstaan. In de rechtspraak is hierover het leerstuk van de precontractuele goede trouw ontwikkeld. Hierover meer op de pagina Totstandkoming van overeenkomsten.

    Meerzijdige overeenkomsten en verbintenissen

    Door de grote verscheidenheid aan overeenkomsten die partijen kunnen aangaan, is er ook een grote verscheidenheid aan verschillende soorten verplichtingen. Overeenkomsten kunnen ook tussen meerdere partijen gesloten worden, waardoor verschillende verbintenissen kunnen ontstaan voor verschillende betrokken partijen (zie ook de pagina Pluraliteit en hoofdelijkheid van schuldenaren zie ook art. 6:6 B.W.). Omgekeerd kan er ook sprake zijn van meerdere schuldeisers van dezelfde verbintenis (art. 6:15 B.W.) en de pagina Pluraliteit van schuldeisers.

    Algemene voorwaarden, hulppersonen en hulpmiddelen

    Daarnaast wordt vaak gewerkt met algemene voorwaarden, die op de overeenkomst van toepassing verklaard kunnen worden. ook door de verschillende manieren van sluiten van overeenkomsten (door een “openbaar aanbod”, zoals in een winkel, door persoonlijke onderhandeling of door middel van hulppersonen (vertegenwoordiging) of hulpmiddelen (internet) is het contractenrecht een complex en veelzijdig rechtsgebied. Zie ook de pagina Algemene voorwaarden.

    Nakoming of ontbinding; wilsgebreken

    Het aangaan van overeenkomsten is één ding, maar dat wil niet zeggen dat deze ook altijd worden nagekomen. Er kunnen allerlei problemen ontstaan in de nakoming. Soms hebben die te maken met het aangaan van de overeenkomst, doordat er misverstanden in het spel zijn of vals spel. Dan komen de thema’s dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden om de hoek kijken.

    Soms heeft de niet-nakoming te maken met onwil of onmacht, of wordt er – ondanks dat wel overeenstemming bestond – niet volgens afspraak nagekomen. De partij die in de kou blijft staan kan dan kiezen: nakoming eisen of ontbinden. Ook daarbij kunnen allerlei complicaties komen kijken.

    Het algemene deel van het overeenkomstenrecht

    Het overeenkomstenrecht zelf vinden we in Titel 5, Boek 6 B.W. (art. 6:213 B.W. t/m art. 6:279 B.W.). Daar vinden we de algemene regeling, die in beginsel geldt voor alle overeenkomsten of contracten. Naast deze algemene regels heeft de wetgever ook nog een aantal specifieke – veel voorkomende en belangrijke – soorten overeenkomsten afzonderlijk (nader) geregeld. Die overeenkomsten worden aangeduid als de “benoemde overeenkomsten“. Die bijzondere regels gelden dan in aanvulling op het algemene verbintenissenrecht en het algemene overeenkomstenrecht. Wanneer de regels afwijken bij een benoemde overeenkomst afwijken, dan hebben die specifieke regels voorrang. Juristen zeggen dan: de speciale regel “derogeert” aan de algemene regel.

    Geen algemene regeling voor opzegging duurovereenkomsten

    Sommige overeenkomsten – zoals een koopovereenkomst – zijn in principe éénmalig. Je koopt, de ander levert en daarmee is de overeenkomst in beginsel afgewikkeld. Overeenkomsten die bedoeld zijn voor langere tijd voort te duren kan uit de aard der zaak de behoefte bestaan om die op enig moment op te zeggen. Zoals arbeidsovereenkomsten, huurovereenkomsten, overeenkomst van opdracht (en zij varianten) en de maatschap. Dit zijn allemaal “benoemde overeenkomsten”, die een eigen regeling kennen in Boek 7 (en Boek 7A) B.W.). Maar er zijn ook allerlei niet specifiek in de wet geregelde duurovereenkomsten denkbaar. Zoals licentieovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten enz..

    Het overeenkomstenrecht kent opmerkelijk genoeg geen algemene regeling voor de opzegging van duurovereenkomsten. Die zou je verwachten in het algemene deel van het overeenkomstenrecht (Afd. 1, Titel 5, Boek 6 B.W.). In diverse specifieke regelingen – zoals die van de arbeidsovereenkomst en de huurovereenkomst – wordt wel voorzien in de mogelijkheid tot opzeggen. Vanwege de wens van de wetgever om de zwakkere partijen bij die overeenkomsten – de werknemer en de huurder – te beschermen, wordt de mogelijkheid van opzegging van die duurovereenkomsten daar beperkt. De overeenkomst van opdracht wordt geacht steeds opzegbaar te zijn.

    In de rechtspraak is een aantal keren de vraag aan de orde gekomen, of een overeenkomst – die niet onder een specifiek benoemd overeenkomst viel waarvoor de wet wel een eigen regeling geeft inzake de opzegging – kon worden opgezegd. Met name bij langlopende (duur)overeenkomsten. Op de pagina Algemene bepalingen overeenkomsten wordt hier nader op ingegaan.

    Benoemde overeenkomsten (Boek 7 B.W.)

    Naast de algemene verbintenissenrecht en het algemene overeenkomstenrecht (dat daar weer een onderdeel van uitmaakt en ziet op wederkerige rechtshandelingen) heeft de wetgever het nuttig geacht enkele specifieke veel voorkomende overeenkomsten een eigen wettelijke regeling te wijden. Dit zijn de zgn. “benoemde overeenkomsten”. Voor zover deze specifieke bepalingen afwijken van de algemene regels, dan gaan zij voor de algemene regels (de specifieke regel “derogeert” aan de algemene regel). Zie ook de pagina Bijzondere overeenkomsten (Boek 7 B.W.) en de onderliggende pagina’s waarin de verschillende benoemde overeenkomsten worden behandeld. En de restgroep op de pagina Bijzondere overeenkomsten (Boek 7A B.W.).

    Niet benoemde overeenkomsten

    Naast deze benoemde overeenkomsten zijn er allerlei overeenkomsten te verzinnen, die niet speciaal in de wet geregeld zijn en waar de contractsvrijheid alleen wordt ingeperkt door de openbare orde en de betamelijkheid. Dit zijn de niet benoemde overeenkomsten.

    Sommige overeenkomsten die veel voorkomen missen toch een wettelijke regeling. Voorbeelden van dergelijke overeenkomsten zijn lease-overeenkomsten, distributie-overeenkomsten en franchisecontracten. Soms is er een min of meer algemene regeling voor dergelijke niet in de wet geregelde maar wel veel voorkomende overeenkomsten bereikt binnen een branchevereniging waar men zich bij aan kan sluiten (o.a. bij franchise). Omdat een afzonderlijke regeling voor die specifieke contracten ontbreekt, worden die geregeerd door het algemene overeenkomstenrecht. Tenzij – zoals bij de lease-overeenkomst – die al naar gelang van de inrichting van de afspraken vallen onder een wel in de wet geregeld benoemd contract. Lease is hetzij een vorm van kredietovereenkomst met eigendomsvoorbehoud – “financial lease” – hetzij een vorm van huur – operational lease”. Maar mengvormen komen ook voor.

    Beschermingsgedachte

    Voor de benoemde contracten zijn vaak aanvullende bepalingen in de wet opgenomen om de zwakkere partij (de werknemer, de huurder) te beschermen in diens essentiële behoeften (een inkomen, een dak boven je hoofd). Zo worden er vaak strengere eisen gesteld aan opzegging. Verschillend per soort benoemde overeenkomst zijn er – soms zeer uitvoerig, soms slechts beknopt – allerlei regels die speciaal voor die contracten van belang zijn.

    Dit zijn bij voorbeeld: de koopovereenkomst, de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst van opdracht, de aannemingsovereenkomst, de huurovereenkomst en nog diverse andere benoemde contracten. Deze 5 overeenkomsten hebben al zeer lang hun eigen plaats in de wet. Daarnaast zijn er modernere regelingen zoals de medische behandelingsovereenkomst en de reisovereenkomst.

    Auteur & Last edit

    [MdV, 5-12-2015; laatste bewerking 09-04-2020]

    Pagina inhoud

      Overeenkomsten in het algemeen (Titel 5, Boek 6 B.W.)

      Inleiding overeenkomstenrecht

      Het overeenkomstenrecht (of contractenrecht) maakt onderdeel uit van het verbintenissenrecht, dat is opgenomen in Titel 1 van boek 6 B.W.. Dat betekent dat het algemene deel van het verbintenissenrecht (art. 1 t/m 141 B.W.) ook op overeenkomsten van toepassing is. Het overeenkomstenrecht vinden we in Titel 5 van boek 6 B.W..

      Verbintenissen en rechtshandelingen

      Een overeenkomst schept “verbintenissen”. Een verbintenis wordt gedefinieerd als een “via de rechter afdwingbare verplichting”. De verbintenis vinden we terug in art. 6:1 B.W. en in art. 6:2 B.W., waar duidelijk wordt dat een verbintenis leidt tot een schuldeiser en een schuldenaar. Ook wordt daar de term “redelijkheid en billijkheid” geïntroduceerd, die in alle onderdelen van het Nederlands burgerlijk recht terugkomt.

      Verbintenissen kunnen ontstaan uit de wet of door rechtshandelingen: handelingen die door (rechts)personen worden verricht met de bedoeling dat deze een bepaald juridisch gevolg hebben. Rechtshandelingen kunnen eenzijdig zijn (zoals een testament) of meerzijdig: de overeenkomst is daar het belangrijkste voorbeeld van.

      Wilsovereenstemming: aanbod en aanvaarding

      Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst wordt op basis van overleg tussen de partijen (de precontractuele fase) onderzocht of er wilsovereenstemming kan worden bereikt. Dit gebeurt door aanbod en aanvaarding. Vanwege de gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek moet bij de totstandkoming van overeenkomsten ook worden gekeken naar art. 3:32 B.W. tot en met art. 3:59 B.W.. Zie de pagina Rechtshandelingen.

      Wanneer er wilsovereenstemming bereikt is, ontstaan daaruit de verbintenissen: bij een koopovereenkomst bij voorbeeld de verbintenis om de koopsom te betalen en het gekochte te leveren.

      Precontractuele goede trouw

      Het zal duidelijk zijn dat er veel complicaties kunnen optreden bij het aangaan van overeenkomsten. In sommige gevallen kan een partij die de onderhandeling afbreekt toch aansprakelijk zijn, terwijl er geen verbintenis uit overeenkomst is ontstaan. In de rechtspraak is hierover het leerstuk van de precontractuele goede trouw ontwikkeld. Hierover meer op de pagina Totstandkoming van overeenkomsten.

      Meerzijdige overeenkomsten en verbintenissen

      Door de grote verscheidenheid aan overeenkomsten die partijen kunnen aangaan, is er ook een grote verscheidenheid aan verschillende soorten verplichtingen. Overeenkomsten kunnen ook tussen meerdere partijen gesloten worden, waardoor verschillende verbintenissen kunnen ontstaan voor verschillende betrokken partijen (zie ook de pagina Pluraliteit en hoofdelijkheid van schuldenaren zie ook art. 6:6 B.W.). Omgekeerd kan er ook sprake zijn van meerdere schuldeisers van dezelfde verbintenis (art. 6:15 B.W.) en de pagina Pluraliteit van schuldeisers.

      Algemene voorwaarden, hulppersonen en hulpmiddelen

      Daarnaast wordt vaak gewerkt met algemene voorwaarden, die op de overeenkomst van toepassing verklaard kunnen worden. ook door de verschillende manieren van sluiten van overeenkomsten (door een “openbaar aanbod”, zoals in een winkel, door persoonlijke onderhandeling of door middel van hulppersonen (vertegenwoordiging) of hulpmiddelen (internet) is het contractenrecht een complex en veelzijdig rechtsgebied. Zie ook de pagina Algemene voorwaarden.

      Nakoming of ontbinding; wilsgebreken

      Het aangaan van overeenkomsten is één ding, maar dat wil niet zeggen dat deze ook altijd worden nagekomen. Er kunnen allerlei problemen ontstaan in de nakoming. Soms hebben die te maken met het aangaan van de overeenkomst, doordat er misverstanden in het spel zijn of vals spel. Dan komen de thema’s dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden om de hoek kijken.

      Soms heeft de niet-nakoming te maken met onwil of onmacht, of wordt er – ondanks dat wel overeenstemming bestond – niet volgens afspraak nagekomen. De partij die in de kou blijft staan kan dan kiezen: nakoming eisen of ontbinden. Ook daarbij kunnen allerlei complicaties komen kijken.

      Het algemene deel van het overeenkomstenrecht

      Het overeenkomstenrecht zelf vinden we in Titel 5, Boek 6 B.W. (art. 6:213 B.W. t/m art. 6:279 B.W.). Daar vinden we de algemene regeling, die in beginsel geldt voor alle overeenkomsten of contracten. Naast deze algemene regels heeft de wetgever ook nog een aantal specifieke – veel voorkomende en belangrijke – soorten overeenkomsten afzonderlijk (nader) geregeld. Die overeenkomsten worden aangeduid als de “benoemde overeenkomsten“. Die bijzondere regels gelden dan in aanvulling op het algemene verbintenissenrecht en het algemene overeenkomstenrecht. Wanneer de regels afwijken bij een benoemde overeenkomst afwijken, dan hebben die specifieke regels voorrang. Juristen zeggen dan: de speciale regel “derogeert” aan de algemene regel.

      Geen algemene regeling voor opzegging duurovereenkomsten

      Sommige overeenkomsten – zoals een koopovereenkomst – zijn in principe éénmalig. Je koopt, de ander levert en daarmee is de overeenkomst in beginsel afgewikkeld. Overeenkomsten die bedoeld zijn voor langere tijd voort te duren kan uit de aard der zaak de behoefte bestaan om die op enig moment op te zeggen. Zoals arbeidsovereenkomsten, huurovereenkomsten, overeenkomst van opdracht (en zij varianten) en de maatschap. Dit zijn allemaal “benoemde overeenkomsten”, die een eigen regeling kennen in Boek 7 (en Boek 7A) B.W.). Maar er zijn ook allerlei niet specifiek in de wet geregelde duurovereenkomsten denkbaar. Zoals licentieovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten enz..

      Het overeenkomstenrecht kent opmerkelijk genoeg geen algemene regeling voor de opzegging van duurovereenkomsten. Die zou je verwachten in het algemene deel van het overeenkomstenrecht (Afd. 1, Titel 5, Boek 6 B.W.). In diverse specifieke regelingen – zoals die van de arbeidsovereenkomst en de huurovereenkomst – wordt wel voorzien in de mogelijkheid tot opzeggen. Vanwege de wens van de wetgever om de zwakkere partijen bij die overeenkomsten – de werknemer en de huurder – te beschermen, wordt de mogelijkheid van opzegging van die duurovereenkomsten daar beperkt. De overeenkomst van opdracht wordt geacht steeds opzegbaar te zijn.

      In de rechtspraak is een aantal keren de vraag aan de orde gekomen, of een overeenkomst – die niet onder een specifiek benoemd overeenkomst viel waarvoor de wet wel een eigen regeling geeft inzake de opzegging – kon worden opgezegd. Met name bij langlopende (duur)overeenkomsten. Op de pagina Algemene bepalingen overeenkomsten wordt hier nader op ingegaan.

      Benoemde overeenkomsten (Boek 7 B.W.)

      Naast de algemene verbintenissenrecht en het algemene overeenkomstenrecht (dat daar weer een onderdeel van uitmaakt en ziet op wederkerige rechtshandelingen) heeft de wetgever het nuttig geacht enkele specifieke veel voorkomende overeenkomsten een eigen wettelijke regeling te wijden. Dit zijn de zgn. “benoemde overeenkomsten”. Voor zover deze specifieke bepalingen afwijken van de algemene regels, dan gaan zij voor de algemene regels (de specifieke regel “derogeert” aan de algemene regel). Zie ook de pagina Bijzondere overeenkomsten (Boek 7 B.W.) en de onderliggende pagina’s waarin de verschillende benoemde overeenkomsten worden behandeld. En de restgroep op de pagina Bijzondere overeenkomsten (Boek 7A B.W.).

      Niet benoemde overeenkomsten

      Naast deze benoemde overeenkomsten zijn er allerlei overeenkomsten te verzinnen, die niet speciaal in de wet geregeld zijn en waar de contractsvrijheid alleen wordt ingeperkt door de openbare orde en de betamelijkheid. Dit zijn de niet benoemde overeenkomsten.

      Sommige overeenkomsten die veel voorkomen missen toch een wettelijke regeling. Voorbeelden van dergelijke overeenkomsten zijn lease-overeenkomsten, distributie-overeenkomsten en franchisecontracten. Soms is er een min of meer algemene regeling voor dergelijke niet in de wet geregelde maar wel veel voorkomende overeenkomsten bereikt binnen een branchevereniging waar men zich bij aan kan sluiten (o.a. bij franchise). Omdat een afzonderlijke regeling voor die specifieke contracten ontbreekt, worden die geregeerd door het algemene overeenkomstenrecht. Tenzij – zoals bij de lease-overeenkomst – die al naar gelang van de inrichting van de afspraken vallen onder een wel in de wet geregeld benoemd contract. Lease is hetzij een vorm van kredietovereenkomst met eigendomsvoorbehoud – “financial lease” – hetzij een vorm van huur – operational lease”. Maar mengvormen komen ook voor.

      Beschermingsgedachte

      Voor de benoemde contracten zijn vaak aanvullende bepalingen in de wet opgenomen om de zwakkere partij (de werknemer, de huurder) te beschermen in diens essentiële behoeften (een inkomen, een dak boven je hoofd). Zo worden er vaak strengere eisen gesteld aan opzegging. Verschillend per soort benoemde overeenkomst zijn er – soms zeer uitvoerig, soms slechts beknopt – allerlei regels die speciaal voor die contracten van belang zijn.

      Dit zijn bij voorbeeld: de koopovereenkomst, de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst van opdracht, de aannemingsovereenkomst, de huurovereenkomst en nog diverse andere benoemde contracten. Deze 5 overeenkomsten hebben al zeer lang hun eigen plaats in de wet. Daarnaast zijn er modernere regelingen zoals de medische behandelingsovereenkomst en de reisovereenkomst.

      Auteur & Last edit

      [MdV, 5-12-2015; laatste bewerking 09-04-2020]

      Overeenkomsten in het algemeen (Titel 5, Boek 6 B.W.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!